"Geneest de zieken"

Een eerste beoordeling van Ouweneels boek

Het doel van het boek

Het boek wil een theologische en praktische verhandeling over ziekte en genezing bieden, en in samenhang daarmee ook over demonie en bevrijding (13).

Eén van de doelen van het boek is om een brug te slaan tussen de charismatische christenen en de traditionele evangelicals. "Het (boek) wil veeleer een brug slaan tussen enerzijds de pinkstergelovigen en charismatische christenen en anderzijds de reformatorische en evangelische christenen" (17). Hij probeert de charismatici en de evangelischen te corrigeren in hun eenzijdigheden. Zijn bedoeling is om, zoals hij dat zelf formuleert, de bijbelse middenweg aan te wijzen (15,16).

Hij wijst inderdaad een aantal van de traditionele pinkster en charismatisch leringen af, maar aan de andere kant verdedigt en legitimeert hij weer andere charismatische leringen, ervaringen en gebruiken, tot en met het vallen in de Geest toe (Voor dat laatste zie pp. 273,274).

Het boek is een mix van goed en slecht. Naast het goede (dat de bijbelse toets kan doorstaan) staan er ernstige dwalingen in.

Uit de veelheid van gevaarlijke zaken heb ik hieronder een eerste selectie gemaakt. Het is de bedoeling om later een uitgebreide en systematische analyse van het boek te maken.

  1. Onderscheiden tussen bijbelse en demonische genezingsbedieningen eenvoudig?

Het is volgens Ouweneel eenvoudig om onderscheid te maken tussen bonafide en malafide genezingsbedieningen

Hij spreekt over "de geweldige geestelijke verschillen tussen een bijbelse bediening en demonische imitatie" (36). Met andere woorden het kontrast is, volgens hem, zo groot dat voor een ieder met enig inzicht het verschil onmiddellijk duidelijk is.

Dit is in tegenspraak met Mattheus 24:24. Daar staat: "Want er zullen vele valse christussen en valse profeten opstaan en zij zullen grote tekenen en wonderen doen, zodat zij ware het mogelijk, ook de uitverkoren zouden verleiden" De Here Jezus kondigt hier de komst van onder meer valse profeten aan, zij zullen grote tekenen en wonderen doen. Als gevolg daarvan zal er een grote verleidende kracht van hen uitgaan. Die verleidende kracht zal zo groot zijn dat zelfs uitverkorenen er voor zouden vallen, ware het niet dat dit onmogelijk is.

Uit de woorden van Jezus blijkt dat het niet zo eenvoudig is om te onderscheiden tussen vals en echt, zoals Ouweneel het stelt.

Van wonderen en tekenen lijkt een bedwelmende kracht uit te gaan. Ouweneel is daar zelf een voorbeeld van, dit gezien zijn reactie op Joshua. Eerst was er wat hem betreft de ervaring van genezing (bij zijn dochter, bij hemzelf, een kennis). Daarna begon er van alles te verschuiven in zijn denken.

2. De criteria voor het onderscheiden tussen echt en vals

Hij geeft enkele criteria (25) waaraan een echte genezingsbediening herkend kan worden:

Op zich zijn dit goede criteria. Ze zijn alleen niet volledig. Ook de methoden (de werkwijze) van de genezingsbedienaar moeten aan de bijbel getoetst worden. Neem b.v. T.B. Joshua, de kern van de kritiek van de Nigeriaanse pinksterkerken op Joshua is dat hij het christendom vermengt met occulte werkwijzen

Ouweneel geeft nog enkele criteria, opgesteld door Jonathan Edwards. (25)

In de volgende punten zullen we zien hoe Ouweneel de criteria toepast.

  1. Hij accepteert zeer twijfelachtige genezers

In hoofdstuk 2 verdedigt hij de stelling dat er door de hele kerkgeschiedenis mensen met een (bijbelse) genezingsbediening zijn geweest. Om deze stelling voor de twintigste eeuw te onderbouwen noemt hij een hele rij genezers uit pinkster en charismatische achtergrond op (46-48). Hieronder volgt de lijst.

Voor informatie over de onderstaande genezingbedienaars (althans voor zover beschikbaar), klik op de link, op de naam.

Hij verwijst, tijdens de opsomming van de bovenstaande lijst, naar Roberts Liardon. Ouweneel zegt dat Roberts Liardon de meesten van hen uitvoerig heeft beschreven, in hun grootheid, maar ook in hun zwakheden en soms zelfs jammerlijk falen (47). Voordat Ouweneel de opsomming geeft maakt hij de opmerking dat hij niet per se alles in de genezingsbediening van deze personen goedkeurt (46), maar intussen accepteert hij hen wel als mensen die werkelijk door de Geest van God een genezingsbediening uitoefenden. Dat blijkt ook uit het feit dat hij velen van hen, en vaak zelfs de meest omstreden, in het boek citeert en (kritiekloos) verwijst naar hun ervaringen.

Hij noemt sommigen van hen mannen Gods, onder meer Benny Hinn, Yonggi Cho en T.B. Joshua. Ik citeer van blz 48: "van groot belang dunkt mij de bediening van mannen Gods uit de derde wereld zoals ……... Paul Yonggi Cho, Benny Hinn en T.B. Joshua." (De onderstreping is van mij)

Ouweneel accepteert hen als mannen Gods. Bij implicatie geldt dat in feite voor de gehele lijst aan twintigste eeuwse genezers die hij in het boek geeft. Tegenover de mannen Gods uit de derde wereld staan de door hem opgenoemde mannen en vrouwen Gods uit de westerse wereld.

Velen zijn echter zeer controversiele figuren. Door hun levensstijl, hun onderwijs en hun methoden. Zij zijn door de grote meerderheid van de evangelicals afgewezen als valse profeten en leraars. Toch accepteert Ouweneel hen als mannen en vrouwen Gods.

Een aantal van de door hem genoemde genezers hoort bij de zogenaamde "Word-of-faith" movement. Bennie Hinn, Kenneth Hagin, Yonggi Cho, Rodney Howard Brown, Morris Cerullo, Kenneth Copeland.

In de ‘word-of-faith’ beweging worden zeer ernstige ketterijen geleerd.

Door geloof kunnen we alles krijgen wat we willen, gezondheid, welvaart, succes, wat dan ook Maar die kracht wordt alleen vrijgemaakt door het gesproken woord. Als wij de woorden van geloof spreken dan komt er kracht vrij die onze verlangens verwerkelijkt.

De formule is simpel: "say it, do it, recieve it and tell it" (Hagin)

Drie stappen. Visualiseer wat je nodig hebt. Fundeer je aanspraak op de bijbel en spreek het dan tot werkelijkheid. (Copeland)

Neem een duidelijk doel, visualiseer het tot in de details en broedt het dan uit en spreek het dan tot werkelijkheid door de scheppende kracht van het gesproken woord (Yonggi Cho)

 

Het in geloof belijden maakt de zegen tot werkelijkheid. Als je ongeloofswoorden spreekt dan veroorzaakt dat de ramp waar je over spreekt. (Hagin)

Je moet in geloof belijden dat je genezen bent, en dan niet nagaan of je het al merkt, je moet ook niet verder voorgenezing bidden, je moet belijden dan je genezen bent.

Als je toch weer bidt dan ontken je daarmee je genezing en het woord van God. Dan vernietig je de kracht van het geloof door een negatieve belijdenis. (Hagin, Hinn, Copeland)

Being poor is a sin (Tilton)

Gods wil is prosperity (Gloria copeland)

De weg tot welvaart loopt via de collectezak van de ‘word-faith-movement’, de honderdvoud theorie. Geef een dollar en je krijgt 100 dollar terug.

Eén van je rechten als kind van God is gezondheid en genezing (Copeland)

2000 jaar geleden is het werk volbracht, je bent 2000 jaar geleden genezen, alles wat je hebt te doen is je genezing ontvangen door geloof (Bennie Hinn)

Hagin zegt zowel de hel als de hemel te hebben bezocht, hij heeft vele bezoeken van Jezus en engelen gehad. Hinn spreekt over geregelde bezoeken van de Heer. Na gebed kwam Hinn uit zijn kamer, zijn moeder was aan het schoonmaken, de kracht van God wierp haar tegen de muur.

Het uitdelen van de anointing. Hinn doet dat soms door alleen maar te blazen in de richting van mensen, die vallen dan om, in de Geest. Rodney Howard-Browne, deelt de anointing uit, hij noemt zichzelf de Holy Ghost bartender. Hysterisch gelach is een van de verschijnselen.

  • Als de Heilige Geest niet met Jezus was geweest dan had Hij gezondigd     (Hinn)

  • Je kritiseert mij - God zal je kinderen er voor straffen     (Hinn)

    Het is tenslotte Gods bedoeling dat je rijk bent.

    Tot zover een overzicht van de praktijken en gedachten van leraars uit de ‘word-of-faith’ movement. Voor meer informatie, waaronder de vele citaten waarop het bovenstaande is gebaseerd, klik hier.

    Het is ondoenlijk om alle genezingsbedienaars die Ouweneel in zijn opsomming heeft genoemd te behandelen. Ik zal er nog enkele uitpikken.

    Voor een bespreking van T.B. Joshua verwijs ik naar mijn artikel over Joshua. Klik hier voor het artikel.

    Zie wat hierboven over de ‘word of faith’ leraren is gezegd. Nog wat feiten over Hinn.

