Wat zegt de Bijbel over de sabbat? In deze Bijbelstudie
wordt een overzicht gegeven van het onderwijs van de Bijbel over de sabbat. Dit is de inhoudsopgave 1.
Wat is de
sabbat? 2.
Het
sabbatsgebod is onderdeel van het verbond van Mozes 3.
Het is een
teken van het verbond 4.
Wanneer is
de sabbat ingesteld? 5.
God nam het
breken van de sabbat hoog op 6.
Het
sabbatsgebod geldt niet voor de christenen 7.
Tegenwerpingen 8.
Maar mag
het dan niet vrijwillig? 9.
Hoe zit het
dan met de zondag?
A.
De sabbat was ook een sociale maatregel B.
De reformatorische positie C.
De invulling van de sabbat, Joods-traditioneel 1.
Wat is de sabbat? De sabbat is de
verplichte rustdag die God de Israëlieten heeft opgelegd: “maar de zevende
dag is de sabbat van de Here,
uw God; dan zult gij geen werk doen”
(Exodus 20:10) 2.
Het sabbatsgebod is een onderdeel van het
verbond van Mozes De verbondsluiting bij de Sinai Nadat God het volk
Israel uit Egypte had bevrijd, heeft Hij een verbond met het volk gesloten,
door bemiddeling van Mozes. Dat lezen we in Exodus 19 en 20. God deed het volgende
voorstel aan de Israëlieten: “Indien gij aandachtig naar
Mij luistert en mijn verbond bewaart, dan zult gij uit alle volken Mij ten eigendom zijn” (Exodus 19:5). De Israëlieten namen het voorstel aan: “En het gehele volk antwoordde eenparig: Alles wat de Here gesproken heeft, zullen wij doen. En Mozes bracht de woorden van het volk
weder aan de Here over.”
(Exodus 19:8) Wat God de Israëlieten in het verbond heeft
opgelegd Nadat
het volk akkoord was gegaan met Gods voorstel, legde God de Israëlieten uit
wat Hij in het verbond van hen verwachtte. God begon met hen de tien geboden
te geven, dat wordt in Exodus 20 beschreven. De tien geboden worden ook wel
de tien woorden van het verbond genoemd (Exodus 34:28). Daarna volgen er,
vanaf Exodus 20:18 tot en met het einde van het boek Deuteronomium, nog vele
andere voorschriften en wetten. Al die wetten samen vormen ‘de wet van
Mozes’. Deze geboden met elkaar zijn ‘de verbondseis’. Dit is wat God in het
verbond van Israel eiste. Door akkoord te gaan met Gods voorstel (Exodus
19:8), heeft Israel zich er toe verbonden om de wet van Mozes te onderhouden.
Als ze zich aan de wet van Mozes zouden houden, dan zouden ze gezegend
worden, als ze het niet deden, dan zou Gods vloek hen treffen (Leviticus 26,
Deuteronomium 28). Het sabbatsgebod staat in de kern van de wet van
Mozes Als
onderdeel van de tien geboden staat het sabbatsgebod in de kern van de wet
van Mozes. Het staat in het hart van de verbondseis. 3.
Teken
van het verbond De
sabbat is nog op een andere manier verbonden met het verbond van Mozes. Het
is ook een teken van het verbond. “Gij
dan, spreek tot de Israëlieten: maar mijn sabbatten moet gij onderhouden, want dat is een teken
tussen Mij en u, van geslacht tot geslacht, zodat gij weet, dat Ik de Here ben, die u heilig.” (Exodus 31:13). Als
teken van het verbond staat de sabbat symbool voor het gehele verbond van
Mozes. Net
zoals de regenboog het teken is van het verbond met Noach (Genesis 9:12) en
zoals de besnijdenis het teken is van het verbond met Abraham (Genesis
17:11). De wekelijkse onderhouding van de sabbat moest het volk er telkens
aan herinneren dat ze een door God geheiligd (apart gezet) volk waren. 4.
Wanneer is de sabbat ingesteld? Ingesteld na de uittocht uit Egypte Het sabbatsgebod is
ingesteld na de uittocht van het volk Israel uit Egypte, als onderdeel van
het verbond dat God toen met Israel sloot. (Zie hierboven punt 2) Geen bewijs dat het sabbatsgebod daarvoor al van
kracht was Sommigen
veronderstellen dat God al eerder de mensen opgedragen had om de sabbat te
houden, maar daar is in de Bijbel geen enkel bewijs voor te vinden. Het staat
er simpelweg niet. We lezen ook nergens
dat Adam en Eva of bijvoorbeeld de aartsvaders (Abraham, Izaak en Jacob) de
sabbat hielden. Ook bij Job vind je er niets van terug. Zelfs van een
mogelijk vrijwillig rusten op de zevende dag is geen spoor te vinden. Maar God heiligde toch direct na de schepping de
zevende dag? Er staat in de Bijbel
dat God, direct nadat Hij in zes dagen alles had geschapen, de zevende dag
heeft geheiligd en gezegend (Genesis 2:2,3) en dat Hij Zelf rustte op die
dag. Maar er staat niet dat Hij op dat moment de mensen oplegde om voortaan
op de zevende dag te rusten. Later, als God het volk
Israel opdraagt om de sabbat te houden, komt Hij daar wel op terug. Dan
verbindt Hij de sabbat met de rust die Hij Zelf op de zevende dag van de
scheppingsweek nam (Exodus 20:11). Wat Hij zei kwam ongeveer op het volgende
neer: “Zoals Ik rustte op de zevende dag van de scheppingsweek, zo moeten
jullie voortaan van jullie werk rusten op de zevende dag van elke week.” “Gedenk
de sabbatdag, dat gij die heiligt; zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen; 1maar de zevende dag is de sabbat van de Here, uw God; dan zult gij geen
werk doen, gij noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw
dienstmaagd, noch uw vee, noch de vreemdeling die in uw steden woont. Want in zes dagen heeft de Here de hemel en de aarde gemaakt, de zee
en al wat daarin is, en Hij rustte op de zevende dag; daarom zegende de Here de sabbatdag en heiligde
die.” (Exodus 20:8-11) We komen de sabbat voor het eerst tegen in het
verhaal over het manna Voor het volk Israel
was het verplicht houden van de sabbat iets nieuws, waar ze aan moesten
wennen. We komen de sabbat voor het eerst in de Bijbel tegen in het verhaal
over het manna (Exodus 16). God bereidde daar de Israëlieten al voor op het
komende sabbatgebod, door de opdracht om op de zesde dag een dubbel deel
manna te verzamelen, dat op wonderbare wijze deze keer niet zou bederven. 5.
God nam het breken van het sabbatsgebod hoog op De sabbat was
belangrijk voor God. Het gebod stond niet voor niets in de tien geboden. En
God had de sabbat aangewezen als teken, als symbool, van het verbond. Een
teken dat de Israëlieten telkens aan het verbond en aan hun speciale relatie
met God moest herinneren. Het belang van het
sabbatsgebod wordt onderstreept doordat God in de wet van Mozes op het breken
van de sabbat de doodstraf had gezet: “Gij zult
de sabbat onderhouden,
want deze is iets heiligs voor u; wie hem ontheiligt, zal zeker ter dood
gebracht worden, want ieder die daarop werk verricht, zal uitgeroeid
worden uit het midden van zijn volksgenoten. Zes
dagen mag men arbeiden, maar op de zevende dag zal er een volledige sabbat zijn, de Here geheiligd: ieder die op de sabbatdag werk verricht, zal zeker ter dood
gebracht worden.” (Exodus 31:14,15) Denk aan de Israëliet
die, vlak nadat God de wet had gegeven, openlijk het sabbatsgebod negeerde en
overtrad. Hij moest gestenigd worden (Numeri 15:32-36). Deze daad van
openlijke rebellie kon God niet accepteren. Als God dit toe zou laten, dan
zou niemand zijn wetten meer serieus nemen. De sabbat niet houden
is het verbond verbreken. De sabbat houden is het verbond bewaren. 6.
Het sabbatsgebod geldt niet voor de christenen Uit het Nieuwe
Testament blijkt dat het sabbatsgebod niet voor de christenen geldt. Waarom is dat zo? 6.1.
