(De cursus is
ook te lezen en downloaden in pdf https://www.toetsalles.nl/pdf/luisterend.bidden.ha.pdf
) De cursus “luisterend
bidden” – een analyse en waarschuwing In dit artikel wordt de cursus ‘Luisterend Bidden’ beoordeeld en getoetst
aan de Bijbel, aan de gezonde leer en aan de feiten. De cursus is onderdeel van het studietraject “Gods Koninkrijk en de
Heilige Geest “ dat door het Evangelisch College wordt aangeboden. Als bron wordt het cursusboek gebruikt en de informatie die over de
cursus op de site van het Evangelisch College staat. In de punten 1 t/m15 gaat het over luisterend bidden, over profeteren. In
de punten 16 t/m 18 gaat het over de charismatische theologie van de cursus. In
de punten 19 en 20 gaat het over lectio divina en ademgebed. In de punten 21 t/m 27 staan de conclusies.
Deel 1 – over het
profeteren 1. Luisterend bidden
komt in de Bijbel niet voor De cursus gaat over luisterend bidden, maar je kunt luisterend bidden
niet in de Bijbel terug vinden. Bidden is in de Bijbel altijd spreken
tot God. De Bijbel zegt heel veel over gebed, maar luisteren en bidden worden
nergens met elkaar verbonden. 2. De titel van de
cursus is misleidend De naam van de cursus is: “Luisterend bidden”. Deze titel is misleidend
want het gaat in de cursus helemaal niet over bidden. De cursus is in
werkelijkheid een cursus in profeteren. Er wordt geleerd om
boodschappen van God te ontvangen om die door te geven aan een ander. 3. Wat in de cursus met
luisteren wordt bedoeld Er wordt geleerd om te luisteren naar “de stem van de Heer”. Die stem
komt in de vorm van beelden, visioenen, innerlijke woorden van de Heer,
indrukken. Je moet stil worden en naar binnen kijken en zien wat er in je
opkomt. Dit wordt ons in de Bijbel nergens opgedragen. 4. Profeteren volgens
de cursus Je moet, tijdens een speciale tijd van ‘luisteren’, kijken wat er in je opkomt en dat vervolgens doorgeven aan
de persoon voor wie het bedoeld is. Een beeld, een woord, een indruk, een
visioen. Eventueel een Bijbeltekst. 5. Profetie oefenen,
leren profeteren In de cursus wordt er geoefend in deze vorm van “profeteren”. Het doel
van de cursus is om het profeteren “op gang te krijgen”. De ene oefening is
voorbereiding op de andere. Ik pik er twee uit. -Iets positiefs zeggen over degene die naast je zit. In de tweede les vinden we de eerste oefening.
De deelnemers zitten naast elkaar of in een cirkel. De oefening is dat
je iets positiefs zegt over de deelnemer die naast je zit. Een compliment
geven voor iets. De deelnemers wordt aangeraden om zich in te beelden hoe
Jezus naar die ander kijkt. Deze oefening is bedoeld om de deelnemers er aan
te laten wennen dat ze iets tegen een ander zeggen, het is nog niet direct
profeteren. -Stil zijn en kijken wat er in je opkomt voor de persoon die naast je zit De eerste echte oefening met profeteren vinden we in les drie. De deelnemers aan de
cursus bidden om beurten voor elkaar, en letten tijdens deze tijd van gebed
op beelden, woorden en indrukken die naar boven komen. Deze indrukken worden
vervolgens gedeeld met de groep. De idee dat je profetie moet leren, kom je in nergens
in de Bijbel tegen. 6. Feilbare profetie? De profeten van het Oude Testament spraken met zekerheid en gezag. Zij
zeiden: “Zo zegt de Here” en dan volgde de
profetie. De profeten van het Nieuwe Testament deden hetzelfde. Neem de
profeet Agabus. Hij zei: “Dit zegt de Heilige Geest …” (Hand. 21:10,11) De ware profeten van God waren honderd procent
betrouwbaar. Wanneer zij een voorzegging deden, kwam die altijd uit, ze zaten
er nooit naast. Valse profeten zaten er echter wel regelmatig naast. “Maar de profeet
die overmoedig handelt door een woord in Mijn Naam te spreken dat ik hem niet
geboden heb te spreken … die profeet zal sterven. Wanneer u
dan in uw hart zegt: Hoe kunnen wij het woord herkennen dat de HEERE niet
gesproken heeft? Wanneer die profeet in de Naam van de HEERE spreekt, en
het gebeurt niet en het komt niet uit, dan is dat een woord dat de HEERE
niet gesproken heeft. In overmoed heeft die profeet gesproken, wees niet
bevreesd voor hem.” (Deut. 18:20-22) Sinds het ontstaan van de pinksterbeweging, meer dan honderd jaar
geleden, zijn er christenen die denken dat God ook in onze tijd nog steeds de
gave van profetie geeft. Mensen uit hun kring begonnen te profeteren, maar al
gauw bleek dat veel van hun profetieën niet uitkwamen. Ze zaten er regelmatig
naast. Dat was een groot probleem, want volgens hun theologie zou de gave van
profetie er nog wel moeten zijn. Maar ze lazen ook in de Bijbel dat bij een
echte profeet elke voorzegging uitkomt, terwijl dat bij hun profeten niet het
geval was. Een profeet die zich vergist is volgens de Bijbel een valse
profeet. Volgens de standaard van de Bijbel, waren hun eigen profeten valse
profeten. Dit probleem hebben charismatische christenen opgelost door de theorie
dat er twee soorten van profetie zijn. Profetie die altijd juist is en
profetie die goed of fout kan zijn. De theorie dat er twee vormen van
profetie zijn, wordt in ‘Luisterend bidden’ uitgedragen. Het profeteren dat
de cursus de deelnemers aanleert, is deze tweede feilbare vorm van profetie. De Bijbel kent dit onderscheid niet, in de Bijbel komen we geen tweede
feilbare vorm van profetie tegen. Profetie is in de Bijbel altijd honderd
procent betrouwbaar, een profeet zit er in de Bijbel nooit naast. In de cursus wordt een poging gedaan om het bestaan van deze tweede
feilbare vorm van profetie vanuit de Bijbel aan te tonen, maar dat is niet
overtuigend. De schrijvers van de cursus wijzen bijvoorbeeld op 1 Korinthie 13:9 “want
onvolkomen is …ons profeteren ” (NBG51).
“… wij profeteren ten dele”
(HSV) Wat bedoelt Paulus hier met ‘onvolkomen’? De cursus denkt dat Paulus met
onvolkomen bedoelt dat ons profeteren er geregeld naast zit. Dat hij bedoelt
dat ons profeteren soms uit God is en soms niet uit God. Dat onze profetie de
ene keer uitkomt en de andere keer niet. Maar dat is niet de betekenis van
onvolkomen in 1 Korinthe 13:9. Met onvolkomen wordt in dit Bijbelgedeelte ‘ten dele,
gedeeltelijk’ bedoeld. In Korinthe 13:8-13 worden twee situaties tegenover elkaar
gesteld. De eerste is de huidige tijd waarin wij leven en de tweede is
de situatie vanaf de wederkomst van Christus. God heeft in deze tijd kennis gegeven door profetie, maar die kennis is
nog onvolledig. Niet fout, maar onvolledig. We weten bijvoorbeeld nog heel
veel niet over de hemel en over de geestelijke wereld. In die zin zijn de
profetieën die wij hebben ‘onvolkomen’. Er
is nog veel dat ons nog niet geopenbaard is. Pas als Jezus terugkomt, zullen
we volledige kennis hebben. Vanaf dat moment hebben we de profetieën van de
Bijbel niet meer nodig, omdat we de geestelijke dingen zelf rechtstreeks
zullen zien. “De liefde vergaat nooit. Wat dan profetieën betreft, zij
zullen tenietgedaan worden, wat talen betreft, zij zullen ophouden, wat
kennis betreft zij zal tenietgedaan worden. Want wij kennen ten dele en wij
profeteren ten dele, maar wanneer het volmaakte zal gekomen zijn, zal wat ten
dele is, tenietgedaan worden” (1 Korinthe
13:8-10). Op dit moment kennen we Jezus uit de Bijbel en uit onze persoonlijke
wandel met Hem, maar straks zullen we Hem van aangezicht tot aangezicht zien.
“Nu immers kijken wij doormiddel van een spiegel in een raadsel, maar dan
zullen wij zien van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik ten dele, maar dan
zal ik kennen, zoals ik zelf gekend ben.” (1 Korinthe 13:12) Voor een volledige bespreking van de Bijbelgedeelten en argumenten
waarmee wordt geprobeerd om het bestaan van een feilbare vorm van profetie te
bewijzen, zie punt 8 van deze Bijbelstudie over profetie. Klik hier: www.internetbijbelschool.nl/pdf/profeteren.ha.pdf Zie ook punt 7 van de Bijbelstudie. 7. Een uitgeklede vorm
van profetie De cursus brengt een uitgeklede vorm van profetie. Er worden allerlei beperkingen
opgelegd, waardoor deze vorm van profetie nog weinig met de ware Bijbelse
profetie te maken heeft. De cursus legt ondermeer de volgende beperkingen op. Het wordt niet
direct verboden, maar het wordt wel dringend afgeraden. -je mag niet met zekerheid
en gezag profeteren Je mag je profetie niet beginnen met “Zo zegt de Here”
of “Dit zegt de Heilige Geest...” zoals de profeten in het Oude en het Nieuwe
Testament deden. Als je profeteert moet je voorzichtig zijn, je kunt je namelijk vergissen.
Het is niet zeker of de boodschap die jij doorgeeft wel van God afkomstig is.
Of het uit God is, moet degene voor wie de profetie bedoeld is zelf
uitzoeken. Resoneert het bij hem of haar.
-Je mag niet over
toekomstige gebeurtenissen profeteren Je mag niet over naderend onheil profeteren of over het krijgen van
kinderen of het vinden van een huwelijkspartner. “Spreek je niet uit
over naderend onheil, over toekomstige kinderen of levensgezellen. De kans
dat God je vraagt om dit soort dingen tegen iemand te zeggen, is uitermate
gering, en de kans dat je ernaast zit, is daarom buitengewoon groot. En als
je ernaast zit en het wel hebt gedeeld, kan de emotionele schade enorm zijn.” (cursusboek p.71) In de Bijbel spreken profeten vaak over toekomstige gebeurtenissen. Ze
kondigen regelmatig naderend onheil aan. Neem bijvoorbeeld de profeet Agabus. In Handelingen 11:28 kondigt hij de komst van een
hongersnood aan. En in Handelingen 21:10,11 profeteert hij dat Paulus
gevangengenomen zal worden in Jeruzalem. Als Agabus de cursus ‘luisterend bidden’ had
gevolgd, dan was hem dringend geadviseerd om deze profetieën niet uit te
spreken. Echt profeteren op de Bijbelse manier komt in charismatische kring niet
voor. En als het wel geprobeerd wordt, dan komt een groot deel van de
voorzeggingen niet uit. Omdat de schrijvers van de cursus dit weten, mag je
volgens hen niet over de toekomst profeteren. Zo proberen ze ellende door
valse profetieën te voorkomen. -Profetie moet positief
gehouden worden. De schrijvers van de cursus raden de cursisten aan om het profeteren
vooral positief te houden. Profetie heeft volgens hen vooral tot doel om onze
identiteit in Christus te versterken. (1)
Maar profetie in de Bijbel is niet uitsluitend positief. Ook in het
Nieuwe Testament niet. Het is niet uitsluitend vertroostend en bemoedigend, het
is ook heel vaak vermanend of zelfs bestraffend. Zie bijvoorbeeld de
profetische boodschap van Jezus aan de zeven gemeenten in Openbaring 2 en 3.
