Het christelijke publiek
riep een gevaarlijk boek tot winnaar uit Het boek Durf te dromen van Mattheus van
der Steen heeft de Publieksprijs voor het Christelijke Boek gewonnen. Maar het
is een ronduit gevaarlijk boek. Het drijft op het soort enthousiasme dat vooral
slachtoffers maakt. door onze redacteur Rien van den Berg
Een boek dat de
Publieksprijs voor het Christelijke Boek wint, loopt grote kans vandaag of
morgen door een argeloze lezer in de boekhandel gekocht te worden. Als 36
procent van je geloofsgenoten dit het ‘Boek van het Jaar’ vindt, zal het wel
wat wezen, immers. Afgelopen jaren bewees de prijs zich ook, met bijvoorbeeld
winnende romans als Snoeitijd van Joke Verweerd, Niemandsland van Guurtje
Leguijt en vooral Achtendertig nachten van Janne IJmker. Je kunt je altijd
afvragen of een prijs die door een jury wordt toegekend niet meer status heeft
dan een prijs die door het publiek bij elkaar gestemd wordt (een actiegroep kan
het boek van de eigen voorkeur bestoken met stemmen), maar met die christelijke
publieksprijs is, gezien de resultaten van de afgelopen jaren, op zich niet zo
veel mis. Maar nu heeft er een boek
gewonnen dat op zijn zachtst gezegd omstreden hoort te zijn. Mattheus van der
Steen is een radicale evangelist, die als witte man in India onbekommerd
ontwikkelingshulp – zelfs noodhulp aan evangelisatie koppelt. Het rampgebied
van de tsunami wordt bezocht met pakken rijst waarop de boodschap ‘Jesus loves
you’ staat. De organisatie van Van der Steen, ‘Touch, Reach and Impact the
Nations’ (TRIN), meldt tienduizenden bekeerlingen in India alleen. Verbaast me
niks. ‘Natuurlijk bekeer ik mij, witte man. Ik heb honger. Mag ik nu rijst?’ Deze evangelisatiemethode
wordt door alle serieuze zendingsorganisaties verworpen, omdat het de motieven
voor een eventuele keuze voor of tegen de Here Jezus vertroebelt. Voor je het
weet bouw je een zendingskerk die gefundeerd is op de nieuwe auto waarin een
dorpshoofd dankzij westerse christenen kan rijden. Van der Steens
mediacampagnes zijn erop gericht al te diep nadenken te verhinderen, met alle
gevolgen van dien. Youtubefilmpjes ‘bewijzen’ zijn succes. Maar wie reist er,
een maand nadat de TRIN-tornado voorbijgetrokken is, de ‘massaal bekeerde
gebieden’ langs om te kijken wat er overbleef? Zeg me welke boodschap ik op die
zakken rijst moet zetten, en ik huur een charismatisch mannetje in dat net zo
veel bekeerlingen scoort als Van der Steen – voor om het even welke ideologie,
en voor zo lang als die bekering duurt. Leef
of sterf! Natuurlijk belijd van der
Steen af en toe met de mond dat je moet luisteren naar wijze raad. Maar gelijk
daarna roept hij zijn lezers weer op hun ouders, oudsten en ambtsdragers te
negeren als zij aarzelingen tonen bij hun dromen. ,,Ga
zo min mogelijk om met mensen die ongeloof in je leven spreken, die zeggen dat
je normaal moet doen, die niet durven dromen!’’ Je geloofsgenoten worden
volgens Van der Steen je vijanden als ze net even wat dieper of realistischer nadenken
dan jij. ,,Bevecht je vijanden niet, maar zegen hen,
bid voor hen en laat ze los.’’ Dit is per saldo een nobel klinkende drogreden
om allerlei relaties kapot te maken. Maar omkijken is zonde! Als je gaat, zegt
Van der Steen, moet je spontane doopdiensten houden (‘waar water is, doop
mensen’). ,,Slangen zul je oppakken zonder dat je er
dood aan gaat’’, belooft Van der Steen. ,,Als je iets
dodelijks of giftigs eet of drinkt zul je er geen schade van lijden’’, dendert
Van der Steen onbekommerd voort. Hij bestookt zijn lezers aan de lopende band
met tegeltjeswijsheden. ,,Leef door geloof of sterf in
twijfel!’’ Waarheid Hij reikt wel heel erg
weinig handvatten aan om te bepalen wanneer je nu eigenlijk Gods stem hoort en
wanneer je achter je eigen grillen aanholt. Niet zelden bekruipt
je tijdens het lezen het idee dat het Van der Steen ook zelf niet altijd even
goed lukt om Gods stem van zijn eigen stem te onderscheiden, gelukkig
bekent hij dat af en toe ook. En toch roept hij op te breken met iedereen die
niet met je wil meedromen. Je zult ouderling zijn van een
gemeentelid dat met dit boek in de hand het recht claimt op zijn persoonlijke
droom. Het gevaarlijkste is nog wel dat Van der Steen zich bedient van de
waarheid. ,,Blijf dicht bij God. De veiligste plaats
in deze wereld is om dicht bij hem te zijn.’’ Van der Steen is een verwante, een gelovige, hij is gegrepen door hetzelfde Evangelie. Maar hij evangeliseert in Amerika, op Hawaï, in Ermelo, Bosnië en India – hij trekt rusteloos verder en wie zegt dat het geloof van zijn bekeerlingen beklijft? Van der Steen benadrukt voortdurend dat je Gods stem moet volgen in je leven. Maar in zijn boek komt de auteur per saldo toch over als een ongeleid projectiel. Hoe is dat te rijmen? Nederlands dagblad, 11-3.2009 |