We zijn niet onder de wet van Mozes Het verbond van Mozes
is met het volk Israel gesloten, niet met de gemeente. Als christenen staan
we daarom niet onder de wet van Mozes. Wij staan onder een andere wet. Paulus
noemt dat “de wet van Christus” (1 Korinthe 9:21). De Hebreeën brief
spreekt letterlijk over een “verandering van wet” (Hebreeën 7:12). De wet van Christus
bestaat uit de geboden van Jezus (Mattheus 28:19, Johannes 14:21) en uit de
voorschriften die we vinden in het onderwijs van de apostelen. Het onderwijs
van de apostelen vinden we in de brieven van het Nieuwe Testament. Daar staan
allerlei opdrachten, voorschriften, geboden en aansporingen, in. Dat is onze
leefregel, daar moeten wij ons als christenen aan houden. De wet van Christus
heeft niets te maken met onze rechtvaardiging. Wij worden niet
gerechtvaardigd door een wet te houden. Dat geldt zowel voor de wet van
Mozes, als voor de wet van Christus. Wij worden
gerechtvaardigd door het geloof, buiten de wet om (Efeze 2:8,9; Romeinen
3:21; 5:1). In die zin zijn wij niet onder de wet, maar onder de genade. Maar
God heeft ons, als christenen, wel regels gegeven(1).
Niet als methode om rechtvaardig te worden, maar als leefregel. Die leefregel
wordt door Paulus in 1 Korinthe 9:21 “de wet van Christus” genoemd. God
verwacht dat we daar naar zullen leven (2). Uit het Nieuwe
Testament blijkt dat het sabbatsgebod geen deel uitmaakt van de wet van
Christus. Zie hieronder, vanaf punt 6.2. Zie deze Bijbelstudies over: + de wet: www.internetbijbelschool.nl/transfer/baslz12.htm + de wet van Mozes en
de Christen: www.toetsalles.nl/htmldoc/wetvanMozesendechristen.htm + het verschil tussen
Israel en de gemeente: Zie punt 9.2. van de bespreking van het boek Wake Up
en de linken die daar in staan: www.toetsalles.nl/htmldoc/wakeup.ha.htm 6.2. Geen
opdracht tot het houden van de sabbat in het onderwijs van de apostelen Het onderwijs van de
apostelen vinden we in de brieven van het Nieuwe Testament, van de
Romeinenbrief tot en met de Judas brief. Die brieven zijn direct gericht tot
de christenen. Ze zijn gericht tot christelijke gemeenten en tot individuele
christenen, zoals Timotheus. In het onderwijs van de
apostelen worden negen van de tien geboden herhaald, maar niet het
sabbatsgebod. Dat bevestigt dat wij als christenen niet onder het verbond
met Mozes en onder de wet staan. De verbondseis, dat is de wet van Mozes, met
in de kern het sabbatsgebod, geldt niet voor ons. Maar dat is niet alles.
In het Nieuwe Testament staat zelfs een waarschuwing tegen het verplicht
opleggen van de sabbat. 6.3. Een waarschuwing tegen het verplicht
opleggen van de sabbat In Kolossenzen 2:16
staat: “Laat dan niemand u blijven oordelen inzake eten en
drinken of op het stuk van een feestdag, nieuwe maan of sabbat …” In
de gemeente van Kolosse waren er christenen die leerden dat de sabbat nog
steeds verplicht was. Als je de sabbat niet hield, dan werd je door hen
veroordeeld. In dat verband zegt Paulus: “Laat dan niemand u blijven oordelen
… op het stuk van … een feestdag, nieuwe maan of sabbat …” Je
moet je niet laten veroordelen als je als christen de sabbat niet onderhoudt.
Hetzelfde wordt in dit Bijbelvers ook gezegd over de andere door Mozes
voorgeschreven feestdagen (Leviticus 23) en over de wetten over rein en
onrein voedsel (Leviticus 20:25). Wat
Paulus in Kolossenzen 2:16 schrijft, gaat rechtstreeks in tegen de wet van
Mozes! Want in de wet van Mozes staat: “Gedenk de sabbatdag dat gij die
heiligt ….” (Exodus 20:8) en “ieder die op de sabbatdag werk verricht, zal
zeker ter dood gebracht worden” (Exodus 31:15). Er
lijkt een tegenspraak te zijn tussen Mozes en Paulus, maar dat is het niet,
als je begrijpt dat de opdracht om de sabbat te houden gericht was tot het
volk Israel. En dat de waarschuwing tegen het verplicht opleggen van de
sabbat gericht is tot de christenen, die niet onder de wet van Mozes staan.
Het is alleen een tegenspraak als je geen rekening houdt met de “verandering
van wet” (Hebreen 7:12) die er is gekomen na de dood en opstanding van Jezus. 6.4. Voor een christen zijn alle dagen gelijk Paulus
zegt in de Romeinenbrief dat voor een christen alle dagen gelijk zijn.
Een christen weet dat hij niet onder de wet van Mozes staat en dat daarom het
sabbatsgebod niet voor hem geldt. Hier
is het Bijbelgedeelte: “Aanvaardt
de zwakke in het geloof … De een gelooft, dat hij alles eten mag, maar
de zwakke eet plantaardig voedsel. Wie wèl eet, minachte hem niet, die niet eet, en
wie niet eet, oordele hem niet, die wèl eet, want God heeft hem aanvaard. … Deze [immers] stelt de ene
dag boven de andere, gene stelt ze alle gelijk..” (Romeinen 14:1-6) Iets over het verband
waarin Paulus dit zegt. Er
waren in de gemeente van Rome twee groepen gelovigen. De ene groep bestond
uit christenen uit joodse achtergrond, de andere uit christenen uit heidense
achtergrond. Dit leidde tot spanningen over het onderhouden van het
ceremoniële gedeelte van de wet van Mozes. Tot spanningen over bijvoorbeeld
het houden van de sabbat en de joodse feesten en over het toepassen van de
voedselwetten. Sommige
christenen uit Joodse achtergrond bleven, ook nadat ze tot geloof in Jezus
waren gekomen, leven naar de wet van Mozes, inclusief voedselwetten en
speciale dagen. Ze begrepen niet dat ze in Christus vrij van deze inzettingen
waren. Vandaar dat Paulus ze “zwak in het geloof”(Romeinen 14:1,2) noemt. Ze
legden zichzelf ten onrechte nog steeds de wet van Mozes op. De anderen
wisten dat ze in Christus vrijgemaakt waren van de wet van Mozes. Daarom
onderhielden ze de voedselwetten en de feestdagen niet meer. Zij waren sterk
in hun geloof. Paulus
roept op tot wederzijdse verdraagzaamheid, maar intussen geeft hij wel aan
welke groep gelijk had. Degenen die nog steeds de ene dag boven de andere
stellen en die denken dat ze bepaald voedsel niet mogen eten, worden zwak in
het geloof genoemd. 6.5. De sabbat hoort bij het ceremoniële deel
van de wet van Mozes In de wet van Mozes kun
je onderscheidt maken tussen de morele geboden en de ceremoniële geboden. De
morele geboden zijn de geboden die aangeven hoe we met God en onze naaste
moeten aangaan. De ceremoniële geboden gaan over de eredienst, over de
offers, over de priesters, over de tabernakel (de tempel), over de door God
voorgeschreven feesten, over de sabbat. En ook over bijvoorbeeld de
voedselwetten. De apostelen hebben in
hun onderwijs wel het morele gedeelte van de wet van Mozes overgenomen, maar
dat hebben ze niet met het ceremoniële gedeelte gedaan. Het sabbatsgebod hoort
bij het ceremoniële gedeelte van de wet van Mozes. Daarom ontbreekt het gebod
om de sabbat te vieren in het onderwijs van de apostelen. En daarom zegt
Paulus dat voor een christen alle dagen gelijk zijn en waarschuwt Hij zelfs
tegen het verplicht opleggen van de sabbat. Het ceremoniële
gedeelte van de wet van Mozes is in Christus vervuld. Het waren schaduwen van
wat komen zou. “Laat
dus niemand u veroordelen inzake eten of drinken, of op het punt van een
feestdag, een nieuwe maan of de sabbatten. Deze zaken zijn een schaduw van de
toekomstige dingen, maar het lichaam is van Christus.”
(Kolossenzen 2:16,17. HSV) De sabbat was, net als
alle andere onderdelen van de ceremoniële wet, een schaduw van wat we als
christenen nu al beleven. Wij rusten in het volbrachte werk van Christus.
