Wake Up getoetst aan de Bijbel

 

(Zie eindnoot 1, over de verwijzingen

naar de pagina’s in het boek)

 

Het boek Wake Up is een bestseller in evangelische kring. Overal kom je tegenwoordig het gedachtegoed van het boek tegen. Het is een schokkend boek. Volgens het boek zijn wij, als evangelische en protestantse christenen, los geraakt van onze Joodse wortels. Dat is de basisstelling van het boek. Die bewering is op zich al zwaar overdreven, maar veel ernstiger is dat in het boek de fundamentele uitgangspunten van het protestantse en evangelische geloof onderuit worden gehaald, bijvoorbeeld het Sola Scriptura principe.

Door op die manier het fundament van het evangelische geloof te slopen, komt er ruimte voor allerlei dwalingen, zoals voor het ontkennen van de noodzaak van het plaatsvervangend sterven van Jezus (2) .

 

In de eerste 8 punten wordt besproken hoe het boek de theologische wissels omzet. Vanaf punt 9 wordt besproken hoe dit de inhoud van wat we geloven beïnvloed.

 

Dit is de inhoudsopgave:

 

1.      De aanval op het Sola Scriptura beginsel

2.      Toevoegen aan de Bijbel

3.      De Bijbel is alleen met behulp van de Joodse traditie te begrijpen

4.      Een lofrede op de Talmoed

5.      Moeten wij leren van Joodse rabbijnen?

6.      Het leidt tot schriftinleg in plaats van schriftuitleg

7.      Diepere boodschappen uit de Bijbel. De bijbel decoderen. SOD en ELS

8.      Een nieuwe theologische methode

9.      Omgekeerde vervangingstheorie. De gemeente gaat op in Israel.

10.  Verwarring over de Bijbelse verbonden

11.  De christen en de wet van Mozes

12.  Het vieren van Joodse feesten

13.  Rehabilitatie van de wet van Mozes

14.  De aanval op de noodzaak van het plaatsvervangend sterven van Jezus

15.  Wake Up is onderdeel van de wereldwijde “Hebrew Roots” beweging

16.  Conclusie: Wake Up is een zeer gevaarlijkboek

 

 

1.      De aanval op het Sola Scriptura beginsel

 

Sola Scriptura betekent: ‘Alleen de Schrift’. Daar wordt mee bedoeld dat wij als christenen ‘wat wij geloven’ alleen op de Bijbel baseren. We geloven als christen alleen dingen die uit de Bijbel bewezen kunnen worden.

 

In Wake Up wordt het Sola Scriptura principe afgewezen. Daar worden verschillende argumenten voor aangevoerd. Hieronder worden de twee voornaamste besproken.

 

Het eerste argument: Beweren dat het principe niet in de Bijbel staat

 

De schrijvers beweren dat je het Sola Scriptura principe niet in de Bijbel terug kan vinden. Met andere woorden: het Sola Scriptura beginsel is zelf on-Bijbels. Ik citeer: “Een consequente benadering van Sola Scriptura betekent dat je dit principe ook in de Schrift zelf moet kunnen terugvinden en dat is niet zo” (p. 35, de onderstreping is van mij)

 

Wat de schrijvers hier beweren klopt niet. Het principe is wel in de Schrift terug te vinden. Het wordt niet uitdrukkelijk geformuleerd in de Schrift, maar het wordt wel overal verondersteld. Waardoor wel degelijk gesproken kan worden van een Bijbels principe. Dat geldt overigens voor meer Bijbelse waarheden. Ook de leer over de drie-eenheid staat niet rechtstreeks in de Bijbel, maar kan er wel duidelijk uit afgeleid worden (3), zo is het ook met het Sola Scriptura beginsel.

We zien in de Bijbel, dat Jezus uitging van het Sola Scriptura beginsel. De Farizeeën deden dat niet. Zij baseerden wat ze geloofden niet alleen op de Schrift, maar ook op de traditie. Naast de Schrift hielden zij zich ook aan “de overlevering der ouden”, aan de Joodse traditie. De overlevering der ouden bestond uit allerlei opvattingen en gebruiken die van generatie op generatie waren overgeleverd.

Laten we een Bijbelgedeelte bekijken dat aantoont dat Jezus uitging van het Sola Scriptura beginsel. Het gaat om Marcus 7:1-13.

Het gedeelte begint met farizeeën en schriftgeleerden die de discipelen van Jezus veroordelen omdat ze zich niet aan de overlevering der ouden hielden. Ze wassen hun handen niet voor het eten. Het wassen van de handen had volgens ‘de overlevering der ouden’ een geestelijke betekenis.

“En bij Hem verzamelden zich de Farizeeën en sommigen van de schriftgeleerden, die uit Jeruzalem gekomen waren. En toen zij zagen dat sommigen van Zijn discipelen met onreine, dat is met ongewassen handen brood aten, berispten zij hen. Want de Farizeeën en alle Joden eten niet, als zij niet eerst grondig de handen gewassen hebben, omdat zij zich houden aan de overlevering van de ouden. En als zij van de markt komen, eten zij niet, als zij zich niet eerst gewassen hebben. En vele andere dingen zijn er die zij aangenomen hebben om zich eraan te houden, zoals het wassen van de drinkbekers en kannen en het koperen vaatwerk en bedden.

De Farizeeën en schriftgeleerden roepen Jezus ter verantwoording vanwege het gedrag van zijn discipelen.

“Daarna vroegen de Farizeeën en de schriftgeleerden Hem: Waarom wandelen Uw discipelen niet volgens de overlevering van de ouden, maar eten zij het brood met ongewassen handen?”

En dan volgt het antwoord van Jezus.

“Maar Hij antwoordde hun: Terecht heeft Jesaja over u, huichelaars, geprofeteerd zoals er geschreven staat: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich ver bij Mij vandaan. Maar tevergeefs eren zij Mij door leringen te onderwijzen die geboden van mensen zijn. Want terwijl u het gebod van God nalaat, houdt u zich aan de overlevering van de mensen, zoals het wassen van kannen en bekers; en veel andere dergelijke dingen doet u. En Hij zei tegen hen: U stelt op een mooie manier Gods gebod terzijde om u aan uw overlevering te houden. Want Mozes heeft gezegd: Eer uw vader en uw moeder; en: Wie vader of moeder vervloekt, die moet zeker sterven; maar u zegt: Als iemand tegen zijn vader of zijn moeder zegt: Het is korban (dat wil zeggen: een gave aan God) wat u van mij had kunnen krijgen, is het met hem in orde. En u laat hem niet meer toe iets voor zijn vader of zijn moeder te doen, en zo maakt u Gods Woord krachteloos door uw overlevering die u overgeleverd hebt; en veel van dergelijke dingen doet u.” (Marcus 7:1-13)

De discussie tussen Jezus en de Farizeeën en Schriftgeleerden begon met kritiek van de Farizeeën op de discipelen, omdat ze tegen de overlevering der ouden in hun handen niet wasten voor het eten. Dit was in strijd met de joodse traditie van dat moment (met de overlevering der ouden). Jezus grijpt dit voorval aan om het principe van  “alleen de Bijbel” naar voren te brengen. Hij zegt tegen de Farizeeën “jullie leren dit gebod, maar het staat niet in de Schrift. Dit gebod is slechts een door mensen bedacht gebod. God vraagt dit niet van ons.”

Als mensen iets naast de Schrift stellen, leidt dit er altijd weer toe dat het uiteindelijk boven de Schrift komt te staan. Misschien niet in theorie, maar wel in de praktijk. Ook met de overlevering der ouden was dat het geval. De overlevering stond in de praktijk boven het Woord van God. Jezus geeft daar in het hierboven geciteerde Bijbelgedeelte een voorbeeld van. Door een menselijke regel over offergaven hadden de Farizeeën het Bijbelse gebod tot ondersteuning van de ouders uitgeschakeld. Als je zei over iets wat je bezit “het  is Korban (een gift aan God), dat wil zeggen: “ik geef het aan God, ik doe het geld in de schatkist van de tempel”, dan ging dat voor het helpen van je behoeftige ouders. Jezus zei dat ze veel van zulke dingen deden: “en veel van dergelijke dingen doet gij”.

De Bijbel behoort de enige bron van ons geloof te zijn. In het eerste voorbeeld (over het wassen der handen) is er iets aan de Schrift toegevoegd. In het tweede is er iets aan de Schrift toegevoegd dat ook nog eens de Schrift tegensprak en daardoor uitschakelde. Beiden mogen niet gedaan worden.

“Het staat geschreven … ” is voor Jezus en de apostelen het einde van alle tegenspraak. Nooit doen ze een beroep op de overlevering. Als er iets bewezen moet worden, dan wordt daarvoor de Schrift gebruikt. Als gecontroleerd moet worden of een boodschap van God afkomstig is, dan wordt daar alleen de Schrift voor gebruikt. Toen de Joden in Berea de boodschap van Paulus wilden controleren, gingen ze in de Schrift na of het klopte wat Paulus zei: en dezen onderscheidden zich gunstig van die te Tessalonica, daar zij het woord met alle bereidwilligheid aannamen en dagelijks de Schriften nagingen, of deze dingen zo waren” (Handelingen 17:11). Ze controleerden of de boodschap van Paulus overeen kwam met de Schriften. Om na te gaan of de boodschap van Paulus van God afkomstig was, gebruikten ze alleen de Schriften. Er is buiten de Schrift geen tweede bron van gezag.

Het tweede argument: beweren dat Jezus Zich niet aan het Sola Scriptura principe hield

 

Ondanks dat hierboven zojuist is aangetoond dat Jezus zich hield aan het Sola Scriptura principe, beweren de auteurs van het boek het tegenovergestelde. Ik citeer uit het boek: “Voor sommigen is het misschien een schokkende vaststelling, maar Jezus Christus hanteerde helemaal niet het Sola Scriptura principe in protestantse zin. (p. 36)

 

Het boek beweert dat Jezus in zijn onderwijs verwees naar buiten-Bijbelse joodse bronnen. De auteurs concluderen daaruit dat Jezus zich niet aan het Sola Scriptura principe hield. Ik citeer: “Hij, de Leraar bij uitstek, betrok zelf wel degelijk de mondelinge overlevering in zijn reacties op de Schriftgeleerden. Hij bestempelde zeker niet alle regels uit de mondelinge overlevering als hypocriete wetgeving en menselijke maaksels die geen navolging verdienden” (p. 36) 

 

Daarna volgen er in het boek vier voorbeelden die deze stelling zouden bewijzen.

Voor een bespreking en weerlegging van die vier voorbeelden, zie dit document: www.toetsalles.nl/htmldoc/wakeup-4voorbeelden.geen.sola.htm

 

Maar zelfs als Jezus of de apostelen af en toe dingen uit buiten-Bijbelse bronnen gebruiken bij hun onderwijs, dan ondermijnt dat nog niet het Sola Scriptura. Paulus citeert bijvoorbeeld in een preek met instemming een heidense dichter (Handelingen 17:28) en later doet hij dat nog één keer in de brief aan Titus (Titus 1:12,13). Dat kon Hij doen omdat hij wist dat deze dichters op die punten de waarheid spraken. Lucas heeft voor het schrijven van zijn evangelie andere bronnen geraadpleegd (Lucas 1:3), bronnen die niet goddelijk geïnspireerd waren. Maar alleen wat Lucas onder leiding van Gods Geest heeft neergeschreven, is het woord van God en heeft goddelijk gezag. Als Jezus of de apostelen een enkele keer iets als juist overnemen uit andere bronnen, dan doen ze dat alleen omdat ze door de Geest wisten dat het juist was. Jezus heeft nooit, als Hij iets wilde bewijzen, een beroep gedaan op de mondelinge traditie, alleen op de Schrift.

En ook het feit dat Jezus reageerde op de in die tijd bij de joden levende overtuigingen zegt niets over het Sola Scriptura principe. Als je ergens op reageert dan bewijst dat nog niet dat je daar enig gezag aan hecht.

 

Door het opzij schuiven van het Bijbelse Sola Scriptura beginsel, maakt Wake Up ruimte voor toevoeging aan de Bijbel. Dat is dan ook precies wat er in het boek wordt gedaan. Zie het volgende punt.

 

2.      Toevoegen aan de Bijbel

 

De Bijbel is volgens Wake Up niet genoeg. We hebben meer informatie nodig, zoals bijvoorbeeld de joodse huwelijksceremonie. Die vult aan wat in de Bijbel staat. En de Joodse buiten-Bijbelse traditie is nodig om de Bijbel goed te kunnen begrijpen.

 

2.1.            Het Joodse huwelijks ritueel door God ingegeven

 

De auteurs van het boek zeggen indirect dat de Joodse huwelijksceremonie door God zelf is ingegeven. Want volgens het boek is de ceremonie niet door mensen bedacht. Ik citeer: “We zullen zien dat het in dit hoofdstuk beschreven ritueel niet door mensen bedacht kan zijn, vanwege het ingenieuze patroon, dat volledig klopt met andere Bijbelse patronen” (p. 399)

 

Als het niet door mensen bedacht is, door wie is het dan wel bedacht? Het antwoord is duidelijk, als het niet door mensen bedacht kan zijn, dat moet het wel door God zelf bedacht zijn. Daarmee zeggen de auteurs in feite dat het ritueel door God is ingegeven, dat het ritueel door God is geïnspireerd. Zo voegen de auteurs toe aan de Bijbel.

 

2.2.            De bijzondere status van de joodse buiten-Bijbelse traditie

 

De Joden proberen hun traditie te rechtvaardigen door ‘de theorie over de tweede wet’, in het Engels de ‘Oral Law’. Volgens die theorie heeft God Mozes twee wetten gegeven. God gaf niet alleen de geschreven wet, maar Hij gaf Mozes ook nog een mondelinge toelichting op die wet, dat is de tweede wet, de Oral Law. De eerste wet heeft Mozes opgeschreven in de eerste vijf boeken van de Bijbel. De tweede wet is, zo luidt de theorie, vanaf Mozes van generatie op generatie door de Joden doorgegeven. De tweede wet is uiteindelijk terecht gekomen in `de overlevering der ouden’ ten tijde van Jezus en ook in de Talmoed uit de vijfde eeuw na Christus. Conclusie: de Joodse traditie bestaat uit meer dan zomaar menselijke gedachten.

 

Het probleem met deze theorie is natuurlijk dat elk bewijs ervoor ontbreekt. De theorie over de mondelinge wet is gebaseerd op speculatie. Bovendien is het in strijd met de Bijbel. Alles wat Mozes geboden had, was in het boek der wet geschreven en dat las Jozua voor. “Daarna las hij (Jozua) al de woorden der wet voor, de zegen en de vloek, naar alles wat in het boek der wet geschreven stond. Er was geen woord van al hetgeen Mozes geboden had, dat Jozua niet voorlas aan de gehele gemeente van Israël …” (Jozua 8:34,35). Bovendien heeft Mozes zelf onder leiding van Gods Geest opgeschreven dat, aan wat hij had doorgaf, niets mocht worden toegevoegd.  (Deuteronomium 4:1,2 en 12:32). En zoals we hierboven al hebben gezien, ging Jezus zelf uit van het Sola Scriptura principe.

 

En toch neemt Wake Up deze theorie kritiekloos over. Ik citeer: “Volgens de overlevering ontving Mozes niet alleen de schriftelijke Thora, maar ook de uitleg erbij” (p. 32). En  „Door de eeuwen heen werden deze inzettingen doorgegeven aan de volgende generaties ...."  (p. 33)

 

Op die manier probeert Wake Up te onderbouwen dat wij, als christenen, ons bezig moeten houden met de Talmoed en andere Joodse buiten-Bijbelse geschriften en tradities. En dat we de Joodse geschriften niet zomaar ter zijde mogen schuiven. Ze hebben volgens de auteurs van Wake Up niet hetzelfde gezag als het woord van God, maar ze hebben wel meer gezag dan een louter menselijk geschrift en ze moeten gebruikt worden als “interpretatie sleutel” voor de Bijbel. Dat laatste brengt ons bij het volgende punt.

 

3.      De Bijbel is alleen met behulp van de Joodse traditie goed te begrijpen

 

Dit is één van de basisstellingen van het boek.

 

Het boek beweert dat de Bijbel in zichzelf niet duidelijk is, we hebben de leidraad van de Joodse traditie nodig om de Bijbel goed te kunnen verstaan.