Deze profetieën zijn niet uitsluitend positief, ze zijn ook deels negatief.
Jezus wijst hen op zonden waar zij zich van moeten bekeren (Bijvoorbeeld
Openbaring. 2:4). Hij waarschuwt hen ook voor de gevolgen als ze niet naar
Hem luisteren (Bijvoorbeeld Openbaring. 2:5). Als Israel de goede weg opging dan bemoedigde God het volk door zijn
profeten. Maar als Israel een verkeerde weg op ging, dan spraken de profeten
het volk namens God aan op hun zonden. Bij volharden in een zondige weg,
kondigden ze Gods straffen aan De schrijvers van de cursus weten dit, maar toch leggen ze het naast zich
neer, met een beroep op 1 Korinthe 14:3. Daar zegt
Paulus: “Maar iemand
die profeteert spreekt tot mensen, en wat hij zegt is opbouwend, troostend en
bemoedigend.” (NBV21) “Wie
… profeteert, spreekt tot mensen woorden van opbouw en vermaning en troost.
(HSV)” Een citaat uit het cursusboek: “Inderdaad profetische woorden
kunnen soms Gods oordeel aanzeggen (veelal in het Oude Testament, maar óók in
het Nieuwe Testament, denk aan Ananias en Saffira; Handelingen 5:9). Profetische woorden kunnen ook
waarschuwen voor iets dat gaat gebeuren (ook in het Nieuwe Testament, denk
aan Agabus die Paulus waarschuwt; Handelingen
21:10-11). Maar als richtlijn voor het wegen van woorden en beelden die we in
de christelijke gemeente met elkaar mogen delen, is het goed om aan te houden
wat Paulus hierover schrijft in 1 Korintiërs 14:1-5: ‘Iemand die profeteert
spreekt tot mensen, en wat hij zegt is opbouwend, troostend en bemoedigend.” (cursusboek,
p. 67) Dit is werkelijk verbijsterend. Het is een feit dat in het boek
Handelingen voorbeelden worden gegeven van het aanzeggen van oordeel (Ananias en Saffira) en van het
aankondigen van toekomstige gebeurtenissen, bijvoorbeeld Agabus
die Paulus waarschuwt dat hij in Jeruzalem zal worden gevangengenomen. Dat
toont aan dat nieuwtestamentische profeten wel degelijk toekomstige zaken
aankondigden en spraken over toekomstig onheil. Je kunt niet de woorden uit 1
Korintiers 14:3 nemen om je hier aan te ontrekken. Opbouwend, troostend en bemoedigend zegt 1 Korinthe
14:3 in de NBV21 vertaling. Dat is de Bijbelvertaling die in de cursus wordt
gebruikt. In andere vertalingen zoals de HSV en de NBG51 wordt het Griekse
woord ‘paraklesin’ niet vertaald met bemoediging,
maar met vermaning. “Wie
echter profeteert, spreekt tot mensen woorden van opbouw en vermaning en troost” (HSV). Het profeteren moet volgens de cursus en 1 Korinthe 14:3 opbouwend zijn. Maar wanneer is iets
opbouwend? Wanneer versterkt iets het geestelijk leven? Betekent opbouwend
dat je alleen fijne dingen zegt? Nee, dat is niet zo, want vermaning en terechtwijzing zijn evengoed
opbouwend voor het geestelijk leven. Die zijn ook nodig voor je geestelijke
groei en toerusting. Het is niet voor niets dat de Bijbel ons aanspoort om
elkaar dagelijks te vermanen: “maar vermaant elkaar elke dag”
(Hebr. 3:13). Er staat ook: “… en wijs
elkaar terecht …” (Kolossenzen 3:16) Vermanen is opbouwend, heilzaam. Neem als
voorbeeld de profetische boodschappen die Jezus liet overbrengen aan de zeven
gemeenten in Asia (Openbaring 2 en 3). Het was
ongetwijfeld de bedoeling van Jezus om de gemeenten in Asia
op te bouwen. En daarom legde Hij ook de vinger op de zere plek, opdat ze
daar iets mee zouden doen, opdat ze zich er van zouden bekeren. Iets verderop in 1 Korinthe
14 zegt Paulus dat profetie ook ‘ontdekkend’ is. Profetie
ontmaskert zonden en ongeloof. “Maar als allen
zouden profeteren, en er kwam een ongelovige of niet-ingewijde binnen, dan
zou die door allen overtuigd en door allen beoordeeld worden. En zo
worden de verborgen dingen van zijn hart openbaar, en zo zal hij zich met het
gezicht ter aarde werpen en God aanbidden, en verkondigen dat God werkelijk
in uw midden is.” (1 Korinthe 14:24,25) De uitleg en toepassing van 1 Korinthe 14:3 door de cursus is onjuist. Je kunt niet op
deze tekst baseren dat je alleen fijne dingen mag profeteren. Die uitleg gaat
in tegen de directe context in het hoofdstuk zelf. En tegen de voorbeelden
van profetie die we in het Nieuwe Testament vinden. Conclusie De uitgeklede vorm van profetie die in de cursus
wordt aangeleerd heeft weinig meer gemeen met het echte Bijbelse profeteren. 8. Volgens de cursus
hoort profeteren bij het normale christenleven Dat is de stelling van de cursus. De cursus probeert dat te onderbouwen vanuit
de Bijbel. Volgens de cursus leert Handelingen 2:16-21 dat profeteren bij het
normale christenleven hoort. Als je, als christen, vervuld bent met Gods
Geest, dan ga je, volgens de cursus, automatisch profeteren, dromen dromen en gezichten zien. + Handelingen 2:16-21 “Maar dit is wat gesproken is door de profeet Joël:
En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van Mijn
Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw
jongemannen zullen visioenen zien en uw ouderen zullen dromen dromen. En ook op Mijn dienaren en op Mijn dienaressen
zal Ik in die dagen van Mijn Geest uitstorten en zij zullen profeteren. En Ik
zal wonderen geven van de hemel boven en tekenen op de aarde beneden: bloed,
vuur en rookwalm. De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in
bloed, voordat de grote en ontzagwekkende dag van de Heere
komt. En het zal zo zijn dat ieder die de Naam van de Heere
zal aanroepen, zalig zal worden.” Petrus citeert hier
een profetie uit Joel ( Joel 2:28-32). Veel pinksterchristenen geloven dat deze profetie van Joel op dat moment
in vervulling ging. Op de pinksterdag brak er een nieuwe tijd aan, de tijd
die in Joel 2:28-32 beschreven wordt. Deze tijd wordt gekenmerkt door de
uitstorting van de Geest over alle gelovigen en door profetieën, dromen en
visioenen. Omdat we op dit moment nog steeds in deze tijd leven kunnen we
verwachten dat christenen ook vandaag de dag nog kunnen profeteren. Deze pinkstergelovigen maken hierbij een grote fout. De profetie uit Joel
2 gaat namelijk niet over de gemeente. Petrus haalt
deze profetie slechts aan ter illustratie. De profetie uit Joel beschrijft wat er met het
overblijfsel van het volk Israël zal gebeuren, als het aan het eind van de
grote verdrukking tot geloof komt. Dan zal God Zijn Geest op hen uitstorten,
terwijl tegelijkertijd allerlei tekenen in de natuur zullen plaatsvinden. “En
Ik zal wonderen geven in de hemel boven en tekenen op de aarde beneden:
bloed, vuur en rookwalm. De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan
in bloed,…” De tekenen aan de hemel, de zon, de maan,
plaatsen de profetie uit Joel in de eindtijd, vlak voor de wederkomst van
Christus. “En meteen na de verdrukking van die dagen zal de zon verduisterd worden
en de maan zal zijn schijnsel niet geven en de sterren zullen van de hemel
vallen en de krachten van de hemelen zullen heftig bewogen worden … en zij
zullen de Zoon des mensen zien, als Hij op de wolken van de hemel komt met
grote kracht en heerlijkheid” (Mattheus 24:29,30) De gebeurtenissen van de Pinksterdag leken veel op de profetie uit Joel.
In beide gevallen is er sprake van een uitstorting van Gods Geest. Maar de
details verschillen. Drie verschillen: 1) Volgens de profetie uit Joel zal Gods Geest uitgestort worden over
heel Israël. Op de Pinksterdag werd de Geest alleen uitgestort over de
discipelen die in Jeruzalem bijeen waren.
2) Volgens de profetie uit Joel zullen de Israëlieten dromen en gezichten
zien en profeteren. Op de Pinksterdag spraken de discipelen in tongen en
profeteerden zij van de grote daden van God. De profetie uit Joel heeft het
niet over spreken in tongen. En op de Pinksterdag was alleen sprake van
profeteren, maar niet van dromen en visioenen. 3) Volgens de profetie uit Joel zullen er, in de tijd dat de Geest
uitgestort wordt over Israël, grote wonderen en tekenen waargenomen worden.
De zon zal verduisterd worden en de maan zal in bloed veranderen. Deze
tekenen werden niet waargenomen op de Pinksterdag of kort daarna. Petrus was zich
uiteraard bewust van deze verschillen. Hij wist ook wel dat er geen wonderen
in de hemel en tekenen op de aarde beneden waren toen de Geest op hen werd
uitgestort. En toch citeert hij deze profetie. Waarom doet hij dat? Met behulp van deze profetie probeert Petrus de
Joden uit te leggen wat het was dat ze zojuist hadden gezien en gehoord bij
de discipelen. Hij beweerde niet dat met de uitstorting van de Geest van God
over de discipelen de profetie van Joel was vervuld. Hij citeert de profetie
uit Joel slechts als illustratie van wat er met de discipelen was gebeurd.