Daar leven we uit. We zijn de ware sabbatsrust ingegaan (Hebreeën 4:9,10). We
zijn tot rust gekomen van onze werken: “Hem echter, die
niet werkt, maar zijn geloof vestigt op Hem, die de goddeloze
rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot gerechtigheid”
(Romeinen 4:5). Het is volbracht. Of zoals het lied zegt: “Op het
Godslam rust mijn ziele, alle, alle, mijne zonden heeft zijn zoenbloed
weggedaan.”(3) 6.6. Samenvattend Er is geen sabbatsgebod
voor de christen, omdat een christen niet onder de wet van Mozes, maar onder
de wet van Christus staat. Het sabbatsgebod is niet overgenomen in de wet van
Christus. Daarom wordt in het onderwijs van de apostelen het sabbatsgebod
niet herhaald. Integendeel, er staat in het Nieuwe Testament juist een
ernstige waarschuwing tegen het verplicht opleggen van de sabbat. Voor een
sterke christen, die begrijpt dat hij niet meer onder de wet van Mozes staat,
zijn alle dagen gelijk. Als je meent dat God op dit moment van de christenen
vraagt dat zij de sabbat onderhouden, dan ben je zwak in het geloof. En als
je denkt dat het houden van de sabbat je dichter bij God zal brengen, dan
probeer je met de schaduw te leven in plaats van met de realiteit. 7.
Tegenwerpingen Ondanks het duidelijke
Bijbelse bewijs dat hierboven is besproken, zijn er toch gelovigen die niet
willen aanvaarden dat het sabbatsgebod niet geldt voor de christenen.
Hieronder worden de voornaamste argumenten die ze daarvoor gebruiken
besproken. (1) Je mag geen enkel gebod van de wet van Mozes
opheffen, dus ook het sabbatsgebod niet De stelling van deze
gelovigen is dat de wet van Mozes in zijn geheel nog geldig is voor de
christenen. De sabbat is onderdeel van de wet van Mozes en daarom moeten we,
als christenen, ook de sabbat nog steeds houden. Het voornaamste
Bijbelgedeelte waar zij zich op beroepen is Mattheus 5:17-20. Daar staat: “Meent
niet, dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet
gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen. Want voorwaar, Ik zeg u: Eer
de hemel en de aarde vergaat, zal er niet één jota of één tittel vergaan van
de wet, eer alles zal zijn geschied. Wie dan één van de kleinste dezer geboden
ontbindt en de mensen zo leert, zal zeer klein heten in het Koninkrijk der
hemelen; doch wie ze doet en leert, die zal groot heten in het Koninkrijk der
hemelen. Want
Ik zeg u: Indien uw gerechtigheid niet overvloedig is, meer dan die der schriftgeleerden en Farizeeën, zult gij het Koninkrijk der
hemelen voorzeker niet binnengaan.” “Zie je wel”, zeggen
zij, “hier staat het: Jezus is niet gekomen om de wet te ontbinden. Dat
betekent dat we geen enkel gebod van de wet van Mozes ongeldig mogen
verklaren en dus ook het sabbatsgebod niet.” Want: “Wie
dan één van de kleinste dezer geboden ontbindt en de mensen zo leert, zal
zeer klein heten in het Koninkrijk der hemelen” (:19). Zelfs het
kleinste gebod van de wet van Mozes mag niet ontbonden worden: Deze
redenering klopt niet. +
Deze uitleg is in strijd met de rest van de Schrift Als
we Schrift met Schrift vergelijken, dan is duidelijk dat deze uitleg niet
juist kan zijn. Want deze uitleg is in strijd met de Bijbelse waarheden en de
duidelijke Bijbelteksten die we in het punt hierboven (in punt 6) hebben
besproken. Immers Paulus heft wel degelijk het sabbatsgebod op. Hij
‘ontbindt’ het. Hij stelt alle dagen gelijk en hij waarschuwt tegen het
verplicht opleggen van de Sabbat. + De
juiste uitleg En
toch spreken Jezus en Paulus elkaar niet tegen. De sleutel tot het begrijpen
van deze schijnbare tegenspraak, ligt in het onderkennen van het moment
waarop Jezus en Paulus dit zeiden. Jezus zei dit voor zijn dood en
opstanding. En Paulus schreef zijn uitspraken over de sabbat na de dood en
opstanding van Jezus. We hebben hierboven al gezien dat er door de dood en opstanding
van Jezus een verandering van wet is gekomen (Zie punt 6.1.). Op
het moment dat Jezus dit zei, was het niet zijn bedoeling om de wet van Mozes
te ontbinden. De wet was immers op dat moment nog geldig, want Hij was nog
niet gestorven en opgewekt. Maar dat betekent niet dat Hij dit later niet kon
doen. Als
we geen rekening houden met het tijdsaspect zijn er meer schijnbare
tegenspraken in de Bijbel. Zo staat in Johannes 3:17 dat Jezus niet gekomen
is om de wereld te oordelen: “Want God heeft zijn Zoon niet in de wereld
gezonden, opdat Hij de wereld veroordele …” Terwijl uit andere Bijbelgedeelten blijkt dat
Hij wel zal oordelen (2 Korinthe 5:12, Handelingen 17:31). Bij zijn eerste
komst, kwam Jezus niet om te oordelen. Bij zijn tweede komst, komt Hij wel om
te oordelen. Als je Johannes 3:17 los neemt van het geheel van de Bijbel, dan
zou je daarop kunnen baseren dat Jezus nooit iemand zal oordelen. “want God
heeft zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij de wereld veroordele”.
Op dezelfde manier moeten we wat Jezus in Mattheus 5:17 zegt niet los zien
van het geheel van het Bijbelse onderwijs. + Er
zijn al aanwijzingen in het onderwijs van Jezus dat er een verandering van
wet zou komen Bij
andere gelegenheden gaf Jezus al indirect aan dat er een tijd zou komen
waarin de wet van Mozes niet meer zou gelden voor zijn volgelingen. Denk
bijvoorbeeld aan wat Jezus zei over onrein voedsel in Marcus 7:14-23. Daar
zegt Hij dat je niet onrein wordt door wat je eet, maar door wat er uit je
zondige hart komt. “Niets, dat van buiten de mens in hem komt, kan hem onrein
maken, maar hetgeen uit de mens naar buiten komt (uit zijn zondige hart), dat
is het, wat hem onrein maakt” (:15). Wat Jezus hier zegt, is in strijd met de
wet van Mozes. Daar staat wel degelijk dat je door het eten van door God
onrein verklaarde dieren, zelf onrein werd. (Leviticus 20:25. En Leviticus
11). Nadat
Marcus dit onderwijs van Jezus over wat een mens onrein maakt, heeft door
gegeven, voegt hij er aan toe: “en zo verklaarde hij alle spijzen rein”
(Marcus 7:19) +
Dan moet je wel consequent zijn Christenen
die op grond van Mattheus 5:17-19 menen dat elke gebod van de wet van Mozes
nog geldt, moeten consequent zijn en dan ook werkelijk alle geboden naleven.
Immers er staat in het Bijbelgedeelte dat zelfs het kleinste gebod niet
ontbonden mag worden (Mattheus 5:19). Dan
mag je er niet enkele geboden uitpikken en de rest negeren. Als je werkelijk
meent dat ieder gebod van de wet van Mozes op dit moment nog geldig is, dan
moet je volledig als Jood gaan leven. Maar
dat is in strijd met wat we bijvoorbeeld in Handelingen 15 lezen. Een aantal
christenen uit Joodse achtergrond stond op het standpunt dat de bekeerde
heidenen volledig naar de wet van Mozes moesten gaan leven (Handelingen
15:5). In een vergadering met de apostelen en de oudsten van Jeruzalem wordt
uitgesproken dat dit onjuist is (15:19,20). De vergaderde apostelen en
oudsten bevestigen daar dat allerlei ceremoniële onderdelen van de wet van
Mozes niet geldig zijn voor de christen. Tot
zover de bespreking van het eerste bezwaar. We gaan verder met het volgende. (2) Jezus hield zelf de sabbat, dan moeten wij
dat ook doen In deze redenering
wordt opnieuw over het hoofd gezien dat na de dood en opstanding van Jezus
een verandering van wet heeft plaats gehad (Zie hierboven punt 6). Jezus is geboren onder
de wet en Hij leefde naar de wet. Hij hield zich volledig aan de wet van
Mozes. Hij leefde als Jood naar alle geboden van de Thora. Hij hield zich ook
aan het sabbatsgebod. Maar na zijn dood en opstanding is er een andere tijd,
een andere bedeling, gekomen. Er heeft een verandering van wet plaats gehad.