    Hij beweert dat God aan hem verscheen toen hij 11 was, die verschijningen zijn daarna doorgegaan. Op de middelbare school had hij visioenen. Op twintigjarige leeftijd, zo getuigt Hinn, is hij tot geloof gekomen. Dus voor zijn wedergeboorte kreeg hij visioenen en verschijningen van God!!

    Het geheim van Hinn’s kracht is zijn bijzondere zalving, die hij verbindt met Kathryn Kuhlman en Aimee McPherson. Hij voelde voor de eerste keer "de volle kracht van de Heilige Geest" op hem komen tijdens een Kuhlman genezingsbijeenkomst in 1973. Hinn vertelde dat hij regelmatig het graf van Kuhlman bezoekt. Hij bezoek ook Aimee’s graf, over een bezoek aan haar graf zei hij "Ik voelde een ontzagwekkende zalving … ik schudde over mijn hele lichaam …. Bevend onder de kracht van God". Toen hem dat overkwam zei hij "Lieve God, ik voel de zalving.’ Ik geloof dat de zalving bij het lichaam van Aimee is gebleven.

    Hij gebruikt zijn zalving om mensen "in de Geest te laten vallen", juist zoals Kuhlman het ook deed. (Vallen in de geest komt niet voor in de bijbel, het is wel bekend uit het hindoeisme en andere godsdiensten, voor een bijbelstudie over dit fenomeen klik hier.) Kuhlman raakte mensen aan op voorhoofd of nek om ze te laten vallen. Maar Hinn kan hetzelfde doen vanaf een afstand. Hij blaast of gooit ‘de zalving’ vanaf een afstand.

    Zijn beruchte openbaring dat de godheid uit negen delen bestaat. Hij beweerde dat hij dit rechtstreeks van God geopenbaard heeft gekregen (de Geest laat me zien). Toen hij veel kritiek kreeg heeft hij het weer herroepen. Maar hoe kun je een openbaring van de Geest herroepen?

    Zijn vele valse profetieën die niet uitgekomen zijn. Enkele voorbeelden. "De Geest vertelt mij, Bennie Hinn, dat Fidel Castro zal sterven in de jaren 90." Castro leeft nog steeds. Via de programma’s van TBN zouden doden worden opgewekt. Hij voldoet ruimschoots aan de kwalificatie van valse profeet, zoals we die vinden in de bijbel (Deut. 18:20-22).

    Hinn zegt dat de genezingen die plaatshebben in de Maria-bedevaardoorden Lourdes en Fatima door God gegeven zijn. Hij zei dit in de Larry King Live show. "Kijk, Larry, God heeft ons vele bronnen van genezing gegeven. Neem Lourdes . Mensen zijn genezen door naar Lourdes en Fatima te gaan … God heeft ons vele wegen tot genezing gegeven".

    Zie de boosaardige bedreigingen van zijn critici. "Ja, Heer, ik zal het doen, ik plaats een vloek op elke man en vrouw die zijn hand uitstrekt tegen deze zalving. Ik vervloek de mens die een woord durft te spreken tegen deze bediening". "De bijbel zegt dat ziekte komt als individuen predikers aanvallen". En deze slaat alles: "If you have attacked me, your childeren will pay for it." Als je me hebt aangevallen dan zullen je kinderen er voor boeten.

    Klik hier voor een site waar je geluidsopnamen van Hinn kunt horen, onder meer de bovenstaande bedreiging. Er staan nog meer huiveringwekkende geluidsopnamen op.

    Let wel, Hinn is volgens Ouweneel één van de mannen Gods uit de derde wereld.

    Voor meer informatie over Hinn, klik hier.

    Cho brengt het evangelie van gezondheid en welvaart ( het health and wealth evangelie). Speciaal gevaarlijk aan hem is zijn theorie over de zogenaamde vierde dimensie. Hij beweert dat God hem persoonlijk en rechtstreeks deze theorie, deze openbaring, heeft gegeven. Er zijn vier dimensies. De eerste drie horen bij de zichtbare wereld. De vierde dimensie is de dimensie van de Geest. De mensen hebben de vierde dimensie in hun hart. Door het ontwikkelen en toepassen van de kunst van visualisatie kan de mens de derde dimensie, dat zijn de materiele dingen beïnvloeden, God, zo beweert hij, vertelde hem dat alle mensen de macht en het gezag hebben om door de vierde dimensie de materiele wereld te beheersen.

    Volgens hem doen de boeddhisten ook wonderen door middel van deze vierde dimensie. Het verschil met de christenen is dat de boeddhisten hun vierde dimensie macht gebruiken in samenwerking met de duivel en een christen doet dat in samenwerking met de Heilige Geest.

    Cho verklaart dat de enorme groei van zijn gemeente het gevolg is van zijn toepassing van de techniek van visualisatie. Hij droomt eerst over kerkgroei tot aan bepaald niveau, daarna visualiseert hij al de gezichten van de nieuwe gemeenteleden en zo ‘broedt’ (incubeert) hij zijn droom tot werkelijkheid. Cho leer dat alle christenen voorspoedig behoren te zijn op alle gebieden, ook op het punt van de gezondheid. Hun succes of falen hangt af van hun succes of falen in het toepassen van visualisatie.

    Cho leert dat de Heilige Geest met ons samen werkt door onze verbeelding en visualisatie.

    Geloof is bij Cho niet meer vertrouwen op de beloften uit de bijbel. Het gaat om geloof in de verlangens die ieder persoonlijk door creatieve verbeelding ontvangt. Die verbeelding moet nog wel bijbels gezift worden. Door visualisering en positieve belijdenis brengen we de verbeelding tot werkelijkheid. Dit laatste noemt Cho: "a law of faith". Cho beweert b.v. dat hij een oudere ongetrouwde vrouw (an old spinster) met succes leerde om een echtgenoot van God te verkrijgen door het visualiseren van een "tall, skinny, musical, Caucasian school teacher".

    De bijbel kent deze techniek en leer absoluut niet.. Cho probeert zijn theorie wel een schijn van bijbelse basis mee te geven. Hij verwijst b.v. naar Genesis 15. We lezen daar dat God zijn belofte dat Abraham tot een groot volk zou worden herhaald. "Zie toch op naar de hemel en tel de sterren, indien gij ze tellen kunt, en Hij zeide tot hem: Zo zal uw nageslacht zijn. En hij geloofde God en Hij rekende het hem toe als gerechtigheid" (:5,6) Cho’s uitleg is als volgt:

    Abraham werd getroffen door emotie … hij zag de sterren veranderen in de gezichten van zijn nageslacht, die tot hem riepen ‘Vader Abraham’. Deze beelden kwamen op in zijn hart, keer op keer en zo werden ze tot zijn eigen dromen en beelden. De beelden en dromen hadden macht over zijn honderdjarige lichaam en zijn lichaam werd spoedig veranderd, het werd weer als een jong lichaam. Op deze manier, door speculatieve schriftinleg heeft Cho eenvoudig geloof in God veranderd in visualisatie, in een onbijbelse en occulte methode.

    Tot zover een bespreking van de leringen, verkregen door directe ‘openbaring’ van Cho de man Gods, althans dat beweert Ouweneel tegenwoordig, uit de derde wereld.

    Voor meer informatie over Yonggi Cho, klik hier.

    William Branham wordt beschouwd als de grootste van de pinkstergenezers. Branham droeg vele ernstige valse leringen uit. Hij ontkende b.v. de drie-eenheid. Hij noemde de leer over de drie-eenheid "a doctrine of devils". Branham is de vader van de Jesus-only stroming onder de pinksterkerken. Zij ontkennen de drie-eenheid. Alleen Jezus is God, Jezus doet zich soms voor als de Vader en soms als de Heilige Geest, het zijn unitariers.

    Hij leerde verder dat Kain het resultaat was van sexuele gemeenschap tussen Eva en de slang. Hij geloofde dat het "denominationalisme" (het deel uit maken van een kerkgenootschap) het merkteken van het beest is, hij ontkende de eeuwigheid van het verblijf in de hel. Dan is er zijn grootheidswaanzin. Hij verkondigde dat hij de engel uit Openbaring 3:14 en 10:7 was. Hij droeg verder de "Manifest Sons of God doctrine" uit, waarin wordt geleerd dat in de eindtijd geestelijke gelovigen (speciaal de eindtijdapostelen) hier op aarde al onsterfelijk zullen worden. Hij is ook een van de voornaamste vaders van de ‘later rain’ movement. Een beweging die wegens ketterij door de Amerikaanse Assemblies of God (pinksterkerken) veroordeeld is.

    Voor een overzicht van de "later rain" doctrines, klik hier (Zie speciaal de artikelenserie The "Doctrine of Demons" by Tricia Tillin ). Met de ‘latter rain’ is de dominian theology verbonden, de kingdom now theologie, het overnemen van de wereld door de gemeente, dit onder leiding van een groep apostelen (the new apostolic reformation), geestelijk oorlog voeren, de kerk als "the man-child" dat de wereld zal hoeden met een ijzeren staf.

    Branham claimde dat een engel hem geleerd had hoe hij ziekten kon opsporen door trillingen in zijn linkerhand. Ongelofelijk dat Ouweneel hem opneemt in zijn lijst van genezingsbedienaars met een bonafide, bijbelse genezingsbediening.

    Voor meer informatie over Branham, klik hier.

    Het is nuttig om speciaal stil te staan bij Kathryn Kuhlman. Ouweneel noemt haar in zijn boek "één van de grootste genezingsbedienaars van de twintigste eeuw" (23). Dit is een complete omkering van zijn beoordeling van haar in zijn vroegere boek "Het domein van de slang". Hij rekent haar nu bij de mannen en vrouwen Gods met een bonafide genezingsbediening.