 

Alleen als we de Bijbel lezen vanuit de Joodse buiten-Bijbelse traditie krijgen we, volgens het boek, een helder zicht op de God van de Bijbel, op de verwachting van de wederkomst, op Gods reddingsplan en op onze plaats in Gods reddingsplan (p. 14 en 17). Werkelijk, dit claimt het boek. (Voor de drie citaten, klik hier: www.toetsalles.nl/htmldoc/wakeup.ex.3citaten.htm )

 

Het boek beweert onder meer het volgende: “Een van de kernpunten van dit boek is dan ook dat deze Joods-Hebreeuwse context voor christenen van cruciaal belang is om een dieper inzicht te krijgen in de woorden die Jezus sprak over de periode van de laatste dagen” (p.14)

 

Rekening houden met de Joods-Hebreeuwse context bij de Bijbeluitleg is, volgens het boek, van cruciaal belang, om een dieper inzicht te krijgen in de woorden die Jezus sprak over de periode van de laatste dagen (de eindtijd). Niet zomaar van belang, maar cruciaal, het is beslissend, alles hangt daar van af.

 

Laten we één van “de woorden die Jezus sprak over de laatste dagen”, waar het hierboven aangehaalde citaat uit Wake Up over spreekt, als voorbeeld nemen: Mattheus 24. Dat hoofdstuk wordt wel “De rede van Jezus over de laatste dingen” genoemd.  Volgens Wake Up kunnen wij zonder kennis van de Joodse traditie Mattheus 24 alleen oppervlakkig verstaan. Leest u de tekst eens na. Dan zult u zien dat deze bewering absurd is. Het is toch volstrekt duidelijk wat Jezus daar zegt. In antwoord op drie vragen (:3) vertelt Hij wat aan zijn wederkomst vooraf zal gaan (:4-13). Hij vertelt wat heel specifiek het teken van zijn wederkomst is (:15). En Hij vertelt hoe wij moeten reageren op wat er gaat komen: zie toe dat niemand u verleidde (:4), weest niet verontrust (:6), enzovoorts.

En als we al iets moeilijks in de tekst tegenkomen, bijvoorbeeld “de gruwel der verwoesting” uit vers 15, dan kom je door Schrift met Schrift te vergelijken er achter wat die uitdrukking betekent. Het gaat zeer waarschijnlijk om een afgodsbeeld dat de antichrist in de eindtijd, in de dan herbouwde tempel in Jeruzalem, voor zichzelf zal oprichten (4). Om dat soort dingen te verstaan, hebben we geen buiten-Bijbelse Joodse geschriften nodig.

 

Het verwijt van Wake Up dat er in protestantse en evangelische kring bij de uitleg van de Bijbel veel te weinig rekening wordt gehouden met de Hebreeuws-Joodse context slaat nergens op. Het is slechts een excuus om de Bijbel uit te gaan leggen vanuit de Joodse traditie. Waarbij in de praktijk de traditie gaat heersen over de uitleg. In de loop van dit artikel zullen we hier enkele voorbeelden van bespreken. Zo wordt bijvoorbeeld het joodse huwelijks ritueel op gekunstelde wijze in Bijbelteksten “in”gelezen, tegen alle regels van gezonde schriftuitleg in. Zie punt 6 van dit artikel.

 

3.2.             Zonder de joodse traditie als leidraad wordt het een chaos

 

Dat we de Bijbel moeten interpreteren vanuit de Joodse buiten-Bijbelse geschriften en tradities probeert het boek ook als volgt te bewijzen.

 

Het boek wijst er op dat er onder de christenen die op het standpunt staan dat we alleen van de Bijbel moeten uitgaan, grote verdeeldheid bestaat. Het boek wijst op meer dan 200 denominaties (kerkgenootschappen). De redenering is als volgt: “Zie je wel waar het Sola Scriptura principe toe leidt. Het leidt tot grote verdeeldheid en verwarring. Al die protestantse en evangelische christenen die ‘alleen van de Bijbel´ uitgaan, kijk eens wat daarvan het resultaat is. Dit toont aan dat de Bijbel niet duidelijk is in zichzelf, je hebt de leidraad van de Joodse traditie nodig om een dergelijke verdeeldheid te voorkomen”.

 

Deze redenering klopt niet. De verdeeldheid onder protestanten en evangelische gelovigen is niet het gevolg van het Sola Scriptura principe. De verdeeldheid heeft meerdere oorzaken. Voor een bespreking daarvan verwijs ik naar deze Bijbelstudie, zie speciaal punt 2: http://www.honderdbijbelstudies.nl/de-leer-over-de-bijbel/47-de-bijbel-is-begrijpelijk/#more-191

 

3.3.            De aanval van Wake Up op de begrijpelijkheid van de Bijbel

 

Om ruimte te maken voor het uitleggen van de Bijbel vanuit de joodse traditie wordt in het boek, zoals we hierboven in punt 3.2. hebben gezien, ook de begrijpelijkheid van de Bijbel aangevallen. Het is zeer ernstig wat Wake Up hier doet.

 

 

Want Wake Up haalt hier opnieuw een pijler onder de evangelische en protestantse theologie vandaan. De leer over de begrijpelijkheid is fundamenteel. Als de Bijbel niet begrijpelijk is, dan kunnen we nooit met zekerheid weten wat er in staat. Dan is de inhoud van ons geloof onzeker.

 

In de protestantse leer over de Bijbel spreekt men wel over ‘de eigenschappen van de Schrift’, één van die eigenschappen is de duidelijkheid of de begrijpelijkheid. Theologen spreken wel over de doorzichtigheid of perspicuitas van de Schrift.

 

De protestantse en evangelische theologie stelt dat de Bijbel duidelijk is in zichzelf. Er is geen leidraad nodig. Niet in de vorm van de Joodse traditie, zoals Wake Up beweert, maar ook niet van de vroeg christelijke traditie, van de apostolische overlevering, zoals het rooms-katholicisme beweert. Of welke andere leesgids dan ook.

 

Dat de Bijbel duidelijk is in zichzelf, rust op twee dingen: (1) Daar is het feit dat de Bijbel zichzelf uitlegt. Het ene Bijbelgedeelte werpt licht op het andere. Als we Schrift met Schrift vergelijken, dan kunnen we met zekerheid de betekenis van een Bijbeltekst vaststellen. En (2) bovendien kunnen we bij ons onderzoek van de Bijbel rekenen op de hulp van Jezus en de Heilige Geest. Jezus opent ons verstand zodat we de Schrift begrijpen (Lucas 24:45) . De Geest leidt in alle waarheid (Johannes 16:13). Hij leert ons over alle dingen: “En wat u betreft, de zalving, die gij van Hem ontvangen hebt, blijft op u, en gij hebt niet van node, dat iemand u lere; maar, gelijk zijn zalving u leert over alle dingen … (1 Johannes 2:27). Menselijke leraren hebben hun plaats in de gemeente (Efeze 4:11), maar ze hebben geen gezag in zichzelf en ze zijn niet noodzakelijk. Nogmaals, we hebben geen leesgids nodig in de vorm van buiten-Bijbelse Joodse geschriften of welke andere leesgids dan ook.

 

Uiteraard is het wel nuttig om informatie te hebben over de tijd waarin de verschillende Bijbelboeken zijn geschreven. Over de cultuur, over de religie, over de staatkundige situatie, enzovoorts. Daarom worden op theologische opleidingen en Bijbelscholen de vakken “Inleiding op het Oude Testament” en “Inleiding op het Nieuwe Testament” gegeven. Maar een uitgebreide studie van de buiten-Bijbelse joodse geschriften, zoals Wake Up noodzakelijk acht, is heel wat anders.

 

4.       Een lofrede op de Talmoed

 

De Talmoed is volgens Wake Up erg nuttig voor de christenen. Het kan hun inzicht verdiepen. Er staan waardevolle historische discussies van de rabbijnen in. In hoofdstuk 2 van Wake up staat een uitgebreide lofrede op de Talmoed.

 

Enkele citaten uit het boek:

 

 „De Talmoed is ... een bron van verdiepende informatie … ” (p. 34).

 

"Hoewel de Zoon van God de Schrift - het Oude Testament - overal centraal had staan, bestempelde Hij de bronnen daar om heen, die gericht waren op deze Schrift, niet als irrelevant of niet waardevol. … Hij gooide de andere geschriften en de waardevolle historische discussie van de rabbijnen (die later in de Talmoed zijn opgetekend) zeker niet bij voorbaat overboord." (p. 39,40. De onderstreping is van mij, ook de toelichting tussen haakjes)

 

+ Wat is eigenlijk de Talmoed?

 

De Talmoed is na het Oude Testament het belangrijkste boek binnen het Jodendom. Het boek bestaat uit een uitgebreide collectie van commentaren op het Oude Testament, van wetstoepassingen, vaak in de vorm van discussies. Maar ook van anekdotes, mythen en legenden. (Bron: het Wikipedia artikel)

 

+ De Talmoed was er nog niet in de tijd van Jezus en de apostelen

 

De (Babylonische) Talmoed is 500 jaar na Christus verzameld en opgeschreven. Zie hetzelfde Wikipedia artikel. Toen is de joodse mondelinge traditie van dat moment, schriftelijk vastgelegd.

 

Vandaar dat in de inleidingsvakken op het Oude en Nieuwe Testament op de Bijbelgetrouwe theologische opleidingen niet veel aandacht aan de Talmoed wordt besteed. Die vakken maken gebruik van bronnen uit de tijd van het ontstaan van het Oude en Nieuwe Testament. En niet van bronnen, zoals de Talmoed, die uit een veel latere tijd komen.

 

Jezus kan niet naar de Talmoed hebben verwezen, wat er was in zijn tijd nog geen Talmoed. Wel was er ‘de overlevering der ouden’ en die kan vijf eeuwen later in de Talmoed terecht gekomen zijn. Maar welk deel van de Talmoed uit de traditie uit de tijd van Jezus afkomstig is, is moeilijk met zekerheid vast te stellen.

 

+ De Talmoed is volgens de schrijvers van Wake Up meer dan zo maar een boek

 

De schrijvers van het boek stellen wel dat de Talmoed niet gelijk is aan het woord van God,  maar tegelijkertijd beweren ze ook dat de Talmoed meer is dan een gewoon menselijk boek. En dat we de Talmoed niet mogen verwaarlozen, omdat de Talmoed en andere joodse tradities cruciaal zijn voor het diepere inzicht in het woord van God. Dat wordt in het boek onder meer gedaan door de Joodse traditie, waaronder de Talmoed, te verbinden met de mondelinge wet, die Mozes zou hebben ontvangen en doorgegeven. Zie hierboven punt 2.2.

 

+ Iets over het antichristelijke karakter van de Talmoed

 

De Joden die leefden voor de komst van Christus, hadden soms weinig geestelijke inzicht. Denk bijvoorbeeld aan Nicodemus, al leefde hij ten tijde van Jezus aardse leven (Johannes 3:9,10). Maar de geestelijke situatie van de Joden na de dood en opstanding van Jezus, was veel erger dan ervoor. Sinds die tijd is er de vijandschap tegen Jezus bij gekomen. De ongelovigen Joden zijn, zo schrijft Paulus, “naar het evangelie vijanden” (Romeinen 11:28). Daar hebben ze zich ook, toen ze daar nog de kans toe hadden, vaak naar gedragen (1 Thessalonicenzen 2:14-16).  En helaas, het moet gezegd worden, hebben zogenaamde “christenen” later de rollen op een afschuwelijke wijze omgekeerd en hebben zij de joden vervolgd.

 

In de Talmoed, die 500 jaar na Christus is opgeschreven, vinden we de Joodse vijandschap tegenover Jezus en het evangelie terug (5).  Het is opvallend dat de schrijvers van Wake Up dit in het boek volledig negeren. Er staat wel, zo even tussen de regels door, dat er in de Talmoed negatief over christenen wordt geschreven, maar niet dat er zeer negatief over Jezus Zelf wordt geschreven.

 

5.      Moeten we leren van Joodse rabbijnen?

 

Hebben we het onderwijs van onbekeerde Joodse rabbijnen uit de eeuwen na Christus nodig? Rabbijnen die niet in Jezus geloofden? Wake Up denkt van wel. Je kunt de vraag “Moeten we leren van Joodse rabbijnen” ook anders stellen.

 

+ Moeten we leren van blinden?

 

Paulus zegt dat de Joden die Christus verwerpen verblind zijn: “Maar hun gedachten werden verhard. Want tot heden toe blijft dezelfde bedekking over de voorlezing van het oude verbond zonder weggenomen te worden, omdat zij slechts in Christus verdwijnt. Ja, tot heden toe ligt, telkens wanneer Mozes voorgelezen wordt, een bedekking over hun hart, maar telkens wanneer iemand zich tot de Here bekeerd heeft, wordt de bedekking weggenomen.” ( 2 Korinthe 3:15,16)

Ze lezen wel Mozes (de Thora), maar er ligt een bedekking over hun hart. Ze begrijpen Mozes niet. Dat geldt ook voor de ‘Christus verwerpende’ Joodse rabbijnen.

 

Dit zegt Jezus over de rabbijnen uit zijn tijd: “Laat hen gaan, blinden zijn zij, die blinden leiden. Indien een blinde een blinde leidt, zullen zij beiden in een put vallen.” (Mattheus 15:14)

 

+ Moeten we leren van vijanden van het Evangelie?

 

Paulus zegt het volgende over de ongelovige Joden:  Zij zijn naar het evangelie vijanden om uwentwil, naar de verkiezing zijn zij geliefden om der vaderen wil.” (Romeinen 11:28)

 

Joden die christus verwerpen zijn nog steeds geliefden om der vaderen wil, maar tegelijkertijd zijn het “naar het evangelie vijanden om uwentwil”.

 

Moeten de vijandige Joodse rabbijnen ons uitleggen hoe wij het evangelie moeten verstaan, dat zij verwerpen? Moeten we bij hen de sleutel halen die het Nieuwe Testament voor ons opent? Hoe gek kun je het bedenken? En toch komt wat Wake Up zegt hier op neer.

 

+ Was Jezus een Joodse rabbijn?

 

Een citaat uit Wake Up: “Jezus leerde zijn discipelen als een Joodse rabbi”. Wake up suggereert dat Jezus een Joodse rabbijn was. Zo probeert Wake Up de status van de rabbijnen op te krikken. Maar ook dit klopt niet. De Bijbel zegt juist dat er een enorm verschil was tussen Jezus en de rabbijnen. “En het geschiedde, toen Jezus deze woorden geëindigd had, dat de scharen versteld stonden over zijn leer, want Hij leerde hen als gezaghebbende en niet als hun schriftgeleerden.” (Mattheus 7:28,29)

 

Wat Jezus leerde bestond niet uit eindeloze discussies over wetstoepassingen (zoals je in de Talmoed vindt). Hij gaf met gezag door wat de Vader Hem zelf ingaf. Zie: www.toetsalles.nl/htmldoc/wakeup.ex.rabbi.htm

 

+ Jezus zegt toch dat we naar de rabbijnen moeten luisteren?

 

“Toen sprak Jezus tot de scharen en tot zijn discipelen, zeggende: De schriftgeleerden en de Farizeeën hebben zich gezet op de stoel van Mozes. Alles dan, wat zij u ook zeggen, doet dat en onderhoudt dat, maar doet niet naar hun werken, want zij zeggen het wel, maar doen het niet. Zij binden zware lasten bijeen en leggen die op de schouders der mensen, maar zelf willen zij ze met hun vinger niet verroeren.” (Mattheus 23:1-4)

 

“Zie je wel”, zeggen de verdedigers van de rabbijnen: “Jezus zegt hier dat we naar hen moeten luisteren: ‘Alles dan, wat zij u ook zeggen, doet dat en onderhoudt dat …’ (:3) En als Jezus dat zegt, dan moeten we toch zeker ook de inhoud van bijvoorbeeld de Talmoed serieus nemen.”

 

Deze Bijbelverzen (23:1-4) zijn onderdeel van “de rede tegen de schriftgeleerden en Farizeeën”. Lees de gehele toespraak (23:1-38) eens door. De gehele toespraak van Jezus is een felle aanklacht tegen onder meer de schriftgeleerden. Jezus waarschuwt voor hen. Maar dan keren sommigen met een beroep op vers 3 de hele boodschap van dit gedeelte om, door dit vers te lezen als een aansporing om toch vooral naar de Schriftgeleerden te luisteren. Dat is een sterk staaltje van het laten buikspreken van de Schrift. Dat doen ze door het vers helemaal los te maken van de context waarin het staat.

 

Wat Jezus hier, in vers 3, zegt, is sarcastisch bedoeld: “Je moet vooral naar de schriftgeleerden luisteren, maar bedenk wel dat ze het zelf niet doen”. Hij zegt verder dat de schriftgeleerden zich de positie van Mozes, de positie van wetgever hadden toegeëigend. Zij interpreteerden de wet en door hun interpretaties maakten ze de wet zwaarder, bovendien voegden ze allerlei menselijke geboden uit ‘de overlevering der ouden’ aan de geschreven wet toe (Marcus 7:1-13). Door hun interpretatie en aanvulling van de Thora legden zij “zware lasten op de schouders der mensen” (:4). Dat wordt door Jezus helemaal niet als positief gezien.

