“Wees op uw Hoede!”
Uit: The
Berean Call, Februari en October 2004 (T.A. McMahon en Dave Hunt)
De kerk van tegenwoordig heeft te maken met twee nieuwe en dodelijke invloeden: “bijbelse” marketing en “bijbelse” films. Er is niets dat de laatste tijd zo’n indringende en sterke invloed op de evangelische gemeenten gehad heeft als deze verschijnselen. “Bijbelse” marketing (in gewoon Nederlands: aan de man brengen, verkopen) is een poging om de meest recente verkooptechnieken en marketingprincipes te gebruiken om de verlorenen te trekken, in de hoop dat ze voor Christus gewonnen zullen worden. De benadering begint met een “marktonderzoek” en analyse van de gemeenschap die de kerk wil bereiken, om zo te ontdekken wat de verloren zielen zou kunnen motiveren om een plaatselijke gemeente te bezoeken. Zodra het onderzoek geëvalueerd is, wordt de structuur van de organisatie aangepast aan de uitgesproken wensen van de ongelovigen. Zulke veranderingen omvatten meestal wezenlijke elementen, die maken dat de verlorenen zich wat meer op hun gemak voelen: een hedendaagse, aansprekende muziekstijl, een positieve prediking waar de mensen zich prettig bij voelen, met dramatische illustraties, en stimulerende programma’s die meer op het vlees gericht zijn dan op de geest. Eén van de theorieën daarachter is dat hoe meer de gemeente de vertrouwde cultuur van de mensen weerspiegelt, hoe waarschijnlijker het is dat ze zullen blijven komen.
Het is belangrijk om heel duidelijk te stellen dat het evangelie niet verkocht kan worden aan de ongelovigen. Waarom niet? Omdat het bijbelse evangelie volkomen in strijd is met de principes van verkopen en marketing. Alle definities van marketing benadrukken dat de klant op de eerste plaats moet komen; zijn bepaalde behoeften en wensen moeten onderzocht worden. Het gaat erom dat de klant tevreden is en dat er aan zijn verlangens tegemoet wordt gekomen – en dat gaat zelfs zo ver dat het product “positief” veranderd wordt, dat er toegegeven wordt aan de wensen van de klant.
Het moet voor een ieder die enig inzicht in Gods Woord heeft zonneklaar zijn dat het bijbels evangelie duidelijk haaks staat op de marktbenadering. Het evangelie is de gave van het eeuwige leven voor allen die aan het eind van zichzelf zijn gekomen, die beseffen dat ze zondaren zijn, ver weg van een heilig God en dat ze absoluut niets kunnen doen om de verlossing te verdienen. Verlangens en wensen die op jezelf gericht zijn, zogenaamde “felt needs,” “de klant een goed gevoel geven over zichzelf,” en al zulke verkooptechnieken, zijn de vijanden van het evangelie van de genade.
De apostel Paulus, die door God geďnspireerd het evangelie glashelder in zijn brieven bekend maakt, schreef: “Dit is een getrouw woord en alle aanneming waard, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om zondaren te behouden, onder welke ik een eerste plaats inneem” (1 Tim. 1:15). Dat inzicht moet ieder die Christus wil aanvaarden in zijn hart hebben.
Probeer vandaag de dag eens een grootscheepse marketingcampagne op te zetten met zo’n boodschap. Elk marketingbureau zou je smalend uitlachen! Zou het mogelijk zijn dat Paulus een effectievere methode, waarbij je uitgaat van de gevoelde behoeften, gemist heeft? Of was misschien de tijd nog niet rijp om de marktbenadering te introduceren? Maar natuurlijk. Paulus kende niet alleen zijn tijd, maar de heilige Geest liet hem zelfs iets van onze tijd zien: “Weet wel, dat er in de laatste dagen zware tijden zullen komen; want de mensen zullen zelfzuchtig zijn” (“liefhebbers van zichzelf” St. V., 2 Tim. 1:2). Ons op onszelf gericht zijn is begonnen met de zondeval in de hof van Eden, en dit op zichzelf gericht zijn wordt steeds erger en gevaarlijker naarmate de komst van de Heer naderbij komt. Nog eens voor alle duidelijkheid: je afstemmen op de behoeften en noden van het zelfleven is niet de manier om bijbelse verlossing te verkondigen. Dat zelfleven is juist het probleem!