    Ouweneel beweert dat er door haar bediening duizenden mensen zijn genezen van allerlei ziekten (23). Hoe weet hij dat dit ook werkelijk zo is? Is daar betrouwbaar onderzoek naar gedaan? Neemt hij dat aan op haar eigen getuigenis? Er zijn tenminste twee verslagen van mensen die onderzoek hebben gedaan naar de resultaten van haar genezingsbediening. De eerste is dr. Nolen, een chirurg. In zijn boek ‘Healing: a doctor in search of a miracle' wijdt hij een heel hoofdstuk aan zijn onderzoek van de resultaten van een Kuhlman healing crusade in Pittsburgh, 1948. Nolen meldt dat hij niet één persoon had kunnen vinden waarvan onomstotelijk duidelijk was dat deze door de bediening van Kuhlman was genezen. De andere is de bekende onderzoeker, theoloog en arts, Kurt Koch. Hij meldt dat hij onderzoek gedaan heeft naar de resultaten van de genezingscampagne. De Kuhlman organisatie had hem een lijst met 28 personen gegeven die zouden zijn genezen tijdens genezingssamenkomsten in Minneapolis. Het resultaat van zijn onderzoek? Tien personen waren niet genezen, zeven hadden een verbetering in hun situatie ervaren, elf hadden ziekten waarbij het mentale aspect een belangrijke rol kan spelen. Er was niet een voorbeeld van een genezing van een organische ziekte. (Kurt Koch, Occult ABC, Grand Rapids: Kregel Publishers, 1981)

    Een kort woord over de ervaringen van Joni Earickson tijdens een genezingsbijeenkomst met Kuhlman. Joni is ook in Nederland erg bekend. In haar tienerjaren kreeg ze een ongeluk waarbij ze haar rug of nek beschadigde. Het gevolg van het ongeluk was dat ze voor een groot deel verlamd raakte. Ze heeft verschillende boeken geschreven, gedicteerd, met haar getuigenis. Joni was gast in het bekende "The Bible Answer Man" programma. Daar vertelde ze over een bezoek aan een Kathryn Kuhlman genezingsdienst. Joni hoopte dat God haar zou genezen. Met die hoop en die verwachting ging ze naar een genezingsdienst van Kuhlman. Er was een speciale plek gereserveerd voor mensen in rolstoelen. Er bevonden zich ongeveer 35 mensen in rolstoelen en op krukken in de gereserveerde plaats. De dienst begon, ging voort, maar niets gebeurde. Nog voor de dienst eindigde kwam iemand van de organisatie hen verzoeken de zaal alvast te verlaten, om een verkeersopstopping te voorkomen. "and so there I was Hank, number 15 in a line of 35 people in wheelchairs or on crutches, waiting at the stadium elevator to go up to the parking lot, and we could still hear the distant strains of the organ and piano – Kathryn Kuhlman’s meeting was still going on – and I looked up and down this line of solemn-faced individuals and saw so mucht disappointment" Tsja, aan verlamde mensen daar begon Kathryn Kuhlman blijkbaar niet aan.

    Kurt Koch had speciaal een bediening op het gebied van bevrijding van occult gebonden mensen en christenen. Koch vertelt over de keer dat Kathryn Kuhlman probeerde om hem ‘in de geest te laten vallen’. Hij was in gesprek met haar en plotseling, ongevraagd begon ze voor hem te bidden en haar hand boven zijn hoofd te houden. Als ze dat deed dan vielen de mensen in de Geest. Koch vertelt dat hij om bescherming bad (Heer als dit niet uit u is, beschermt u mij dan). Hij viel niet in de Geest. Bij Kuhlman bleven de mensen slechts 10 tot 30 seconden "in de Geest geslagen" op de grond liggen. Haar opvolg(st)ers doen het nog krachtiger, hebben blijkbaar een nog krachtiger zalving want daar blijft men soms lange tijd "geslagen in de geest" liggen. (Voor een bijbelstudie over dit verschijnsel, klik hier)

    Ouweneel weet van deze feiten. Hij heeft ze vermeld in zijn boek "Het domein van de slang".

    Toch is zijn visie op Kuhlman radicaal veranderd. Wat doet hij nu met deze feiten? Heeft hij b.v. bewijs dat Kurt Koch leugens heeft verteld? Hij zwijgt er over. Koch was een zeer bekende onderzoeker, zijn boeken zijn wereldwijd verspreid. Zijn aanpak werd gekenmerkt door grondigheid en zorgvuldigheid. Ouweneel zwijgt er over. Hij is op basis van persoonlijke ervaringen (hij is door Joshua genezen, zijn dochter ook) van mening veranderd. De feiten doen er dan blijkbaar niet meer toe.

    Ouweneel geeft bij de criteria waaraan een bonafide genezingsbediening is te herkennen onder meer het criterium "wordt de persoonlijke wandel van de genezingsbedienaar gekenmerkt door heiligheid?" Hoe zat dat bij Kathryn Kuhlman. Zelfs, de haar sympathiek gezinde biograaf uit charismatische achtergrond, Jamie Buckingham, kon haar ongepaste liefde voor dure kleren en juwelen en haar first class levensstijl niet verbergen. Terwijl ze voorganger was van een grote kerk in Denver, midden jaren 30, begon ze een relatie met een getrouwde evangelist, met de naam Burrough Waltrip. Hij had al enkele jaren een relatie met haar voordat hij scheidde en zijn vrouw en twee kinderen verliet om met Kuhlman te trouwen. Enkele jaren na hun huwelijk scheidde Kuhlman van Waltrip. Volgens haar in opdracht van God. Volgens Ouweneel heeft Kuhlman berouw gehad over deze escapades, dat ze overigens 'toonde' door van Waltrip te scheiden! Ze moest, zo beweert ze, kiezen tussen het huwelijk met Waltrip en haar 'bediening voor God'. Daarop liet ze Waltrip vallen. Ze heeft zich overigens nooit bekeerd van haar luxieuze levensstijl. Tot zover de feiten over deze "vrouw Gods".

    Voor meer informatie over Kathryn Kuhlman, klik hier

    Laten we de criteria toepassen die Ouweneel zelf (zie hierboven onder punt 2) aangegeven heeft.

    "Brengt de genezingsbedienaar een bijbelse prediking?"

    De meeste van de genoemde genezers brengen of brachten de traditionele pinksterleringen. Genezing is in de verzoening, dus iedere gelovige kan nu genezing claimen en verwachten. Je hoeft dus als christen niet ziek te zijn. En de leer dat het spreken in tongen het enige en noodzakelijke bewijs is van de vervulling met de Geest. Enkele van de meer recente genezingsbedienaars, b.v. John Wimber, hebben inmiddels deze leringen aangepast. Wimber leerde niet dat iedereen in tongen behoort te spreken. Maar hij leert wel dat ieder in tongen kan spreken. Hij stelt ook niet dat iedere christen die ziek is genezing kan claimen. In plaats daarvan leert hij dat het normaal is dat God geneest, maar er zijn uitzonderingen.

    Veel ernstiger is dat velen van de door Ouweneel genoemde genezers dwalingen van de ‘word-of-faith en de ‘latter-rain’ beweging uitdragen of uitdroegen.

    Ouweneel accepteert figuren als Hinn, Cho en Branham toch als gelovigen met een bijbelse genezingsbediening, ja, als mannen Gods.

    De vraag is wat Ouweneel verstaat onder "bijbelse prediking", want de dwalingen van Branham en consorten zijn blijkbaar voor Ouweneel niet ernstig genoeg om hen te ontmaskeren als valse leraren.

    "wordt de bedienaar gekenmerkt door levensheiliging"

    Vele van de genoemde genezers waren en zijn geldwolven. Velen leiden een (zeer) luxieus leven, de grote liefde van Kuhlman voor juwelen en dure kleding wordt zelfs door haar vriendelijk gezinde biografen niet ontkend. Denk verder aan de huwelijkse- en buitenhuwelijkse avonturen van genezers als Kathryn Kuhlman en Aimee Mcpherson. Of zie de (doods) bedreigingen van Hinn aan het adres van zijn critici. Deze dingen geven toch minstens zeer te denken.

    "worden de genezen mensen ook geestelijk gezegend"

    Hoe zit het hiermee? Ten eerste blijkt dat in de bediening van b.v. Kuhlman het al erg moeilijk bleek voor verschillende onderzoekers om werkelijk onomstreden genezingen vast te stellen. Wat was b.v. het resultaat bij Joni en de 35 andere gehandicapten waar ze over vertelt? (Zie het gedeelte over Kuhlman) John Wimber erkende dat hij met ongeveer 200 kinderen en volwassenen met down-syndroom had gebeden. Niet één van hen was genezen. Hoezo genezen mensen? Er worden zeker niet meer mensen genezen dan in traditionele evangelische kringen waar met ernst voor de zieken wordt gebeden. Ook daar genezen af en toe mensen spectaculair.

    Ouweneel is zelf genezen door Joshua (problemen aan de keel). Wat is het resultaat bij Ouweneel, geestelijk gezien? Eén van de resultaten is dat hij een hele rij leerstellig ongezonde leraren nu erkent als mensen met een echte bijbelse genezingsbediening. Het resultaat is dat hij vele schriftgedeelten aan het verdraaien is, in deze studie worden enkele voorbeelden besproken. Hij is de zalving van Joshua aan het doorgeven. Zijn genezing lijkt hem het laatste deel van zijn onderscheidingsvermogen te hebben ontnomen.