 

+ Paulus keerde zich er radicaal van af

 

Paulus keerde zich radicaal af van het rabbijnse Jodendom van zijn tijd.

 

“Indien een ander meent op vlees te kunnen vertrouwen, ik nog meer: besneden ten achtsten dage, uit het volk Israël, van de stam Benjamin, een Hebreeër uit de Hebreeën, naar de wet een Farizeeër, naar mijn ijver een vervolger van de gemeente, naar de gerechtigheid der wet onberispelijk. Maar alles wat mij winst was, heb ik om Christus’ wil schade geacht. Voorzeker, ik acht zelfs alles schade, omdat de kennis van Christus Jezus, mijn Here, dat alles te boven gaat. Om zijnentwil heb ik dit alles prijsgegeven en houd het voor vuilnis, opdat ik Christus moge winnen.” (Filippenzen 3:4-8)

 

Vuilnis.

 

6.      Het leidt tot schriftinleg in plaats van schriftuitleg

 

De auteurs van Wake Up vinden dat we de Bijbel moeten uitleggen vanuit de joodse buiten-Bijbelse traditie. In de praktijk leidt dit tot schriftinleg in plaats van schriftuitleg. Dan worden er dingen in Bijbelteksten “ingelezen” die er niet staan en die tegen de normale regels voor schriftuitleg ingaan.

 

(Voor een Bijbelstudie over de regels voor de uitleg van de Bijbel, klik hier: http://www.honderdbijbelstudies.nl/de-leer-over-de-bijbel/48-de-regels-voor-de-uitleg-van-de-bijbel/ )

 

Het boek leest bijvoorbeeld het Joodse huwelijksritueel in allerlei Bijbelteksten. De bekende tekst Openbaring 3:20, wordt dan de opening van de huwelijksonderhandelingen. En de tekst waarin Paulus zegt dat we gekocht zijn en betaald (1 Korinthe 6:20), zou dan betekenen dat de huwelijksprijs is betaald. Laten we die teksten eens bekijken:

 

+ Openbaring 3:20

 

“Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij.”

 

+ Er staat in deze tekst niets over een huwelijk. Het beeld is van een huis. Iemand staat buiten en hij wil naar binnenkomen. En als iemand de deur opent, dan komt de persoon die klopt naar binnen. En dan houden ze maaltijd met elkaar.

+ Uit het verband blijkt ook niet dat het om een huwelijk gaat. Jezus zegt dit tegen de christenen die te Laodicea woonden (Openbaring 3:14). Het ging geestelijk heel slecht met deze gemeente. Jezus stond buiten de deur. Hij roept individuele leden op om zich van die lauwheid af te keren en om Hem binnen te laten. Als ze dat doen, dan zal Hij vertrouwelijk met hen omgaan, maaltijd met hen houden.

 

Het is verbijsterend om hier de opening van de huwelijksonderhandelingen in te zien. Je mond valt open. Zo laat je een Bijbeltekst buikspreken.

 

1 Korintiers 6:20

 

“Want gij zijt gekocht en betaald. Verheerlijkt dan God met uw lichaam.”

 

Dit zou dan slaan op het overhandigen van de bruidsschat.

 

+ Er staat niets in deze tekst over een bruidsschat

+ Als we Schrift met Schrift vergelijken dan blijkt dat ‘loskoping’ een belangrijk thema is in het Nieuwe Testament. Maar daar wordt telkens het beeld gebruikt van een slaaf die losgekocht wordt. Nooit staat dit in de context van een huwelijk. Ook in deze tekst gaat het over de loskoping van de slavernij aan de zonde, de slavernij aan de duivel en de wereld.

 

Dat gebeurt, als je een buiten-Bijbelse bron als leidraad gaat gebruiken bij de uitleg van de Bijbel.

 

7.      Diepere boodschappen uit de Bijbel. De Bijbel decoderen. SOD en ElS

 

Wake Up zegt dat één van de fouten die de protestantse en evangelische gelovigen maken, is dat ze niet open staan voor de diepere betekenissen die, volgens Wake Up, in de Bijbel zitten. De auteurs van Wake Up vinden dat we de Bijbel niet uitsluitend letterlijk moeten interpreteren. Een Bijbelgedeelte kan meerdere betekenissen en boodschappen bevatten. 

 

7.1.            Wake Up maakt een karikatuur van de gebruikelijke evangelische Bijbeluitleg

 

De evangelische Bijbeluitleg gaat inderdaad uit van de letterlijke uitleg van de tekst. De tekst wordt letterlijk genomen, tenzij uit de tekst zelf of uit het verband waarin de tekst staat goede redenen kunnen worden gegeven om dat niet te doen. Of uit de rest van Bijbel, als je Schrift met Schrift vergelijkt.

Daarbij heeft de evangelische Bijbeluitleg uiteraard wel oog voor bijvoorbeeld poëtische taal in de Schrift. We weten echt wel dat bomen niet letterlijk kunnen jubelen (Psalm 96:12) . Ook hebben evangelische gelovigen wel degelijk oog voor de typologische betekenis van veel onderdelen van het ceremoniële gedeelte van de wet van Mozes: de offers, de priesters, de tabernakel en de tempel, de heilige tijden. En soms ook van de bijbelse geschiedenis.

 

Maar evangelische gelovigen zien ook dat de apostelen bij hun onderwijs nauwelijks gebruik maken van de oudtestamentische typologie, ook niet van de typologie van de feesten.

 

Hun standpunt is verder dat je typen kunt gebruiken als illustratie van een Bijbelse waarheid die elders in de Bijbel helder en direct wordt geleerd, maar je kunt er niet je leerstellige overtuigingen op bouwen. Daarvoor is de uitleg vaak te onzeker, te speculatief.

 

7.2.            De bescheiden rol van typologie in het Nieuwe Testament

 

In het Nieuwe Testament wordt een enkele keer typologie gebruikt om iets te illustreren. Paulus gebruikte bijvoorbeeld de geschiedenis van Sara en Hagar om het verschil tussen de bedeling van de wet en de bedeling van de genade te illustreren en om te benadrukken dat je die twee bedelingen uit elkaar moet houden (Galaten 4:21-31).

En in 1 Korinthe 5:1-13 gebruikt Paulus het feest der ongezuurde broden als illustratie van de noodzaak om in de gemeente tucht uit te oefenen. Net zoals bij het feest der ongezuurde broden, het zuurdeeg moest worden weggedaan uit de huizen, zo moet de gemeente gelovigen die volharden in ernstige zonde, uit de gemeente zetten. Maar dit zijn uitzonderingen. Normaal spreken de apostelen direct over dit soort zaken. Het Nieuwe Testament staat vol direct onderwijs en instructie waarbij geen gebruik van typen wordt gemaakt.

 

Het voornaamste gebruik van de oudtestamentische typen vinden we in de Hebreeën brief.

Deze brief is geschreven aan christenen die uit Joodse achtergrond kwamen. Ze waren ontmoedigd geraakt en ze dreigden terug te keren naar de Joodse religie, inclusief het onderhouden van de ceremoniële wet van Mozes. Om hen daar tegen te waarschuwen zegt Paulus dat ze in dat geval zouden teruggaan van de werkelijkheid naar de schaduw (Hebreeën 10:1). Van de werkelijkheid in Christus, die ze beleefden, naar de schaduw van de joodse rituelen. Daarmee zouden ze los raken van Christus. Ze hadden in Christus al een hogepriester die voor hen met zijn bloed het hemelse heiligdom was binnen gegaan en die zo een eeuwige verzoening had bewerkt (Hebreeën 9:11,12). Een hogepriester die altijd voor hen bad en pleitte (Hebreeën 7:25). Een hogepriester die een beter offer had gebracht, een offer dat, in tegenstelling tot de offers van het Oude Testament, de zonde echt had weggenomen. Als je zo’n geweldige hogepriester hebt, dan ga je toch niet terug naar de aardse joodse hogepriester? Of naar de andere rituelen van de wet.

 

In strijd met de bescheiden rol die typologie in het onderwijs van de apostelen speelt, maakt Wake Up een deel van de typologie van de zeven joodse feesten tot de kern van de christelijke boodschap. En het gebruikt die typologie voor het opbouwen van de leer over bijvoorbeeld de verzoening. Vanuit het, gedeeltelijk speculatieve inzicht in de beperkte typologische betekenis van het Pascha en de Grote Verzoendag, wordt het evangelie dat Paulus bracht “bijgestuurd”. Zie punt 3, de paragraaf “Hoe komt Wake Up op die gedachte” van dit document www.toetsalles.nl/htmldoc/wakeup.plaatsv.htm

 

7.3.            SOD boodschappen, ELS

 

Met een beroep op een buiten-Bijbelse Joodse traditie over de uitleg van de Bijbel, beweert Wake Up dat we moeten zoeken naar diepere verborgen boodschappen in de bijbeltekst. In deze Joodse traditie wordt dit de “SOD betekenis” van een Bijbelgedeelte genoemd. En die SOD betekenis vind je niet alleen door het decoderen van de typologische betekenissen van het ceremoniële deel van de wet van Mozes. Er zijn, volgens het boek, nog andere methoden om verborgen boodschappen uit de Schrift te “pellen”. Het boek spreekt over een methode die“Equidistant Letter Sequence” wordt genoemd, afgekort ELS.

 

Een geleerd klinkende naam, maar waar het op neer komt is het volgende: Je neemt een stuk van de Hebreeuwse tekst van de Bijbel. Je kiest uit de tekst een letter, die schrijf je op. En vanaf die ene letter ga je verder de letters tellen, dat doe je met vaste intervallen. Je schrijft bijvoorbeeld elke tiende letter op. Daarna zet je de letters in de gevonden volgorde achter elkaar en dan kijk je of ze samen een woord of een zin geven. Zo kom je tot boodschappen die in geen enkel logisch verband staan met de rationele inhoud van de Bijbelgedeelten waar je gebruik van maakt. Deze methode nemen de schrijvers bloedserieus, ze geloven er in. Het is een volledige irrationele methode om de Bijbel te interpreteren.

 

Naast het feit dat er geen enkele Bijbelse rechtvaardiging voor dit irrationele Bijbelgebruik is te geven, is het ook op praktische gronden onzinnig. Want als basis wordt een gedeelte van de Hebreeuwse grondtekst van de Bijbel gebruikt, het probleem is dat er geen absoluut uniforme grondtekst is van het Hebreeuwse Oude Testament. Er staan in de handschriften, waar de vertaling van onze Bijbel op is gebaseerd, kleine varianten in de grondtekst, die veranderen niet wezenlijk de betekenis van de tekst, maar ze zijn er wel. De hele ELS theorie vereist dat je exact de oorspronkelijke grondtekst hebt. De hele ELS boodschap wordt al verstoord door een letter verschil. Bovendien levert het toepassen van deze methode op andere boeken ook boodschappen op. Daar probeert Wake Up zich vervolgens uit te draaien door te stellen dat de boodschappen die via ELS uit de Bijbel worden gehaald langer zijn. Iets wat ze overigens niet kunnen bewijzen.

 

Het feit dat de auteurs dit serieus nemen, bevestigt dat ze het goede spoor helemaal kwijt zijn.

 

7.4.            Het gevaar van het zoeken naar SOD boodschappen

 

Deze en andere methoden om de SOD boodschappen uit de Bijbel te decoderen, spelen in op de menselijke fascinatie voor het verborgene.

 

Wake Up haalt door de theorie over de SOD betekenis van de Schrift, bijvoorbeeld de barrières weg in de richting van de Kabbala. De Kabbala is de voornaamste verschijningsvorm van de Joodse mystiek. Die haalt ook diepere boodschappen uit de Schrift. Of liever gezegd, die leest een speculatieve filosofie in de Bijbel.

 

De kabbala leert dat God Mozes drie boodschappen heeft gegeven. Als eerste de geschreven Thora, als tweede de mondelinge wet en tenslotte nog een derde wet. Die derde wet is een verborgen boodschap, alleen bestemd voor ingewijden, die op het diepste symbolische niveau de werkelijkheid verklaart.

 

De schrijvers beweren wel dat ELS heel anders is dan de Kabbala, maar via de theorie over de SOD betekenissen in de Schrift en door acceptatie van ELS communiceer je wel dat het in orde is om op volstrekt irrationele manier geheime boodschappen uit de Bijbel te halen. De eenvoudige, niet ingewijde gelovigen zijn tevreden met de letterlijke tekst, maar de ingewijde gelovigen weten dat er achter de letterlijke betekenis ook diepere symbolische waarheden in de Schrift staan. De Kabbala zegt dat deze diepere waarheden het echte inzicht in de werkelijkheid geeft. Zo ver gaat Wake Up niet. Maar Wake Up heeft wel de poort naar dit pad geopend, met hun acceptatie van irrationele boodschappen uit de Schrift. 

 

Lees het getuigenis van Ruben Hadders. Hij vertelt hoe in zijn jeugd een soortgelijke methode als ELS hem een tijd in de greep heeft gehad, klik hier.

 

7.5.            De poging tot Bijbelse rechtvaardiging die Wake Up doet voor de SOD theorie

 

De auteurs wijzen op Openbaring 13:18, daar is sprake van het getal 666, dat het getal van het beest wordt genoemd. Het is een bekende tekst waar veel Bijbeluitleggers over nagedacht hebben. “Hier is de wijsheid: wie verstand heeft, berekene het getal van het beest, want het is een getal van een mens, en zijn getal is zeshonderd zesenzestig.” Dit is voor ons, in deze tijd niet helemaal duidelijk, maar waarschijnlijk gaat het over de getalswaarde van de letters van de naam van de antichrist. In sommige talen hebben de letters ook een getalswaarde. De gelovigen die de opkomst van de antichrist meemaken zullen hem onder meer hieraan kunnen herkennen. Met deze tekst proberen ze dwaasheden als de ELS methode te rechtvaardigen.

 

De auteurs wijzen ook op de “verborgenheden/geheimenissen” waar Paulus in het Nieuwe Testament over spreekt, bijvoorbeeld in Romeinen 11:25.

Hier wordt door Wake Up misbruik gemaakt van het woord geheimenis. Paulus gebruikt dat woord in een speciale betekenis. Het gaat bij Paulus niet om verborgen waarheden die je uit de Bijbel moet decoderen. Het gaat om dingen die God hem rechtstreeks geopenbaard had, om waarheden die God tot dat moment verborgen had gehouden, in die zin waren die dingen een geheimenis. God gebruikte Paulus om die verborgen waarheden op dat moment bekend te maken.

 

8.      Een nieuwe theologische methode

 

Nu komen we bij een zeer belangrijk punt. Wake Up verwerpt de normale wijze waarop wij, als evangelische christenen, gewend zijn om de leer van de Bijbel over een bepaalde zaak vast te stellen. Het boek vindt die methode te beperkt. En het voert in plaats daarvan een andere methode in. We zullen eerst kort stilstaan bij de gebruikelijke methode.

 

+ De gebruikelijke wijze

 

Je wilt bijvoorbeeld weten wat de Bijbel leert over verzoening.

 

Het proces om daar achter te komen, verloopt in drie stappen:

+ De eerste stap is dat je alle teksten in de Bijbel die over verzoening spreken bij elkaar zoekt.

+ Daarna lees je elke tekst nauwkeurig en je noteert wat de tekst zegt over de verzoening.

Je stelt vragen aan de tekst en kijkt of de tekst er antwoord op geeft. Wat is verzoening, wie wordt verzoend, waarom verzoening, hoe verzoening, enzovoorts.

+ Vervolgens neem je alle notities over de individuele teksten, die je bij stap twee hebt gemaakt, bij elkaar en daar haal je de grote lijnen uit. Die grote lijnen vormen samen de leer over de verzoening.

 

Als je dat doet met verzoening, dan ontdekt je dat het bij verzoening gaat over het herstel van de relatie met God. Vanwege de zonde is er vijandschap bij de mens, tegenover God. Door de verzoening komt er weer vrede met God (Romeinen 5:1). En we zien dat de verzoening mogelijk is gemaakt door het plaatsvervangend sterven van Christus. Omdat God rechtvaardig is, kon Hij niet zomaar de zonden door de vingers zien. Er moest recht gedaan worden. God heeft onze zonden in Jezus gestraft, zodat Hij nu schuldige mensen toch vrij kan spreken.

 

Voor meer uitleg over hoe we de leer van de Bijbel over allerlei zaken kunnen vinden: zie deze Bijbelstudie, speciaal punt 2 :  http://www.honderdbijbelstudies.nl/de-leer-over-de-bijbel/49-de-leer-is-belangrijk/

 

+ Wake Up zet zich af tegen deze methode voor het vinden van de leer

 

Het boek zegt dat de in evangelische kring gebruikelijke methode te beperkt is. Deze methode wordt in Wake Up omschrijven als “het opsommen van losse Bijbelteksten die de ene of andere stelling zouden moeten bewijzen” (p.13). Wake Up maakt hier een karikatuur van de hierboven beschreven methode.