Het is verbazingwekkend dat je, als je de mensen op deze fundamentele fout wijst waarop ze het evangelie aan de man proberen te brengen, antwoorden krijgt als: “Ja, maar onze gemeente gebruikt het met groot succes,” “Als er maar één persoon door gered wordt, doen jouw argumenten er niet meer toe,” of “De Gemeente heeft eenentwintigste-eeuwse methoden nodig om onze eenentwintigste-eeuwse cultuur te bereiken.” Op de een of andere manier accepteren veel christenen, als het over geestelijke dingen gaat, zulke kromme redeneringen en geven er zelfs de voorkeur aan. Maar wat als je een werelds onderwerp aansnijdt en het gaat bijvoorbeeld over een goede investeringsmogelijkheid, en je zou de volgende nieuwe formule aanbevelen (ondersteund door talloze persoonlijke getuigenissen), die je bankrekening fors zou spekken: “twee plus twee is vijf”?
Afgezien van de blind makende invloed van hebzucht, zullen christenen zo’n voorstel meteen afwijzen, omdat de optelsom eenvoudig niet klopt. Bovendien, al zou het aanvankelijk grote winst opleveren, dan nog zou nagenoeg iedereen zien dat degenen die zo dwaas waren om in zo’n programma te investeren, al gauw de rampzalige gevolgen van zo’n fundamenteel ondeugdelijke onderneming oogsten. Maar aan de andere kant, als er fundamentele fouten gemaakt worden met betrekking tot “het geloof dat aan de heiligen overgeleverd is” (Judas:3), is er een groeiende tendens onder gelovigen om hun gezond verstand en, ironisch genoeg, ook hun bijbels verstand aan de kant te zetten.
Een deel van het probleem is dat agressieve marketing bijna altijd indrukwekkende resultaten boekt. Op zijn minst leidt het tot activiteiten en opwinding, die als een bewijs van succes gezien worden. Zoals een vriend van mij opmerkte: “De meeste gemeentegroeimethodes leveren geld en publiek op (Engels: nickels and noses).” Maar in de zaken van God – en daar laat God geen misverstand over bestaan – wil Hij echter dat wij het op Zijn manier doen. De profeet Jeremia heeft gewaarschuwd: “Mijn volk heeft twee boze daden bedreven: Mij, de bron van levend water hebben zij verlaten, om zichzelf bakken uit te houwen, gebroken bakken, die geen water houden” (2:13).
Wat de zogenaamd bijbelse
marketingbenadering veel onheilspellender maakt dan andere wereldse trends en
rages die de kerk in de afgelopen honderd jaar heeft ingevoerd, is de
basisfilosofie waaraan de marketingbenadering ontleend is. Het is in wezen een
systeem van management-theorie dat humanistisch en transformationeel is, en dat
betekent dat de verbreiders van deze filosofie naar een oplossing van de
maatschappelijke problemen toe werken (en uiteindelijk van alle
wereldproblemen) zonder God, door de
mensen op nieuwe wijze te laten denken, op hun
manier. Hun doel is een mensheid te creëren die een denkrichting verruild heeft
voor een flexibele manier van denken, met andere woorden, mensen die bereid
zijn hun vaste geloofswaarheden, zoals bijbelse leerstellingen en absolute waarheden
op te geven, om zo tot een voor de hele mensheid gemiddelde grondslag te komen,
waardoor misschien verschillen die nu het bouwen van relaties in de weg staan,
opgelost worden. De doelstellingen zijn vrede, harmonie, een allen omvattende
eenheid en verdraag-
zaamheid, voor het welzijn en de productiviteit van de gemeenschap.