    Het is verbijsterend hoe Ouweneel de criteria toepast. In het gehele boek wordt geen malafide genezings bedienaar genoemd. Neem Branham die was volgens Ouweneel wel extravagant (47) en soms eenzijdig in zijn opvatting, maar toch een man Gods., met een bonafide genezingsbediening.

    4. Genezingsbedieningen binnen de rk-kerk

    Ouweneel wijst er op dat in de Rooms-katholieke Kerk er altijd een traditie van de genezingsbedieningen is gebleven. Ik citeer: "Wel is het de moeite waard erop te wijzen dat er in de Rooms-katholieke Kerk steeds opvallende genezingsbedienaars gebleven zijn. Lovsky noemt Franciscus Xaverius (ca. 1550), Gassner (1721-1779), Anna Katharina Emmerich (1774-1824) en Jean-Marie Baptiste Vainney, de ‘pastoor van Ars’. Sedertdien lijkt de rooms-katholiek genezingsbediening vooral overgenomen te zijn door de Madonna, met name te Lourdes" (41)

    Zou Ouweneel tenminste deze genezingsbedieningen als valse demonische imitaties herkennen en aanduiden? Hij doet het niet, hij laat het in het midden, de suggestie is sterk dat het ook bijbelse genezingsbedieningen zijn. Hij maakt deze opmerking immers in hoofdstuk twee, waar hij probeert te bewijzen dat er door alle eeuwen heen in de kerkgeschiedenis genezingsbedieningen zijn geweest. Hij zet ze op één lijn met de genezingsbedieningen uit protestantse, evangelische, charismatische hoek.

    Denk aan de criteria die Ouweneel voor een bijbelse genezingsbediening heeft gegeven. Brengt de genezingsbedienaar een bijbelse prediking, worden de genezen mensen ook geestelijk gezegend? De genoemde rooms-katholieke genezers brachten geen bijbelse prediking, ze brachten het onbijbelse rooms-katholieke evangelie van behoud door geloof en sacramenten. (Zie het onbijbelse sacramentele evangelie van de Rooms-Katholieke Kerk Klik ook op deze link voor ekstra informatie over het rooms-katholicisme.) Als ze wel het bijbelse evangelie hadden gebracht dan had de inquisitie hen opgepakt of waren ze uit de Rooms-katholieke Kerk gezet. De genezen mensen kwamen ook niet dichter bij God, ze werden nog meer verknocht aan de dwalingen van de Rooms-katholieke Kerk. Het effect van Lourdes is een toename van de mariaverering. De rooms-katholieke Maria, moeder Gods, koningin des hemels, middelares van alle genaden, geboren zonder erfzonde, opgevaren naar de hemel, de voorspraak in de hemel, etc. Een Maria die meer op de heidense moedergodin lijkt dan op de bijbelse Maria.

    Ouweneel heeft elders geschreven dat er volgens hem geen fundamenteel verschil tussen Rooms-katholiek en Protestant bestaat. Citaat uit Ouweneels boek ‘Nachtboek van de ziel’: "Het ‘ware geloof’ is iets dat zelfs het onderscheid katholiek-protestant te boven gaat" (p. 182). Het gaat tussen de rooms-katholiek en de protestant niet zomaar om een bijzaak, het gaat om de kern van het evangelie, het gaat om het antwoord op de vraag "Wat moet ik doen om behouden te worden?". Op deze vraag geeft de Rooms-katholieke Kerk nog steeds een onbijbels antwoord. ( Link. ). Ouweneel relativeert zelfs dit verschil. Deze opstelling van Ouweneel is het gevolg van zijn nieuwe onbijbelse visie op dogma, daardoor relativeert hij alle dogmatische verschillen. (Zie Ouweneels een nieuwe visie op dogma )

    Ouweneel spreekt over "de eigenlijke opwekking van God in onze dagen" (56) En hij constateert met grote instemming dat dit werk "dwars door katholieke, protestantse ………….. werelden heen breekt" (56)

    1. Verdedigt ‘dronken in de Geest’, ‘vallen in de Geest’

    5.1. Vallen in de Geest

    Ouweneel accepteert het vallen in de Geest. Hij verklaart het aldus. De Naam van Jezus is zo beladen met kracht (dynamis) dat het noemen van de naam mensen achterover kan doen vallen.

    "Bij de Heer Jezus was deze dynamis zo sterk, dat toen Hij in wezen eenvoudig zijn Goddelijke naam (‘Ik ben’) noemde, zijn tegenstanders terugdeinsden en achterover tegen de grond sloegen (Johannes 16:8). Dit kan ook bij genezingen (of andere ‘aanrakingen’) door Jezus’ dienstknechten gebeuren: men spreekt dan van ‘Vallen in de Geest’. (274,275)

    Het vallen in de Geest heeft echter geen bijbelse basis. Voor een goede en grondige toetsing aan de bijbel van ‘vallen in de Geest’, klik hier.

    5.2. Dronken in de Geest

    Bij de zogenaamde "Toronto Blessing" stond en staat er een bepaald gedrag, een verschijnsel, op de voorgrond dat "dronken in de Geest zijn" wordt genoemd.

    Neervallen, waggelen, onduidelijke spraak, aangetast verstandelijk functioneren en ander bizar gedrag. In de Vineyard newsletter (March 1994 Vol. 1) wordt zelfs gerapporteerd dat mensen door de politie aan de kant van de weg werden gezet omdat de politieagenten naar aanleiding van het rijgedrag dachten dat de bestuurders onder invloed van alcohol waren.

    Dit zou het werk van de Heilige Geest zijn, dit zou, zo stelt men, met mensen gebeuren die vervuld worden met de Geest, dan wordt je dronken van de Geest.

    Dit is slechts één van de "manifestaties" die in de ooggetuigen verslagen naar voren komen. Er wordt ook gerapporteerd over langdurige en dwangmatige spastische bewegingen, het maken van dieren geluiden, volkomen irrationeel hysterisch lachen (schateren).

    De Toronto Blessing is terug te voeren naar Rodney Howard-Browne. Hij noemde zichzelf de Holy Ghost bartender. Hij schenkt nieuwe wijn (de volheid van de Geest) waardoor mensen dronken worden in de Geest. Ouweneel noemt deze man in zijn lijst van genezingbedienaars en hij verwijst in zijn boek geregeld naar hem. Voor meer informatie over Howard-Browne, klik hier.

    Howard-Browne heeft dit "wonderbare" vermogen tot het bewerken van dronkenschap in de geest door handoplegging doorgegeven aan anderen. Die het op hun beurt weer door hebben gegeven. (Zie hieronder punt 14)

    Ouweneel legitimeert in zijn boek het dronken zijn in de Geest (31). Hij probeert voor dit verschijnsel steun te vinden in de bijbel.

    Hetzelfde deed hij trouwens in een artikel in de Visie (10 vragen over de Heilige Geest, Visie nr 24, 2003) waar hem gevraagd wordt wat te denken van het verschijnsel "dronken in de Geest". Ook daar verdedigde hij het verschijnsel en trachtte hij het bijbels te legitimeren.

    De term dronken in de Geest komt in de bijbel niet voor. Ouweneel stelt het gelijk met het bijbelse begrip extase. Dit woord komt wel een enkele keer in de bijbel voor.

    Paulus spreekt over "hetzij wij in extase zijn, wij zijn het voor God; hetzij wij nuchter zijn, wij zijn het voor u" (2 Kor. 5:13). De vraag is wat Paulus hier met extase bedoelt.

    Moeten we denken aan de hierboven genoemde verschijnselen of gaat het eerder om een gegrepen en overweldigd zijn door de Geest en door de boodschap van het evangelie. Denk b.v. aan Billy Graham in zijn goede tijd. Als hij het evangelie verkondigde dan leek het soms wel alsof hij buiten zichzelf trad, zo gegrepen, meegevoerd, vol geloof, was hij dan, maar hij bleef wel rationeel handelen en spreken. De bijbel spreekt over onuitsprekelijke vreugde die gelovigen kunnen beleven. Als je dat beleeft zal dat wat met je doen, maar het blijft wel rationele blijdschap. De discipelen spraken op de eerste pinksterdag in andere talen, ze spraken over de grote daden Gods. Op zich een rationeel gebeuren. Op joden die slechts de plaatselijk taal spraken zal het spreken in vreemde talen, die zij niet verstonden, merkwaardig overgekomen zijn. Dat kan verklaren waarom sommigen aan dronkenschap dachten. Petrus weerlegt de gedachte en geeft vervolgens een rationeel betoog.

    Niets wijst er op (of bewijst) dat de discipelen achterover vielen, dat ze met een dronkemanstongval spraken, dat ze waggelden, dat ze in hysterisch geschater uitbarstten, dat ze dierengeluiden maakten, of in vervoering met ogen dicht en opgeheven handen totaal afgesloten van de buitenwereld een gevoelsreis maakten, in passieve overgave aan ‘de zalving’.

    Ouweneel stelt dat het aanbiddend vervuld zijn met de Heilige Geest plus de bijbehorende tongentaal bij de oppervlakkige toeschouwer de indruk kan wekken van ‘dronkenschap’, van een extatische ervaring. (31) Ter ondersteuning wijst hij op 1 Kor. 14:23. Daar staat: "Indien dan de gehele gemeente bijeengekomen is en allen in tongen spreken, en er komen toehoorders of ongelovigen binnen, zullen zij niet zeggen, dat gij wartaal spreekt."