Hij zegt: “Waar Joel het over heeft - een uitstorting van de Geest - zo iets
hebben wij ook zojuist beleefd. De profetie van Joel spreekt over een
uitstorting van de Heilige Geest, met ons is ook iets dergelijks gebeurd.” We kunnen de profetie uit Joel daarom niet zomaar één op één toepassen op
de kerk. Wanneer Gods Geest in de eindtijd over het volk Israël zal komen,
dan zullen allen profeteren. Maar dat geldt niet voor de gemeente. In de tijd
van de apostelen konden lang niet alle christenen profeteren. In 1 Korinthe 12:7-11 legt Paulus uit dat we
als christenen niet allemaal dezelfde geestesgaven hebben gekregen. Hij
gebruikt daarvoor het beeld van het lichaam. Een lichaam bestaat niet slechts
uit één lichaamsdeel, maar uit allerlei verschillende leden. Zo is het ook in
de gemeente van Jezus Christus, de één onderwijst, de ander spreekt met
wijsheid, de volgende profeteert. Gods Geest geeft aan de één dit en aan de
ander dat, maar hij geeft niet iedereen dezelfde gaven. We kunnen dus niet
allemaal profeteren. “Er is verscheidenheid van genadegaven, maar het is dezelfde Geest...Aan
ieder echter wordt de openbaring van de Geest gegeven tot wat nuttig is voor de
ander. Want aan de één wordt door de Geest een woord van wijsheid gegeven en
aan de ander een woord van kennis, door dezelfde Geest...en aan een ander
werkingen van krachten, en aan een ander profetie, en aan een ander
het onderscheiden van geesten...Al deze dingen echter werkt één en dezelfde
Geest, Die aan ieder afzonderlijk uitdeelt zoals Hij wil” (1 Korinthe 12:4-11) In een lichaam zijn niet alle leden aan elkaar gelijk. Het lichaam
bestaat niet geheel uit oog of uit oor. Ons lichaam bestaat uit allerlei
verschillende onderdelen met allemaal een eigen functie. Zo is het ook in de
gemeente, de gemeenteleden hebben niet allemaal de gave van profetie of zijn
allemaal leraar. Er is verscheidenheid, door de één werkt Gods Geest op deze
manier, en door de andere op die manier. (1 Korinthe
12:12-14 en 12:17) Om dit punt nog eens extra te benadrukken, stelt Paulus aan het eind van
het hoofdstuk zeven retorische vragen. “Zijn zij soms allen apostelen? Zijn
zij soms allen profeten? Zijn zij soms allen leraars? Zijn zij soms allen
krachten? Hebben soms allen genadegaven van genezingen? Spreken zij soms
allen in talen? Zijn zij soms allen uitleggers?” (1 Korinthe
12:29-30) Het antwoord op al deze vragen is: “Nee, uiteraard niet!”. Niet iedereen
is een apostel zoals Paulus was. Niet alle christenen kunnen in tongen
spreken. Niet iedereen kan profeteren. (2)
+ 1 Korinthe
14:1 Volgens de cursus behoort iedere christen te profeteren. Naast de tekst
uit Handelingen 2 die hierboven besproken is, baseert de cursus dat op 1 Korinthe 14:1 “… streeft
naar de geestesgaven, speciaal naar het profeteren” (1 Korinthe 14:1). De cursus legt de tekst als volgt uit. Zie je wel, ieder kan profeteren,
anders zou er niet staan “streef … naar
het profeteren”. Dit wordt gezegd tegen alle christenen te Korinthe. Tegen hen wordt gezegd dat ze er naar moeten
streven om te profeteren. De uitleg die het cursusboek geeft van 1 Korinthe
14:1 is in strijd met wat Paulus vlak daarvoor in 1 Korinthe
12 heeft gezegd. Dit punt is hierboven besproken. Niet iedereen krijgt
dezelfde geestesgave, niet iedereen krijgt dus de geestesgave van profetie. Je kunt niet je eigen geestesgave uitkiezen, dat doet de Heilige Geest
voor jou (1 Kor. 12:11,18). De
Heilige Geest geeft in elke situatie en in elke tijd de geestesgaven die op
dat moment nodig zijn. Hoe moet de tekst dan wel uitgelegd worden? De aansporing om te streven naar de geestesgaven is gericht tot de
gemeente als geheel. De gemeente werd aangespoord om ruimte te geven aan de
uitoefening van alle geestesgaven die God aan de individuele leden had
gegeven. Omdat in de gemeente van Korinthe op dat
moment veel te veel ruimte werd gegeven voor spreken in tongen, kwam het
profeteren in het gedrang. Dat corrigeert Paulus in 1 Korinthe
14. Vooral de geestesgave van profetie was in die tijd nuttig. Want in die
tijd hadden de christenen het Nieuwe Testament nog niet. Ze waren voor
onderwijs gedeeltelijk afhankelijk van profetie. In onze tijd is dat niet
meer nodig, want wij hebben het Nieuwe Testament, waarin alles staat wat
nodig is voor het geestelijke leven (3)
( 2 Timotheus
3:16,17). Voor een uitgebreidere bespreking van de vraag of iedere christen kan of
moet profeteren. Zie de punten 7 en 9 van deze Bijbelstudie over profeteren: www.internetbijbelschool.nl/pdf/profeteren.ha.pdf 9. Het profeteren gaat
pas echt goed werken als je vervuld bent met de Geest Als je vervuld bent met de Geest dan gaan, volgens de cursus, de
geestesgaven, zoals profetie, pas echt goed in je werken. “Als we vervuld worden
met de Geest, gaan we Gods buitengewone kracht ervaren in ons leven ” (cursusboek, p. 79) 9.1. Hoe weet je dat je
vervuld bent met de Heilige Geest? De klassieke pinkstertheologie koppelt de volheid van Gods Geest aan het
spreken in tongen, maar dat doet de cursus niet. Ze passen de klassieke
pinkstertheologie enigszins aan. In plaats van de volheid te koppelen aan
spreken in tongen, koppelt de cursus dit aan de werking van geestesgaven in
iemands leven. En in het bijzonder aan het functioneren van de gave van
profetie. Als de geestesgaven zoals profetie niet krachtig in je werken, dan
ben je volgens de cursus niet vervuld met de Geest. Want als je vervuld zou
zijn met Gods Geest, dan zouden de geestesgaven krachtig in je werken. (cursusboek, p. 79) 9.2. Hoe je vervuld
wordt met Gods Geest? De cursus geeft het klassieke antwoord van de pinkstertheologie. De weg
om vervuld te worden is met je laten bidden onder handoplegging. Je moet met
je laten bidden. Iemand moet voor je bidden dat je de volheid van Gods Geest
mag ontvangen. Het beste is dat je iemand voor je laat bidden die zelf al vervuld is met
de Heilige Geest, iemand in wie de geestesgaven al krachtig werken, die
profeteert, die geneest. Door het bidden en de handoplegging dragen ze de
zalving (de volheid van Gods Geest) als het ware over op jou. De cursus probeert dit te onderbouwen vanuit de Bijbel. “In het Nieuwe
testament lezen we dat de apostelen onder handoplegging met mensen bidden om
vervulling met de Geest Handelingen 8:17, 9:17, 19:6… waarna mensen de kracht
van de Geest in hun leven ervaren” (cursusboek, p 79) 9.3. Waarom dit een
verkeerde voorstelling van zaken is + Het gaat om
uitzonderlijke gebeurtenissen De cursus wijst op enkele gebeurtenissen in het boek Handelingen. Petrus en Johannes die voor de Samaritanen bidden
(Handelingen 8:17) waarna ze de Geest ontvangen. Paulus die voor de
discipelen van Johannes de Doper bidt (Handelingen 19:6) opdat ze de Heilige
Geest zouden ontvangen. Maar dit zijn twee gebeurtenissen uit de overgangstijd
van de ene bedeling naar de andere. In beide gevallen hadden zowel de Samaritanen
als de discipelen van Johannes de Doper bij hun bekering de Heilige Geest nog
niet ontvangen. Het ging niet om de volheid, maar om het ontvangen van de
Geest. “… baden zij voor hen dat zij de
Heilige Geest mochten ontvangen … Toen legden zijn hun de handen op en
zij ontvingen de Heilige
Geest.” (Handelingen 8:15-17) “Hebt u de Heilige
Geest ontvangen, toen gij tot geloof kwam” (Handelingen 19:2) Het ging in beide gevallen dus om het ontvangen van de Heilige
Geest. Om de Geest die inwoning komt maken. In de huidige bedeling is dit
onmogelijk. Geloven in Jezus en toch de Geest nog niet hebben, kan niet
(Romeinen 8:9). Dit waren twee speciale gebeurtenissen uit de overgangstijd
van Israel naar de gemeente, van de ene bedeling naar de andere. Van de
periode van Israel, naar de periode van de nieuwtestamentische gemeente. Een Bijbelstudie over de overgangstijd van Israel
naar de gemeente www.internetbijbelschool.nl/transfer/baslhg3.htm -Op het moment van de bekering komt de Heilige
Geest in ons wonen www.internetbijbelschool.nl/transfer/baslhg4.htm + Voorbeelden van
vervulling met Gods Geest zonder gebed, handoplegging In het boek Handelingen staan verschillende voorbeelden van mensen die
vervuld werden met Gods Geest zonder dat er speciaal om gebeden werd
en zonder dat er handen werden opgelegd. Twee voorbeelden: De Geest die op
Cornelius viel, Handelingen 10:44 en de Geest die de discipelen opnieuw
vervulde, Handelingen 4:31. + Je kunt
geen leer bouwen op enkele voorbeelden. Je kunt niet een leer bouwen op enkele
voorbeelden. Of suggereren dat dit de bijbelse manier
is om vervuld te worden met Gods Geest. Speciaal als die voorbeelden over
mensen gaan die in een andere situatie als wij verkeerden. Daar komt nog
bij dat de cursus de voorbeelden uit het boek Handelingen negeert van mensen
die vervuld werden zonder gebed om vervulling en zonder handoplegging. + Dan is er nog het geval
van Ananias die bidt voor Paulus Na de verschijning van Jezus op de weg naar Damascus was Paulus blind. God zond Ananias
om voor hem te bidden. Zodat hij weer kon zien (Handelingen 9:17). Bij gebed
om genezing wordt in de Bijbel vaak de handen opgelegd. Dat deed Ananias in dit geval ook met Paulus. De handoplegging had
te maken met genezing. En tegelijkertijd werd Paulus vervuld met Gods Geest.
Dat viel in dit geval samen. + Hoe wordt je dan wel
vervuld met Gods Geest? De Geest van God vervult iedere christen
automatisch. Maar er zijn zaken die dat geheel of gedeeltelijk kunnen
verhinderen. (1) Onbeleden zonde in
ons leven, ook subtiele zonden. (2) Een gebrek aan toewijding, aarzelen om de
keuze te maken om volledig voor God te gaan leven. (3) Een gebrek aan
overgave, aarzelen om de leiding van je leven over te geven aan God. Om aan
Hem over te laten wat je gaat doen en wat er met je gaat gebeuren. (4) En een
gebrek aan geloof, aan in geloof staan op het woord van God, aan in geloof
handelen, aan in geloof de beloften van God claimen. Zie deze Bijbelstudie: www.internetbijbelschool.nl/transfer/baslhg6 Dit zijn de dingen die de vervulling met Gods
Geest in het leven van de christen hinderen. Als dit niet in orde is, dan
helpt bidden om de volheid van de Geest niet.