Hoewel de doelstellingen en methodes in het algemeen goed klinken – en zelfs nog beter als ze vermengd zijn met bijbelse terminologie en idealen – zijn ze “een weg, die iemand recht schijnt, maar het einde daarvan voert naar de dood” (Spr. 14:12). Voorstanders van de “systeemtheorie” hebben de kerk uitgezocht als werktuig om de maatschappij te veranderen – maar beslist niet volgens “de smalle weg,” waar Jezus in Mattheüs 7:13 en 14 over spreekt. De kerk zelf moet een transformatie ondergaan: van christocentrisch, onderdanig aan Zijn Woord en alleen Zijn oplossing voor het behoud van de mensheid, naar een menscentrische onderneming die het sociale welzijn van de mensheid ondersteunt. “Strijders voor het geloof” (Judas: 3) moeten eenvoudig “mensen van geloof” zijn, die het goede voor de maatschappij moeten zoeken. Aangezien predikanten en leidende broeders de leraars en vertrouwde leiders van hun gemeenten zijn, zijn ze potentieel de ideale tussenpersonen voor deze transformatie. Het proces is geleidelijk en verleidelijk en begint op een heel pragmatisch niveau, met gemeentegroei als het aantrekkelijke doel. Marketing- en managementprincipes worden aanbevolen en de voorgangers worden aangespoord als “corporatieve managers” te functioneren en als tussenpersonen die verandering tot stand kunnen brengen in hun kerken. Het resultaat van deze trend is overal in ons christendom zichtbaar, met name in de “zoeker-vriendelijke” manier van kerk zijn.
De twee mannen die in het verspreiden van de marketing/management systemen (met hun wereldwijde doeleinden) de meeste invloed hebben onder de evangelische gemeenten, zijn Peter Drucker, die door de zakenwereld beschouwd wordt als de oudere staatsman van de moderne managementtheorieën, en Bob Buford, hoofd van “Leadership Network,” een organisatie die predikanten en stafleden van grote kerken traint in marketing- en managementprincipes. Buford is tevens directeur van de Peter Drucker Stichting voor niet-commercieel management.
In een uitgebreid interview met Drucker, merkt het blad “Christianity Today” hun verstrekkende invloed op: “De laatste 20 jaar is er veel onderling contact tussen Drucker en wat hij noemt ‘pastorale gemeenten’. Deze omvatten ook de megakerken zoals Willow Creek van Bill Hybels en de Saddleback Community van Rick Warren. Bob Buford’s ‘Leiderschap Netwerk’ heeft Drucker uitgenodigd om te spreken op conferenties van leiders van megakerken en heeft hem in contact gebracht met veel voorgangers die advies willen over gemeentegroei.” Met name Rick Warren is weg van Drucker’s ideeën: “Ik lees alles wat Peter Drucker schrijft. Zijn boek ‘The Effective Execute’ is mijn favoriet en ik lees het ieder jaar opnieuw.” Drucker, op zijn beurt, is bijzonder tevreden te zien hoe zijn humanistische denkbeelden ingang gevonden hebben in steeds meer kerken en gemeenten, die hij een nieuwe en centrale rol ziet vervullen in een nieuwe maatschappijvorm. Willow Creek is volgens Drucker een bijzonder voorbeeld van “wat het zakenleven kan leren van non-profit organisaties,” en “Saddleback’s megakerk model,” zo zegt hij, “is het belangrijkste fenomeen van de tweede helft van de 20ste eeuw.” Zou het onverdunde onderricht van Christus ooit zo’n compliment van de wereld kunnen verdienen?
Ongetwijfeld beseffen maar weinig van de bijbelgeoriënteerde gemeenten en voorgangers die deelnemen aan deze systematische marketingbenadering, wat ze in huis halen. Niettemin hebben ze, wetend of onwetend, wereldse bagage binnengehaald en spoeden ze voort op een weg die bezaaid is met antibijbelse middelen en methodes. Hoe ver reikt de schade? Ga maar eens naar de websites van Willow Creek en Saddleback om een idee van hun invloed te krijgen.