 

Het gaat bij deze methode niet om het opsommen van Bijbelteksten. Het gaat om een nauwkeurige exegese van elke Bijbeltekst die iets over het te bestuderen onderwerp zegt. Je legt de teksten één voor één zorgvuldig uit, vanuit het verband waarin de teksten staan. Het gaat ook niet om losse teksten, het zijn teksten die met elkaar verbonden zijn omdat ze allen iets zeggen over het te bestuderen onderwerp.

 

Let ook op de cynische wijze waarop Wake Up over deze methode spreekt: “losse Bijbelteksten die de ene of andere stelling zouden moeten bewijzen”. De auteurs hebben het over “de ene of andere stelling”, terwijl het gaat om het vaststellen van wat de Bijbel over een bepaald punt zegt. En ze spreken over losse Bijbelteksten “die … zouden moeten bewijzen”. De auteurs geloven blijkbaar niet dat deze methode tot het vinden van de Bijbelse waarheid leidt.

 

Het is zeer ernstig wat de auteurs hier doen. Want dit is de methode waarop wij, als evangelische en protestantse christenen, de leer van de Bijbel over allerlei punten vinden. Bijvoorbeeld de leer over de Godheid van Jezus, die wordt op deze manier uit de Bijbel bewezen (6 ).

 

+ Het alternatief van het boek

 

Wake Up zegt dat we theologie moeten bedrijven met behulp van de typologische betekenis van de zeven feesten uit de wet van Mozes. De typologische betekenis is beslissend. Het boek zegt dat we moeten “kijken of ons Gods beeld en onze theologie overal in overeenstemming is met de schaduw die al in het Oude Testament gegeven is” (p. 183). We moeten onze theologie in overeenstemming brengen met de typologische betekenis van de Oudtestamentische feesten. De typologische betekenis bepaalt de theologische standpunten.

 

+ Waar dit toe leidt. Een voorbeeld.

 

Laten we opnieuw het voorbeeld van de verzoening nemen en bekijken waartoe dit leidt.

Wake up kijkt niet in de Bijbel naar alle gedeelten die spreken over verzoening, om daaruit de Bijbelse leer over de verzoening af te leiden. Nee, de auteurs van Wake Up gaan in plaats daarvan terug naar de wet, naar de feesten die in de wet van Mozes voorgeschreven waren aan de Israëlieten. Ze kijken naar de typologische betekenis van het Pascha en de Grote Verzoendag en van daaruit vullen ze de verzoening in. Ze gaan terug naar Mozes, naar de ceremoniële wet en ze negeren het onderwijs van Paulus en de andere apostelen. Van daaruit herinterpreteren ze het evangelie. Dat brengt hen er zelfs toe om de apostel Paulus op een zeer belangrijk punt tegen te spreken.

De auteurs van Wake Up hebben “ontdekt” dat het Pascha in de eerste plaats spreekt over bevrijding uit de slavernij in Egypte en niet zozeer over vergeving. Het boek zegt: “De feestenreeks plaatst het verhaal in een reddingscontext, van een rechtvaardige maar tevens goede God, die zijn genade aanbiedt en hen bevrijd.” (p. 345) En als aspecten van deze bevrijding noemt Wake Up: De overwinning op de dood. De overwinning op de Boze. De bevrijding uit de slavernij en het rijk van de duisternis. De losprijs die door God betaald is om zich een bruid te verwerven. Het toetreden tot het verbond. Het ontvangen van een grote erfenis. De komst van een nieuwe hemel en aarde. (p. 345).

Opvallend, maar niet toevallig, is de afwezigheid in dit lijstje van de verzoening als herstel van de verstoorde relatie met God, doordat God in de dood van Christus onze zonde heeft gestraft, zodat Hij rechtvaardig is als Hij ons vrijspreekt. Want dat thema ontdekken de schrijvers van Wake Up niet in de typologische betekenis van het Paasfeest en de Grote Verzoendag. Ik citeer: “Het Pesach feest en de Grote Verzoendag staan veel dichter bij deze thema’s dan bij de plaatsvervangende wraak van God die Jezus in onze plaats op zich nam.” (p. 345, de onderstreping is van mij). Vanuit hun verstaan van de typologische betekenis, wordt de noodzaak van het plaatsvervangend sterven van Christus ondermijnd.

Voor meer uitleg over wat Wake Up met verzoening doet. Zie dit artikel: “De aanval van Wake Up op de noodzaak van het plaatsvervangend sterven”

Wake Up zegt dat wij onze theologie moeten bouwen op de typologische betekenis van het Oude Testament. Dit gaat veel verder dan het gebruik van de typen door de apostelen. Zie hierboven punt 7.2.

+ Conclusie

U ziet hoe ingrijpend deze verandering van de methode om de leer te vinden is. Een andere methode om de leer te vinden, leidt inhoudelijk tot een andere leer. Dat is dan ook precies wat we in Wake Up terug vinden. Dat is het onderwerp van de volgende punten.

 

9.      Omgekeerde vervangingstheorie

 

9.1. De gemeente gaat op in het volk Israel

 

Over de verhouding tussen Israel en de gemeente leert het boek iets wat lijkt op een omgekeerde vervangingsleer. In de vervangingsleer wordt Israel vervangen door de gemeente. In de omgekeerde vervangingsleer verdwijnt de gemeente in Israel. In die richting gaat het boek. Volgens Wake Up is de gemeente niet meer dan een aanhangsel van Israel.

 

Het boek zegt van Israel dat het wordt “aangevuld met de heidenen die door het geloof in Jezus Christus geestelijke kinderen van Abraham zijn geworden” (p. 25). De kaft van het boek is ook duidelijk. Centraal staat het beeld van een olijfboom. Uit die olijfboom komt een stroom van levend water. En links, een eind achter de olijfboom, staat een heel klein kerkje, dat ook nog vaag wordt weergegeven. De boodschap is duidelijk, alles draait om de olijfboom (om Israel) en de gemeente is niet belangrijk. De levenwekkende stroom komt uit de olijfboom en niet de gemeente. Paulus kan wel zeggen dat de gemeente het fundament en de pilaar der waarheid is (1 Timotheus 3:15), maar het levenwekkende water komt volgens de auteurs van het boek uit de olijfboom. Niet uit de gemeente, die de tempel is van de Heilige Geest. En ook niet uit de individuele christenen bij wie, als het goed is, de stromen van levend water uit het binnenste komen (Johannes 7:38).

 

9.2. Wat zegt de Bijbel?

 

+ De Bijbel maakt een duidelijk onderscheid tussen Israel en de gemeente

 

De Bijbel noemt drie groepen

 

 “Geeft noch aan Joden, noch aan Grieken, noch aan de gemeente Gods aanstoot

(1 Korinthe 10:32).

 

Er waren voor de pinksterdag uit Handelingen 2, twee groepen: de heidenen (Grieken) en Israel. Op de pinksterdag ontstond een derde groep: de gemeente.

 

De gemeente is de ene nieuwe mens

 

De gemeente, die collectief de ene nieuwe mens is, waarin geen onderscheid meer is tussen jood en Griek.

“Want Hij is onze vrede, die de twee (Joden en Grieken) één heeft gemaakt en de tussenmuur, die scheiding maakte, de vijandschap, weggebroken heeft, doordat Hij in zijn vlees de wet der geboden, in inzettingen bestaande, buiten werking gesteld heeft, om in Zichzelf, vrede makende, de twee tot één nieuwe mens te scheppen, en de twee, tot één lichaam verbonden, weder met God te verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap gedood heeft.” (Efeze 2:14-16)

 

De gemeente en Israel hebben nog steeds beiden een verschillende plaats in Gods programma.

 

Toen de meerderheid van de Joden nog steeds Jezus verwierp, zelfs na de opstanding, heeft God hen verhard en tijdelijk ter zijde gesteld (Romeinen 11:7). Sinds die tijd is God bezig om een volk voor zijn naam uit de heidenen te verzamelen (Handelingen 15:14). En als hij daar klaar mee is, als de volheid der heidenen is binnengegaan, dan wordt de gemeente opgehaald door Christus en gaat God verder met het volks Israel. (Handelingen 15:14-16; Romeinen 11:25-27).

 

Israel is op dit moment terzijde gesteld. God is in deze tijd bezig om een volk voor zijn naam uit de heidenen te verzamelen (de gemeente). Als de gemeente voltooid is pakt God de draad met Israel weer op.

 

Israel is in het land, in een staat van ongeloof

 

Intussen is een deel van Israel, onder Gods toelating, teruggekeerd in het land, maar wel nog steeds in een staat van ongeloof en opstand tegen God. Het overgrote deel van Israel verwerpt ook nu nog Jezus als Messias. Na de opname van de gemeente zal de periode van de grote verdrukking aanbreken. Het ongelovige Israel zal aangevallen worden en in grote benauwdheid komen. De grote verdrukking wordt in de Schrift daarom ook wel de tijd van “Jakobs benauwdheid” genoemd (Jeremia 30:7). Tegen het einde van die periode zal het volk zich massaal tot Jezus keren. Dan worden de zonden van Jakob afgewenteld en komt er een tijd van verademing voor Israel (Romeinen 11:25-27, Handelingen 3:19-21). Vlak  na de collectieve bekering van het ongelovige Israel zal Jezus terugkomen in grote macht en heerlijkheid, om het koningschap over Israel en over de wereld op zich te nemen.

 

Samenvattend

 

Israel en de gemeente hebben een andere rol in Gods plan. Ze worden ook na de dood en opstanding van Jezus nog steeds onderscheiden. De gemeente is geen aanhangsel van Israel. Niet Israel, maar de gemeente staat op dit moment centraal in Gods programma.

 

Zie deze Bijbelstudie over het verschil tussen Israel en de gemeente: http://www.verhoevenmarc.be/PDF/Israel-Gemeente.pdf

 

Zie deze serie Bijbelstudies over de profetie, klik hier. Zie vooral de Bijbelstudies over Israel in de grote verdrukking en over de toekomstige bekering van Israel.

 

De Bijbel is duidelijk. Maar wat doet Wake Up?

 

9.3. Gerommel met een beeld

 

In Romeinen 11:11-24 gebruikt Paulus de illustratie van de edele olijfboom. Daar leidt Wake Up een vierde groep uit af: “de edele olijfboom”. Door de tijd heen, zo luidt de theorie, wordt die olijfboom gevormd door de gelovige Israëlieten onder het oude verbond en door de wedergeboren christenen samen. Een andere naam die het boek aan deze groep geeft, is ‘de bruid’. Alle gelovigen uit het Oude Testament en Nieuwe Testament vormen, volgens Wake Up, de olijfboom.

 

Om die bruid of die edele olijfboom draait het allemaal in het boek. We hebben al gezien dat het boek leerstellingen bouwt op de typologische interpretatie van de joodse feesten. Deze keer bouwt het een leerstelling op een verkeerd begrepen illustratie. Wake Up leest veel meer in de illustratie dan Paulus er mee wilde zeggen. 

 

9.4. De illustratie van de olijfboom

 

Indien nu enkele van de takken weggebroken zijn en gij als wilde loot daartussen geënt zijt en aan de saprijke wortel van de olijf deel hebt gekregen, beroem u dan niet tegen de takken! Indien gij u ertegen beroemt – niet gíj draagt de wortel, maar de wortel ú. Gij zult dan zeggen: er zijn takken weggebroken, opdat ik als loot geënt zou worden. Goed! Zij zijn om hun ongeloof weggebroken en gij staat door het geloof.” (Romeinen 11:17-20)

 

Zie het directe verband: 11:11-24.

 

+ De aanleiding tot het spreken van deze woorden

 

Toen Paulus deze woorden schreef was Israel gevallen door ongeloof en door God overgegeven aan een tijdelijke verharding (7). De christenen stonden door het geloof. Daarom zouden de christenen gemakkelijk neer kunnen kijken op het ongelovige Israel. Paulus waarschuwt hen: “Pas op dat je dat niet doet, want als jullie niet in het geloof blijven, zullen jullie ook door God worden verworpen. De ongelovige Joden zijn weggehakt uit de olijfboom, jullie zijn op hun plaats gekomen. Maar bedenk, God kan dat hele proces net zo goed weer omkeren. Als jullie ongelovig worden, zal Hij net als het ongelovige Israel ook jullie wegkappen en als Israel weer gelovig wordt, dan worden ze weer ingeënt.” De toepassing richting de heidenen: Wie staat, zie toe dat hij niet valle. Wees niet hoogmoedig, maar vrees. “Goed! Zij zijn om hun ongeloof weggebroken en gij staat door het geloof. Wees niet hoogmoedig, maar vrees! “ (Romeinen 11:20)

 

De nadruk ligt niet zozeer op de eenheid van de olijfboom met de takken, als wel op het weggekapt en weer ingeënt worden. Dat was het doel van de illustratie, die waarheid wilde Paulus er mee duidelijk maken: God kan Israel zo weer herstellen, en God kan jullie ook weer uit de olijfboom kappen. Het was een waarschuwing tegen hoogmoed en ongeloof. Het was niet zijn bedoeling om met behulp van deze ene illustratie de eenheid van gemeente en joden te leren.

 

Maar Wake Up gaat met deze illustratie aan de haal en leest er veel meer in dan Paulus er mee heeft bedoeld.

 

+ Wat is de edele olijfboom?

 

De wortels en de stam van de boom zijn de gelovige aartsvaders: Abraham, Izaak en Jakob. Het sap van de wortel is de universele zegen van het verbond met Abraham (Genesis 12:3b, Galaten 3:8,9), de belofte des Geestes (Galaten 3:14). Later uitgebreid met de zegeningen van het nieuwe verbond (Jeremia 31:31-34). Hier hadden de nakomelingen van de aartsvaders recht op, zolang ze het geloof zouden vasthouden. Nu hebben de heidenen door het geloof in Jezus ook de universele zegen van Abraham gekregen, de belofte des Geestes  (Galaten 3:8,9 en 3:14) en de zegeningen van het nieuwe verbond (Hebreeen 8:6-13 en 10:11-18), zoals de vergeving der zonden, God kennen, een nieuw hart, de Geest in je binnenste die de zonde in je overwint.

Paulus zegt tegen de christenen: “Pas op, dat je het geloof niet kwijt raakt, want dan raak je al die zegeningen weer kwijt. En bovendien kunnen Israelieten die zich van hun ongeloof bekeren, deze zegeningen allemaal alsnog beerven. Dan worden ze weer aangesloten op de saprijke wortel, waar ze vanaf waren gebroken. Dan zullen ze de vervulling van deze beloften ook ervaren.

 

Doordat de gemeente op dit moment de geestelijke zegen van het verbond met Abraham en de geestelijke zegen van het nieuwe verbond beleeft, probeert God het volk Israel tot jaloersheid te verwekken: “Kijk eens wat jullie allemaal missen omdat je Jezus hebben verworpen, kom daar op terug en je krijgt alles terug.” (Romeinen 11:11)

 

Dat is de betekenis van de illustratie van de olijfboom, verstaan vanuit het verband waarin de illustratie staat. Meer moet je er niet in lezen. Het verschil tussen de gemeente en Israel is er nog steeds. Ze hebben ook nu nog een eigen programma. Op de gemeente rust de taak om de wereld met Jezus bekend te maken in de kracht van Gods Geest, de stroom van levend water komt op dit moment uit de gemeente en niet uit Israel en ook niet uit een olijfboom. Op dit moment, in deze fase van Gods programma, staat de gemeente centraal. En niet een olijfboom, zoals op de kaft en in de theologie van Wake Up.

 

10.  Verwarring over de Bijbelse verbonden

 

Omdat het boek het onderscheid tussen Israel en de gemeente verduistert, door veel te veel te lezen in de illustratie van de olijfboom, is er in het boek ook verwarring over de verbonden.

 

De Bijbel zegt dat het oude verbond met Israel is gesloten (Exodus 19:3-5, Psalm 147:19,20). Dat betekent dat wij als christenen, als gemeente, niet onder het oude verbond staan. Deze Bijbelse waarheid wordt in Wake Up met een heleboel gedraai verduisterd. De Bijbel zegt ook dat het Oude verbond is vervangen door het Nieuwe verbond (Hebreeën 8:13, 2 Korinthe 3:11,13). Ook dat wordt door Wake Up met allerlei spitsvondige redeneringen ontkend.

 

In de brief aan de Hebreeën worden het oude verbond (het verbond van Mozes) en het nieuwe verbond tegenover elkaar gesteld en met elkaar vergeleken. De boodschap van de schrijver van de Hebreeënbrief, tegen zijn christelijke lezers uit joodse achtergrond, is: “Ga niet terug naar het Oude Verbond, ga niet terug naar de wet van Mozes. Blijf bij het Nieuwe Verbond, dat is een veel beter verbond. Onder het Nieuwe Verbond hebben we een veel betere hogepriester, Jezus, die door zijn offer werkelijk de zonden heeft weggedaan. Ga niet terug naar de schaduw, blijf in de realiteit van Christus.”