--------------------------- Zie deze serie Bijbelstudies over de Heilige
Geest: www.internetbijbelschool.nl/body.htm#heilige
In de groepsoefening van sessie 6 wordt voor elke deelnemer aan de cursus
gebeden om de vervulling met Gods Geest, terwijl de andere cursisten hem of
haar de handen opleggen. Dit is gevaarlijk. Via handoplegging kun je geesten
overdragen. Zo kun je occult besmet worden. Met handoplegging moet je
voorzichtig zijn. Je moet je niet zomaar door iedereen de handen op laten
leggen. Enkele voorbeelden uit
de pastorale praktijk Ik ben zelf in mijn jeugd door handoplegging occult belast geraakt in een
charismatische gemeente. De voorganger riep de aanwezigen op om elkaar onder handoplegging
te zegenen. Voor ik het door had, had de man naast mij, mij de handen
opgelegd. Het gevolg was dat ik occult belast werd, ik raakte het contact met
God kwijt. Het leek alsof er een gordijn tussen mij en God in was gekomen. Ik
ben door gebed weer bevrijd. Bedenk, dit zelfde wordt in sessie zes van de
cursus gedaan, de deelnemers krijgen de instructie om elkaar de handen opleggen. Een zuster die ik goed ken, ging in een
pinksterkerk op vijftienjarige leeftijd voor gebed om de vervulling met Gods
Geest naar voren. Er werd voor haar gebeden onder handoplegging. Ze kreeg een
ervaring, ze sprak in tongen. Tien jaar later is er een tongengeest bij haar
uitgedreven. Ze hoorde tijdens een lezing van Rob Matzken
dat tongentaal uit verkeerde bron kan komen. Ze was bezorgd en legde het aan
hem voor. Daarop hebben zij en Rob gebeden: “Heer wilt U laten zien uit welke
bron het spreken in tongen komt”. Die nacht verscheen er een demon aan haar
in de droom, die gaf ondermeer zijn naam. Haar man, zijzelf en de toenmalige
voorganger hebben om bevrijding
gebeden. Een van de gevolgen van de tongengeest was dat ze geregeld heftige
nachtmerries had. Die verdwenen na de bevrijding. Een zuster, een lid van een baptistengemeente, ging naar een
charismatische vrouwenbijeenkomst. Er sprak een profetes/gebedsvrouw. Deze
vrouw profeteerde: “Er is hier iemand
die het moeilijk heeft, God zegt tegen deze persoon: vreest niet.” Dit is
een typerend voorbeeld van het gebruikelijke bedrog rondom profeteren. In
elke samenkomst is er wel iemand die het moeilijk heeft, of iemand die
hoofdpijn heeft of iets dergelijks. Zo’n profetie is altijd raak. Het is een
voorbeeld van profetisch ‘vissen’. Onze zuster ‘trapte er in’. Na afloop ging zij naar de gebedsvrouw en zei tegen haar: “Dat was ik, ik was die persoon, het is
precies de boodschap die ik nodig had”. Daarop bad de “profetes” met
haar, halverwege het gebed ging de gebedsvrouw over op spreken in tongen en
terwijl ze bad, legde ze haar hand op de schouder van de zuster
(handoplegging). Toen de zuster thuis kwam, kreeg ze in de dagen daarna,
vooral gedurende de nacht, geestverschijningen, klopgeluiden, enzovoorts.
Ongerust belde ze mij op. Ik ben er samen met de voorganger en de
oud-voorganger naar toe gegaan. We hebben er voor gebeden en toen was het
over. De Bijbel beschrijft allerlei situaties waar mensen de handen wordt
opgelegd. Maar nooit een situatie waar bij de Israëlieten of de christenen elkaar
over en weer de handen opleggen. Zie de Bijbelstudie over handoplegging, speciaal vanaf punt 6 tot en
met 9. www.internetbijbelschool.nl/htmldoc/hand.htm 11. Zielzorg met behulp
van profetie, het ministry gebed In de cursus wordt in sessie 5 een gebedsmodel aangeleerd (cursusboek p.
33 ). Deze techniek staat bekend als ‘het ministry
gebed’. Dit gebedsmodel is ingevoerd door John Wimber, de pionier van de Vineyard beweging. In de cursus wordt dit gebedsmodel de
deelnemers aangeleerd. Wat houdt het ministry gebed in? + Ministry gebed wordt gedaan door een ministry team. + Het is een vorm van charismatische zielzorg. Er wordt gesteund op openbaringen van de Geest. De leden van het ministry team krijgen beelden, woorden, indrukken,
visioenen over de persoon waarvoor ze bidden. Dat stuurt hun voorbede. + De procedure, de werkwijze Het team gaat om de persoon staan. (1) Een van de teamleden roept de Geest aan, nodigt de Geest uit. (2) Daarop bidden de teamleden één voor één voor de persoon. (3) Er wordt ‘luisterend’ gebeden, terwijl ze bidden zien de teamleden
uit naar beelden, directe woorden van de Heer, profetieën, indrukken. (4) En er wordt verwacht dat Gods Geest in de persoon waarvoor wordt
gebeden gaat werken, er wordt uitgezien naar emotionele reacties en naar
fysieke reacties zoals trillen, vallen in de Geest, stuiptrekkingen. Als de
teamleden dat zien, dan wordt die veronderstelde werking van Gods Geest door
hen gezegend. Dit was de praktijk bij John Wimber. Zo wordt het ook de cursus geleerd. Deze manier van zielzorg kan eigenlijk alleen effectief worden uitgevoerd
door christenen die geleerd hebben om ‘luisterend te bidden’. Je moet immers
de beelden, de indrukken, de woorden van de Heer en de profetieën op kunnen
vangen. 12. Het oproepen van de
Geest In het punt hierboven is het ministry gebed
besproken. Een belangrijk en essentieel onderdeel van het ministry
gebed is het oproepen van de Geest. “Nodig Gods Geest uit -
Kom Heilige Geest” (cursusboek,
p. 33) Dit is onbijbels. In de Bijbel wordt nooit tot
de Heilige Geest gebeden, de Geest wordt niet aangesproken. Er zijn geen
voorbeelden van en het wordt ook niet in het onderwijs over gebed genoemd. En we vinden in de Bijbel al helemaal geen enkel spoor van het oproepen
van de Geest, van het uitnodigen van Gods Geest om aan het werk te gaan. Het gebeurt niet in de Bijbel, maar het is wel standaardpraktijk bij
tovenaars, bij toverdokters. Zij kunnen alleen iets doen als hun geest [hun
demon] aanwezig is. Daarom roepen ze die aan het begin van elke sessie op.
Alleen als de demon er is, kunnen ze bovennatuurlijke dingen doen. Dan is de
demonische zalving er. Dit is een link naar een Bijbelstudie over dit onderwerp. “Bidden tot de
Geest?” www.internetbijbelschool.nl/wordbest/baslhge.doc 13. Waarzeggerij, heldervoelendheid In het cursusboek staat dat sommige christenen door de “geest”
geopenbaard wordt waar iemand anders in zijn lichaam ziek is. Als iemand
bijvoorbeeld pijn in zijn heup heeft, dan voelen ze zelf ook pijn in hun
heup. Dit vind je niet in de Bijbel, je vindt het wel bij occulte genezers en
magnetiseurs. Dit is een bekende manier van op bovennatuurlijke wijze
diagnose stellen. Dit vermogen om in eigen
ziel of lichaam te voelen waar bij de patient de
pijn zit wordt in kringen van paragnosten wel ‘heldervoelendheid’
genoemd. “Sommige … ervaren dat
ze de emotionele of fysieke pijn van anderen kunnen voelen – ze ‘weten’ dat
degene met wie ze praten iets met haar heup heeft, omdat ze zelf pijn voelen
in hun heup...” (Het
cursusboek p. 61) De cursus denkt dat dit een werking van de Heilige Geest is, een vorm
waarin God boodschappen doorgeeft aan christenen. Zie je de Here Jezus zo werken of de apostelen?
Voelde Jezus in zijn eigen lichaam waar de zieken die bij hem kwamen pijn
hadden of ziek waren? 14. Meer weg van de
werkwijze van occulte waarzeggers, mediums Het oproepen van de Geest en het diagnose stellen via pijn in eigen
lichaam of ziel zijn al genoemd in de twee vorige punten. Maar er is ook nog
het “vissen” dat we kennen van de occulte mediums. Op bladzijde 60 en 61 van het cursusboek lezen we het volgende: “Of je bent met iemand in gesprek, en het woord
“afwijzing” komt steeds in je op. Dit kan een woord van kennis of inzicht
zijn, waarbij Gods Geest je specifieke kennis of inzicht geeft in een
situatie van jezelf of een ander. Denk aan Petrus,
die wéét wat Ananias en Saffira hebben gedaan (Handelingen 5:3,8,9). Of aan
Paulus, die ‘vervuld van de Heilige Geest’ inzicht heeft ontvangen over de
ware motieven van Elymas en Gods reactie daarop
(Handelingen 13:9-11). Zo’n indruk hoeft niet altijd in woorden te zijn. Het
kan ook een gevoel zijn dat opeens over je komt – zoals je ook intuďtief kunt
aanvoelen dat iets niet goed zit. Vaak zal het je intuďtie zijn (die er
natuurlijk ook naast kan zitten), maar ook daarin kan Gods Geest werkzaam
zijn. Sommige mensen ervaren dat ze de emotionele of fysieke pijn van anderen
kunnen voelen – ze ‘weten’ dat degene met wie ze praten iets met haar heup
heeft, omdat ze zelf pijn voelen in hun heup.” Wat hier wordt beschreven, lijkt meer op waarzeggerij dan op Bijbelse
profetie. Bijbelse profetie werkt niet op deze vage, onduidelijke manier. In
de Bijbel kreeg een profeet niet slechts maar één woord door, zoals het woord
‘afwijzing’. Een woord waarvan hij dan vervolgens nog moest ontdekken waar
het nu eigenlijk precies over ging. Waarzeggers werken vaak wel op deze
manier, zij krijgen vaak maar een enkel woord of indruk door. Soms zelfs maar
één letter of een cijfer. Wanneer de persoon die het medium raadpleegt zich
daar in herkent, gaat het medium verder en geeft een boodschap voor hem of
haar door vanuit de geestenwereld. In de cursus worden enkele voorbeelden uit de Bijbel gegeven die deze
voorzichtige aanpak zouden ondersteunen. Maar de voorbeelden die worden
gegeven, lijken er helemaal niet op. Petrus kreeg niet slechts het woord “bedrieger” door, toen Ananias binnen kwam wandelen. Gods Geest had hem ook
laten zien waarin Ananias God precies bedrogen had.