Vandaar dat Paulus kan zeggen dat voor een christen alle dagen gelijk zijn en
dat het sabbatsgebod niet meer geldt. (Zie hierboven punt 6) Bovendien, als je stelt
dat omdat Jezus iets heeft gedaan, je dat automatisch ook zelf moet doen, dan
moet je Hem navolgen in zijn volledige onderhouding van de wet van Mozes. Dan
moet je als Jood gaan leven. Jezus heeft door zijn
dood, in zijn vlees (dat wil zeggen, in zijn lichaam) de wet die bestaat in
geboden en inzettingen (dat is de wet van Mozes) buiten werking gesteld. Zo
staat het in Efeze 2:15: “doordat Hij in zijn vlees de wet der geboden, in
inzettingen bestaande, buiten werking gesteld heeft”. Zie de Bijbelstudie
over de wet, klik hier. Zie de Bijbelstudie
over de christen en de wet van Mozes, klik hier. (3) Uit een Bijbeltekst over de eindtijd blijkt
dat ze dan nog steeds de sabbat houden “Bidt, dat uw vlucht niet in de
winter valle en niet op een sabbat.” (Mattheus 24:20) Dit staat in wat wel
wordt genoemd “de rede over de laatste dingen”. Het gehele hoofdstuk,
Mattheus 24, gaat over de wederkomst van Christus en over wat daar aan
voorafgaat. Vlak voordat Jezus terug komt zal er een periode van grote
verdrukking komen. In Mattheus 24:15 wordt gezegd wat het teken is dat deze
grote verdrukking op het punt staat om te beginnen. Als de christenen, die op
dat moment in het land Israel zijn, dat teken zien, dan moeten ze
onmiddellijk met grote haast vluchten. En in verband met die plotselinge
vlucht zegt Jezus: “Bidt,
dat uw vlucht niet in de winter valle en niet op een sabbat.” Deze tekst wordt soms
gebruikt door christenen die vinden dat we nog steeds de sabbat moeten
houden. Hun redenering is als volgt: Als in die tijd, dat is de tijd vlak
voor de wederkomst van Christus, nog de sabbat wordt gehouden, dan is de
sabbat blijkbaar niet afgeschaft. Want anders wat het niet nodig geweest om
te bidden dat het moment om te vluchten niet op een sabbat valt. En daarom
moeten wij ook de sabbat blijven houden. De redenering klopt
niet. Wat over het hoofd
wordt gezien, is dat deze aansporing is gericht tot een speciale groep
christenen. Het gaat om christenen die op dat moment in het land Israel
wonen: “laten dan wie in Judea zijn, vluchten naar de bergen” (Mattheus 24:15,16). Zij moeten op een
bepaald moment overhaast vluchten. Daarom moeten ze bidden dat de situatie
gunstig zal zijn voor een snelle vlucht. Vluchten in de winter is zwaarder.
En vluchten op de sabbat gaat moeilijker, omdat bijvoorbeeld het openbaar
vervoer (gedeeltelijk) stil ligt. Op dat moment wonen deze christen Joden
immers te midden van het ongelovige Joodse volk dat Jezus verwerpt en nog
steeds vasthoudt aan de wet van Mozes en dat dus ook de sabbat nog steeds
houdt. Niet de christenen houden op dat moment de sabbat, het Joodse volk om
hen heen houdt in die tijd nog steeds de sabbat. (4) Er staat dat het sabbatsgebod altoosdurend
is, bv. in Exodus 31 “De
Israëlieten zullen de sabbat onderhouden, door de sabbat te vieren, zij en hun
nageslacht, als een altoosdurend verbond.” (Exodus 31:16) In de HSV staat: “ … als een eeuwig
verbond.” De redenering is als
volgt: Hier staat dat de sabbat een eeuwig verbond is. Daarom is het
onmogelijk dat het sabbatsgebod niet meer geldig is. Ook deze uitleg klopt
niet. + Gods intentie en de
praktijk Gods intentie was om
het sabbatsgebod altoosdurend te laten zijn. Zo zou het ook zijn gegaan, als
het volk Israel het verbond met Mozes, waar de sabbat een onderdeel van is,
niet had verbroken. Maar het volk heeft het verbond verbroken, met als gevolg
dat God het verbond met Mozes, met daarin de verbondseis, inclusief het
sabbatsgebod, terzijde heeft geschoven. Voor de christenen is de wet van
Mozes vervangen door de wet van Christus. Er heeft een verandering van wet
plaats gehad (Hebreeën 7:12). Sommige van de geboden en voorschriften uit de
wet van Mozes zijn niet in de wet van Christus opgenomen. Ook het
sabbatsgebod niet (zie hierboven punt 6). + Ook aan het
altoosdurende priesterschap van de zonen van Aaron is een einde gekomen Niet alleen van de
sabbat wordt in de wet van Mozes gezegd dat het een altoosdurend (eeuwig)
gebod was, hetzelfde wordt ook over het priesterschap van de zonen van Aaron
gezegd. De Bijbel spreekt over een altoosdurend priesterschap van de zonen
van Aaron: “opdat het hun tot een altoosdurend priesterschap zij in hun
geslachten” (Exodus 40:15) Terwijl ook dat
priesterschap opzij is geschoven, door een verandering van wet (Hebreeën
7:12). Ook van heffingen waar de priesters recht op hadden, wordt gezegd dat
ze altoosdurend zijn (Numeri 18:19). En toch is het aäronitische
priesterschap afgeschaft en daarmee ook de heffingen. Deze dingen waren
altoosdurend, zolang het verbond geldig en van kracht was. Door de dood en
opstanding van Jezus is de wet veranderd en daarom is het priesterschap van
de zonen van Aaron, maar ook het sabbatsgebod, opgeheven. En als je al, tegen het
bovenstaande bewijs in, staande wilt houden dat het sabbatsgebod eeuwig is.
Dan geldt dat alleen voor de Israëlieten en niet voor de gemeente, niet voor
de christenen. Want in de tekst staat: “De Israëlieten
zullen de sabbat
onderhouden, door de sabbat te vieren, zij en hun nageslacht, als een altoosdurend verbond“ (Exodus 31:16) (5) Uit profetische gedeelten over het duizend
jarig rijk blijkt dat in die tijd de sabbat wordt gehouden Het klopt dat in het
duizendjarig rijk de sabbat weer wordt gehouden (Ezechiël 46:1-7, 44:24,
Jesaja 56:1-8). Maar die tijd is anders dan onze tijd. Het gaat ook daar weer
om een andere periode, om een andere bedeling, met gedeeltelijk andere
regels. Jezus richt bij zijn
wederkomst het duizendjarig rijk op. Hij slaat de opstand van de mensen neer
en neemt de regering van de gehele wereld over. Bij het begin van zijn
regering voert Hij een aantal regels in, waaronder de opdracht om de sabbat
weer te gaan houden. Dat wordt in de theocratie aan de gehele maatschappij
opgelegd. Conclusie De argumenten waarmee
wordt geprobeerd om te bewijzen dat wij als christenen nog steeds de sabbat
moeten houden, zijn niet overtuigend. En tegenover die zwakke argumenten
staat het duidelijke onderwijs van de apostelen over een verandering van wet
en over de sabbat ( Zie hierboven punt 6.) De verwarring van deze
christenen is het gevolg van het feit dat ze het Bijbelse onderscheid tussen
Israel en de gemeente niet onderkennen. Ze zien niet in dat de dingen die God
Israel oplegde in het verbond van Mozes, niet automatisch op de
nieuwtestamentische gemeente over zijn gegaan. Ook hebben ze geen oog voor de
verschillende perioden, geen oog voor de verschillende bedelingen. Bedelingen
waarin God zijn regels voor de gelovigen gedeeltelijk aanpast en verandert.
Ze begrijpen bijvoorbeeld niet dat er na de dood van Christus een verandering
van wet heeft plaats gehad (Hebreeën 7:12). 8.