    Zie hoe Ouweneel moet sjorren en draaien aan bijbelteksten om het fenomeen van het dronken zijn in de Geest bijbels te rechtvaardigen. Deze tekst zegt niets over extatisch, dronken gedrag. Als een ongelovige in een samenkomst binnenkomt waar alle mensen tegelijk voor hem onbegrijpelijke klanken aan het uitstoten zijn dan krijgt hij of zij logischerwijs de indruk in een gekkenhuis terecht te zijn gekomen. Dat heeft niets met extatisch gedrag te maken.

    De vrucht van de Geest is zelfbeheersing (Galaten 5:22), maar Ouweneel denkt dat onbeheerst op dronkenschap lijkend gedrag het werk van de Geest kan zijn. Keer op keer zegt de bijbel tegen de christenen dat we nuchter moet zijn. Dat is wat anders dan dronken worden van de nieuwe wijn van de Geest. In Efeze 5:18 wordt de vervulling met de Geest gesteld tegenover de vervulling met wijn. De parallel is dat je in beide gevallen onder invloed bent, het verschil is dat de wijn de controle overneemt, maar de Geest werkt samen met onze eigen wil, de Geest bewerkt juist zelfbeheersing.

    Voor een nadere bespreking van het verschijnsel van ‘dronkenschap in de Geest’ klik hier.

    6. Jezus ook dronken in de Geest!?

    Hij suggereert dat ook Jezus dronken in de Geest was. Dat doet hij als volgt. Hij verbindt dronken in de Geest zijn met extase (Zie punt 5, hierboven). Vervolgens wijst hij op een bijbeltekst waarin de verwanten van Jezus zeiden dat Hij buiten zinnen (in extase) was.

    Het gaat om Markus 3:21, waar door de verwanten van Jezus over hem wordt gezegd: ‘Hij is buitenzichzelf (uitzinnig)’, (In het Grieks staat exesté, van existèmi, waarvan extasis afgeleid is.)

    Ik citeer uit het boek van Ouwneel "Van Jezus wordt gezegd, terwijl hij met de bevrijdingsbediening bezig is, dat Hij ‘in extase’ was" (31).

    Hij suggereert dus dat deze tekst zou bewijzen of er op zou wijzen dat Jezus ‘dronken in de Geest was’ (Want dat verbindt Ouweneel met in extase zijn). Dan doemt het beeld op van een Jezus die wankel en waggelt als een dronkeman, die achterovervalt, die hysterisch schatert, etc. Want dat wordt in charismatische kringen onder dronken in de Geest verstaan. (De verschijnselen van de Toronto Blessing, de derde golf, de Pensacola Outpouring)

    Dit grenst aan godslastering, als het al geen godslastering is, suggereren dat Jezus zo is. Je komt dan in de buurt bij het prediken van een andere Jezus, het is niet meer de Jezus der Schriften die nooit zijn beheersing en de controle verloor, zelfs niet in Gethsemane. Ouweneel maakt van Jezus een god naar zijn eigen beeld, een god naar het beeld van Bennie Hinn en T.B. Joshua. Een soort dronken Dyonisius.

    Een nadere blik op de bijbeltekst waar Ouweneel naar verwijst.

    "En Hij ging in een huis; en er verzamelde zich weder de schare zodat zij zelfs geen brood konden eten. En toen zijn naastbestaanden dit hoorden, gingen zij heen om Hem te halen, want zij zeiden: Hij is niet bij zijn zinnen." (Marcus 3:20,21)

    Jezus had het zo druk dat hij zelfs geen tijd had om te eten. Zijn familieleden hoorden dit en concludeerden dat dit ‘gekkenwerk’ was. Op die manier bezig zijn, dat houdt toch geen mens vol. Daarop besloten ze tot een reddingsactie. Ze zouden hem op gaan halen en in bescherming nemen tegen zichzelf. Dat is de natuurlijk uitleg van de tekst, de uitleg in overeenstemming met de kontekst.

    Ouweneel concludeert echter uit de tekst dat Jezus in extase was (tijdens het bevrijden van mensen). Of hij suggereert tenminste dat dit er op zou wijzen. Dit toont het bedenkelijke niveau van schriftuitleg waartoe Ouweneel zich verlaagt in zijn streven om T.B. Joshua en andere twijfelachtige genezers te verdedigen. Alles is blijkbaar geoorloofd, dit is geen schriftuitleg maar schriftinleg. Hij verdraait de schrift tot zijn eigen verderf en dat van de vele gelovigen die hij hiermee zal misleiden en verleiden.

    7. God doet soms een vreemd werk

    Het komt er op neer dat Ouweneel de toepassing van het ‘Sola Scriptura Principe’ afwijst of tenminste uitholt, als het gaat om charismatische zaken, zoals de methoden die de genezingsbedienaars toepassen.

    Hij maakt er bezwaar tegen dat in de gemeentelijke praktijk handelingen worden afgewezen waarvoor wij geen bijbelse voorbeelden hebben.

    "Men stuit op allerlei praktijken die men nog nooit heeft meegemaakt en vraagt direct:’Waar vinden we dat in de Schrift?’" (30)

    Hij noemt dit een onbillijke vraag. Ik citeer "Dat is ten eerste een onbillijke vraag" (30)

    Want zo vervolgt hij, in de gemeentelijke praktijk accepteert men allerlei zaken die wij zo nergens letterlijk in de bijbel tegenkomen. Hij noemt dan zaken als het gebruik van een doopvont, kansel, kerkgebouw, blokjes aanbidding met een aanbiddingsleider, zondagscholen, etc.

    Ook zegt hij dat het principe achter de vraag (waar staat dat in de bijbel?) niet deugt. "Gelovigen moeten er altijd op bedacht zijn dat God soeverein is om ‘vreemd’ werk en ‘ongewone’ dingen te doen (30)

    Wat bedoelt hij met een vreemd werk? Dingen die geen bijbelse basis hebben? Zaken als het hierboven behandelde dronken zijn in de Geest?

    Hij pleit er voor dingen die ‘vreemd’ zijn niet onmiddellijk te veroordelen, tenzij ze uitdrukkelijk in strijd zijn met duidelijke bijbelse principes.

    Als protestanten belijden wij dat de schrift de enige regel (norm) is voor geloof en leven, en dus ook voor het gemeenteleven. De ene groep protestanten heeft dit principe rechtlijniger toegepast dan de andere. Daar maakt hij nu gebruik van.

    Verder vergelijkt hij zaken als het al of niet gebruiken van een doopvont met een ervaring als het vallen in de de Geest. Het is niet billijk, niet eerlijk, dat hij dit doet. In onze huidige studie gaat het over de uiterst belangrijke vraag wat de bron van allerlei charismatische verschijnselen is. Of je nu wel of niet een doopvont gebruikt zal van weinig invloed op het geestelijk leven zijn. Maar als je je overgeeft en inlaat met demonische imitaties van het werk van de Heilige Geest dan zal dat wel grote gevolgen hebben voor het geestelijk leven.

    Ouweneel past hier weer zijn subtiele misleidende redeneringen toe.

    Ten eerste moet de vraag niet zijn: "Waar staat dat?". De vraag moet zijn "Wat zegt de bijbel over dit of dat verschijnsel, of over die ervaring, of over die leer". De bijbel kan daar zowel direct als indirect licht over geven. Dit zijn de vragen die gesteld moeten worden:

    Is het een bijbels gebruik in de zin dat het in de bijbel ook werd gedaan (voorbeelden)?

    Is het een bijbelse lering of ervaring?

    Is het een bijbels gebruik (ervaring) in de zin dat het in lijn is met de leer, en de geest van de bijbel?

    Gaat het in tegen een directe richtlijn van de bijbel?

    Gaat het in tegen de leer, tegen de geest van de bijbel.

    Met deze vragen moet elke toetsing beginnen.

    Ouweneel pleit er voor dat we ‘vreemd werk’ moeten accepteren tenzij het uitdrukkelijk in strijd is met bijbelse principes. Een bijbelse basis, onderbouwing is in zijn ogen niet per se nodig. "Het wordt niet verboden, dus is het in orde".

    Hoe werkt dat uit? Een voorbeeld. Alhoewel we het in de bijbel niet tegenkomen en er geen enkele steekhoudende onderbouwing voor te geven is aanvaardt Ouweneel toch verschijnselen als ‘vallen in de geest’’ en ‘dronken in de geest’ als echte uitingen van de Geest van God. Al probeert hij met een enkele tekst er toch een bijbelse basis aan te geven.

    Deze verschijnselen gaan in tegen algemene principes, tegen grote lijnen van de Schrift, de schrift roept de gelovigen immers keer op keer op tot nuchterheid. En de vrucht van de Geest is zelfbeheersing. Het tegenovergestelde van dronkenschap dus.

    Ouweneel rekt het ‘sola scriptura’ beginsel op tot de uiterste grens en waarschijnlijk verder dan de uiterste grens.

    De door hem bewonderde en veel geciteerde genezingsbedienaar John Wimber zei het duidelijker. "Je kunt de Heilige Geest niet opsluiten in de bijbel" Zo maakte hij ruimte voor buitenbijbelse leringen, ervaringen en gebruiken. En over traditionele evangelische christenen zei Wimber: "De God die zij dienen bestaat uit de Vader, de Zoon, en de Heilige Schrift".