 

11.  De christen en de wet van Mozes

 

11.1.        Even ter herinnering, wat is de wet van Mozes?

 

De wet van Mozes is onderdeel van het verbond dat God bij de Sinai met het volk Israel heeft gesloten (Exodus 19 en20). In het verbond heeft God aan Israel een groot aantal geboden en voorschriften gegeven. De tien geboden, maar ook bijvoorbeeld wetten over rein en onrein voedsel. En allerlei voorschriften voor de eredienst: voor de offers, de priesters, de heilige plaatsen (de tabernakel, tempel) en voor de sabbat en de andere feesten. In de wet van Mozes worden daarnaast ook richtlijnen gegeven voor vele andere zaken. Bijvoorbeeld over het erfrecht en over straffen voor wetsovertreders. Al die geboden samen vormen “de wet van Mozes”.

 

11.2. Een christen is niet onder de wet van Mozes

 

De Bijbel maakt duidelijk dat God de christenen niet de plicht heeft opgelegd om naar deze wet te leven, want:

 

(1)   Het verbond van Mozes is met het volk Israel gesloten, niet met de gemeente

 

Zie het Bijbelgedeelte over de verbondssluiting in Exodus 19,20.

“Zó zult gij zeggen tot het huis van Jakob en meedelen aan de Israëlieten …” (Exodus 19:3)

De Bijbel zegt uitdrukkelijk dat dit verbond alleen met Israel is gesloten: “Hij heeft Jakob zijn woorden bekendgemaakt, Israël zijn inzettingen en zijn verordeningen.  Aldus heeft Hij aan geen enkel volk gedaan ….” (Psalm 147:19,20). Zie ook Deut. 4:8.

De wet van Mozes is daarom niet van toepassing op de christenen. Dat wordt bevestigd door wat verder over dit onderwerp in de Schrift wordt gezegd.

 

(2)   De Bijbel zegt dat we als christen niet onder de wet zijn

 

We zijn niet onder de bedeling van de wet, maar onder de bedeling van de genade.

 

“want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade” (Romeinen 6:14). Door onze eenheid met Christus in zijn dood en opstanding, zijn we dood voor de wet. “Bijgevolg, mijn broeders, zijt ook gij dood voor de wet door het lichaam van Christus om het eigendom te worden van een ander, van Hem, die uit de doden opgewekt is, opdat wij Gode vrucht zouden dragen.” (Romeinen 7:4).

 

We zijn dood voor de wet als methode om rechtvaardig te worden voor God en we zijn dood voor de wet als leefregel. Als christenen hebben we een andere leefregel gekregen. Onze leefregel is de wet van Christus.

 

(3)   We zijn onder de “wet van Christus”

 

“Want hoewel ik vrij sta tegenover allen, heb ik mij allen dienstbaar gemaakt, om er zoveel mogelijk te winnen; en ik ben voor de Joden geworden als een Jood, om Joden te winnen; hun, die onder de wet staan, als onder de wet – hoewel persoonlijk niet onder de wet – om hen, die onder de wet staan, te winnen; 21 hun, die zonder wet zijn, ben ik geworden als zonder wet – hoewel niet zonder de wet van God, want ik sta onder de wet van Christus – om hen, die zonder wet zijn, te winnen. 22 Ik ben voor de zwakken zwak geworden, om de zwakken te winnen; voor allen ben ik alles geweest, om in elk geval enigen te redden.” (1 Korinthe 9:19-22)

Let op wat Paulus hier over zichzelf zegt. Hij vertelt hoe hij zijn gedrag aanpast aan zijn doelgroep. Als hij probeerde om Joden met het evangelie te bereiken, dan hield hij zich aan de wet van Mozes. Als hij probeerde om heidenen te bereiken, dan deed hij dat juist niet. Alles met het doel om zo veel mogelijk mensen te winnen voor het evangelie.

Als het om de Joden gaat zegt hij: “… ik ben voor de Joden geworden als een Jood … hun die onder de wet staan, als onder de wet – hoewel persoonlijk niet onder de wet” En als het om heidenen gaat zeg hij: “hun die zonder wet zijn ben ik geworden als zonder wet hoewel niet zonder de wet van God, want ik sta onder de wet van Christus”

Paulus zegt dat hij niet onder de wet van Mozes staat en dat hij in plaats daarvan onder de wet van Christus staat. Paulus spreekt hier over twee verschillende wetstelsels, die wel veel gemeenschappelijk hebben, maar toch ook op belangrijke punten verschillen. ( Zie deze Bijbelstudie over de wet van God: http://www.internetbijbelschool.nl/wordbest/baslz12.doc . Daar wordt uitleg gegeven over de grondwet van de schepping (dat is ‘de wet van God’) en over de wetstelsels die daar van afgeleid zijn, waaronder de wet van Mozes en de wet van Christus.)

 

Ook wij, als christenen, staan, net als Paulus, niet onder de wet van Mozes, maar onder de wet van Christus.

 

Hoe God wil dat wij, als christenen, leven, vinden we in het Nieuwe Testament, in het onderwijs van Jezus en in het onderwijs van de aposte­len. Deze gedeelten van de Bijbel zijn immers rechtstreeks tot ons, christenen, gericht. Het onderwijs van de apostelen vinden we in de brieven van het Nieuwe Testament.

 

Wij moeten leren om de geboden van Jezus te onderhouden (Mat­theus 28:19). Ook op andere plaatsen spreekt de Here Jezus over zijn geboden (Johannes 14:15,21; 15:10). Jezus heeft ons een nieuw gebod gegeven (Johannes 13:34). Voor ons geldt de eis der liefde, daar moeten we naar wandelen (Romei­nen 14:15). We zijn schuldig om lief te hebben (Rom. 13:8).

Als christenen houden we ons aan het onderwijs van de apostelen (Handelingen 2:42). Daar worden allerlei opdrachten en aansporingen gegeven, daar moeten we ons leven naar richten.

 

(4)   Het sabbatsgebod wordt door de apostelen niet herhaald

 

In het onderwijs van de apostelen worden 9 van de 10 geboden van de wet van Mozes herhaald en bekrachtigd. Alleen het sabbatsgebod ontbreekt. Dat komt omdat het sabbatsgebod speciaal het teken was van het verbond van Mozes: Exodus 31:13,16,17. Wij staan als christenen niet onder dit verbond en daarom vinden we in het onderwijs van de apostelen, in de brieven van het Nieuw Testament, geen enkele opdracht om de sabbat te houden. Integendeel er wordt juist gewaarschuwd tegen het verplicht houden van de sabbat (Kol. 2:16,17; zie ook Romeinen 14:5).  

 

(5)   Handelingen 15 bevestigt dat wij als de christenen niet onder de wet van Mozes zijn

 

Handelingen 15 begint met een conflict in de gemeente van Antiochie. Paulus en Barnabas waren terug in de gemeente na hun zendingsreis. Ze vertelden over de vele mensen uit niet Joodse achtergrond die door hun prediking tot geloof waren gekomen. Er waren gemeenten ontstaan die voor het grootste deel bestonden uit christenen met een heidense achtergrond. Paulus leerde deze bekeerlingen dat ze niet naar de wet van Mozes behoefden te leven. Ze hadden dat niet voor hun bekering gedaan, ze hoefden het ook na hun bekering niet te doen. Dat hij dit leerde wist de gemeente van Antiochie. Maar toen ging het mis.

 

Er kwamen enkele christenen uit Judea in de gemeente die verkondigden dat de bekeerde heidenen besneden moesten worden, dat wil zeggen dat ze als Jood moesten gaan leven naar de wet van Mozes (15:1,5). Paulus en Barnabas gingen daar tegen in. Uiteindelijk werd door de gemeente besloten om de zaak voor te leggen aan de apostelen en de oudsten te Jeruzalem. Daar is over deze kwestie gesproken en dit was de slotsom: “Daarom ben ik van oordeel, dat men hen, die zich uit de heidenen tot God bekeren, niet verder moet lastig vallen, maar hun aanschrijven, dat zij zich hebben te onthouden van wat door de afgoden bezoedeld is, van hoererij, van het verstikte en van bloed.” (15:19,20). De bekeerde heidenen werd niet opgelegd om de wet van Mozes te onderhouden. Dit bevestigt opnieuw dat christenen niet opgedragen wordt om naar de wet van Mozes te leven, om bijvoorbeeld de sabbat te houden, de feesten te vieren, om de voedselwetten na te leven, enzovoorts.

Uiteraard moesten de nieuwe christenen wel naar de geboden van Jezus en de apostelen leven, maar niet naar de wet van Mozes met allerlei ceremoniële voorschriften.

 

(6)   Christus heeft de wet van Mozes buiten werking gesteld

 

“Want Hij is onze vrede, die de twee één heeft gemaakt en de tussenmuur, die scheiding maakte, de vijandschap, weggebroken heeft, doordat Hij in zijn vlees de wet der geboden, in inzettingen bestaande, buiten werking gesteld heeft, om in Zichzelf, vrede makende, de twee tot één nieuwe mens te scheppen, en de twee, tot één lichaam verbonden, weder met God te verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap gedood heeft.” (Efeze 2:14-16)

 

Jezus heeft de tussenmuur tussen joden en heidenen weggebroken door “de wet der geboden in inzettingen bestaande” (dat is de wet van Mozes) buiten werking te stellen

 

Konklusie

 

De Bijbel is duidelijk. Als christenen zijn we niet onder de wet van Mozes.

 

Maar als je toch, ondanks alles wat hierboven is geschreven, meent dat je onder de wet van Mozes staat. Als dat het geval is, dan moet je consequent zijn en volledig naar de wet van Mozes gaan leven. Dan moet je dierenoffers gaan brengen, de voedselwetten toe gaan passen, enzovoorts.

 

11.3. De “Judaïsten”

 

In Handelingen 15 ontmoeten we een groep binnen de eerste gemeente die door Bijbelleraren “de judaïsten” wordt genoemd. Het waren joden die in Christus als de Zoon van God geloofden, maar die nog steeds geloofden dat je naast het geloof in Jezus wel de wet van Mozes moest onderhouden, wilde je behouden worden (Handelingen 15:1,5). Het waren christenen die de wet en de genade door elkaar gooiden. Tegen deze judaïsten is de gehele Galatenbrief geschreven en ook Filippenzen 3.

 

Je zou dit het “hardcore” judaïsme kunnen noemen. Naast deze groep heb je ook voorstadia van het judaïsme. Een soort judaïsme “light”. Daaronder vallen christenen die denken dat het heel geestelijk is om toch weer delen van de ceremoniële wet van Mozes te houden. Als je dat doet dan, zo denken ze, wordt je speciaal door God gezegend. Het houden van die onderdelen van de ceremoniële wet, bijvoorbeeld het vieren van de drie najaarsfeesten, is, zo beweren ze, heel belangrijk voor echt discipelschap. Wake Up draagt dit judaisme “light” uit. Helaas blijkt uit de praktijk dat mensen die beginnen met judaïsme “light”, gemakkelijk doorgroeien naar “hardcore” judaïsme. Later, in punt 15, geef ik hier enkele voorbeelden van uit mijn naaste omgeving.

 

11.4.        Maar het wordt toch niet verboden?

 

Paulus pleit toch voor verdraagzaamheid als het gaat om de voedselwetten en het houden van speciale dagen? Dat klopt. Paulus schreef dit:

 

“Aanvaardt de zwakke in het geloof, maar niet om overwegingen te beoordelen. De een gelooft, dat hij alles eten mag, maar de zwakke eet plantaardig voedsel. Wie wèl eet, minachte hem niet, die niet eet, en wie niet eet, oordele hem niet, die wèl eet, want God heeft hem aanvaard. Wie zijt gij, dat gij eens anders knecht oordeelt? Of hij staat of valt, gaat zijn eigen heer aan. Maar hij zal staande blijven, want de Here is bij machte hem vast te doen staan. Deze [immers] stelt de ene dag boven de andere, gene stelt ze alle gelijk. Ieder zij voor zijn eigen besef ten volle overtuigd. Wie aan een bepaalde dag hecht, doet het om de Here, en wie eet, doet het om de Here, want hij dankt God; en wie niet eet, laat het na om de Here en ook hij dankt God.” (Romeinen 14:1-6)

 

+ Dit is de achtergrond waartegen hij dit schreef

 

Er waren in de gemeente van Rome twee groepen gelovigen. De ene groep bestond uit christenen uit joodse achtergrond, de andere uit christenen uit heidense achtergrond. Dit leidde tot spanningen over het onderhouden van het ceremoniële gedeelte van de wet van Mozes, tot spanningen over bijvoorbeeld het houden van de sabbat en de joodse feesten en over het toepassen van de voedselwetten.

 

Sommige christenen uit Joodse achtergrond bleven leven naar de wet van Mozes, inclusief voedselwetten en speciale dagen. Ze begrepen niet dat ze in Christus vrij van deze inzettingen waren. Vandaar dat Paulus ze “zwak in het geloof”(:1) noemt. Ze legden zichzelf ten onrechte nog steeds de wet van Mozes op. De anderen wisten dat ze in Christus vrijgemaakt waren van de wet van Mozes. Daarom onderhielden ze de voedselwetten en de feestdagen niet meer. Zij waren sterk in hun geloof.

 

Paulus waarschuwt in verband met deze situatie voor twee gevaren. De groep uit joodse achtergrond moest de christenen uit de heidenen, die zich niet aan de wet van Mozes hielden, niet veroordelen. En andersom mochten de christenen uit de heidenen de joodse christenen niet minachten, omdat die zichzelf ten onrechte de voorschriften van de wet van Mozes op bleven leggen.

 

+ Maar wat er nu in Nederland gebeurt, is heel iets anders

 

In Romeinen 14 gaat het over christenen uit Joodse achtergrond die van kindsbeen af aan opgevoed waren met de joodse feesten en voedselwetten en die, ook al waren ze christen geworden, nog niet los waren van de wet van Mozes.

 

Maar je kunt deze christenen niet vergelijken met de groep Nederlandse christenen uit niet-joodse achtergrond, die de laatste jaren begonnen zijn met het opnieuw vieren van de (zaterdag) sabbat en de joodse feesten. Zij hebben geen excuus. Ze doen dit omdat ze denken dat dit geestelijker is en omdat ze denken dat ze daardoor een grote zegen zullen ontvangen.

Dit Judaïsme “light”, waar Wake Up een onderdeel van is, is een valse lering. Een lering die onderdeel is van een totale omvorming van de christelijke leer en het christelijke leven. En dat is dan ook precies wat het boek Wake Up doet, zoals in dit artikel wordt aangetoond.

 

12.      Het vieren van de joodse feesten

 

In de Bijbel lezen we dat God door bemiddeling van Mozes een verbond sloot met het volk Israel in de woestijn. Bij het verbond werd Israel een aantal geboden en verplichtingen opgelegd. Een van die verplichtingen was het vieren van een zevental jaarlijks terugkomende feesten (Leviticus 23).

 

12.1.        De auteurs bevelen aan om als christenen deze feesten te vieren

 

De auteurs van het boek bevelen aan om als christenen uit heidense achtergrond, ook die feesten te gaan vieren.

 

12.2.        Om verschillende redenen is dit een slechte en vooral on-Bijbelse raad

 

(1)   De apostelen bevelen de christenen nooit aan om deze feesten te vieren

 

In het onderwijs van de apostelen, dat we speciaal vinden in de brieven van het Nieuwe Testament, staat geen enkele aansporing of aanbeveling om deze feesten te vieren. Dat op zich zou al voldoende moeten zijn. We houden ons als christenen immers aan het onderwijs van de apostelen (Handelingen 2:42).

 

(2)   De christenen staan niet onder de wet van Mozes.

 

De opdracht om de feesten te vieren is daarom niet tot hen gericht.

 

Het is logisch dat de apostelen de christenen niet voorschrijven of aanbevelen om die feesten te vieren. De christenen staan immers niet onder de wet van Mozes, maar onder de wet van Christus. De voorschriften van de wet van Mozes zijn niet op hen van toepassing, dus ook niet de voorschriften voor het vieren van de zeven feesten. Zie hierboven punt 11.2.

 

(3)   Het zijn joodse feesten

 

Omdat ze speciaal en uitsluitend aan de Joden waren voorgeschreven, noemt de apostel Johannes het “de feesten der Joden” (Johannes 6:4, 7:2). Uiteraard zijn het ook feesten van God, in de zin dat ze door God zelf in de wet aan het volk Israel waren voorgeschreven.

 

(4)   Voor een christen die in de vrijheid staat zijn alle dagen gelijk

 

Romeinen 14:1-6.