Wanneer Ananias binnenwandelt zegt Petrus tegen hem: “Ananias,
waarom heeft de satan uw hart vervuld, zodat u gelogen hebt tegen de Heilige
Geest en een deel achtergehouden hebt van de opbrengst van het stuk grond?” (Handelingen
5:3). Paulus hoefde geen speciale openbaring van God te krijgen over Elymas (Handelingen. 13:8). Paulus was getuige van zijn godevijandige gedrag bij de landvoogd Sergius
Paulus, dat was duidelijk genoeg voor een juiste beoordeling van de situatie.
Paulus en Barnabas wilden de landvoogd het evangelie vertellen, maar Elymas verzette zich daar heftig tegen. Als dat gebeurt
dan weet je uit welke bron dat verzet komt. (Efeze
6:12) Nog een voorbeeld van profetisch ‘vissen’ uit het cursusboek: Omdat waarzeggers weten dat ze weleens mis kunnen zitten of dat de
boodschap die zij doorkrijgen wel eens slecht zou kunnen vallen, peilen ze
vaak eerst voorzichtig hoe de boodschap zal vallen. Pas wanneer ze merken dat
de boodschap goed landt, vertellen ze meer.
Als wat je ‘doorkrijgt’ zo vaag is, een gevoel, een indruk, een enkel
woord, dan moet je wel gaan “vissen” bij degenen voor wie het bedoeld is. Het is schokkend dat de schrijvers van de cursus dit profeteren durven
noemen. 15. De cursus verwart
profeteren en persoonlijk leiding Zowel bij profeteren als bij persoonlijke leiding communiceert God met
ons. Hij maakt ons dingen duidelijk. Hij brengt een boodschap over. Bij
profeteren is de boodschap bedoeld voor een ander. Bij persoonlijke leiding
is de boodschap bedoeld voor onszelf. De cursus geeft een onevenwichtige voorstelling van zaken als het gaat
over persoonlijke leiding en de cursus verwart persoonlijke leiding met het
ontvangen van boodschappen voor een ander (profetie). + De bijzondere leiding tot
normale leiding maken In de cursus wordt de ‘bijzondere leiding’ tot ‘normale leiding’ gemaakt. De cursus schept de verwachting dat je als
christen voortdurend leiding gaat ontvangen via beelden, visioenen,
indrukken, innerlijk stemmen, dromen, profetieën. Waarom dat niet klopt.
De Bijbel belooft dit nergens. Hoe het dan wel zit. God kan leiding geven door dromen, beelden, visioenen en dergelijke. Maar
dat is niet de normale gang van zaken. Die dingen horen bij de bijzondere
leiding die God kan geven. De normale leiding komt door een combinatie van
het toepassen van de Bijbel, wat zegt de Bijbel dat je in een bepaalde
situatie moet doen, door Gods besturing van de omstandigheden en door de
innerlijke leiding van Gods Geest, geeft God ergens vrede op of niet. We moeten als christen openstaan voor bijzondere leiding, maar we moeten
die zelf niet zoeken, we moeten daar niet op gericht zijn. Als we ons daar op
richten en zeker als we technieken gaan gebruiken om die ervaringen op
gang te brengen, dan zullen er ervaringen komen. Maar die ervaringen
komen dan uit de eigen ziel of uit occulte bron. Als wij ervaringen zoeken
die de Bijbel niet heeft beloofd, dan zijn demonen bereid om de gezochte
ervaringen te geven. Ook zij kunnen beelden, stemmen, visioenen, dromen,
indrukken en dergelijke geven. Ze kunnen zelfs profetieën geven, met
bovennatuurlijke kennis, niet over de toekomst maar wel over dingen die
mensen eigenlijk niet kunnen weten (verborgen kennis). Dit soort zaken zijn
we in de zielzorg tegengekomen. Zie de serie Bijbelstudies over hoe God ons leidt en met ons
communiceert. De studies 11 en 12. http://www.honderdbijbelstudies.nl/category/praktijk-christenleven/page/2 + Het verwarren van
persoonlijke leiding met de gave van profetie Je moet Bijbelse profetie en persoonlijke leiding uit elkaar houden. De
Bijbelse profeten traden met zekerheid op, ze zeiden “zo zegt de Heilige
Geest …”. Maar als wij leiding zoeken, doen we dat soms tastend. Vaak is het
duidelijk wat God wil, als we kijken naar de Bijbel, naar de omstandigheden
en de innerlijke leiding van Gods Geest. Maar dat is niet altijd het geval.
De persoonlijke leiding die God ons geeft, mogen we niet gelijk stellen met
profetie. Neem als voorbeeld wat een voorganger doet, als hij moet preken. Hij
neemt, als het goed is, niet zo maar een onderwerp. Hij zoekt daarin Gods
leiding. Hij bidt om leiding en hij past de regels voor het vinden van de
leiding van God toe. (1) Hij kijkt naar de omstandigheden. Hij kijkt naar de
toestand van de mensen waar hij moet gaan spreken, waar staan ze in hun
geestelijk leven, wat speelt daar, wat hebben ze nodig. (2) Hij kijkt naar de
Bijbel, welke Bijbelse waarheid moeten we in het bijzonder naar voren
brengen. Wat is het Bijbelse antwoord op hun nood of behoefte. (3) Hij kijkt
welke innerlijke leiding Gods Geest geeft als hij onderwerpen en
Bijbelgedeelten overweegt. Geeft Gods Geest hem rust op een bepaald
onderwerp. Wordt hij er speciaal bij bepaald. Dit is geen profeteren, dit is het zoeken en ontvangen van leiding. Zo
doen we dat op ieder terrein van ons leven. En als extra geeft God in sommige
situaties bijzondere leiding, maar daar zijn we niet op gericht. Zie naast de studies 11 en 12 ook de studies 13, 14, 15 en 16 van deze
serie: http://www.honderdbijbelstudies.nl/category/praktijk-christenleven/page/2 Deel II –
Charismatische theologie 16. Het gaat in de cursus om meer dan profetie Het gaat in de cursus om meer dan
profeteren. In de cursus worden de
hoofdlijnen van de charismatische theologie onderwezen. Daar doet de cursus niet
geheimzinnig over. Op de site van het Evangelisch College wordt ronduit
gezegd dat de opleiding, waar de cursus een onderdeel van is, een combinatie
is van ‘charismatische theologie en praktijk’. Op de pagina van het Evangelisch College, waar het studietraject wordt
beschreven, staan aan de linkerkant een aantal aanbevelingen. Het zijn
aanbevelingen van leiders uit vijf charismatische organisaties. Een van hen
zegt: “Dit project biedt een unieke
combinatie van charismatische theologie en praktijk” (4) We zijn, in wat we tot nu toe besproken
hebben, al verschillende onderdelen van de charismatische theologie
tegengekomen. Bijvoorbeeld de charismatische leer over hoe we vervuld moeten
worden met de Heilige Geest (punt 9). Maar er is meer, de cursus gaat ook uit
van de centrale stelling van de charismatische beweging, namelijk de leer dat
alle geestesgaven nog voor nu zijn. 17. Zijn alle geestesgaven nog
voor nu? De leer dat alle geestesgaven nog
voor nu zijn, is de fundamentele leerstelling van de charismatische
beweging. Alle geestesgaven, dus ook
profeteren, gaven van genezing, spreken in tongen, vertolking van tongen zijn
volgens hen nog voor nu. De charismatische beweging stelt
dat het Gods wil is dat al die gaven op dit moment in elke gemeente
functioneren. Dat is het theologisch uitgangspunt van de cursus. Daar
gaat de cursus eenvoudigweg vanuit. Dat wordt de cursisten meegegeven. “Daarbij hebben wij alle gaven nodig.” (cursusboek, p. 69) “Concreet noemt Paulus bijvoorbeeld de gave om te onderwijzen, te
profeteren, de gave van groot geloof, de gaven om te genezen, te profeteren,
in tongen te spreken, of kracht om wonderen te doen (1
Kor. 12:1-11)” (cursusboek, p. 79) 17.1. Het evangelische standpunt
over de geestesgaven Het evangelische standpunt is dat God
nog steeds geestesgaven geeft, maar dat sommige geestesgaven tijdelijk waren
omdat ze alleen bedoeld waren voor de begintijd van de gemeente. Het gaat om
de zogenaamde openbaringsgaven, de gave van apostel en profeet. En om de
tekengaven: de gaven van genezing, spreken in tongen, krachten. De gaven van apostel en profeet
waren nodig voor de grondlegging van de gemeenten. Zij hebben het fundament
van de gemeente gelegd
(Efeze 3:5-7). Toen het fundament van de gemeente
gelegd was, zijn deze gaven verdwenen. De tekengaven waren speciaal
bedoeld om het gezag en de boodschap van de apostelen te bevestigen. Toen de
apostelen er niet meer waren, zijn ook de tekengaven verdwenen. Sinds de tijd
van de apostelen zijn er geen christenen meer geweest die bijvoorbeeld op
dezelfde spectaculair wijze mensen genazen. In 1 Korinthe
12:12 spreekt Paulus over “de tekenen
van een apostel”. De tekengaven waren speciaal verbonden met de bediening
van de apostelen. In het Nieuwe Testament zijn de apostelen en hun naaste medewerkers
de enigen waarvan wordt beschreven en gezegd dat ze wonderen en tekenen
deden. (Handelingen 2:43, 5:12, 6:8, 8:6, 14:3. Romeinen 15:18.19. De
apostelen hadden Filippus en Stefanus
de handen opgelegd.) Zie de Bijbelstudie “Zijn alle
geestesgaven nog voor nu” http://www.honderdbijbelstudies.nl/de-leer-over-de-heilige-geest/zijn-alle-gaven-nog-voor-nu/ . En de bijbelstudie
“is profetie nog voor nu?”, zie punt 7 van deze studie over profeteren: www.internetbijbelschool.nl/pdf/profeteren.ha.pdf 17.2. Het ophouden van de tekengaven
wordt bevestigd door de kerkgeschiedenis Bestudering van de kerkgeschiedenis maakt duidelijk dat na de begintijd
van de gemeente geestesgaven als gaven van genezing, profetie, spreken in
tongen niet meer voorkwamen. Uiteraard werden hier en daar, zeker in de
context van de zending, in antwoord op gebed wel mensen genezen, maar er was
niets wat ook maar in de buurt kwam van een geestesgave op dat gebied. Dit
bevestigt de leer dat de tekengaven speciaal voor de begintijd waren. + Het tegenargument van de charismatische christenen Een tegenargument is dat dit kwam door de zwakke geestelijke toestand van
de christenen uit het verleden. Daarom waren er zo weinig wonderen en tekenen
en functioneerde de tekengaven niet meer. + De weerlegging van deze tegenwerping Wie dat zegt, weet niet waar hij het over heeft. Zo iemand kent de
kerkgeschiedenis niet. De kerkgeschiedenis laat zien dat de christenen uit het verleden niet
krachteloos waren. De idee dat ze niet vervuld waren met Gods Geest is absurd.