Maar het wordt toch niet verboden? De laatste jaren is er
een groeiende groep evangelische en orthodox reformatorische christenen die
begonnen is met het houden van de sabbat (op zaterdag). Hoewel zij al
christen waren, hebben zij dat daarvoor nooit gedaan. Ze zijn er later mee
begonnen. Dit is een zeer
zorgelijke en on-Bijbelse ontwikkeling. Waarom? 8.1. Ze gaan in tegen het onderwijs van Paulus Paulus leerde dat voor
een sterke gelovige alle dagen gelijk zijn. (Zie hierboven punt 6.) “Nee, nee”, zeggen deze christenen, “Paulus
kan zeggen wat hij wil, voor ons zijn niet alle dagen gelijk, wij heiligen
toch de sabbat.” 8.2. Hun dubbele boodschap Als je hen vraagt of
het verplicht is om als christen de sabbat te houden, dan krijg je een dubbel
antwoord. Ze zeggen ja en nee tegelijk. Aan de ene kant zeggen
ze dat het niet verplicht is, maar tegelijkertijd zeggen ze dat je wel een
zegen mist als je het niet doet en dat het noodzakelijk is voor een krachtig
geestelijk leven. Dus dan is het toch eigenlijk weer wel nodig om de sabbat
te gaan houden. Iets dergelijks doen
deze christenen niet alleen met de sabbat, maar ook met de oudtestamentische
feesten. Zie punt 12 van de bespreking van Wake Up: www.toetsalles.nl/htmldoc/wakeup.ha.htm . (En
lees daarnaast ook de aanvulling op die bespreking: www.toetsalles.nl /htmldoc/wakeup.dialectiek.htm , het gaat om de inleiding en
het derde voorbeeld. ) 8.3. Ze zijn onder de invloed geraakt van de
Hebrew Roots beweging De christenen die de
laatste jaren zijn begonnen met het houden van de sabbat (op zaterdag) doen
dat omdat ze onder invloed zijn geraakt van de Hebrew Roots beweging. De Hebrew Roots
beweging beweert dat wij, als christenen, los zijn geraakt van onze Joodse
wortels. De aanhangers van de Hebrew Roots beweging zeggen dat we in onze
theologie en in onze gebruiken “vergriekst” zijn. Dat is volgens hen
schadelijk voor een krachtig geestelijke leven en daarom roepen zij de
christenen op om terug te keren naar de Joodse wortels van het christelijk
geloof. Dit is de basistheorie van de Hebrew Roots beweging. Een belangrijk
onderdeel van deze “terugkeer” naar de joodse wortels is het herstel van de
sabbat (op zaterdag). Als je de basistheorie
van de Hebrew Roots beweging over neemt, dan moet je de sabbat wel gaan
vieren. Want als je het echte authentieke originele christelijke geloof uit
de tijd van de apostelen weer wil beleven, dan moet je terug naar de joodse
wortels. En dus ook terug naar het houden van de sabbat (op zaterdag). De theorie van de Hebrew Roots beweging klopt
niet De theorie over de
vervreemding van de Joodse wortels is niet juist, ook niet op het punt van de
sabbat. De Hebrew Roots mensen
beweren dat in de eerste eeuwen van het christendom de christenen de sabbat
en de joodse feesten nog hielden. Voor die stelling is echter geen historisch
bewijs. Bovendien spreekt de Bijbel hun bewering tegen. Uit de Bijbel blijkt
dat de christenen uit joodse synagogen werden geworpen. Dat was ook door
Jezus aangekondigd (Johannes 16:2). De eerste christenen werden door de Joden
tegengewerkt en vervolgd (1 Thessalonicenzen 2:15). Daarom begonnen zij met
eigen samenkomsten (Zie bijvoorbeeld Handelingen 19:9). In het boek
Handelingen wordt beschreven hoe overal eigen christelijke gemeenten
ontstonden. De christelijke
gemeenten die op die manier ontstonden, werden onderwezen door Paulus en de
andere apostelen. We weten welk onderwijs die eerste gemeente kregen, want we
hebben documenten uit die tijd in de vorm van de brieven van het
Nieuwe Testament. Wat daarin staat, werd de christenen onderwezen. In de
brieven staat het onderwijs over de verandering van wet, over de verandering
van de wet van Mozes naar de wet van Christus. Een verandering die het gevolg
was van de dood van Christus. En dat daarom voor een christen alle dagen
gelijk zijn. (Zie hierboven, punt 6) De apostelen sporen in
hun brieven de christenen nergens aan tot het houden van de sabbat,
integendeel. Paulus zegt dat het sabbatsgebod niet meer geldt. En dat we nu
leven in de realiteit waar de sabbat niet meer dan een schaduw van is. Dus niet wat de Hebrew
Roots beweging, namelijk hun onbewezen stelling dat de eerste christenen de
sabbat bleven vieren, maar wat Paulus leert is het werkelijke authentieke
christendom. Dat werd door de apostelen aan de eerste gemeente geleerd. In
zijn onderwijs haalt Paulus elke religieuze motivatie om de sabbat te houden,
weg. Het staat niet op zichzelf Het besluit van deze
christenen om de sabbat (op zaterdag) te gaan houden, staat niet op zichzelf.
Het gaan houden van de sabbat (op zaterdag) is bijna altijd een teken dat
deze christenen de on-Bijbelse basistheorie van de Hebrew Roots beweging
hebben aanvaard. Ze gaan daarom naast het houden van de sabbat meestal ook de
Joodse feesten vieren en ze verdiepen zich in allerlei buiten-Bijbelse Joodse
tradities, zoals bijvoorbeeld de Talmoed en het joodse huwelijksritueel. Ze
beginnen over Jeshua te spreken, in plaats van over Jezus. Meestal is het een
proces, waarin geleidelijk de theologie en de gebruiken van de Hebrew Roots
beweging wordt overgenomen. Een proces waarin het houden van de sabbat één
van de eerste stappen is. Als gevolg van de
theologie van de Hebrew Roots beweging, beginnen ze ook het onderscheid
tussen Israel en de gemeente kwijt te raken. En het onderscheid tussen de wet
en de genade, en tussen het oude verbond en het nieuwe verbond. Het boek Wake
Up is daar een duidelijke illustratie van. Zie deze bespreking van het boek: www.toetsalles.nl/htmldoc/wakeup.ha.htm . Wake Up draagt zo goed
als alle standpunten van de Hebrew Roots beweging uit. Het is een complete
theologie van de beweging. In punt 15 van de bespreking van Wake Up, wordt de Hebrew Roots beweging
zelf kort besproken Als christenen beginnen
met het houden van de sabbat (op zaterdag), komt dat omdat het zuurdesem van
de verkeerde theologie van de Hebrew Roots beweging in hun denken is binnen
gekomen. Als hun denken niet wordt schoongewassen door Gods Woord, zal het
zuurdesem van de Hebrew Roots leer hen verder aantasten. En dat is precies
wat ik om me heen zie gebeuren. Mensen worden
bijvoorbeeld uitgenodigd om een keer een sabbatsviering mee te maken of een
viering van één van de oudtestamentische feesten. Als ze dat doen, dan raken
velen van hen gefascineerd door de mooie rituelen. Mensen zijn nu eenmaal erg
gevoelig voor dit soort rituelen, speciaal als die nieuw en onbekend zijn.
Tijdens die vieringen worden meestal onderdelen van de on-Bijbelse leer van
de Hebrew Roots uitgedragen. Zo worden christenen de Hebrew Roots beweging
binnen getrokken. Veel van de christenen
die meegesleept zijn met deze beweging, beseffen waarschijnlijk niet ten
volle waarin ze zich hebben begeven. Maar valse leer werkt volgens de Bijbel
als zuurdesem (Mattheus 16:6,12; Galaten 5:9). Als ze in die omgeving
blijven, zullen de dwalingen van de Hebrew Roots beweging steeds meer greep
op hen krijgen, dan worden ze er steeds dieper in getrokken, dan zullen ze op
den duur geheel verzuurd raken. De ernst van de situatie In de Hebrew Roots
beweging zien we de herleving van een dwaling waar Paulus reeds in zijn tijd
veel mee te stellen had. Bijbelleraren hebben deze groep valse leraren uit de
tijd van Paulus de naam “Judaisten” gegeven. Het waren ‘christenen’ die wet
en genade vermengden. Zij leerden dat
een mens wel behouden wordt door het geloof in Jezus, maar dat hij daarnaast
ook verplicht is om de wet van Mozes te houden. In Handelingen 15 wordt een
botsing tussen Paulus en deze valse leraren besproken. Zie speciaal
Handelingen 15:5. De volledige Galatenbrief is tegen hen geschreven en ook
Fillippenzen 3. Het is wel zo dat de
Hebrew Roots beweging geen uniforme beweging is, er is onderling verschil, er
is een gematigde vleugel en een radicale vleugel. Iedereen binnen de Hebrew
Roots beweging onderschrijft de basisstelling over de vervreemding van de
Joodse wortels en over de noodzaak om naar die Joodse wortels terug te keren.