Voor de bespreking van dit Bijbelgedeelte, zie hierboven, punt 11.4.

 

(5)   Christenen die toch weer feesten gingen vieren werden terecht gewezen

 

Christenen die leerden dat ze de joodse feesten weer moesten vieren, werden door Paulus terechtgewezen. Het ging daar niet om Joodse christenen, die nog niet los van de wet van Mozes waren, het ging daar over mensen, binnen de kring van de gemeente, die leerden dat God van de christenen verwacht dat ze de sabbat en de andere Joodse feesten hielden. Daar zat een bepaalde theologie, daar zat een bepaalde filosofie, achter, die gevaarlijk was.

 

Dit is wat Paulus naar aanleiding daarvan schreef:

“Laat dan niemand u blijven oordelen inzake eten en drinken of op het stuk van een feestdag, nieuwe maan of sabbat, dingen, die slechts een schaduw zijn van hetgeen komen moest, terwijl de werkelijkheid van Christus is … Indien gij met Christus afgestorven zijt aan de wereldgeesten, waartoe laat gij u, alsof gij in de wereld leefdet, geboden opleggen: raak niet, smaak niet, roer niet aan;  Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods. Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn. Want gij zijt gestorven en uw leven is verborgen met Christus in God. Wanneer Christus verschijnt, die ons leven is, zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid.”  (Kolossenzen 2:16 tot en met 3:4)

We moeten ons niet richten op de voedselwetten en op de feesten die de wet van Mozes voorschrijft. Dat zijn dingen die op aarde zijn. Wij zijn afgestorven aan die dingen. We zijn opgewekt met Christus. Daar richten wij ons op en niet op de rituelen en voorschriften uit de wet van Mozes. Omdat we met Christus opgewekt en gestorven zijn, leggen we de oude mens af en doen de nieuwe mens aan (Colossenzen 3, Romeinen 6), enzovoorts.

En toch probeert Wake Up te verdedigen dat we tenminste de drie najaarsfeesten moeten vieren, waaronder het Loofhuttenfeest.

Dat doen ze door Kolossenzen 2:16,17 uit het verband waarin het staat te halen. Het verband is de stelling van Paulus dat we ons niet met feesten en voedingswetten moeten bezig houden omdat we daar aan afgestorven zijn. In plaats daarvan moeten we ons richten op de dingen die boven zijn, op Christus. Er is geen kracht en leven in het vieren van de feesten, er is wel kracht in het uitleven van de inwonende christus.

12.3.        Hoe Wake Up zich hier verder onderuit probeert te draaien

 

Er wordt in het boek een ingewikkelde redenering over schaduw en werkelijkheid verkondigd, gebaseerd op de veronderstelde typologische betekenis van de feesten. Volgens Wake Up gaan de eerste vier feesten over het verzoenend sterven en de opstanding van Christus. De laatste drie zouden dan over het nog komende werk van Christus gaan. Omdat de werkelijkheid van deze drie feesten nog niet gekomen is, is het voor ons als christenen nog steeds nuttig om die feesten te vieren. Het richt ons op de wederkomst van Christus en alles wat dat zal brengen.

 

Deze redenering deugt niet.

 

Het eerste zwakke punt is dat de typologische betekenis van de meeste van de zeven feesten niet eenvoudig en vooral niet met zekerheid is vast te stellen. Neem bijvoorbeeld het loofhuttenfeest. Dat zag terug op verlossing uit Egypte, op de woestijnreis (Leviticus 23:42,43). En het was een dankfeest voor de oogst (Deuteronomium 16:13-15). In het Nieuwe Testament wordt geen directe typologische toepassing van het feest gegeven. Alleen door een oefening in vrij associëren en speculeren wordt er door Wake Up iets in het Nieuwe Testament gevonden. En toch beweren de auteurs dat het loofhuttenfeest verwijst naar de gezegende situatie die straks komt in het duizendjarig rijk.

 

Maar zelfs al is de typologische uitleg van de feesten, zoals Wake Up die leert, juist, dan nog zijn de feesten overbodig. Jezus zelf heeft een ritueel ingesteld wat ons voortdurend bepaalt bij zijn wederkomst. Dat is het avondmaal.

 

“Want zo dikwijls gij dit brood eet en de beker drinkt, verkondigt gij de dood des Heren, totdat Hij komt.” (1 Korinthe 11:26)

 

Door deel te nemen aan het avondmaal verkondigen wij de dood des Heren, totdat Hij komt. We doen dat in afwachting van zijn komst. Het avondmaal ziet terug, naar de dood van Christus en het ziet vooruit, naar de wederkomst.

 

Maar hoe dan ook, uiteindelijk is beslissend dat de apostelen in hun onderwijs de christenen nooit hebben aangespoord om welke dan ook van de joodse feesten te vieren!

 

12.4.        Wake Up beweert dat het vieren van de feesten zicht geeft op volwassen discipelschap

 

Dit is één van de meest absurde dingen die ik sinds lange tijd uit de mond van een christen heb gehoord. De auteurs claimen dat het verdwijnen van de oudtestamentische feesten uit de kerk “veel van de diepte en de motivatie wegnam die een echte discipelschapswandel kenmerken (p. 177). Wake Up zegt dat het begrijpen (en vieren) van de feesten zicht geeft op volwassen discipelschap. (p. 167)

 

Ook deze keer valt mijn mond van verbazing open. Het vieren van de feesten zou een motivatie zijn voor discipelschap. Hoe gek kun je het maken. Het Nieuwe Testament zegt heel veel over discipelschap, over toewijding, over je uitstrekken naar geestelijke groei en heiligheid, maar dat wordt nooit duidelijk in verband gebracht met het vieren van de joodse feesten. Zelfs in 1 Korinthe 5:1-13, waar wordt verwezen naar het Pascha en het feest der ongezuurde broden, gaat het niet over persoonlijke heiliging,  maar om het wegdoen uit de gemeente van iemand die in zware zonde leefde.  

 

Als je deze on-Bijbelse onzin gelooft, dan zit je in de val. Want als je een echte discipelschapswandel wilt hebben, dan moet je de joodse feesten gaan houden.

 

12.5.        Volgens Wake Up is het vieren van deze feesten nodig om de diepte van de toekomstige gebeurenissen te begrijpen.

 

Het staat er werkelijk: “Wie de diepte van deze toekomstige gebeurtenissen juist wilde leren begrijpen  … moest dus op de repetities aanwezig zijn”  (p. 171)

 

Dus volgens Wake Up hangt de “diepte” van iemands inzicht in wat er volgens de Bijbel gaat gebeuren af van het vieren van deze joodse feesten.

 

Wat moet je van zulke spitsvondige gekunstelde redeneringen zeggen? Er is geen spoor van te vinden in het Nieuwe Testament. In het onderwijs van de apostelen wordt inzicht in de toekomstige gebeurtenissen niet in verband gebracht met de joodse feesten. Ons inzicht over de eindtijd rust op de profetieën uit het Oude Testament en op het directe onderwijs van Jezus en de apostelen, zoals we dat in het Nieuwe Testament vinden.

 

Laten we een moment nadenken over de consequenties van wat Wake Up over het belang van het vieren van de joodse feesten heeft gezegd, zie dit punt (12.5) en het vorige (12.4).

 

12.6.        De toepassing op Johannes de Heer

 

Als Wake Up gelijk zou hebben, als het vieren van de feesten inderdaad nodig is voor diep inzicht in de toekomstige gebeurtenissen en voor een diepe discipelschapswandel, dan betekent dit dat de christenen die dat niet doen deze dingen missen. Laten we het concreet maken. Als de auteurs gelijk zouden hebben, dan zouden dus Johannes de Heer en de pioniers van de EO, zoals Jan Kits en vele andere evangelische gelovigen geen diep inzicht in de profetie en in een diepe discipelschapswandel hebben gehad. Die  hebben immers nooit deze joodse feesten gevierd. Dat betekent volgens Wake Up dat ze geen diep inzicht in de eindtijdgebeurtenissen hadden en dat ze geen zicht hadden op volwassen discipelschap.

 

Zie, hoe de auteurs van Wake Up, zichzelf “opgeblazen” hebben. Johannes de Heer en Jan Kits geen diep inzicht in de eindtijd en geen zicht op een diepe discipelschapswandel. Kun je nog grotere onzin bedenken?  En toch is dat de logische consequentie van wat Wake Up over het vieren van de feesten leert.

 

Johannes de Heer en Jan Kits waren mannen vol van geloof en van de Heilige Geest, zeer veel mensen zijn door hun krachtige evangelieprediking  tot geloof gekomen. Met andere woorden, stromen van levend water, kwamen uit hun binnenste. Lees de biografieën van deze broeders maar na. Het zelfde geldt voor ontelbare andere evangelische en reformatorische  christenen die met veel kracht en vrucht God hebben gediend, die toegewijd en heilig hebben geleefd, zonder dat ze Joodse feesten hielden.

 

Het is ongelofelijk wat de auteurs van Wake Up durven zeggen.

“Doch sommigen hebben zich opgeblazen ……  dan zal ik mij vergewissen, niet van het woord dier opgeblazenen, maar van hun kracht.  Want het Koninkrijk Gods bestaat niet in woorden, maar in kracht. “ ( 1 Korinthe 4:18-20)   

 

12.7.        Het wordt toch niet verboden

 

Nee, het wordt ook niet verboden om dierenoffers te brengen of om de voedselwetten weer toe te passen. En die dingen doe je toch ook niet meer? Of is dat de volgende stap naar de herontdekking van onze joodse wortels? Waarom dan wel deze feesten? Temeer daar het vieren van de feesten rechtstreeks tegen het onderwijs van de apostelen ingaat. Zie hierboven 11.2.

 

Een gedeeltelijke terugkeer naar de wet van Mozes

 

Die dingen weer gaan doen, betekent een gedeeltelijke terugkeer naar de wet van Mozes. En waarom zou je dat doen? En dat alles op grond van de judaïsme “light” theologie van Wake Up. Wake Up beweert niet dat we de joodse feesten verplicht moeten vieren, maar eigenlijk moet je het wel doen, omdat het volgens Wake Up van groot belang is voor je geestelijk leven

 

Het is niet anders dan een gebod van mensen 

 

Omdat God het niet aan jou, als christen, opdraagt, is het weer gaan houden van de joodse feesten niet anders dan een gebod van mensen. Het dient slechts ter bevrediging van het vlees (Zie Kolossenen 2 en3, speciaal 2:23). Het maakt dat je gericht raakt op uiterlijkheden, in plaats van op de realiteit van een leven in de kracht van Gods Geest. De kracht achter onze heiliging is onze identificatie met Christus in zijn dood en opstanding (Romeinen 6). Als we vervuld zijn met Gods Geest, zal de Geest krachtig door ons heen werken, stromen van levend water zullen uit ons binnenste komen (Johannes 7:38).

 

Grote gevaren

 

Er zitten grote gevaren voor het geestelijke leven aan het gaan vieren van deze feesten, en trouwens ook aan het gaan vieren van de joodse sabbat. Het richt je op ritueel, in plaats van op de persoonlijke wandel met de Heer. En het veroorzaakt verwarring over de vrijheid van de christen. Het verwart wet en genade. Het kan op de duur het zicht op de genade verduisteren. In de praktijk zie je die tendens ook in de grotere “terug naar de Joodse wortels” beweging, waarvan het boek Wake Up een onderdeel is. 

 

12.8.        Bovendien rommelt Wake Up maar wat aan

 

Als je van mening bent dat je als christen deze joodse feesten, zoals bijvoorbeeld het loofhuttenfeest, moet houden, dan moet je ze ook op de bijbelse manier vieren. Dan moet je ze vieren zoals het in de wet van Mozes wordt voorgeschreven.  Inclusief de voorgeschreven offers: “Zeven dagen zult gij de Here een vuuroffer brengen ..” (Leviticus 23:36). En in Jeruzalem. Het Loofhuttenfeest moest op voorschrift van God in Jeruzalem worden gevierd (Deuteronomium 16:16).

 

Dit is typerend voor het gerommel van Wake Up. De feesten wel vieren, maar er vervolgens een soort eigenmachtige fantasie uitvoering van maken.

 

13.      13 Rehabilitatie van de Wet van Mozes

 

De schrijvers zijn voor een positievere kijk op de wet. Daarom wijzen zij de, in hun ogen, negatieve en pessimistische leer van de apostel Paulus over de wet af

 

Laten we zien wat Wake Up verwerpt.

 

13.1. Paulus over de wet als middel tot zondekennis en als tuchtmeester tot Christus

 

“Waartoe dient dan de wet? Om de overtredingen te doen blijken is zij erbij gevoegd, totdat het zaad zou komen, waarop de belofte sloeg, …” (Galaten 3:19)

 

“wet doet zonde kennen” (Romeinen 3:20)

 

 “Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? Volstrekt niet! Ja, ik zou de zonde niet hebben leren kennen, tenzij door de wet; immers, ook van de begeerlijkheid zou ik niet geweten hebben, indien de wet niet zeide: gij zult niet begeren” (Romeinen 7:7).

Hier is het getuigenis van Paulus. Hij vertelt over zijn eigen ervaring met het principe dat de wet zonde doet kennen. Speciaal het gebod om niet te begeren (Exodus 20:17), had Paulus duidelijk gemaakt dat hij een zondaar was, dat had hem overtuigd dat hij een wetsovertreder was.

 

Door het morele gedeelte van de wet van Mozes (10), wordt ons voorgehouden wat God van ons vraagt. En in het licht daarvan dringt tot ons door dat we daar niet aan (kunnen) voldoen. De wet laat tot ons doordringen dat we zondaars zijn, zondaars die vergeving en verlossing nodig hebben.

 

De wet is dus een tuchtmeester voor ons geweest tot Christus, opdat wij uit geloof gerechtvaardigd zouden worden” (Galaten 3:24)

 

+ Paulus over de onmacht om de wet te houden

 

Paulus zegt dat de wet goed is, maar dat niemand hem kan houden. Wij weten immers, dat de wet geestelijk is; ik echter ben vlees, verkocht onder de zonde. Want wat ik uitwerk, weet ik niet; want ik doe niet wat ik wens, maar waar ik een afkeer van heb, dat doe ik. Indien ik nu wat ik niet wens, toch doe, stem ik toe, dat de wet goed is. Doch dan bewerk ik het niet meer, maar de zonde, die in mij woont. Want ik weet, dat in mij, dat wil zeggen in mijn vlees, geen goed woont. Immers, het wensen is wel bij mij aanwezig, maar het goede uitwerken, kan ik niet.” (Romeinen 7:14-18)

 

God had de wet gegeven, de wet is goed, maar door de zondige natuur waarmee de mens wordt geboren lukt het niemand om de wet te houden. Juist door ons streven om in eigen kracht de wet te houden, ontdekken we dat we zondig zijn en dat we een verlosser nodig hebben.

 

Zie Romeinen 7:14-24

 

+ Samenvattend

 

De wet heeft ons duidelijk gemaakt dat we zondaars zijn en we hebben gemerkt dat wij uit onszelf de wet niet kunnen volbrengen (Romeinen 7:14-24). Dat heeft ons open gemaakt voor de boodschap van het evangelie. Voor het goede nieuws dat we toch rechtvaardig voor God kunnen worden, maar dan niet door werken, maar door het geloof in Jezus.

En als we dan zo, door het geloof gerechtvaardigd zijn, kunnen we door de kracht van de inwonende Heilige Geest ons leven veranderen. Dan wordt de wet niet door ons, maar in ons vervuld (Romeinen 8:4).

 

13.2. Wat Wake Up hier over zegt

 

+ verwerpen van de wet als tuchtmeester tot Christus

 

De auteurs verwerpen de gedachte dat God de wet van Mozes heeft gegeven om de Israëlieten duidelijk te maken dat ze zondig zijn en een verlosser nodig hebben. Ook hier verwerpen ze weer het duidelijke onderwijs van de apostel Paulus.

 

Ik citeer: “Het (de leer over het plaatsvervangend sterven) past ook bij de diepgewortelde theorie dat God een wet had bedacht om de zonde aan het licht te brengen en te straffen. Hierover leerden we eerder al dat het juist om levensinstructie ging voor een volk dat Hem daardoor in vrijheid kon dienen …” (p. 346)

 

Ze maken op dit punt weer een karikatuur van een onderdeel van het onderwijs van Paulus, in dit geval van de leer dat God de wet heeft gegeven opdat de mensen zouden beseffen dat ze zondaars zijn die vergeving en bevrijding nodig hebben. De auteurs voegen er iets aan toe. Ik geef nogmaals een gedeelte van het citaat: “De theorie dat God een wet had bedacht om de zonde aan het licht te brengen en te straffen …” (p. 346, de onderstreping is van mij). De auteurs verbinden de wet als middel om zonde te kennen, waardoor mensen open komen te staan voor de vergeving van zonden door het offer van Jezus, met straffen. Ze beweren dat God de wet heeft gegeven om te kunnen straffen. Maar dat zegt Paulus niet. Dit is niet anders dan laster, waarmee de auteurs de leer dat God de wet gegeven heeft als tuchtmeester tot Christus proberen zwart te maken.