Enkele voorbeelden uit de kerkgeschiedenis. Grote opwekkingen Denk bijvoorbeeld aan de grote opwekkingen in met name de Angelsaksische
wereld die enkele eeuwen regelmatig plaatsvonden. Te beginnen met de Great Awakening, die begon
in het midden van de achttiende eeuw. Er zijn vier van zulke grote
opwekkingen geweest, waarin binnen korte tijd honderdduizenden en bij de
latere opwekkingen zelfs miljoenen mensen tot geloof kwamen. De laatste grote
opwekking was in 1905, die begon in Wales en ging de wereld rond. En dat
allemaal zonder genezingsbediening, zonder profetische bedieningen en
dergelijke. Ook zonder andere ‘manifestaties van de Geest’. Onder opwekkingspredikers als George Whitefield en
John Wesley vielen mensen soms op de grond omdat ze overweldigd waren
door schuldbesef vanwege hun zonden, wat grote innerlijk strijd
veroorzaakte. Er werd dan speciaal voor hen gebeden, totdat ze de vergeving
van zonden konden aannemen en ervaren. Dat heeft in de verste verte niets te
maken met het vallen in de Geest, met rusten in de Geest of hoe deze
verondersteld ‘manifestatie van Gods Geest’’ binnen de charismatische
beweging ook wordt genoemd. De explosie in activiteit van de zending in de
negentiende eeuw Waar charismatische christenen ook niet over spreken, is het feit dat de
negentiende eeuw de grote eeuw van de zending is geweest. Het geestelijk
leven was door al die opwekkingen zo versterkt, dat een grote wereldwijde
zendingsbeweging op gang kwam. Lees eens de biografie van iemand als Hudson
Taylor, de pionier van de zending in China. Hoezo zwak geestelijk leven? Wat
denken de charismatische christenen die dit durven te suggereren
wel niet? En bedenk dat dit alles zich afspeelde zonder genezingsbedieningen,
profetische bedieningen, spreken in tongen, vallen in de geest en dergelijke.
Het komt er op neer dat volgens charismatische leraren, en ook de schrijvers
van de cursus, Hudson Taylor in China het evangelie wel verkondigde, maar dat
hij het evangelie niet “demonstreerde” door voortdurende wonderen en tekenen
te doen. Uiteraard werden er in het zendingswerk in China wel af en toe mensen
genezen in antwoord op gebed (niet op grond van een veronderstelde
geestesgave) en werden bij veel mensen boze geesten uitgedreven en occulte
banden verbroken. Maar dat laatste is niets bijzonders, dat gebeurt ook in
niet-charismatisch kring. Ook wij, in een niet-charismatische gemeente,
hebben bevrijdingen meegemaakt. Een enkele keer zelfs spectaculair, met
stuiptrekkend op de grond vallen en andere dergelijke verschijnselen. Maar
bevrijding van boze geesten en lichamelijke genezing zijn twee verschillende
dingen. Genezing komt zelden, bevrijding komt altijd. Maar let wel, het
uitdrijven van boze geesten heeft niets te maken met een geestesgave. Iedere
volwassen christen, die sterk is in het geloof, kan dat doen. De stelling van charismatische leraren, waaronder de schrijvers van de
cursus, dat het ontbreken van de tekengaven het gevolg was van het gebrek aan
geestelijke kracht is voor wie de kerkgeschiedenis kent onzinnig. + De opgeblazen claim van de charismatische
beweging Charismatische christenen beweren dat in de
geschiedenis van de kerk de tekengaven zijn verdwenen omdat christenen de
Geest hebben uitgedoofd. Ze wijzen op 1 Thessalonicenzen 5:19-21. “Blus de Geest
niet uit. Veracht de profetieën niet. Beproef alle dingen, behoud het
goede.” In dit Bijbelgedeelte worden we opgeroepen om de profetieën niet te
verachten. De gave van profetie zou volgens pinksterchristenen niet lang na
de tijd van de apostelen verloren zijn gegaan in de kerk omdat christenen
profetie negeerden. Door de profetieën te minachten, bluste de kerk de Geest
uit en verdween deze gave. Vandaag de dag zouden we, in de charismatische
beweging, de herleving van deze gave en van de andere tekengaven
beleven. Deze beoordeling van de kerkgeschiedenis is onjuist. Charismatische
christenen komen tot deze verkeerde beoordeling omdat zij de derde opdracht
uit dit Bijbelgedeelte uit 1 Thessalonicenzen 5
negeren. Er staat in vers 20: “Beproef alle dingen, behoud het goede”
. Profetieën en profeten moeten net zoals alle andere leringen, ervaringen,
praktijken en bedieningen getoetst worden aan het Woord van God. Dat is wat
de kerk door de eeuwen heen heeft gedaan met profeten en profetie. Iedere
keer kwam de kerk tot de conclusie dat er sprake was van valse profetie.
Sinds de tijd van de apostelen is de kerk op het gebied van de profetie “het
goede” niet meer tegen gekomen. Als je na toetsing het goede niet vindt, kun
je het uiteraard ook niet bewaren. De gave van profetie is niet verloren gegaan vanwege de minachting van de
kerk voor deze gave. Zij is verdwenen omdat de Heilige Geest de gave sinds de
tijd van de apostelen blijkbaar niet meer aan de gemeente heeft gegeven. Er
zijn in de kerkgeschiedenis geen voorbeelden bekend van profeten die de
Bijbelse proef kunnen doorstaan. De Bijbel zegt onder meer dat bij ware
profeten elke profetie moet uitkomen (Deut. 18:20). Ook de huidige profetische opleving kan niet als een herstel van deze
gave worden gezien. Voor een vergelijking van wat de Bijbel over profetie zegt en wat de
cursus over profetie zegt, zie deze Bijbelstudie, www.internetbijbelschool.nl/pdf/profeteren.ha.pdf . 17.3. De proef op de som Charismatische en
pinksterchristenen beweren dat in hun midden de tekengaven weer functioneren.
Dat doen ook de schrijvers van de cursus en de christenen die verbonden zijn
met de New Wine organisatie die het cursusboek
uitgeeft. Volgens hun eigen zeggen, profeteren zij, spreken ze in tongen,
genezen ze zieken, enzovoort. We kunnen eenvoudig nagaan of deze
geestesgaven inderdaad in hun midden functioneren. Van twee van de tekengaven is simpel vast
te stellen of iemand die gave heeft. Dat zijn de gave van genezing en de gave
van profetie. Als iemand beweert de gave van genezing te hebben, dan moeten
de mensen waar hij voor bidt op grote schaal genezen. Dat kun je controleren.
Als iemand zegt de gave van profetie te hebben, dan moeten de voorzeggingen
die hij doet voor honderd procent uitkomen. Ook dat kun je controleren. Het is een feit dat in meer dan honderd jaar charismatische
genezingsbedieningen er zo goed als niemand is genezen. Ook in de pinkster en
charismatische gemeenten is dat zo. Iedereen die langere tijd in
charismatische kring heeft doorgebracht, weet dat dit het geval is. Hier is
de link naar een artikel dat dit bewijst. Er staan onder meer drie
getuigenissen van bekende pinksterleiders in die het zelf toegeven. www.toetsalles.nl/htmldoc/gering.resultaat.ha.htm . De berichten over vele genezingen
kloppen nooit, bij nader onderzoek. En de genezingen die worden vermeld, gaan
vaak over klachten als pijn, bijvoorbeeld rugpijn, asmatische
klachten, ledematen die je weer goed kan bewegen, het verlengen van benen en
armen. Allemaal klachten die medisch gezien niet goed vast te stellen zijn.
En het is maar de vraag of de verbetering standhoud (5) . Genezing van medisch vast te stellen ziekten
worden meestal niet genoemd (6) .
Voor de gave van profetie is het verhaal net zo droevig. Een eindeloze
rij van niet uitgekomen profetieën en van manipulatie door profetie. Luisterend bidden heeft zich hier tegen ingedekt door voor te schrijven
dat profetie niet voorspellend mag zijn. Als het niet voorspellend is, dan
kun je niet controleren of het uitkomt. En voor het ontbreken van werkelijke
genezingen van door artsen vastgestelde ongeneeslijke ziekten hebben ze zich
ook ingedekt door hun eigen variant van de koninkrijkstheologie van John
Wimber. Het koninkrijk van God is nog maar aan het doorbreken, dat is de
verklaring voor mensen die niet genezen. (cursusboek, p. 52). En bij gebrek aan lichamelijke genezing die we bij Jezus en de apostelen
zien, spreekt men over innerlijke genezing. Er is wel niemand lichamelijk
genezen, maar ‘die en die personen’ zijn wel innerlijk genezen. Zo kunnen de
mensen die de cursus hebben geschreven toch volhouden dat bij hen mensen
genezen. 18. Koninkrijkstheologie, tekenen
en wonderen doen Luisterend bidden gaat uit van de theologie van John Wimber. Het
cursusboek is uitgegeven door New Wine. New Wine staat in de traditie van de Vineyard
beweging van John Wimber. 18.1. De koninkrijkstheologie van Wimber In de theologie van Wimber staat het koninkrijk van God centraal. Wimber leerde
dat wij het koninkrijk van God moeten verkondingen en demonstreren. Niet
alleen verkondigen, maar het ook demonstreren. Het koninkrijk
demonstreren is het koninkrijk zichtbaar maken door tekenen en wonderen. Wimber neemt Jezus als voorbeeld. Jezus verkondigde dat het koninkrijk
van God nabij was. Hij verkondigde het koninkrijk. De genezingen die Jezus
deed, ziet Wimber als het ‘doorbreken’ van het Koninkrijk van God. Jezus
demonstreerde door zijn wonderen, volgens Wimber, de aanwezigheid van het koninkrijk.
Zieken genezen, doden op wekken en boze geesten uitdrijven. Wimber leerde dat het Gods bedoeling is dat wij hetzelfde doen. We moeten
niet alleen het koninkrijk verkondigen. We moeten het ook demonstreren.
Speciaal door genezingen te doen. Maar ook door evangelisatie doormiddel van
woorden van kennis, een vorm van profetie. In de cursus ‘Luisterend bidden’ wordt dezelfde leer verkondigd. We
moeten, volgens het cursusboek hetzelfde doen als Jezus. We moeten dezelfde
werken doen als Hem. Profeteren, genezingen doen. “Op Jezus lijken, betekent, … Het koninkrijk verkondigen en zichtbaar
maken” (cursusboek p. 8) “Het koninkrijk verkondigen en zichtbaar maken.