Van het boek van Warren, “Het Doelgerichte Leven” (dat doorspekt is met Systeemtheorieën, verpakt in pseudo-bijbelse taal) zijn meer dan 15 miljoen exemplaren verkocht (gebruikt door allerlei instanties, van het Witte Huis tot aan de Oakland Raiden toe). Meer dan 20.000 gemeentes hebben meegedaan met de “40 doelgerichte dagen”. Meer dan 320.000 voorgangers en leidende broeders (Katholiek en Mormonen incluis) uit de hele wereld hebben “Doelgerichte” seminars bijgewoond, terwijl 115.000 predikanten geabonneerd zijn op Rick Warren’s “Gereedschapskist voor de Bediening,” die toegang geeft tot zijn preken en aanwijzingen geeft hoe je samen met andere predikanten groepspreken kunt maken. Willow Creek, met alle bij haar aangesloten gemeenten, zo’n 10.000, is een andere belangrijke heraut van deze management/marketing benadering in het gemeenteleven, die een opmerkzame criticus “Resultaatgerichte religie” noemde.
Warren en Hybels zijn zich zeer zeker bewust van de wortels van datgene wat zij promoten. Waarom leiden zij en honderdduizenden zieleherders, velen van bijbelgerichte gemeenten, hun kudde langs dit pad dat geplaveid is met menselijke methoden en middelen? Waar is het bijbels onderscheid? Zijn ze zich dan niet bewust wat voor voedsel ze aan hun schapen geven? Leiden ze hen, doordat ze in mensen vertrouwen, tot “gelijkvormigheid aan deze wereld” (Rom. 12:2) en zonder het te willen weg van het Woord?
De bijbelse film
Dan is er nog een tweede invloed die het christendom binnensluipt – de “bijbelse” film. Is de wereld zodanig in de gemeente en de Gemeente in de wereld, dat de meeste gelovigen de bijbelse waarheid niet meer kunnen onderscheiden van religieuze valse namaak? Het was al verontrustend genoeg dat de evangelische gemeente het belangrijkste publiek werd voor de bewust Rooms-katholieke film “The Passion of the Christ” van Mel Gibson. Maar het was nog veel schokkender dat in beoordelingen van de film door evangelische christelijke leiders, theologen en apologetische organisaties de film “bijbels correct” genoemd werd! De film is nog geen kwartier aan de gang als het publiek een serie interpretaties voorgeschoteld krijgt van de geschriften van een spoedig heilig te verklaren “heilige” – een achttiende-eeuwse non, die mystieke visioenen kreeg van geestverschijningen. De film begint in de hof van Gethsemane, waar de Jezusfiguur heel bang is voor het fysieke lijden dat hem te wachten staat. Daarna komt satan hem verzoeken (de verkeerde engel in de verkeerde hof!) die een grote slang naar de biddende “Christus” stuurt, die hij onder zijn voeten verbrijzelt. Even later wordt de Jezusfiguur door soldaten weggesleept, die hem van een brug af naar beneden laten storten, waar hij dan aan zijn ketenen blijft hangen, terwijl hij dan de gelegenheid krijgt zijn verrader Judas onder ogen te zien, die zich onder de brug verscholen had. Kritiek op de onbijbelse inhoud van deze scčnes en van talloze andere, even onbijbels, werd door evangelische christenen afgedaan als “artistieke vrijheid” van Gibson, terwijl ze tegelijkertijd verklaarden dat de film zich aan de Schrift hield. Hoe kun je “artistieke vrijheid” en “bijbelse nauwkeurigheid” met elkaar rijmen?
Net zoals bij “bijbelse” marketing zien we ook hier problemen die dieper gaan en op de lange termijn ernstige gevolgen hebben voor de kerk. De bijbelse critici troostten zich met de hoop dat de nadelige invloed van de film op de kerk, beperkt zou blijven tot de tijd dat deze draaide, wat slechts ruim een maand heeft geduurd. Met andere woorden, uit het oog, uit het hart, zodat de geestelijke schade beperkt zou blijven. Helaas, een ijdele hoop! Van de onlangs verschenen DVD/video zijn op de eerste dag 4,5 miljoen exemplaren verkocht, dankzij een agressieve verkoopcampagne, gericht op de kerk. Men voorspelt dat de verkoopcijfers over het eerste jaar de 20 miljoen zullen overschrijden. (De grootste boekhandel ter wereld, Amazon.com, biedt met korting de film samen met “Het Doelgerichte Leven” van Rick Warren aan in één pakket. Het zijn hun twee meest verkochte items!). Dit betekent dat evangelische gemeenten overal in de V.S. en daarbuiten de “sterke Maria film,” zoals Gibson hem noemt, blijven gebruiken voor hun zondagschoolprogramma, voor hun bijbelstudies, doordeweekse samenkomsten, evangelische programma’s enzovoort.