 

+ De wet maakt volgens hen juist vrij

 

De auteurs hebben, als ijveraars voor de wet van Mozes, een heel andere kijk op de wet. In hun ogen is de wet gegeven als levensinstructie voor het volk, dat Hem daardoor in vrijheid kon dienen. “Hierover leerden we eerder al dat het juist om levensinstructie ging voor een volk dat Hem daardoor in vrijheid kon dienen …” (p. 346).  Dit is heel iets anders dan Paulus leerde.

 

14.      De aanval op de noodzaak van het plaatsvervangend sterven van Jezus

 

In Wake Up staat ook een heftige en venijnige aanval op de noodzaak van het plaatsvervangend sterven van Jezus.

 

14.1. Wat wordt aangevallen

 

Wat wordt aangevallen is wat de theologen noemen “de verzoening door voldoening” of ook wel “de genoegdoening”. Het is de kern van het evangelie dat de apostel Paulus bracht.

 

Het houdt het volgende in:

 

God kan ons niet zomaar vergeven. Zijn rechtvaardigheid eist dat Hij de zonde bestraft. Zou de rechter der ganse aarde geen recht doen? Over God staat geschreven: “maar de schuldige houdt Hij zeker niet onschuldig” (Exodus 34:7) en “De Heere laat geenszins ongestraft ..” (Nahum 1:3). God kan de zonde niet zomaar door de vingers zien. Dan zou Hij tegen zijn eigen rechtvaardige natuur in handelen en dat kan Hij niet want: “Zichzelf verloochenen kan Hij niet” (2 Timotheus 2:13). Er moet recht gedaan worden: “Zonder bloedstorting geschiedt er geen vergeving” (Hebreeën 9:22).

 

Door Jezus te straffen in onze plaats wordt aan het recht voldaan. Elke zonde is gestraft in de dood van Jezus: “Om onze overtredingen werd Hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem … Wij allen dwaalden als schapen, wij wendden ons ieder naar zijn eigen weg, maar de Here heeft ons aller ongerechtigheid op hem doen neerkomen.” (Jesaja 53:4-6)

 

Het gevolg van het feit dat Jezus in onze plaats de straf voor de zonden heeft ondergaan, is dat God ons nu vrij kan spreken, zonder daarbij tegen zijn eigen rechtvaardigheid in te gaan.

 

“Hem heeft God voorgesteld als zoenmiddel door het geloof, in zijn bloed, om zijn rechtvaardigheid te tonen, daar Hij de zonden, die tevoren onder de verdraagzaamheid Gods gepleegd waren, had laten geworden – om zijn rechtvaardigheid te tonen, in de tegenwoordige tijd, zodat Hijzelf rechtvaardig is, ook als Hij hem rechtvaardigt, die uit het geloof in Jezus is.” (Romeinen 3:25,26).

 

Dit is het antwoord op de vraag waar Luther mee worstelde: “Hoe kan een rechtvaardig God, mij een schuldig mens vrijspreken?”

 

En dit is wat Wake Up aanvalt

 

14.2.  Wake Up valt ‘de verzoening door voldoening’ aan

 

Omdat dit zo’n belangrijk punt is, heb ik dit in een ander artikel zorgvuldig besproken. Dit is de link naar dat artikel: www.toetsalles.nl/htmldoc/wakeup.plaatsv.htm

 

+ Hoe wordt de verzoening door voldoening aangevallen?

 

Hieronder volgt de bespreking van één van de dingen die de auteurs tegen de verzoening door voldoening inbrengen. Voor een bespreking van de andere aanvallen verwijs ik naar de zojuist hierboven gegeven link.

 

De auteurs stellen dat de leer over de noodzaak van het plaatsvervangend sterven een negatief beeld van God schetst. Die leer maakt, volgens hen, God tot een wraakzuchtige, bloeddorstige God. Dat gebeurt, volgens het boek, als je het protestantse evangelie ‘van verzoening door voldoening’ overneemt. Het boek zegt dat in de protestantse weergave van het evangelie de “verzoening eigenlijk steeds volledig in het licht van een soort Romeinsrechterlijke en dus juridische handeling staat: We bevinden ons in een rechtszaal van een toornige rechter die recht eist. God is bovendien de rechter en tegelijkertijd de eisende partij. Gestraft, zal er worden hoe dan ook” (p. 344, de onderstreping is van mij)

 

Hier maken de schrijvers een karikatuur van God en van de leer over het plaatsvervangend sterven: God als toornige rechter. Inderdaad, God is toornig, maar dat is Hij niet zonder reden. Maar dat zeggen ze er niet bij. Hij is boos en verontwaardigd over alle gemeenheid, opstandigheid en verdorvenheid van de mensen (Romeinen 1:18). Dat trekt Hij Zich persoonlijk aan, daar is Hij boos en verontwaardigd over. Maar het is niet zo dat Hij direct straft. Zoals uit de Bijbel blijkt, waarschuwt Hij eerst de mensen keer op keer en pas als ze zich niet laten waarschuwen, ontbrandt zijn toorn en straft Hij hen. De Bijbel spreekt over de lankmoedigheid (over het geduld) van God. God is niet alleen geduldig, Hij waarschuwt niet alleen keer op keer, Hij heeft bovendien in Zijn grote liefde voor alle mensen ook hun redding mogelijk gemaakt, door het zenden van Zijn Zoon als het Lam van God dat de zonde der wereld wegneemt. “Alzo lief heeft God de wereld gehad ….” (Johannes 3:16,17)

Dat is het volledige beeld van God. En ja, diezelfde God is ook de rechter die toornt over mensen die volharden in hun zonden en die Zijn Zoon afwijzen: “Hoeveel zwaarder straf, meent gij, zal híj verdienen, die de Zoon van God met voeten heeft getreden … want wij weten, wie gezegd heeft: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden! En wederom: De Here zal zijn volk oordelen. Vreselijk is het, te vallen in de handen van de levende God!” (Hebr. 10:29-31)

 

Bovendien, wat de auteurs er ook niet bij zeggen, is dat, volgens de Bijbel, op de dag des oordeels Jezus de rechter zal zijn (Handelingen 17:31, Johannes 5:22). Wij verwachten Jezus uit de hemel: “waarvan Hij zal komen om te oordelen de levenden en de doden”.

 

Nadat de auteurs de karikatuur van God als de toornige rechter hebben gegeven, zeggen ze: “Gestraft, zal er worden, hoe dan ook” (p. 344). Want, zo is de tendens van het verhaal, eerder is deze bloeddorstige, kwade, wraakzuchtige “rechter God” niet tevreden. Dat heb je bij een God die genoegdoening vraagt.

 

In dit verband is het ook tekenend dat de schrijvers even verderop in het boek in plaats van over het plaatsvervangend sterven, spreken over “de plaatsvervangende wraak van God” (p. 345).

De auteurs maken handig gebruik van de negatieve gevoelswaarde die in onze Nederlandse cultuur met het woord wraak verbonden is. Maar in de Bijbel is wraak niet altijd negatief. Dat komt omdat in de Bijbel het woord wraak is verbonden met vergelding. En vergelding is de basis van het Bijbelse recht. God heeft het recht lief, Hij zal recht doen op aarde. Daarom zal Hij het kwaad vergelden, hij zal de boosdoeners hun verdiende en rechtvaardige straf geven, met andere woorden: hij zal de zonde wreken. “Wreekt uzelf niet, geliefden, maar laat plaats voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, spreekt de Here.” (Romeinen 12:19). God zegt hier “Mij komt de wrake toe”.

En in 1 Thessalonicenzen 4:6 staat: “want de Here is een wreker van dit alles”. In Bijbelse zin is een roep om wraak, een roep om recht (Zie bijvoorbeeld Openbaring 6:9-11 en 16:6 ). Je hebt zondige kwaadaardige onbeheerste onmatige wraakzucht, die wordt wel door de Bijbel veroordeeld en als christen mogen we niet het recht in eigen hand nemen. Wij moeten onszelf niet wreken, dat moeten we aan God (Romeinen 12:19) en aan de overheid (Romeinen 13:4) overlaten.

 

+ Verzoening volgens Wake Up

 

In de verzoening staat volgens Wake Up niet het herstel van de relatie met God door het plaatsvervangend sterven van Jezus centraal. Wat centraal staat is de bevrijding. Bevrijding van de boze, van de dood, enzovoorts. Dat is merkwaardig omdat in het evangelie dat Paulus bracht en dat je in Romeinen 1 tot en met 5 kan vinden, het herstel van de relatie met God centraal staat. Hoe komen de auteurs van Wake Up tot een visie op verzoening, die zo afwijkt van het evangelie dat Paulus bracht?

 

Wake Up kijkt niet in het Nieuwe Testament naar alle Bijbelgedeelten die spreken over verzoening om daaruit de Bijbelse leer over de verzoening af te leiden. Nee, de auteurs van Wake Up gaan in plaats daarvan terug naar het Oude Testament, naar de feesten die in de wet van Mozes voorgeschreven waren aan de Israëlieten. Ze kijken naar de typologische betekenis van het Pascha en de Grote Verzoendag en van daaruit vullen ze de verzoening in.

 

Ze gaan terug naar Mozes, naar de ceremoniële wet en ze negeren en verwerpen het onderwijs van Paulus en de andere apostelen. Van daaruit herinterpreteren ze het evangelie.

 

En wat hebben de auteurs van Wake Up ontdekt? Het Pascha spreekt in de eerste plaats over bevrijding uit de slavernij in Egypte en niet zozeer over vergeving. “De feestenreeks plaatst het verhaal in een reddingscontext, van een rechtvaardige maar tevens goede God, die zijn genade aanbiedt en hen bevrijd.” (p. 345) En als aspecten van deze bevrijding (als aspecten van de verzoening) worden genoemd: De overwinning op de dood. De overwinning op de Boze. De bevrijding uit de slavernij en het rijk van de duisternis. De losprijs die door God betaald is om zich een bruid te verwerven. Het toetreden tot het verbond. Het ontvangen van een grote erfenis. De komst van een nieuwe hemel en aarde. (p. 345)

 

Opvallend, maar niet toevallig, is de afwezigheid in dit lijstje van de vergeving der zonden. Want dat thema ontdekken de schrijvers van Wake Up blijkbaar niet in de typologische betekenis van het paasfeest en de Grote Verzoendag. “Het Pesach feest en de Grote Verzoendag staan veel dichter bij deze thema’s dan bij de plaatsvervangende wraak van God die Jezus in onze plaats op zich nam.” (p. 345, de onderstreping is van mij)

 

Ze vinden dus, naar eigen zeggen de noodzaak van het plaatsvervangend sterven van Jezus niet in de typologie van deze feesten. En daar houden ze zich dan aan. Dat het Nieuwe Testament verzoening keer op keer in verband brengt met de vergeving der zonden door de dood van Christus en met het herstel van de vrede met God, wordt door hen genegeerd en opzij geschoven. En dat de boodschap over de verzoening die Wake Up uit de feesten haalt, in strijd is met het onderwijs van Paulus en de andere apostelen, doet de auteurs van Wake Up niets. Deze ‘predikers van de wet van Mozes’ hechten meer waarde aan hun, soms speculatieve, typologische uitleg van de feesten, dan aan “het onderwijs der apostelen”, dat wij speciaal in de brieven van het Nieuwe Testament in ons bezit hebben. De eerste christenen hielden zich aan het onderwijs der apostelen (Handelingen 2:42), maar niet de schrijvers van het boek Wake Up. En dan moet je bedenken dat elders in het boek de auteurs van Wake Up oproepen tot een terugkeer tot het denken van de eerste gemeente.

 

14.3.  Een subtiel verschil

 

Je kunt het plaatsvervangend sterven belijden en toch tegelijkertijd de noodzaak er van ontkennen. Het enige dat je dan constateert, is dat het is gebeurd, Jezus is plaatsvervangend gestorven, maar je ontkent de noodzaak er van. Dat doet Wake Up.

 

14.4. Het kruis van Jezus was eigenlijk overbodig

 

Als genoegdoening niet per se noodzakelijk is, dan had God zich ook zonder het kruis van Jezus met de mensen kunnen verzoenen. Als er niet per se recht moet worden gedaan, voordat God iemand kan vergeven, dan is het kruis van Jezus niet echt nodig. God had dan ook zo wel kunnen vergeven. Zo wordt in Wake Up het kruis tot een holle klank gemaakt.

 

14.5. Voor verdere studie

 

Klik op deze link voor een Bijbelstudie over de betekenis van de dood van Jezus:

 http://www.honderdbijbelstudies.nl/de-leer-over-jezus/13-de-betekenis-van-de-dood-van-jezus/#_ftn4 . Zie speciaal de punten 3 en 4 van deze studie over de genoegdoening en de verzoening.

 

15.      Wake Up is onderdeel van de wereldwijde “Hebrew Roots” beweging

 

Het boek Wake Up maakt deel uit van een wereldwijde beweging die in de Engelstalige wereld de “Hebrew Roots” beweging wordt genoemd. Je kunt dit het best vertalen met de “terug naar de Joodse wortels” beweging. In Nederland noemen aanhangers van deze beweging zich vaak “Joods-christelijk”.

De auteurs van Wake Up weten dat hun boodschap onderdeel is van deze beweging. Ik citeer: “Gelukkig zien we wereldwijd een hernieuwde zoektocht naar de (Joodse) wortels van het christelijke geloof …” (p. 13, de onderstreping is van mij).

 

15.1.  De basisstelling van de Hebrew Roots beweging

 

De basisstelling van de Hebrew Roots beweging is dat we als christelijke kerk vervreemd zijn geraakt van onze Joodse wortels en dat dit heel schadelijk is voor het christelijk leven. Dit is ook de hoofdstelling van Wake Up.

 

15.2.  De oproep om terug te keren naar de Joodse wortels

 

De beweging roept op tot een terugkeer naar de Joodse wortels. Wake Up doet dat ook.

 

Deze terugkeer zoekt men onder meer in het gaan houden van de (zaterdag) sabbat, het vieren van de Joodse feesten en in het herwaarderen van de joodse buiten-Bijbels traditie, bv. de Talmoed.

 

15.3. Jeshua

 

Je kunt de aanhangers van de Hebrew Roots beweging vaak herkennen aan het feit dat ze over Jeshua spreken in plaats van over Jezus. In Wake up wordt dat ook geregeld gedaan, zie bijvoorbeeld p. 59,60.

 

De naam Jezus vinden de Hebrew Roots mensen te “Grieks”. Het heeft God wel goed gedacht om het Nieuwe Testament in het Grieks te laten schrijven en daarin geeft Hij zijn Zoon de naam Jezus (Iesous). Maar de mensen van de Hebrew Roots beweging zijn joodser dan de Geest van God. Ze zijn Hebreeuwser dan de Heilige Geest, die de Bijbel heeft ingegeven. Zij gaan, zo denken ze, terug “naar de Joodse wortels van het geloof”. Zij spreken over Jeshua. Zij geven Jezus, in hun beleving, zijn echte naam weer terug.  

 

15.4. Afzetten tegen de apostel Paulus

 

Er is in de Hebrew Roots beweging een gerichtheid op het Oude Testament, een gerichtheid op de wet en tegelijkertijd is er een afzetten tegen de leer die de apostel Paulus bracht. Precies wat Wake Up ook doet met de visie van Paulus op het doel van de wet en met de leer van Paulus over de noodzakelijkheid van het plaatsvervangend sterven. Zie hierboven de punten 13 en 14.

 

Net als voor veel ongelovige Joden, is ook voor velen in de Hebrew Roots beweging Paulus de grote boeman. De aanhangers van de Hebrew Roots beweging lossen het “probleem Paulus” op door ofwel Paulus te negeren, ofwel door hem opnieuw te interpreteren. Er is zelfs in de theologie een stroming die bekend staat als “de nieuwe visie op Paulus” beweging. Een bekende (vrijzinnige!) theoloog als N.T. Wright is daar een voorman van. Uitgaande van buiten-Bijbelse Joodse geschriften herinterpreteert hij de rechtvaardigingsleer van Paulus. Zodat het bij rechtvaardiging niet meer om verzoening met God gaat, door het verzoenend sterven van Jezus, maar om het toetreden tot het verbond en tot het verbondsvolk. 

 

Wake up lost “het probleem Paulus” op door Paulus te negeren en door zijn opvattingen over het doel van de wet en over verzoening te corrigeren. Onder meer met behulp van typologische betekenis van het Pascha en de Grote verzoendag. (Zie hierboven punt 14 of www.toetsalles.nl/htmldoc/wakeup.plaatsv.htm , speciaal punt 3.) Overigens corrigeren ze zijn opvattingen zonder er bij te zeggen dat ze van Paulus afkomstig zijn. 