(Kracht en gaven van de Geest) We mogen de dingen doen die Jezus deed …” (cursusboek, 45) Hier staat het, het koninkrijk verkondigen en zichtbaar maken,
demonstreren. 18.2. Deze theologie is niet Bijbels Nergens in de Bijbel staat dat wij, als christenen, het koninkrijk moeten
verkondigen en het ook demonstreren door wonderen en tekenen te doen. Charismatische christenen proberen hun leer dat we het koninkrijk moeten
verkondigen en demonstreren door wonderen en tekenen te onderbouwen vanuit de
Bijbel. Ook de cursus probeert de stelling dat wij wonderen moeten doen met
enkele Bijbelgedeelten vanuit de Bijbel te onderbouwen, maar dat lukt alleen
als je de Bijbelgedeelten verkeerd en onzorgvuldig uitlegt. De cursus wijst
onder andere op Johannes 14:12. En ook op 1 Korinthe
2:4. We beginnen met het Bijbelvers waar in de cursus de nadruk op wordt
gelegd. Johannes 14:12. 18.3 . Grotere werken
als Jezus doen In Johannes 14:12 zegt Jezus tegen zijn discipelen “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, zal de werken die
ik doe, ook doen, en hij zal grotere doen dan deze …” De cursus ‘Luisterend bidden’ zegt dat het Gods bedoeling is dat wij, als
christenen, grotere werken doen dan Jezus heeft gedaan. De cursus citeert dit
vers en concludeert daaruit dat we als christenen geroepen zijn om wonderen
en tekenen te doen, vooral genezingswonderen, maar ook profeteren. Citaten uit de cursus: “Op Jezus lijken, betekent, … Het koninkrijk verkondigen en zichtbaar maken” (cursusboek p. 8) “Het koninkrijk verkondigen en zichtbaar maken.
(Kracht en gaven van de Geest) We mogen de dingen doen die Jezus deed …” (cursusboek, p.45) “Als we steeds meer op Jezus willen lijken dan
zullen de bijzondere kracht en gaven van de Geest zichtbaar moeten worden in
ons leven. Dat is precies wat Jezus zelf belooft aan zijn volgelingen … “Waarachtig”, zegt Jezus, “Ik verzeker
jullie; wie op Mij vertrouwt zal hetzelfde doen als Ik, en zelf meer dan dat” (Johannes 14:12)” Het cursusboek p. 53. In het cursusboek is het Bijbelvers vetgedrukt. Op Jezus lijken houdt volgens de cursus ook in dat wij dezelfde werken
als Hem doen. Waaronder genezingen en profeteren. We zullen zien of deze uitleg houdbaar is. + Welke werken deed Jezus? Hij genas elke zieke die tot Hem kwam. De blindgeborenen zagen, de
verlamden wandelden, de doven konden weer horen. Hij wekte een aantal keren
doden op. Hij veranderde water in wijn, stilde een storm op zee. Hij
vermenigvuldigde brood en vissen. Hij dreef boze geesten uit. Hij profeteerde
over de toekomst van bijvoorbeeld de inwoners van Jeruzalem (Lucas 13:35) en
ook over individuele mensen, zoals Petrus (Johannes
21:18,19). + De werken van Jezus doen Onze pinksterbroeders waaronder de schrijvers van de cursus denken dat
Johannes 14:12 betekent dat ze dit ook moeten doen. Ze menen dat ze dit ook
kunnen doen. Genezen, profeteren. + Grotere werken Maar het is nog sterker dan dit. Als je het vers uitlegt zoals zij het
doen, dan moet je grotere wonderen doen dan Jezus heeft gedaan. Is dat
mogelijk? Jezus genas iedereen, de lammen, de blinden, de doven. Hoe kun je
daar bovenuit gaan? Denk ook aan zijn andere wonderen, zoals het veranderen
van water in wijn, het bevelen van de storm. “en nog grotere dan deze” (Johannes 14:12) + In de hele kerkgeschiedenis heeft niemand dat
op die manier gedaan De enigen die in de buurt zijn gekomen, zijn de apostelen. We lezen het bij Petrus en Paulus. Bij Paulus
was zelfs een zweetdoek van hem al genoeg om genezing en bevrijding te
brengen (Hand. 19:11,12). Zelfs de schaduw van Petrus
genas, als die op je viel (Hand. 5:15). Paulus wekte een jongen op (Hand.
20:9,10). Petrus deed hetzelfde met Tabitha die overleden was (Hand. 9:40). Zoals hierboven in punt 17.3 is besproken, genezen er in charismatische
kringen bijna geen zieken. En het Bijbelse profeteren over de toekomst,
waarbij de profetie honderdprocent uitkomt, is er
ook niet. Het resultaat van hun pogen om ‘de werken van Jezus te doen’ komt
niet in de buurt van wat Jezus deed. ‘Not even
close’, zoals de Engelsen zeggen. Ga naar de hedendaagse charismatische christenen toe, waaronder de
schrijvers en docenten van ‘Luisterend bidden’ en vraag waar de genezen
zieken zijn? De blinden die weer zien, doven die weer horen, mensen met een
dwarslaesie die weer lopen? Mensen die
genezen zijn van bijvoorbeeld aids,
downsyndroom, MS, AlS en andere ongeneeslijke
ziekten en handicaps. Ziekten
die via testen, onderzoeken en dergelijke medisch vast te stellen
zijn. + Wat heeft Jezus er dan wel mee bedoeld? Het meest waarschijnlijk is dat Jezus er dat apostelen en de christenen
die na hen kwamen het wonder zouden meemaken van mensen die wedergeboren
werden. Zij predikten, na de komst van de Heilige Geest op de pinksterdag, en
mensen die overtuigd werden door de Heilige Geest geloofden en werden
wedergeboren. Dat was het effect van hun prediking. Onder de prediking van
Jezus kwamen slechts enkele mensen tot geloof, maar onder de prediking van de
apostelen talloze mensen. Wat is een groter wonder? Een zieke die gezond wordt of een verdorven en van
God vervreemd mens die zich bekeert en door Gods Geest vernieuwd wordt. Ik
denk dat dit laatste in de ogen van Jezus een groter wonder is. + Conclusie Beweren dat we de werken van Jezus moeten doen. Genezen zoals Jezus dat
deed, maar bij Jezus genas iedere zieke. Er geneest in charismatische kring
bijna niemand van ernstige ziekten of handicaps. In dat licht is het wel heel
brutaal dat de cursus de deelnemers op de mouw probeert te spelden dat ze
dezelfde werken als Jezus moeten doet. De Keizer heeft geen kleren aan. Maar ieder in charismatische kring doet
alsof hij ze wel aan heeft. Alsof er wel voortdurend genezingswonderen
plaatsvinden. De cursus vermijdt het onderwerp genezingen zo veel mogelijk. Daarom
wordt een andere tekst die vaak door charismatische christenen wordt gebruikt
ter ondersteuning van hun leer dat het Gods bedoeling is dat wij vandaag op
grote schaal mensen moeten genezen, niet gebruikt in de cursus. Het gaat om Mattheus 10:7,8. Toch wordt er in de cursus al over genezing gesproken. Immers, als je
beweert dat wij de werken van Jezus moeten doen, dan vallen daar genezingen
onder. En in het cursusboek wordt gezegd dat alle geestesgaven ook nu nodig
zijn en als we vervuld zijn met Gods Geest dan gaan de geestesgaven werken,
één daarvan is de gave van genezing. (cursusboek, p. 79). Daarom toch een
korte bespreking van Mattheus 10:8. 18.4. Mattheus 10:7,8 “ Genees zieken, reinig melaatsen, wek doden op,
drijf demonen uit.” (Mattheus 10:8) Zie ook de parallelpassage “…
genees de zieken die daar zijn …” (Lucas 10:9) Het uitvoeren van wat in Mattheus 10:7,8 wordt
opgedragen, is volgens de cursus ‘het zichtbaar maken van het Koninkrijk’.
Want we maken, volgens de cursus, het koninkrijk zichtbaar door dezelfde
werken als Jezus te doen. Jezus genas de zieken, Hij wekte de doden op, Hij
reinigde de melaatsen en Hij dreef boze geesten uit. + Het is een opdracht Jezus zegt: “geneest de zieken,
geneest de zieken die daar zijn”. Charismatische christenen wijzen er op
dat het een opdracht is. Het staat in de gebiedende wijs. We moeten doen wat
er staat. Maar de uitleg en toepassing van de tekst zijn niet juist. Er wordt
bij deze uitleg geen rekening gehouden met de context. Er wordt geen rekening
gehouden met het verband waarin de tekst staat. Laten we naar het verband
kijken. + Dit wordt niet gezegd tegen alle
christenen Jezus geeft deze opdracht niet aan alle discipelen. Hij zegt dit tegen
een groep discipelen van Zijn discipelen die speciaal uitgekozen en toegerust
werden voor een concrete taak. “En Hij riep Zijn twaalf discipelen bij Zich en
gaf hun macht over de onreine geesten om die uit te drijven, en om iedere
ziekte en elke kwaal te genezen.” (Mattheus 10:1). Eerst de twaalven en
later nog een keer een grotere groep van zeventig (Lucas 10:1). Jezus koos ze uit, riep ze tot zich. En hij rustte ze toe: “en gaf
hun macht over …” Het ging hier niet om al zijn discipelen. Alleen deze discipelen kregen
deze opdracht en de bij behorende macht. + Assistenten voor zijn prediking die gericht was
op Israel De tijd dat Jezus predikte en waarin deze uitgekozen assistenten
opereerden was niet de tijd van de gemeente. Tijdens het aardse leven van
Jezus was de prediking speciaal gericht op de Joden. De twaalven en de
zeventig kregen uitdrukkelijk de instructie om niet naar de heidenen te gaan
(Mattheus 10:5,6). De joden kregen in de tijd
wel wonderen en tekenen, als vervulling van de messiaanse profetie (Jesaja 35:5,6). In de profetie was aangekondigd dat
de Messias wonderen zou doen, Jezus deed wonderen. Daaraan konden de joden
zien dat Jezus de door God gezonden Messias was (Handelingen 2:22, Johannes
3:2). Zo ontnam God hun elke uitvlucht voor hun weigering om Jezus te
aanvaarden. Jezus had hulp nodig om heel Israel te bereiken, daarom schakelde hij de
twaalven en later de zeventig (Lucas 10:1) in. En zij kregen volmacht
om te doen wat hij ook deed, inclusief de wonderen. + Gaan de charismatische gelovigen ook doden
opwekken? In Mattheus 10:8 staat naast de
opdracht om te genezen, ook de opdracht om doden op te wekken. “Geneest de zieken, wekt de doden op
….” (Mattheus 10:8). Als je de opdracht om
te genezen op jezelf toepast, dan moet je dat ook doen met de opdracht om
doden op te wekken. Zowel genezen en als doden opwekken zijn onderdeel van
dezelfde opdracht aan de twaalven en de zeventig. + Alleen naar de Joden toe En gaan de charismatische gelovigen, die Mattheus
10:7,8 op zichzelf toepassen, ook, zoals de twaalven en de zeventig werd opgedragen,
alleen met hun prediking naar de joden? (Mattheus 10:5,6) + Conclusie Je kunt deze opdracht die aan deze speciaal uitgekozen groep voor een
bepaalde welomschreven actie gegeven
is, niet zondermeer toepassen op de christenen. Zeker omdat er in het Nieuwe
Testament nergens anders een opdracht wordt gegeven om de zieken te gaan
genezen. De opdracht is om zo het koninkrijk te demonstreren. 18.5. Nog enkele Bijbelteksten Hierboven zijn Johannes 14:12 en Mattheus
10:5,6 besproken. Er zijn nog drie teksten die volgens charismatische
christenen zouden bewijzen dat het Gods bedoeling is dat wij wonderen en
tekenen moeten doen. Voor een uitgebreide bespreking van deze drie teksten verwijs ik naar
deze Bijbelstudie. www.toetsalles.nl/htmldoc/wonderen.tekenen.htm Naast Johannes 14:12 en Mattheus 10:5,6 worden
daar ook de drie andere teksten besproken. Een van de drie teksten is 1 Korinthe 2:4. Daar
zegt Paulus dat hij het evangelie verkondigde met betoon van geest en kracht.