Maar niet iedereen binnen de beweging gaat even ver in de uitwerking van die
terugkeer. Bijna allen zijn het er
over eens dat terugkeren naar de Joodse wortels inhoudt dat je de sabbat (op zaterdag)
gaat houden en dat je oudtestamentische feesten, zoals het Loofhutten feest,
weer gaat vieren. Maar er bestaat verschil van mening over de vraag of dit
verplicht is of niet. De ‘hardcore’ Judaisten
in de Hebrew Roots beweging, stellen dat het houden van de sabbat (op zaterdag) verplicht is. Maar de mensen
van de gematigde vleugel van de Hebrew Roots beweging zeggen dat het niet
verplicht is, maar tegelijkertijd zeggen ze wel dat je veel zegen en kracht
misloopt als je het niet doet. En dat het daarom onmisbaar is voor een echte
diepe discipelschapswandel. En zij geloven dat het huidige christendom terug
moet keren naar de Joodse wortels. En als je dat gelooft, dan kun je niet
anders doen dan de sabbat gaan houden. Dat is de dubbele boodschap van de
gematigde vleugel van de Hebrew Roots beweging: het is niet verplicht, maar
eigenlijk wel noodzakelijk. Een voorbeeld hiervan is het boek Wake Up. Het gevaar is dat de
christenen die binnen de invloedssfeer van de Hebrew Roots beweging komen,
telkens meer opschuiven in de richting van het hardcore Judaïsme. Dat gevaar
is niet denkbeeldig of louter theoretisch, ik heb het persoonlijk al
verschillende keren in mijn omgeving waargenomen. Klik hier, voor drie
voorbeelden hiervan: www.toetsalles.nl/htmldoc/3voorbeelden.ontsporing.htm 18.4. Maar het wordt toch niet verboden? De
adder onder het gras. Tegen de waarschuwing
die hierboven, in punt 18.3, is gegeven wordt soms ingebracht dat het volgens
de Bijbel toch niet verboden is om de sabbat te houden. Immers Paulus laat
het toch vrij of je al of niet de sabbat houdt: “Deze
[immers] stelt de ene dag boven de andere, gene stelt ze alle gelijk. Ieder
zij voor zijn eigen besef ten volle overtuigd” (Romeinen 14:5) Dat klopt, dat heeft
Paulus inderdaad geschreven, maar we moeten wel de context waarin hij dit
zegt in de gaten houden. In de gemeente van Rome
waren twee groepen christenen. Een groep gelovigen uit Joodse achtergrond en
een groep christenen uit heidense achtergrond. Velen uit de groep gelovigen
uit Joodse achtergrond waren nog niet los van de wet van Mozes en daarom
bleven ze de sabbat houden, de voedselwetten toepassen en de andere feesten
houden. Paulus zegt dat de andere christenen geduld met deze groep moesten
hebben. Maar hij noemt die groep wel zwak in het geloof (Romeinen
14:1,2), zij hadden niet begrepen dat de dood van Christus hen vrijgemaakt
had van de wet van Mozes. (Dit Bijbelgedeelte uit Romeinen 14, is hierboven
in punt 6.4 uitgebreider besproken) Maar wat er nu in
Nederland, onder invloed van de Hebrew Roots beweging, gebeurt, kun je
daar niet mee vergelijken. Het gaat in dit geval niet om christenen die
opgevoed zijn met de wet van Mozes en die daar nog niet los van zijn, zoals
dat het geval was met de gelovigen uit Joodse achtergrond in de gemeente van
Rome. Het gaat om
evangelische christenen die vrijwillig terugkeren naar deze inzetting van de
wet van Mozes. Ze keren terug naar de wet, naar de dingen die van de aarde
zijn, naar de schaduwen (Kolossenzen 2:17 tot en met 3:3). En dat doen ze
omdat ze de valse basisstelling van de Hebrew Roots beweging hebben over
genomen, ze denken dat ze door het gaan houden van de sabbat (op zaterdag)
terugkeren naar het authentieke christendom. En omdat ze de basistelling van
de Hebrew Roots beweging hebben overgenomen, komen ze open te staan voor de
volledige gevaarlijke theologie van deze beweging. Wat Romeinen 14:5 zegt,
is wel van toepassing op bijvoorbeeld christenen uit orthodox reformatorische
achtergrond, die van kindsbeen zijn opgevoed met de idee dat ze de
zondagsabbat moeten houden. Maar het is niet van toepassing op christenen die
onder invloed van de on-Bijbelse en gevaarlijke theologie van de Hebrew Roots
beweging beginnen met het houden van de zaterdagsabbat. 8.5. Het richt op ritueel in plaats van op Jezus Wat hierboven in punt
8.4. is besproken, is uiteraard de voornaamste reden waarom op dit moment het
gaan houden van de sabbat gevaarlijk is. Het is gevaarlijk omdat het
tegenwoordig bijna altijd is verbonden met de theologie van de Hebrew Roots
beweging. Maar er zijn nog meer redenen te geven waarom het een voor het
geestelijk leven schadelijk idee is om de sabbat te gaan houden. (a) Het
richt je op uiterlijke dingen en niet op wat je in de Here Jezus bent en hoe
je uit Hem moet leven in de kracht van God. Het richt je op een
ritueel in plaats van op de relatie met de levende Heer. Dat wordt duidelijk als
we kijken naar het grotere verband waarin de waarschuwing van Kolossenzen
2:17 tegen het opleggen van de sabbat, staat. Die waarschuwing is onderdeel
van een groter betoog, dat begint in Kolossenzen 2:6 en dat doorgaat tot
tenminste Kolossenzen 3:17. In de gemeente van Kolosse
waren mensen gekomen die leerden dat de christenen de sabbat en andere joodse
feesten moesten houden. Paulus zegt de christenen dat ze daar niet in mee
moeten gaan. En als reden geeft hij aan dat er een nieuwe tijd was
aangebroken. De ceremonieën van de wet van Mozes, zoals de sabbat, waren
schaduwen van de zaak zelf. De dood en opstanding van Jezus en de komst van
de Heilige Geest hebben alles veranderd. Als christenen leven wij in de
realiteit van Christus, door de kracht van de Heilige Geest. Paulus zegt: “Je
moet die schaduwen achter je laten, je moet daar niet bij blijven staan.” Hij
formuleert het zo: ”bedenk de dingen die boven zijn, waar Christus is, en
niet die op de aarde zijn.” (Kolossenzen 3:2) De nadruk ligt in het
gehele Bijbelgedeelte waarin Kolossen 2:17 staat, op het nieuwe leven van
Christus dat in ons is. Dat moeten we uitleven en uitwerken. Daar moeten we
ons op concentreren en niet op de schaduwen, niet op de ceremonieën van de
wet van Mozes. Als je gericht blijft op de oudtestamentische ceremonieën, dan
richt je jezelf op de dingen die op aarde zijn. Dan blijf je leven op
Oudtestamentisch niveau, in plaats van in de realiteit van het werk van de
Geest en het nieuwe leven in Christus. + “Bedenkt de dingen
die boven zijn.” Dat wil zeggen:
bedenk wat je bent in Christus, wandelt in Hem, leg de oude mens af, doe de
nieuwe mens aan. Stel je ter beschikking van God, volg de leiding van de
Geest. +“bedenk ….niet de
dingen die op aarde zijn.” Dat wil zeggen: houdt je niet meer bezig met de
sabbat, met joodse feestdagen, met voedselwetten, etc. Want als je, je met
deze dingen bezighoudt, dan ben je bezig met “de dingen die beneden zijn”. Het gaat om de
gerichtheid. We moeten ons niet richten op het vieren van de sabbat of op
joodse feesten. Daar moet onze aandacht niet naar uitgaan, daar moeten we
onze tijd en energie niet aan besteden. Die dingen moeten we niet in het
centrum van ons christelijke leven plaatsen. Die dingen maken ons geen
geestelijke overwinnende christenen. Je hebt niets aan sabbat houden, in de
geestelijke strijd tegen de boze machten waar iedere christen mee te maken
heeft (Efeze 6:10-18). Het gaat om leven op
twee niveaus. Leven in de oude bedeling, met zijn ceremonieën. Of leven in de
nieuwe bedeling, in de werkelijkheid waar de ceremonieën van het oude verbond
schaduwen van zijn. Je kunt die twee dingen
niet mengen, zoals mensen uit de Hebrew Roots beweging menen te kunnen doen.
Uit de praktijk blijkt dat de sabbatviering centraal komt te staan in hun
geestelijk leven. Mensen verlaten er zelfs hun eigen gemeenten voor, zo
belangrijk vinden ze het. (b) Vastheid zoeken in een ritueel, in plaats
van in de genade “Laat u niet medeslepen door
allerlei vreemde leringen; want het is goed, dat het hart zijn vastheid vindt in genade en niet in spijzen: wie het hierin zochten,
hebben er geen baat bij gevonden. “ (Hebreeën 13:9) Dit vers spreekt over
het zoeken van vastheid in spijzen. Bijvoorbeeld in de voedselwetten van de
wet van Mozes. Mensen kunnen vastheid zoeken voor hun hart in dit soort
wetten en ceremonieën. Dat kun je doen met de voedselwetten van de wet van
Mozes, maar ook met de sabbatviering. Daar steun je dan op, in plaats van op
de genade, in plaats van op het werk van Christus en op het werk van de
Heilige Geest in je. Hebreeën 13:9 is van
toepassing op de christenen die betoverd dreigen te worden door de Hebrew
Roots beweging: “Laat u niet medeslepen door de vreemde leringen van de
Hebrew Roots beweging” (c) Tijd verspilling De hele focus op de
sabbat en op de andere oudtestamentische feesten leidt tot een enorme
verspilling van tijd en energie. Als christen heb je wel wat anders te doen
dan elke vrijdagavond en zaterdag uitgebreid sabbat vieren en je verdiepen in
allerlei joodse tradities en in de typologische betekenissen van de
oudtestamentische ceremonieën (4), waar vaak
uitgebreid over gespeculeerd wordt. Er worden dikke boeken over dit soort
zaken geschreven (denk aan Wake Up), er worden conferentie en studiedagen
over gehouden, enzovoorts. Het maakt mensen tot ijveraars voor de wet van
Mozes. En dat alles zou volgens hen tot een zuiverder en krachtiger
christendom moeten leiden. Die veronderstelling is absurd, zoals ook op
termijn de praktijk ongetwijfeld zal gaan uitwijzen. Want aan de vrucht kent
men de bomen. (d) Staren naar de schaduw Dat is wat deze
christenen doen. Ze richten zich op de schaduwen, in plaats van op de zaak
zelf (Kolossenzen 2:16.17 en 3:2) Denk aan een marmeren beeld.