    Tenslotte gaat het bij de bezwaren tegen de door Ouweneel genoemde pinkster en charismatische genezingsbedienaars niet alleen om praktijken, het gaat ook over leringen en vooral over ervaringen. Want eerst was er b.v. de ervaring van het dronken zijn in de Geest, en pas daarna zocht men naar een bijbelse rechtvaardiging (basis), maar die is niet te geven. Om dat op te vangen valt men de rationele toetsing aan de bijbel en het sola scriptura beginsel aan. Ouweneel zingt mee in dit koor, alhoewel hij er voor zorgt dat hij op het grensgebied blijft staan, zo slim is hij wel.

    8. Kan de duivel wel wonderen doen? Ouweneel zet er vraagtekens bij

    Ik citeer "Is het wel zo zeker dat de Satan volledige en blijvende wonderen van genezing kan verrichten?" (24)

    De Here Jezus waarschuwt dat er valse profeten en christussen zullen komen die grote wonderen zullen doen.

    "Want er zullen vele valse christussen en valse profeten opstaan en zij zullen grote tekenen en wonderen doen, zodat zij ware het mogelijk, ook de uitverkoren zouden verleiden " (Mattheus 24:24)

    Zie ook de andere teksten waaruit blijkt dat de boze, tot op zekere hoogte, wonderen kan doen: 2 Thess. 2:9; Handelingen 8:9,10; Openbaring 13:11-14.

    De Here Jezus spreekt over grote tekenen, maar Ouweneel is er niet zo zeker van dat valse profeten (genezings)wonderen kunnen doen.

    Als Ouweneel gelijk heeft dan bewijst elk echt wonder dat een genezingsbedienaar verricht dat deze door de Heilige Geest van God werkt. Bij Joshua gebeuren wonderen. De conclusie is duidelijk.

    9. Zijn visie op de eindtijd

    Zie punt 8 hierboven, hij is er niet zo zeker van dat de boze grote tekenen zal kunnen doen op het gebied van gezondheid.

    Van andere dingen is hij weer wel zeker.

    "We mogen rustig zeggen dat er nooit een tijd in de heilsgeschiedenis kan zijn dat de werktuigen van Satan grotere macht aan de dag zouden leggen dan de werktuigen van God"

    (citaat p. 29)

    "Wij verwachten een dergelijke bediening, een bijbelse genezingsbediening, vooral in de eindtijd, juist als Goddelijk tegenwicht tegen de opkomende krachten van de Antchrist" (p. 35)

    Hoe weet Ouweneel dit?

    De bijbel kondigt wel een wonderen en tekenen beweging van valse profeten en christussen aan (Matth 24:24; 2 Thess. 2:9) Het verschijnen van die beweging is één van de kenmerken van de eindtijd. De bijbel zwijgt over een tegenbeweging met nog grotere tekenen en wonderen.

    In de bijbel zien we telkens weer dat God de harten van de mensen op de proef stelt, om te weten wat in hun hart is. Door ‘de valse wonderen en tekenen beweging’ zullen de harten van de mensen en de ‘christenen’ beproefd worden. De sleutel tot het ontsnappen aan deze verleiding is het aanwezig zijn van "liefde tot de waarheid". De waarheid, de gezonde leer, zoals we die in de bijbel hebben. (2 Thess. 2:10)

    "de Here uw God stelt u op de proef om te zien" (Deut. 13:3)

    De bijbel spreekt niet over een grote eindtijdopwekking. Wel komt er volgens de Schrift een grote eindtijdverleiding. Er komt een massale afval. De bijbel zegt dat de afval gaat komen. (2 Thess. 2:3) Er komt een tijd dat de mensen de gezonde leer niet meer zullen verdragen (2 Tim. 4:3,4). Ze blijven overigens wel religieus, ze verzamelen leraars naar hun eigen begeerte, b.v. van het word-of-faith type met hun "health and wealth" evangelie. Ze zullen meegetrokken worden in de valse wereldreligie uit de eindtijd (De grote hoer uit Openbaring 17).

    De christenen zouden dit moeten weten en op hun hoede zijn.

    "Geliefden daar gij het nu van te voren weet, weest op uw hoede, dat gij niet door de dwaling … meegesleept …" (2 Petrus 3:17)

    De eindtijd is de tijd vlak voordat Jezus terugkomt. In de bijbel wordt allerlei informatie over deze tijd gegeven. Ontwikkelingen op het gebied van de politiek, de natuur, de geestelijke wereld. Als we de informatie op een rij zetten dan krijg je een beeld van hoe het zal zijn. Als je de bijbelse rij van eindtijdtekenen bekijkt dan is het duidelijk dat een groot deel van de tekenen vervuld is of op dit moment in vervulling aan het gaan is. Daarom kunnen en moeten we weten dat we momenteel in de eindtijd leven of dat we de eindtijd naderen.

    Eén van de kenmerken van de eindtijd is het verschijnen van een ‘valse wonderen en tekenen’ beweging binnen de christenheid (Matth. 24:24). Vele andere tekenen zijn er al, het is te verwachten dat het teken van de valse tekenen en wonderen beweging ook spoedig zal verschijnen. Let wel, het gaat om valse (pseudo) profeten, profeten die zich voordoen als christen, die optreden binnen de christenheid.

    We kijken rond, we zien uit naar dit teken, en daar is T.B. Joshua, hij noemt zichzelf "profeet" en er worden grote wonderen gerapporteerd. In tegenstelling tot vele pinkstergenezers, uit de door hem gegeven lijst, schijnen er bij Joshua wel grote tekenen en wonderen te gebeuren. Bij nader onderzoek blijken een heleboel aspecten in de bediening van Joshua twijfelachtig. (Voor een beoordeling van Joshua – klik hier). Hij voldoet aan het profiel van de valse profeten uit Matth. 24:24. Het lijkt er op dat met de komst van T.B. Joshua een nieuwe fase is aangebroken. We kunnen nog meer van zulke ‘profeten’ verwachten, de komende tijd.

    10. Door de kerkgeschiedenis heen genezingsbedieningen?

    Ouweneel probeert in hoofdstuk 2 te bewijzen dar er door de hele kerkgeschiedenis heen bijbelse genezingsbedieningen zijn voorgekomen.

    Als onderbouwing wijst hij op de bediening van een hele rij zeer twijfelachtige genezers uit de twintigste eeuw. (Zie hierboven punt 2)

    Voor de achttiende eeuw heeft hij het moeilijker. Hij wijst op Wesley en Zinzendorf. Zij claimden echter helemaal niet een genezingsbediening te hebben. Het enige wat zij deden, en dat is wat alle sterke gelovigen uit alle tijden hebben gedaan, is dat zij, als er ziekte was, God baden om genezing. God heeft hun gebeden geregeld verhoord. De bijbel zegt immers "gij hebt niet omdat gij niet bidt". Als de gelovigen niet bidden zal God minder doen dan Hij zou willen doen. Waar er sterke gelovigen zijn, wordt veel gebeden en zul je veel gebedsverhoringen zien. Dat gebeurde dus bij Wesley en Zinzendorf. Het is wel erg ver gezocht om dit op een lijn te stellen met een een genezingsbediening van het type Joshua of Bennie Hinn.

    In de achttiende en negentiende hebben er enorme opwekkingen plaats gehad in met name de Engelstalige wereld. Toch zijn er in die opwekkingstijd geen genezingbedienaars opgestaan, evenmin zijn allerlei andere hedendaagse verworvenheden van de charismatische beweging (dronken in de Geest, etc) verschenen. Die dingen deden zich hoogstens voor bij randgroepen die slecht in de bijbel gefundeerd waren.

    11. Gods werk in deze tijd

    Ouweneel noemt enkele bewegingen uit het verleden waardoor God een stuk bijbels inzicht herstelde. Die noemt hij ‘voorbije werken van God(55). Werken die God achter zich gelaten heeft om ergens anders een herstelwerk te verrichten (55). Ouweneel spreekt in kontrast daarmee over ‘Gods werk in deze tijd(56). Over het herstelwerk dat God op dit moment aan het doen is (55). Hij spreekt over ‘werktuigen door wie God zich vandaag openbaart’ (29).

    We zijn benieuwd wie ‘de werktuigen waardoor God zich vandaag openbaart’ volgens Ouweneel zijn? En wat, volgens hem, ‘Gods herstelwerk in onze tijd’ is.

    Hij stelt eerst: "welk herstelwerk God aan het doen is, is voor het grootste deel nog verborgen" (55). Maar één bladzijde verder in het boek spreekt hij al weer met grote zekerheid over dit onderwerp.

    "Zo vormen ook de traditionele charismatische gemeenten niet meer de eigenlijke opwekking van God in onze dagen" (56). Er is dus volgens Ouweneel in onze dagen een opwekking aan de gang.

    En waar vindt Ouweneel, zoals uit de rest van het boek blijkt, deze opwekking? Het antwoord is bij genezers als T.B.Joshua en de andere door hem genoemde mannen Gods, speciaal die uit de derde wereld.

    Het is een "werk van God in onze tijd – een werk, dat overigens, God zij dank, dwars door de katholieke, protestantse, evangelische, pinkster- en chrismatische werelden heen breekt" (56). De bijbelse waarheid doet er blijkbaar niet toe. Katholiek en protestant, allen worden meegesleept met mensen als Joshua "the master healer of our time". (Die laatste titel hing of hangt op in het kantoor van Joshua, zie de studie over Joshua)

    Hij geeft ook nog een waarschuwing. "Laten wij geen tegenstanders zijn van de werktuigen door wie God zich vandaag openbaart" (29)

    12. Nog meer word-of-faith leringen en leraren in zijn boek

    In het boek citeert Ouweneneel ook Derek Prince en Victor Emenike. Beiden zijn zwaar beinvloed door valse leerstellingen van de ‘word-of-faith’’beweging.