 

15.5. Het is geen uniforme beweging

 

Iedereen binnen de Hebrew Roots beweging onderschrijft de hierboven genoemde basisstelling, maar niet iedereen binnen de beweging gaat even ver in de uitwerking. Bijna allen zijn het er over eens dat terugkeren naar de Joodse wortels inhoudt dat je de sabbat (op zaterdag) gaat houden en dat je oudtestamentische feesten, zoals het Loofhutten feest, weer gaat vieren. Maar er bestaat verschil van mening over de vraag of dit verplicht is of niet. Het standpunt van Wake Up over de feesten is gematigd. Het is, volgens de schrijvers niet verplicht, maar je mist wel veel zegen en kracht als je het niet doet. Het is onmisbaar voor een echte diepe discipelschapswandel. En zeg nu zelf, wie wil er nu een zegen missen?

 

Zie het artikel over de Hebrew Roots beweging. Het is de bedoeling om dat artikel binnen kort op de site te zetten onder deze link: www.toetsalles/htmldoc/hebrew.roots.ha.htm

 

16.      Conclusie - Wake Up is een zeer gevaarlijk boek

 

Waarom?

 

16.1.        Het boek sloopt de muur die valse leer buiten houdt

 

Door het uitschakelen van het Sola Scriptura principe sloopt het boek de muur die valse leer buiten de gemeente houdt.

Als je uitgaat van het Sola Scriptura beginsel kun je bij alles wat je op geestelijk gebied tegenkomt hetzelfde doen als de Joden uit Berea, namelijk controleren of wat wordt beweert wel met de Bijbel overeenkomt. En als het overeenkomt, dan aanvaard je het, als het niet overeenkomt, dan verwerp je het. Zo kun je onderscheid maken tussen gezonde leer en valse leer, tussen waarheid en dwaling.

 

“en dezen onderscheidden zich gunstig van die te Tessalonica, daar zij … dagelijks de Schriften nagingen, of deze dingen zo waren”  (Handelingen 17:11)

 

Als je niet meer gelooft dat de Bijbel onze enige bron moet zijn, waaruit we ons geloof putten, dan is de bescherming tegen valse leer weg. Hieronder wordt dit geïllustreerd met het rooms-katholicisme en de kabbala.

 

+ Geen verweer meer tegen het rooms-katholicisme

 

Rooms-katholieken die Wake Up lezen, zullen applaudisseren en zeggen: “We hebben toch altijd, tegen jullie protestanten, gezegd dat jullie Sola Scriptura principe niet deugt, we zijn blij dat jullie dat nu ook inzien. Jullie geloven in de mondelinge wet die God Mozes, naast de geschreven Thora, gegeven heeft. Een boodschap die door de joden van generatie op generatie mondeling is doorgegeven. Dat is mooi, maar wij willen jullie er op wijzen dat er ook een mondelinge overlevering van de apostelen is. De apostelen hebben meer doorgegeven dan ze opgeschreven hebben in het Nieuwe Testament. Een deel van hun onderwijs staat niet in het Nieuwe Testament, dat onderwijs is mondeling van de ene generatie christenen op andere doorgegeven. En dat onderwijs vinden we terug in de rooms-katholieke traditie. Jullie, van Wake Up, geloven dat je het Nieuwe Testament moet uitleggen vanuit de buiten-Bijbelse Joodse traditie, wij geloven dat we het Nieuwe Testament moeten uitleggen vanuit de rooms-katholieke traditie. Jullie lezen dingen in het Nieuwe Testament die er niet in staan, jullie lezen bijvoorbeeld de Joodse huwelijksceremonie in het Nieuwe Testament. Wij lezen, vanuit de apostolische overlevering, ook dingen in het Nieuwe Testament die er niet staan, zoals bijvoorbeeld de verering van Maria, het vagevuur en onze sacramentsleer. Nogmaals applaus voor de schrijvers van Wake Up. Maar wij hebben nog iets beters. Jullie moeten niet stil blijven staan bij de joodse traditie, de apostolische overlevering is veel belangrijker. Tenslotte hielden de eerst christen zich aan het onderwijs der apostelen en aan de apostelen (Handelingen 2:42). En Jezus had speciaal aan hen de opdracht gegeven om het evangelie te prediken. Nou, dan moeten jullie consequent zijn en ook naar de apostolische overlevering luisteren om het evangelie helder te verstaan.”

 

-Geen verweer meer tegen de Kabbala

 

Wake up gelooft, zonder enig bewijs en tegen de Schrift in, in de joodse theorie over de tweede wet, over de mondelinge wet. Als je dat doet, wat kun je dan nog inbrengen tegen de theorie van de Kabbala over een derde wet, die Mozes ook nog zou hebben ontvangen. Toen Mozes bij de Sinai de Thora kreeg en die opschreef, kreeg hij volgens de Joden ook een mondeling wet die hij daarna mondeling doorgaf. De Kabbala leert dat Mozes nog een derde wet, een derde boodschap van God kreeg. Dat is de boodschap van de Kabbala. Hij mocht die niet aan alle joden doorgeven, omdat die daar niet aan toe waren, hij heeft het alleen aan speciaal uitgekozen joden doorgeven en die hebben het daarna op hun beurt ook weer aan uitgekozen joden doorgegeven. Zo is het inzicht en de wijsheid van de Kabbala tot ons gekomen.

 

“Ha”, zeggen de kabbalisten, “jullie van Wake Up beginnen het te begrijpen. We zijn het eens met jullie theorie over diepere SOD boodschappen. In de Bijbel zijn diepere lagen van betekenissen. Dat hebben wij altijd gezegd. Als je de Bijbel decodeert met behulp van de verborgen derde wet van Mozes, dan krijg je inzicht in de werkelijkheid op het aller-diepste niveau.”

 

16.2.        Niet langer protestants of evangelisch

 

Wat wij, als evangelische en protestantse christenen, geloven is gebaseerd op een aantal fundamentele uitgangspunten. Wij geloven dat we de inhoud van ons geloof alleen uit de Bijbel mogen halen (Sola Scriptura). We geloven ook dat de Bijbel in zichzelf duidelijk is, een leidraad is niet nodig (De leer over de begrijpelijkheid van de Bijbel). Als je bewust dit soort fundamentele opvattingen verwerpt dan ben je niet meer protestants of evangelisch. Het boek staat in deze fundamentele opvattingen veel dichter bij het Rooms-katholicisme.

 

16.3.        Het boek tast het hart van het evangelie aan

 

Laten we op een rij zetten wat we in de punten hierboven hebben gevonden dat de inhoud van het evangelie raakt.

 

+ De positieve visie op de wet

 

De wet is, volgens Wake Up, geven om in de vrijheid te leven. Wake Up verwerpt de leer van de apostel Paulus dat de wet is gegeven als middel tot zondekennis, zodat een mens ontdekt dat Hij Jezus nodig heeft. Zie hierboven punt 13.

 

+ Door elkaar gooien van de bedeling van de wet en de genade

 

Toch weer het loofhutten feest gaan vieren, bijvoorbeeld.

Als een weg om gezegend te worden. Terug naar rituelen.

 

+ Het fel verwerpen van “verzoening op grond van voldoening”

 

Terwijl dat volgens Paulus het hart van het evangelie is. Zie hierboven, punt 14.

Als je de verzoening door voldoening verwerpt, dan zeg je eigenlijk dat het kruis van Jezus niet nodig was, God had ook zonder het kruis wel kunnen vergeven.

 

Dit zijn allemaal stappen die het evangelie dat de apostelen brachten ondermijnen. Dat is de richting die Wake Up is ingeslagen. Het is nu nog judaïsme “light”, maar Wake Up zet de christenen op het spoor in de richting van  het “hardcore” judaïsme. In mijn omgeving zijn er al mensen die deze weg zijn ingeslagen.

 

16.4.  Het boek zet de mensen op het spoor van de gevaarlijke Hebrew Roots beweging

 

Het voornaamste effect van het boek Wake up op de levens van de christenen is dat het de christenen op het spoor van de Hebrew Roots beweging zet. Wake Up is in feite een handboek over de theologie van de Hebrew Roots beweging. Bijna alle speciale standpunten van de beweging worden er in uiteengezet en uitgebreid verdedigd.

 

Het officiële zelfverklaarde doel van het boek is om de christenen te richten op de wederkomst van Christus. Wat er werkelijk gebeurt, is dat het boek de christenen richt op joodse rituelen. Het boek “indoctrineert” de lezers met de theologie van de Hebrew Roots beweging.

 

+ Het gevaar van de Hebrew Roots beweging

 

Het gevaarlijkste is uiteraard de tendens in de Hebrew Roots beweging om het evangelie van Paulus uit te hollen en te herinterpreteren. De fanatiekere groeperingen binnen de Hebrew Roots beweging komen in de buurt van de “judaïsten” uit de tijd van het Nieuwe Testament.

 

Er zijn verschillende stadia. Je hebt de judaisten ‘light’, zoals Wake Up. Zij leggen de feesten niet op, maar ze bevelen het vieren van de feesten zeer sterk aan, als je het niet doet mis je een grote zegen. Zij verwerpen het evangelie van Paulus niet rechtstreeks, maar ze hollen het uit en ze halen er onderdelen uit, zoals Wake Up doet. En je hebt het ‘hardcore’ Judaïsme. Zij veranderen het evangelie van Paulus volledig. Of ze verwerpen Paulus ronduit, bijvoorbeeld door een kunstmatige tegenstelling te maken tussen de leer van Jezus en die van Paulus. Paulus zou dan afgeweken zijn van de leer van Jezus. Jezus was dan een ietwat afwijkende Joodse Rabbijn, Paulus heeft de leer van deze Joodse rabbi genomen en er zelf het christendom van gemaakt.

 

+ Mensen uit mijn omgeving die door de beweging al geestelijk ontspoord zijn

 

Enkele voorbeelden:

 

Een broer van iemand uit mijn naaste omgeving was gedoopt en lid van een pinkstergemeente. Hij werd aanhanger van Hebrew Roots gedachte, inmiddels is hij helemaal overgegaan naar het Jodendom.

 

Eén van mijn vrienden ontdekte enkele maanden geleden dat een zuster die vele jaren geleden tot geloof was gekomen op zijn Bijbelstudie, is overgegaan naar een groep sabbatvierders. Ze was vele jaren lid van een evangeliegemeente, nu houdt ze elke zaterdag de sabbat, samen met die groep. Ze gaf mijn vriend een boek waarin de auteur het complete evangelie van Paulus verwerpt. In het boek wordt beweerd dat Paulus de leer van Jezus verkeerd heeft uitgelegd.

 

Een goede vriendin van mij en mijn vrouw is via de joods-christelijke stroming in aanraking gekomen met de kabbala, met de joodse mystiek. Kort daarna heeft zij het christelijke geloof overboord gezet. Ze zei me dat ik me over haar geen zorgen hoefde te maken. Er was geen hel,  uiteindelijk komt het goed met alle mensen. Want, zo verklaarde ze: “alle mensen zijn ‘uitgestroomd’ uit God en ze zullen er uiteindelijk weer allemaal naar terugkeren”.

 

+ Een glijdende schaal

 

Wake Up is een introductie in de Hebrew Roots theologie. Het is de eerste stap op een glijdende schaal van Judaïsme “light” naar het hardcore Judaïsme en de joodse mystiek.

 

16.5.  Wake Up richt de mensen verkeerd

 

Op het Oude Testament, in plaats van op het Nieuwe.

Op de Thora in plaats van op het evangelie de brieven van het Nieuwe Testament.

Op Mozes in plaats van op Jezus.

Op de wet in plaats van op de waarheid en de genade (Johannes 1:17).

Op de schaduw, op het ritueel, in plaats van op de werkelijkheid.

Op uiterlijkheden in plaats van op innerlijke realiteit.

Op aardse dingen in plaats van op de hemelse.

 

“want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen” (Johannes 1:17)

 

16.6.  Wake Up ondermijnt ook de bedelingen leer

 

Wake Up vervaagt de grenzen tussen de gemeente en Israel, tussen het Oude en het Nieuwe verbond en tussen de bedeling van de wet en van de genade. Door dat te doen, wordt het fundament onder de bedelingenleer weggehaald. Het zelfverklaarde doel van het boek is de christenen te stimuleren in verwachting van de wederkomst van Christus. Door de bedelingen leer te ondermijnen zal het heldere zicht op de profetie juist afnemen, waardoor op termijn het tegengestelde zal worden bereikt. Wat wel gebeurt, is dat de al bekeerde mensen door het boek begeesterd raken over het vieren van de Joodse feesten, niet over de wederkomst van Christus. Ze gaan op in Joodse feesten, etc. Aangetrokken door de fascinerende aantrekkingskracht van rituelen en diepere boodschappen.

 

  ----------------------

 

De eindnoten

 

(1).Bij het schrijven van dit artikel heb ik gebruik gemaakt van de eerste druk van het boek. In latere drukken is de pagina nummering verschoven.

 

(2).Zie dit document. www.toetsalles.nl/htmldoc/wakeup.plaatsv.htm

 

(3).Zie deze Bijbelstudie over de drie-eenheid: http://www.honderdbijbelstudies.nl/de-leer-over-god/de-drie-eenheid/   

 

(4). GRUWEL DER VERWOESTING of “verwoestende gruwel”. Uit ver­scheidene plaatsen in de Bijbel blijkt, dat met “gruwel” moet worden gedacht aan een afgodsbeeld (zie bijv. Deut. 27:15, Jes. 44:19 enz.). In Dan. 11:31 wordt gesproken over het oprichten van “een gruwel, die verwoesting brengt”. Dit geschiedde door Antiochus Epifanes, koning van Syrië (175 - 164 vC). Het Joodse volk was onder zijn heer­schappij gekomen en werd door hem op de meest kwalijke wijze beje­gend. De uitoefening van hun godsdienst werd verboden en op het brandofferaltaar in de voorhof van de tempel werd een afgod, een “gru­wel” opgericht. Om de joden te krenken en vooral ook om hun God te onteren moesten op het altaar zelfs zwijnen worden geofferd, het meest onreine dier in Israël. Zie verder voor deze ontheiliging Dan. 8:11-12. Ook Dan. 12:1 1 spreekt van een “gruwel der verwoesting”, maar daar ziet de profeet in de verre toekomst van de eindtijd. In Matth. 24:15 vin­den we deze profetie door Jezus aangehaald, waaruit kan worden vast­gesteld, dat het hier gaat over de tijd van de grote verdrukking en van de antichrist, Israël zal dan weer een tempel hebben (Matth. 24:15; Mark. 13:14; 2 Thess. 2:3,4; Openb. 13:14-15), die evenals in de dagen van Antiochus Epifanes op godslasterlijke wijze ontheiligd zal worden. Ook in dit verband wordt door Jezus de term “gruwel der ver­woesting” gebruikt. Er is dan ook alle aanleiding om hierbij te denken aan het beeld van het beest, dat ten tijde van de antichrist in Jeruzalems tempel, de “heilige plaats”, zal worden opgericht (Openb. 13:14-15) door de valse profeet.

 

(5)Zie bijvoorbeeld het boek “Jesus in the Talmud” van Peter Schaefer. Zie deze link. Er zijn duidelijk passages in de Talmoed die over Jezus gaan. Al komen niet alle details overeen met de Bijbelse verhalen. Maar dat was te verwachten bij de Joodse versie van de persoon van Jezus en de gebeurtenissen rondom Hem. Sommigen beweren op grond van dit soort argumenten dat die passages niet over de Bijbelse Jezus gaan. Uit een soort politieke correctheid. In de Talmoed wordt zelfs de oude laster van de Farizeeën tegen de Heilige Geest herhaald. De wonderen van Jezus worden opnieuw (net als in Marcus 3:20-30) toegeschreven aan tovenarij, aan de werking van boze geesten.

 

(6)    Studie 9 uit deze serie:  http://www.honderdbijbelstudies.nl/category/de-leer-over-jezus/ 

 

(7)Met uitzondering natuurlijk van een kleine groep Joden die door de eeuwen heen in Jezus hebben geloofd. De Bijbel noemt dat het overblijfsel naar de verkiezing der genade (Romeinen 11:1-5). Dus niet geheel Israel is op dit moment verhard, maar wel de hoofdstroom van het volk. De verharding is gedeeltelijk (Romeinen 11:25)

 

(10)Dat geldt voor het morele gedeelte van al Gods wetstelsels. De wet van Mozes, de van Christus, de wet in het geweten bij de heidenen. Zie de Bijbelstudie over de wet: www.internetbijbelschool.nl/transfer/baslz12.htm  

 

 

 

HOME