Het staat buiten in de zon. Daardoor ontstaat er een schaduw. Er zijn mensen
die het beeld willen leren kennen. Ze komen naar het plein toe, waar het
beeld staat en ze gaan vervolgens uitgebreid de schaduw bestuderen. Terwijl
voor hun ogen het eigenlijke beeld staat. Dit is absurd. En toch doen deze
christenen precies dat. De typen, waaronder de
sabbat, hebben een beperkte waarde. Ze bevestigen bijvoorbeeld de eenheid van
het oude en het nieuwe testament. Maar in het onderwijs van de apostelen nemen
ze slechts een zeer kleine plaats in. Zie de punten 7.1 en 7.2. van het artikel over Wake Up. 9.
Hoe zit het dan met de zondagsheiliging? Sommige christenen uit
Reformatorische achtergrond denken dat het sabbatsgebod van de zaterdag is
overgegaan op de zondag. Volgens hen geldt het sabbatsgebod ook voor de
christenen, maar de dag waarop de sabbat moet worden gehouden, is verwisseld.
+ Er is geen Bijbelse basis Het probleem voor deze
christenen is dat er voor de stelling dat het sabbatsgebod is overgegaan van
de zaterdag op de zondag, geen Bijbelse basis is. Er is om te beginnen
geen Bijbelgedeelte in het Nieuwe Testament dat zegt dat het gebod om de
sabbat te houden, is over gegaan op de eerste dag van de week. Het staat er
simpelweg niet. Wat er wel staat, is dat voor een christen alle dagen
gelijk zijn en dat het sabbatsgebod is opgeheven: “Laat
dan niemand u blijven oordelen inzake eten en drinken of op het stuk van een
feestdag, nieuwe maan of sabbat” (Kolossenzen
2:16). Zie hierboven punt 6. En
als alle dagen gelijk zijn, zoals de apostel Paulus zegt, dan is er zowel
geen plaats voor een zaterdagsabbat als voor een zondagsabbat. + Maar de Bijbel spreekt toch over “de dag des
Heren” In Openbaring 1:10 is
sprake van ‘de dag des Heren’. De apostel Johannes zegt van zichzelf dat hij
op de dag des Heren in geestvervoering kwam: “Ik kwam in vervoering des geestes op de dag
des Heren, en ik hoorde achter mij een luide stem …..” Sommigen christenen
denken dat hier met ‘de dag des Heren’ de zondag wordt bedoeld. Dat is echter
hoogst onwaarschijnlijk als we naar het verband kijken en als we Schrift met
Schrift vergelijken. De uitdrukking “de dag
des Heren” komt heel vaak voor in het Oude Testament, in het bijzonder in de
profetische boeken. En daar staat die uitdrukking altijd voor de oordeelstijd
die zal komen vlak voor de wederkomst van Christus. Zie bijvoorbeeld Jesaja
13:6,9,10 en 2:12. Voor meer teksten, zie eindnoot (3). Deze betekenis past in
het verband waarin Openbaring 1:10 staat. De apostel Johannes is in
ballingschap op het eiland Patmos en hij komt daar in geestvervoering. Hij
wordt in de geest meegevoerd en dan ziet en hoort hij allerlei dingen. Hij
krijgt van te voren de oordelen uit de eindtijd al te zien. Dat wil zeggen,
hij wordt als het ware vooruit geplaatst tot in de dag des Heren, tot in de
oordeelstijd: “Ik kwam in vervoering des geestes op de dag des Heren, ..”.
Hij werd in de geest overgeplaatst naar die tijd, en ziet wat er dan gaat
gebeurd. Hij krijgt dan de oordelen die worden beschreven in Openbaring 5 tot
en met 19 te zien. In die hoofdstukken wordt de grote verdrukking beschreven.
+ Uit de Bijbel blijkt dat christenen op de
eerste dag der week samen kwamen Op de sabbat lag Jezus
in het graf! Pas toen die voorbij was, vroeg op de eerste dag van de week
vond men dat zijn graf leeg was (Mattheus 28:1-7; Marcus 16:1-8; Lukas 24:1).
Die dag was de heerlijke opstandingsdag. Op die dag verscheen de Heer ook
voor het eerst aan zijn discipelen (Johannes 20:19-29). We zien dat het
Avondmaal op de eerste dag van de week werd gehouden. De christenen kwamen
dus op die dag samen. “En op de eerste dag van de week, toen de
discipelen bijeengekomen waren om brood te breken, sprak Paulus hen toe …”
(Handelingen 20:7). In het begin kwamen de
christenen nog elke dag bijeen om het avondmaal te vieren, om “brood te
breken” (Handelingen 2:42,46). In Handelingen 20:7 zien we echter dat ze dit
op de eerste dag van de week zijn gaan doen. Ze waren dat gewoon,
maar dat betekent nog niet dat ze die dag zagen als een verplaatste sabbat
zagen. Het enige wat ze doen op die dag is samenkomen. Het was een gewoonte,
geen voorschrift. + Je moet de dingen wel uit elkaar houden Je moet de gewoonte om
op zondag samen te komen niet verwarren met een sabbatsgebod. In het
samenkomen op zondag volgen evangelische christenen simpelweg de gewoonte van
de eerste christenen, zonder dat ze dit samenkomen verbinden met de sabbat. --------------------------------------------- Bijlage A. Het sabbatsgebod was ook een sociale
maatregel Het sabbatsgebod had
niet alleen een religieuze betekenis als teken van het verbond met Mozes en
als onderdeel van de verbondseis van het verbond met Mozes. De sabbat was ook
door God bedoeld als een sociale maatregel. Het sabbatsgebod
beschermde de Israëliet, tegen alsmaar door zwoegen. Maar het was ook bedoeld
als bescherming voor de maatschappelijk zwakken, voor de slaven, voor de
dienstknechten. God zorgde er voor dat ook zij één keer in de week een
adempauze kregen. In die zin was het een stukje sociale wetgeving. “Zes dagen zult gij uw
werk doen, maar op de zevende dag zult gij rusten, opdat uw rund en uw
ezel uitrusten, en de zoon van uw slavin en de vreemdeling adem scheppen.”
(Exodus 23:12) Daarom zei Jezus ook
dat de sabbat er was voor de mens, voor het welzijn van de mens. “En Hij
zeide tot hen: De sabbat is
gemaakt om de mens, en niet
de mens om de sabbat” (Marcus 2:27) God weet wat goed voor een
mens is. Het ritme van zes dagen werken en een dag rusten is goed voor de
fysieke en innerlijke gezondheid van de mens. Maar het doet er niet toe op
welke dag je die wekelijkse rustdag houdt. De zondag vrijwillig als rustdag
apart zetten heeft hetzelfde heilzame effect als het houden van een rustdag
op zaterdag. Voor veel predikanten is de zondag een dag waarop ze hard
werken, daarom nemen velen de maandag als wekelijkse rustdag. Bijlage B. Enkele opmerkingen over de
Reformatorische positie De traditionele leer
over de sabbat van veel reformatorische kerken is als volgt. Onderscheiden tussen de morele wet en de
ceremoniële wet In de wet van Mozes
maken zij onderscheid tussen de morele geboden en de ceremoniële geboden. Dit
onderscheid kun je inderdaad in grote lijn maken. De morele geboden zijn de
geboden over hoe je met je naaste moet omgaan. De ceremoniële geboden zijn de
voorschriften over de offers, de feestdagen, de voedselwetten, enzovoorts. De ceremoniële gedeelten afgeschaft De reformatorische
positie is dat de ceremoniële geboden in Christus zijn vervuld en dat ze
daarom door de apostelen zijn afgeschaft. Zij leren dat de morele geboden van
de wet van Mozes nog steeds geldig zijn. Het verschil met de
evangelische positie is dat de evangelische christenen geloven dat de gehele
wet van Mozes niet geldt voor de christenen. Zij leven onder een andere wet,
de wet van Christus. In die wet zijn wel alle morele geboden van de wet van
Mozes overgenomen, maar ze staan niet meer in het kader van het verbond van
Mozes (ze staan niet meer in het kader van de verbondsvloek en de
verbondszegen uit Leviticus 26 en Deuteronomium 28). En in de wet van
Christus zijn de morele geboden van het Oude Testament zelfs vaak nog
aangescherpt. Zie hierboven, het begin van punt 6. En de verwijzing naar de
Bijbelstudie over de wet. Het twistpunt: een moreel of een ceremonieel
gebod Vanuit reformatorisch
standpunt is het belangrijk om te bepalen of het sabbatsgebod valt onder de
morele wet of onder de ceremoniële wet. In reformatorische kring is daar in
de zeventiend eeuw heftig over gedebatteerd (6).