    Ouweneel citeert met kennelijke instemming Derek Prince:

    "Er zijn twee manieren waarop een zieke actief geloof kan beoefenen nadat hem voor genezing de handen zijn opgelegd. ………. De andere is door voortdurend van de waarheid van Gods Woord te getuigen – zelfs dwars tegen de negatieve symptomen in …. (Als de ziektesymptomen er toch nog zijn, mag men zeggen) ‘Ik geloof dat Gods genezing in mijn lichaam is vrijgekomen door mijn gehoorzaamheid aan zijn Woord, en ik heb volkomen vertrouwen in Hem, dat Hij zal voltooien waarmee hij begonnen is’" (268)

    Hetzelfde verhaal vinden we bij Victor Emenike.

    "genezing gaat soms geleidelijk …. De symptomen kunnen zelfs verslechteren ….. mochten de symptomen terugkomen, praat er niet over …. Symptomen leiden je af van Gods Woord …. Spreek geen negatieve woorden die satans mogelijkheid om je lichaam aan te vallen verheerlijken ….." (268,269)

    Nog een citaat van Emenike.

    Naar aanleiding van Galaten 3:13 waar staat dat Jezus ons heeft vrijgekocht van de vloek der wet zegt Emenike "Wat is de vloek der wet? Armoede, ziekte, dood! Christus heeft ons verlost van de vloek" (246)

    Dus zoals ik een bekende ‘word-of-faith’ leraar recent op de televisie hoorde zeggen. "Don’t choose a short life, choose a long life" (groot applaus in de zaal).

    Prince en Emenike geloven in de magische kracht van geloofswoorden. Je kunt jezelf in het geloof gezondspreken maar je kunt jezelf ook door negatieve geloofswoorden ziek spreken.

    Zie de bespreking van het zeer gevaarlijk boek "Vloek en zegen" van Derek Prince, voor de tekst klik hier . Speciaal het gedeelte over de benen van mevrouw Prince. Prince vertelt hoe zijn vrouw in haar jeugd een keer uit frustratie over haar benen had gezegd: "Ik haat mijn benen". (Ze had nogal dikke kuiten, iets wat voor een jong meisje natuurlijk niet zo leuk is) Volgens Prince had ze toen een vloek (negatieve woorden!!) uitgesproken over haar benen. Daarom kreeg ze jaren later gezondheidsproblemen aan haar benen. Prince en zijn vrouw hadden de vloek verbroken, maar de gezondheidsproblemen (de vloek!!) was nog niet geheel over, maar ze hadden gebedsbijstand over de hele wereld georganiseerd, dus het zou wel goed komen. Prince had zelfs geprobeerd de vloek tegen te gaan door de benen van zijn vrouw als volgt toe te spreken: "Dank je wel benen, dat jullie al die tijd mijn vrouw hebben gedragen, etc".

    Lees het na in de hierboven genoemde boekbespreking. Zulke ‘dwazen’ worden door Ouweneel tegenwoordig serieus genomen en als deskundige op het gebied van de genezingsbediening aangevoerd.

    13. Tekeer gaan tegen zieken

    Ouweneel citeert op een bepaalde plaats ‘de Holy Ghost Bartender’ Rodney Howard-Browne:

    "Mensen willen ziek zijn. ‘Ik heb hard gewerkt voor mijn zenuwinzinking’ zeggen zij. ‘Ik heb die verdiend. Ik heb er mijn hele leven op gewacht. Ik ga er van genieten, en niemand zal me tegenhouden’. Als alles waar u over praat, ziekte, kwalen, armoede, depressie, tekort en mislukking is, dan is dat alles wat u in uw leven zult hebben. En dat is alles waar sommigen van u over praten. Begin over Jezus te praten!" (66)

    Wat een boosaardige suggestie en tirade.

    Ouweneel citeert Howard Browne omdat hij zelf ook vindt dat één van de redenen waarom mensen ziek zijn, of ziek blijven, kan zijn dat ze er zoveel bevrediging in vinden om ziek te zijn.

    De reden waarom je niet geneest? Misschien wil je wel ziek zijn. Vooral chronisch zieken zijn geschikte potentiele slachtoffers om met deze diabolische suggestie te kwellen.

    In dit licht legt Ouweneel het verhaal van de genezing van de verlamde uit Bethesda uit (266,267). Uitleggen is eigenlijk te veel eer. Het is een duidelijk voorbeeld van de wijze waarop Ouweneel tegenwoordig met de bijbel omgaat. Een illustratie van speculatieve schriftinleg, bedoeld om zijn nieuw ontdekte vorm van "empowered" christendom te legitimeren.

    Johannes 5:1-18.

    Hij begint met een citaat van Wimber over de verlamde man. "Hij was een verbitterde, eenzame man, die boos leek op het leven en de mensen en zonder hoop was (vs. 7). Net als velen die lijden aan een chronische ziekte, was hij vol ongeloof, versterkt door jaren van mislukte genezingspogingen (‘hij was al lange tijd ziek’, vs. 6’). Jezus vroeg de man of hij gezond wilde worden, d.w.z. of hij zich wilde afwenden van zijn bitterheid en boosheid evenals genezen worden van zijn fysieke problemen" (266)

    Ouweneel concludeert: "De zieke zong een klaagzang van zelfmedelijden en ongeloof". (267)

    En dat alles concludeert men uit de vraag die Jezus stelde. "Wilt gij gezond worden?"

    Wat gebeurt er in het verhaal? Er is een man die reeds 38 jaar ziek is. Zijn ziekte is chronisch en hoop op verbetering heeft de man blijkbaar niet meer. Hij heeft zich neergelegd bij de feiten. De enige uitweg is een bovennatuurlijk ingrijpen van God. Bij Bethesda is die mogelijkheid er, als de engel neerdaalt wordt de eerste die in het water komt genezen. Hij zit met het probleem dat hij geen helpers heeft om hem snel in het water te brengen. Dus praktisch bezien is deze mogelijkheid voor hem afgesneden, omdat hij niet snel genoeg naar het water kan gaan. Ook daar is hij nuchter in, hij ziet de feiten onder ogen.

    Wat heeft dat met zelfmedelijden, met verbittering te maken??

    Nu komt Jezus langs. Er is geen aanwijzing die er op duidt dat hij wist wie Jezus was. Jezus stelt hem de vraag "Wil je genezen worden?". De zieke reageert zoals elke langdurig chronische zieke zou reageren. Het antwoord komt op het volgende neer. Dat ik genezen wil worden is het probleem niet, natuurlijk wil ik genezen worden, het probleem is dat ik geen gebruik kan maken van de enige mogelijkheid om nog genezen te worden. Ik heb geen helpers om me bij te staan, zodra de engel neerdaalt in het water. Natuurlijk wil ik gezond worden, maar het zit er voor mij, in deze omstandigheden, niet in.

    Wat heeft dat te maken met ongeloof, zoals wordt verondersteld door Wimber, Ouweneel en andere faith-healers?

    Daarop zegt Jezus tegen de man "Sta op, neem uw matras op en wandel". Terstond werd de man gezond nam zijn matras op en ging zijns weegs. Op het moment dat Jezus dit beval werd de man gezond. Er staat helemaal niet dat de man zich afkeerde van ongeloof (welk ongeloof trouwens?) en dat hij daarom werd genezen. Het verhaal wijst er eerder op dat de man genezen was voordat hij er zelf erg in had.

    Zijn ziekte had wel te maken met zonde, de woorden van Jezus (zie vers 14) lijken daar op te wijzen, maar om welke zonde het gaat wordt niet genoemd.

    De word-of-faith leraren suggereren dat de man zolang ziek is gebleven omdat hij ongeloofgedachten had en uitsprak. Maar toen hij geloofsgedachten uitsprak kwam de genezing. Want, pas op, in hun visie kan een mens zichzelf ziek spreken.

    14. Empowered christendom, de zalving

    Ouweneel vertelt hoe Johan Vink hem het boek Empowered-Evangelicals gaf (17).

    De titel van het boek brengt de boodschap van Ouweneel kernachtig onder woorden.. Je hebt twee soorten evangelicals. Een groep evangelicals zonder power. En een groep empowered-evangelicals.

    Tekenend voor zijn nieuwe manier van denken, een denken in termen van empowered en niet empowerd, is hoe hij op een bepaalde plaats spreekt over de apostel Paulus. Hij noemt hem "de machtige apostel" (21). De apostel met macht, met power.

    Het begrip power staat centraal.

    Ouweneel beweert bijvoorbeeld dat de naam van Jezus geladen is met power (ongeveer zoals een object een elektrische lading kan hebben). Als iets of iemand met die naam in aanraking komt dan slaat de "power" in. Hij wijst op Johannes 18:6. Johannes beschrijft wat er gebeurde toen de groep dienaars van de hogepriester Jezus kwam arresteren. Toen Jezus zei "ik ben" kwam, zo stelt Ouweneel, de "power"van zijn goddelijk naam vrij en daarom vielen de dienaars achterover. Zo verklaart hij ook het verschijnsel van het vallen in de Geest. Die mensen komen in contact met de "power" van de naam van Jezus en daarom vallen ze achterover in onmacht. (273,274)

    Ik citeer Ouweneel "De dynamis waarover we gesproken hebben, wordt in bepaalde kringen aangeduid met het woord zalving, die de gezalfde in meer of mindere mate zou bezitten" (275)

    Verhelderend is ook hoe de power, de zalving, door handoplegging van de ene door Ouweneel genoemde gebedsgenezer op de andere is overgegaan.