Wat echter nog verontrustender is, is het enthousiasme dat “The Passion” geschapen heeft om de bijbel visueel aan te bieden. Waarom is dat een probleem? De Schrift interpreteren in een visueel medium is de meest subjectieve en minst accurate van alle methodes om Gods Woord bekend te maken. Ongeacht hoe dramatisch en ontroerend een bijbelse productie kan zijn, het is niettemin niet Gods Woord, maar een reeks interpretaties: hoe een filmmaker persoonlijk de bijbel ziet, hoe een acteur denkt dat een bijbelse figuur zou handelen (de God-mens Jezus inbegrepen!), hoe de artistieke leider en de decorontwerper zich voorstellen hoe de gebeurtenissen van een paar duizend jaar geleden precies gebeurd zijn – waarvan we de details niet in de bijbel vinden, omdat God daar Zijn redenen voor had. Dit is nog maar een beperkte opsomming van menselijke toevoegingen aan Gods Woord, waaraan niets ooit mag worden toegevoegd.
Wat betreft “bijbelse” marketing of films is de uiteindelijke norm voor de gelovige deze: willen wij de dingen doen op Gods manier of op onze eigen wijze? Is de bijbel ons absolute gezag in ons dagelijks leven, in onze geloofsgroei en in het delen van dat geloof met anderen – of niet? De Heer zegt dat Hij in Zijn Woord ons met “alles wat tot leven en godsvrucht strekt, heeft begiftigd door de kennis van Hem” (2 Pet. 1:3). Waarom wenden we ons dan tot wereldse middelen en methoden? Zou het kunnen zijn dat we kiezen voor het onbijbelse proces van pragmatisme (omdat het lijkt te werken), omdat we niet zien dat we ons in feite afkeren van de Schriften? Jezus zei: “Niet alleen van brood zal de mens leven, maar van alle woord dat uit de mond Gods uitgaat” (Mat. 4:4). Het is absoluut noodzakelijk dat wij in deze tijd, die gekenmerkt wordt door het kennelijke verlangen van de kerk naar de wereld, honger hebben naar Zijn objectieve Woord, niet naar de subjectieve meningen van mensen. Als parafrase bijbeluitgaven al een aantasting zijn van bijbelse waarheden, dan doen visuele bijbelversies deze volledig de das om. Treur om onze volgende generatie, die nu in toenemende mate beroofd wordt van het geschreven Woord van God. Laten wij allen de ontnuchterende woorden van God tegen Israël ter harte nemen: “Zo zegt de Here: Gaat staan aan de wegen, en ziet en vraagt naar de oude paden waar toch de goede weg is, opdat gij die gaat en rust vindt voor uw ziel; maar zij zeggen: Wij willen die niet gaan …” (Jer. 6:16).
Geliefden, weest op uw hoede!
T.A. McMahon
Uit: “The Berean Call,” Oktober 2004
Vertaald door Albert Postma, verschenen in aflevering 19 van het blad
“De Gouden Kandelaar.” Dit blad, uitgegeven door stichting “De Gouden
Kandelaar” te Twello, heeft geen abonnementsprijs. Het wordt op aanvraag gratis
toegezonden. Het verschijnt 6 maal per jaar. Het doel van deze publicatie is
Gods volk in deze tijd bewust te maken van de hemelse roeping van de Gemeente
van Jezus Christus, opdat Hij bij Zijn komst een toebereide bruid zal vinden.
Stichting “De Gouden Kandelaar”
Twello
E-mail:
hetnet.epostma@hetnet.nl