Uiteindelijk heeft de puriteinse stroming, die het sabbatsgebod streng wilde
handhaven, de strijd gewonnen. Ik zelf ben van mening
dat de Bijbel duidelijk aangeeft dat de sabbat tot het ceremoniële gedeelte
van de wet behoort. Dat blijkt uit Kolossenzen 2:16, 17. Daar wordt ook de
sabbat een schaduw genoemd van de werkelijkheid die in Christus is gekomen. Een ander belangrijk
punt is dat de dominante stroming in de Reformatorisch kerken, dat is de
stroming die de sabbat als onderdeel van de morele wet ziet, sabbat op
zaterdag heeft vervangen door een sabbat op de zondag. Interessant is het
standpunt van F. Gomarus, de grote opponent van Arminius, over de sabbatskwestie.
Hij oordeelde dat het sabbatsgebod slechts in het algemeen oproept tot een
heilige rust op gezette tijden. De sabbat zelf, eerst ingesteld in de
woestijn (Exodus 16), gold enkel voor Israel en dan ook slechts tot aan
Christus. Gomarus wees de gedachte af, dat de eerste dag van de week als
rustdag door de apostelen zou zijn ingesteld. (7) Bijlage C. De invulling van de sabbat De nadruk in de Bijbel
ligt op rust, op adem scheppen. “maar op de zevende dag zult gij rusten opdat
uw rund en uw ezel uitrusten, en de zoon van uw slavin en de
vreemdeling adem scheppen” (Exodus 23:12) In onze tijd leven we
in een periode van ongekende welvaart, zelfs de armen hebben het nog relatief
goed. Dat was in Bijbelse tijden wel anders. Er moest hard gewerkt worden in
de strijd om het bestaan, vaak harde fysieke arbeid. God zette dat harde werk
elke week een dag stil. Opdat de mensen op adem konden komen. Als een mens op
adem komt, dan komt zijn ziel tot rusten en gaat hij nadenken over de
geestelijke dingen. Maar voor de invulling
van de rustdag geeft de Bijbel nauwelijks aanwijzingen. Dat is begrijpelijk,
want voor rusten, voor ontspannen heeft een mens geen handboek nodig.
Uiteraard moeten we ook in onze ontspanning Gods normen handhaven en onze
gemeenschap met God bewaren. Alles heeft zijn tijd: werken, ontspanning,
samenkomen, enzovoorts (Prediker 3). De joodse traditionele
invulling van de sabbat, is fascinerend. Maar we moeten wel bedenken dat die
niet is voorgeschreven door de Thora, door de wet van Mozes, door de Bijbel.
Het enige dat uit de Bijbel blijkt is dat er op de sabbat een samenkomst was
(Leviticus 23:3). En bovenop het dagelijkse brandoffer werd op de sabbat een
dubbel brandoffer gebracht (Numeri 28:1-10). Voor de rest van al die
tradities, die in de loop der eeuwen in het Jodendom zijn gegroeid rondom de
invulling van de sabbat, is geen Bijbelse basis. Christenen die de
sabbat (op zaterdag) gaan houden en die daarbij allerlei buiten-Bijbelse
joodse tradities rondom de sabbatviering overnemen, denken daarmee dat ze
daardoor terug keren naar de Bijbel, maar dat is onzin. Ze keren niet terug
naar de Bijbel, ze keren zich juist af van de leer der apostelen (zie
hierboven punt 6) en ze keren zich naar het Jodendom. --------------- Eindnoten (1)Onze opdracht als
christen is om te leven naar de wil van God (1 Petrus 4:2). We moeten ons ten
dienste van God stellen (Romeinen 12:2). We moeten daders van het woord zijn
(Jakobus 1:22). Dat wil zeggen: we moeten doen wat “er staat geschreven”, we
moeten het woord van God op ons leven toepassen. En we moeten ons laten
leiden door Gods Geest (Galaten 5:18). Die helpt ons bij het verstaan en
toepassen van het woord van God en geeft ons ook het verlangen en de kracht
om te gehoorzamen. Zie bijvoorbeeld Fillipenzen 4:13. “Ik vermag alle dingen in
Hem die mij kracht geeft.” De Geest komt onze zwakheid te hulp (Romeinen
8:26). We wandelen door de Geest. God leidt ieder van ons door de innerlijke
leiding van de Heilige Geest, door de instructie uit zijn woord en door zijn
besturing van de omstandigheden. God heeft een plan met het leven van iedere
christen en Hij wil iedere christen daar in binnenleiden. (2)De geboden van Jezus
en de voorschriften van de apostelen zijn niet vrijblijvend. Er is geen zegen
en vloek meer, zoals onder het verbond met Mozes (Leviticus 26, Deuteronomium
28), maar er is nog wel tuchtiging, als we hardnekkig doorgaan met zondigen.
God tuchtigt om tot inkeer te brengen (Hebreeën 12). Dat gebeurde
bijvoorbeeld met de christenen te Korinthe, toen die ernstig zondigden (1
Korinthe 11:30-32). Er was partijschap in de gemeente, de armen werden
beschaamd, sommigen gingen dronken aan het avondmaal, enzovoorts. Het doel
van tuchtiging is correctie, niet vergelding. Zie de Bijbelstudie: “wat gebeurt er met een christen als hij
zondigt”. (3)De sabbat is het
beeld van het rusten in het volbrachte werk van Christus (Hebreen 4:9,10;
Romeinen 4:5.) Dit is de hoofdbetekenis. Dat komt ook overeen met wat Paulus
in Kolossenzen 2:16,17 zegt. Namelijk dat wij nu al, hier op aarde, als
christenen, het lichaam (dat is de realiteit) van de werkelijke sabbatsrust
beleven, door het geloof in Jezus Christus. Sommigen menen dat de sabbat ook een
schaduw is van het komende duizendjarig vrederijk. Als je daar in binnengaat
dan ga je de ware sabbatsrust in. Anderen zien het ingaan in de ware
sabbatsrust, als het moment waarop we als gelovigen sterven en onze intrek
nemen bij Jezus (2 Korinthe 5:8). De aardse pelgrimsreis is dan over, de
bestemming is bereikt: “En ik hoorde een stem uit de hemel zeggen: Schrijf,
zalig de doden, die in de Here sterven, van nu aan. Ja, zegt de Geest,
dat zij rusten van hun moeiten, want hun werken volgen hen na.” (Openbaring
14:13) (4) De typen, waaronder
de sabbat, hebben een beperkte waarde. Ze bevestigen bijvoorbeeld de eenheid
van het oude en het nieuwe testament. Maar in het onderwijs van de apostelen
nemen ze slechts een zeer kleine plaats in. Zie de punten 7.1 en 7.2. van het artikel over Wake Up. (5)Hier zijn nog enkele
teksten over “de Dag
des Heren”: Ezechiël 13 :5;
30:3; Joel 1:15; 2:1, 11, 31; 3:14; Amos 5:18-20; Obadja :15; Zefanja 1:7,
14; Maleachi 4:5; Handelingen 2:20; 1 Thessalonicenzen 5:2; 2 Petrus 3:10 (6)Voor een bespreking
van die strijd, zie de brochure “Sabbat en zondag” door G.C. den Hertog.
Uitgave van de Willem de Zwijger
stichting, 2009. Zie in het bijzonder punt 4.3.2. Van deze brochure “De
ontwikkeling in Nederland: de sabbatstrijd in de zeventiende eeuw”. (7 )”Sabbat en zondag”,
zie de gegevens in de noot hierboven, pagina 31. Zie ook H.B. Visser, “De geschiedenis van de sabbatstrijd”, p.
106v. |