    Rodney Howard Browne bracht ‘een zalving’ mee toen hij uit Zuid-Afrika naar de Verenigde Staten kwam. Hij begon in verschillende kerken te spreken waarbij hij de zalving uitdeelde als ware het alcoholische dranken. Hij noemde zichzelf "Gods bartender" en hij moedigde enthousiast geestelijk dronken zijn aan.

    Randy Clark, een Vineyard pastor, ontving ‘de zalving’ van Howard-Browne in de Rhema Kerk van kenneth Hagin. Clarck bracht ‘de zalving’ naar de Vineyard Kerk in Toronto en droeg hem over aan de voorganger, John Arnott. Vanuit de Toronto Vineyard werd ‘de zalving’ wereldwijd verspreid, vandaar dat ‘de zalving’ de naam ‘Toronto Blessing’ kreeg.

    Tienduizenden bezoekers uit de hele wereld, waaronder een groot aantal voorgangers en gemeenteleiders, zijn naar Toronto gereisd en hebben ‘de zalving’ ontvangen en mee genomen naar hun eigen gemeenten en kerken. Waar ze ‘de zalving’ momenteel doorgeven aan zoveel christenen als ze maar kunnen.

    John Arnott legde Sandy Millar van Holy Trinity Church, in Brompton, Engeland de handen op. Deze legde op zijn beurt Steve Hill weer de handen op en Steve Hill droeg "de zalving’ weer onder handoplegging over aan John Kilpartrick.

    Hill en Kilpratric zijn van de Brownsville Assembly of God in Pensacola, Florida. Zij begonnen in hun kerk ‘de zalving’ weer door te geven. Daaruit ontstond de zogenaamde "Pensacola Outpouring". Daar zijn intussen enkele miljoenen mensen geweest. Die hebben op hun beurt de zalving weer doorgegeven. Dit proces van de zalving ophalen en thuis uitdelen noemt men ""kruisbestuiving".

    Zoals gezegd legde John Arnot Sandy Millar van Holy Trinity Church de handen op waardoor deze de zalving verkreeg. Zo bereikte ‘de zalving’ deze kerk. Holy Trinity Brompton is de bron van de bekende Alpha-cursus. Vandaar dat bij deze cursus alles toewerkt naar het Heilige Geest weekend, waarbij er gelegenheid is om ‘de zalving’ over te dragen.

    Iedere persoon die de Toronto Blessing, die "de zalving" heeft ontvangen kan het terug herleiden tot Howard Rodney-Browne en de Rhema Kerk van Kenneth Hagin.

    Bedenk dat Howard-Brown en Hagin beiden leiders zijn in de leerstellig zeer ongezonde "Word of Faith" movement. (Voor informatie over Howard-Brown, klik hier. Voor informatie over Hagin, klik hier.)

    Zo wordt de zalving, de power van de een op de ander overgedragen. Op dezelfde manier draagt ook Jozua zijn power, zijn zalving over. Zie het getuigenis van Bert Panhuise in het blad uitdaging, klik hier.

    Bennie Hinn laadt geregeld zijn zalving bij door bezoeken aan het graf van Kathryn Kuhlman en Aimee McPherson.

    Ouweneel is overgegaan van de groep evangelicals zonder power naar de groep empowered-evangelicals. Waarschijnlijk op het moment dat T.B. Joshua zijn zalving (zijn power) aan hem over heeft gedragen.

    Ouweneel is een schakel geworden in het charismatische ‘powerchristendom’. Waarschijnlijk is hij momenteel zelf bezig met het overdragen van de zalving, door middel van handoplegging. Zo draagt hij de zalving de oude vergaderingen van gelovigen binnen.

    In het boek "Nachtboek van de ziel’ klaagde hij dat de authentieke godservaring in de vergaderingen ontbrak (Zie pagina 16 van Het Nachtboek van de Ziel). Ouweneel zorgt er nu persoonlijk voor dat de ‘power’, dat de authentieke godservaring, via ‘de Joshua zalving’ deze en vele andere gemeenten binnenkomt.

    Ouweneel is in het boek zeer positief over John Wimber. Wimber was ook zo’n empowerd-evangelical. In zijn boek "Een koninkrijk van kracht" vertelt Wimber hoe hij zijn zalving heeft ontvangen. Hij liet een charismatische spreker (uit de Jesus People) in zijn kerk spreken. Die riep op een moment de Heilige Geest aan of eigenlijk op. (Kom Heilige Geest). Dit noemt men wel het power-gebed. Een directe aanroep en oproeping van de Geest. Op dat moment viel de zalving op zijn gemeente. (Over het onbijbelse gebruik van het bidden tot de Heilige Geest, klik hier .)

    15. De weg van Wimber

    Ouweneel probeert een middenweg te gaan, die hij de bijbelse middenweg noemt. Een middenweg tussen charismatisch en traditioneel evangelisch.

    De weg die hij kiest is in feite de weg van John Wimber, de weg van de derde golf. Die beweerde ook niet dat God altijd genas, maar wat hij wel deed is suggereren dat het wel de normale weg is dat God geneest, als je niet geneest dan is dat een uitzondering. Ongeveer wat ik Jan Zijlstra ook heb horen beweren in het tv-programma van Andries Knevel.

    Ministry time op de wijze van Wimber. Bediening onder de zalving, Werken vanuit de power.

    Wimber heeft een bepaalde vorm van ‘ministry’ ingevoerd. Een zieke, of een andere persoon in nood, wordt omringd door een team. Men bidt tot de Heilige Geest. (Het power-gebed, kom Heilige Geest) De Geest wordt uitgenodigd om aan het werk te gaan. Men verwacht aanwijzingen van de Heilige Geest, woorden van kennis, beelden, profetieën etc, die iets zeggen over de nood van de persoon. Op grond daarvan gaat men bidden. Men let op verschijnselen, emotioneel of fysiek bij de persoon waarvoor wordt gebeden. Handen worden opgelegd. Als men iets waarneemt dan wordt dat gezegend, etc.

    Allemaal leuk en aardig, of eigenlijk niet aardig maar zeer gevaarlijk, want wat is de bron van de bovennatuurlijk openbaringen, dit gezien de onbijbelse manifestaties en leringen bij Wimber? Wimber gaf ook toe dat bij hem nauwelijks mensen met ernstige aandoeningen genazen. Zo erkende hij dat hij met wel 200 mensen en kinderen met het downsyndroom had gebeden, maar dat niet één van hen was genezen. En dat ondanks al het spektakel. Wat is dat voor ‘power’?

    Vele van de huidige genezers zijn gespecialiseerd in kleine kwaaltjes. In de bijbel lezen we dat de Here Jezus de blinden en de lammen genas, maar tegenwoordig schijnt Hij zich, als ik het moet geloven, onder meer te specialiseren in het verlengen van te korte benen. Een kennis, geen bijbelgelovige en werkzaam als arts, zag op televisie, in het EO-programma "Zij gelooft, en zij gelooft niet" een verfilming van dit "wonder". Ze viel letterlijk van het lachen van haar stoel.

    16. Izebelgeest

    Wat moeten we van deze dingen zeggen?

    Ouweneel slaat in het boek een brug tussen het volk van God en gevaarlijke pseudo-christelijke genezers en bewegingen en de demonische machten die daar achter zitten. Hij werpt vals en gezond door elkaar. Hij handelt als een dooreenwerper. Hij brengt het volk van God in kontakt met demonische imitaties van het werk van God. Wat hij doet lijkt erg op wat van de vrouw Izebel wordt gezegd in Openbaring: "Maar ik heb tegen u dat gij de vrouw Izebel laat begaan, die zegt dat zij een profetes is, en zij leert en verleid mijn knechten om te hoereren en afgodenoffers te eten." (Openbaring 2:20)

    Hij opent de niet-charismatische evangelische en reformatorische christenen voor "de zalving" van mensen als T.B. Joshua en Rodney Howard-Browne. Hij zet het sein op groen voor "word-of-faith" leraren als Bennie Hinn en Paul Jonggi Cho. Het zijn immers, volgens hem, allen mannen Gods. Vele christenen volgen hem als makke schapen, gebiologiseerd als ze lijken te zijn door zijn welsprekendheid en zijn grote status (Een professor zal het toch wel weten).

    In het pastoraat zijn we reeds verschillende keren tegengekomen dat christenen occult belast zijn geraakt in charismatische samenkomsten. Als dit zo door gaat zal dit epidemische vormen aan gaan nemen. De charismatische beweging was al een gemengde beweging. Er werken twee geesten. Vanwege dwalingen in de leer en een tekortschieten in onderscheidingsvermogen onderkent men soms demonische imitaties niet. Er loopt een spoor van demonische gebondenheid, die door handoplegging van de een op de ander wordt overgegeven, door de beweging heen. Ik ben b.v. vele jaren geleden zelf tijdens een doopdienst in een Berea-gemeente (extreem-charismatisch) door handoplegging (zegenen) occult belast geraakt. Door gebed in de naam van Jezus ben ik daar weer van bevrijd.

    17. De beperking van de analyse

    In deze bespreking heb ik me beperkt tot een behandeling van de gevaarlijkste dwalingen die het boek van Ouweneel bevat. Ik ben niet toegekomen aan een systematische bespreking van de gedachten over ziekte en genezing die Ouweneel in het boek uiteenzet. Alhoewel dit het hoofdthema van het boek is. Op deze zaken hoop ik, zoals eerder aangegeven, later nader in te gaan.

    HOME