De cursus vat kracht hier op als wonderen. Als je niet tegelijk met het
verkondigen van het evangelie genezingswonderen doet, dan verkondig je het
evangelie, volgens de cursus, niet met betoon van Geest en kracht. Dus al de
grote opwekkingspredikers uit de kerkgeschiedenis verkondigden het evangelie,
volgens deze uitleg, niet met betoon van Geest en kracht. Maar de pinkster
genezingsevangelisten doen dat volgens hen wel. 18.6. De koninkrijkstheologie werkt niet Er werd door John Wimber gebeden voor zieken, maar er genas bijna
niemand. Hij is ook in Nederland geweest, geen echte genezingen. Zijn
koninkrijkstheologie werkte niet! Dat
was te verwachten, want nergens heeft Jezus al zijn discipelen opgedragen om,
zoals Hij dat heeft gedaan, voortdurend alle zieken te genezen en zelfs doden
op te wekken. Dat er bij Wimber bijna niemand genas van door artsen vastgestelde
ongeneeslijke ziekten en handicaps is niet uniek. Want dit was zo bij alle
pinkstergenezers en bij alle charismatische genezingsbedieningen. Er
geneest bijna niemand. Dit was zo vanaf het ontstaan van de pinksterbeweging
in 1906 tot nu toe. Genezingen van medisch vast te stellen zieken en
handicaps zijn een grote uitzondering. Zie, www.toetsalles.nl/pdf/gering.resultaat.pdf + Is het alleen
naďviteit? Een ieder die langere tijd in pinkster/charismatische kring heeft doorgebracht
weet dit. In het begin kunnen christenen in deze beweging nog naďef zijn en
er in geloven, misleid door de pinkstertheologie en door het telkens weer
naar voren brengen van de enkeling die wel is genezen. Maar als je jaar in
jaar uit verkondigt dat we het koninkrijk Gods moeten demonstreren door
genezingen en er geneest bijna niemand, dan is er geen sprake meer van
naďviteit. + De uitvlucht van de
charismatische leiders Als eerste hebben ze de leer van John Wimber iets uitgebreid. Ze stellen
dat het koninkrijk er wel is, maar dat het ook nog bezig is om te komen, het
is nog niet volledig doorgebroken. We kunnen er op dit moment alleen nog maar
van proeven. En daarom, helaas, helaas, geneest nog niet iedere zieke. Daarom
genezen er momenteel wel af en toe mensen met pijnklachten, astmatische
klachten en dergelijke. Maar blindgeborene mensen die gaan zien, doven die
gaan horen, mensen met een dwarslaesie die weer gaan lopen, dat niet, want,
zoals gezegd, we mogen op het moment nog alleen maar wat proeven van de
krachten van het Koninkrijk. Wel genezing van een pijnlijke arm of been, maar
niet als je echt verlamd bent. (cursusboek, p.52) Zo proberen ze goed te praten dat er in werkelijkheid bijna niemand
geneest. Misschien wel genezen van niet objectief vast te stellen
pijnklachten, het verlengen van benen, asmatische
klachten en dergelijke, maar geen mensen die genezen van vastgestelde
ongeneeslijke ziekten. Het resultaat van hun genezingsbedieningen komt in de
verste verte niet in de buurt bij die van Jezus en de apostelen. Bij Jezus en
de apostelen genas iedereen. Als Jezus en de apostelen ergens het evangelie
verkondigden en de mensen brachtten hun zieken voor
genezing, dan werden die altijd zonder uitzondering allemaal genezen. Ik stel opnieuw de vraag aan mijn charismatische broeders. Waar zijn de
blindgeboren mensen die weer kunnen zien, de verlamde mensen met een
dwarslaesie die weer kunnen lopen? De mensen met downsyndroom, aidspatienten, de doven en andere mensen met
controleerbare ziekten die genezen zijn. Charismatische/pinkster christenen –
en ook de schrijvers van de cursus - geloven toch dat ze dezelfde werken en
nog grotere dan Jezus kunnen doen. Als slechts 10 procent van de mensen waarvoor door charismatische
christenen en speciale genezers uit hun midden wordt gebeden, genezen zou
worden, dan zouden er duizenden genezen mensen moeten zijn. Als slechts 1
procent van de zieken waar voor gebeden wordt, zou genezen, dan zouden er nog
steeds vele honderden moeten zijn. + De aandacht afleiden Als tweede bieden de moderne charismatische leiders een alternatief aan
voor genezingen. De genezingen zouden er volgens hun theorie moeten zijn,
maar ze zijn er niet. Om dit op te vangen, bieden ze de christenen een andere
‘bovennatuurlijke’ ervaring aan. Een andere ‘demonstratie’ van het Koninkrijk
van God. In de vorm van profetieën, dromen, visioenen, beelden, woorden van
de Heer. Dit doet de cursus ook. Maar oorspronkelijk hoorden, bij leiders als
Wimber, hier ook vallen in de Geest bij, dronken in de Geest, stuiptrekkingen
en natuurlijk ook spreken in tongen. Deze fenomenen werden in de tijd van
John Wimber en de Toronto Blessing
‘manifestaties van de Geest’ genoemd. Manifestaties van het Koninkrijk van
God. Door die dingen te laten zien en ze te laten beleven, kunnen de
charismatische christenen de christenen toch nog iets ‘bovennatuurlijks’
laten ervaren. Zo kunnen ze, voor hun eigen besef, toch nog het koninkrijk
van God demonstreren. Zo leiden ze de aandacht af van het zo goed als volledig
ontbreken van werkelijke genezingen. En van het ontbreken van echte Bijbelse
profetie. Om ervaringen te krijgen, gebruikt de cursus ook technieken die
afkomstig zijn uit de rooms-katholieke mystiek. Dat wordt verderop in deze
studie besproken. + Een karikatuur maken
van het evangelische standpunt Als laatste tactiek om het falen van de eigen koninkrijkstheologie te
verbergen, maken de charismatische leiders vaak een karikatuur van het
standpunt dat de tekengaven bedoeld waren voor de pioniertijd
van de gemeente. Charismatische christenen plakken hier geregeld het etiket
“streeptheologie” op. Ze doen net alsof evangelische christenen niet geloven
dat God ook nu nog wonderen doet. Maar evangelische christen geloven wel degelijk dat God ook nu nog
wonderen doet in antwoord op het gebed. Ik heb enkele malen in mijn
omgeving meegemaakt hoe God van het ene moment op het andere een zieke genas.
Maar dat waren uitzonderingen. Ook heb ik gezien dat God ieder mens die zich
bekeert, bevrijdt van alle occulte belasting en bezetenheid. Dat hebben we
regelmatig in het pastoraat meegemaakt. En natuurlijk werkt Gods Geest voortdurend in onze harten. Daar leven we
in. De Geest leidt door een innerlijke overtuiging, de Geest sterkt in de
innerlijke mens, de Geest opent de Bijbel voor ons, enzovoort. Een christen
beleeft van alles. Zie hoofdstuk 4 van deze Bijbelstudie www.toetsalles.nl/htmldoc/mystieka.htm Deel III – Mystieke technieken, lectio divina De cursisten worden naast het profeteren ook geoefend in lectio divina. Lectio divina neemt een zeer
prominente plaats in, in de cursus. De eerste les wordt er mee begonnen, in
elke les wordt er aandacht aan besteed. Het wordt als huiswerk meegegeven. Wat is het? 19. Lectio
divina Lectio divina komt uit de
rooms-katholieke mystiek. Het is een vorm van intuďtief Bijbellezen. Je denk
niet na over de tekst die je leest. Je vraagt je niet af: Wat staat er, wat
betekent het, wat kan ik er uit leren, hoe kan ik het toepassen. Bij lectio divina doe je dit bewust
niet, je schakelt je denken en je verstand uit. Je laat de tekst passief op
je af komen en je kijkt wat het in je doet. Of er iets gevoelsmatig
uitspringt. Je ondergaat de tekst. Je let op welke ervaring de tekst geeft.
Welk onderdeel, woord of zinnetje springt er uit, doet je wat. Daar
concentreer je, je dan op. Dit brengt je in een toestand van contemplatie, in een toestand van
woordeloos genieten van Gods tegenwoordigheid. Bij lectio
divina lees je de Bijbel om een ervaring van God te
krijgen, een beleving. Hier loopt de lectio divina op uit, dat is het doel: “De Heer kijkt je liefdevol aan en jij rust in zijn liefde” (p.
49 van het cursusboek) Dat noemt de cursus ‘Bijbellezen met het hart’. (p. 58, cursusboek) Hier is een link met informatie over lectio divina www.internetbijbelschool.nl/htmldoc/lectiowatis.htm + Wat klopt er niet aan
lectio divina? -Het uitschakelen van
het verstand bij het Bijbellezen is niet Bijbels Wanneer we de Bijbel lezen, moeten we ons verstand niet uitschakelen,
maar juist inschakelen. De Bijbel spreekt over overdenken en onderzoeken. “Dit boek met deze wet mag niet wijken uit uw mond, maar u moet het dag
en nacht overdenken...” (Jozua 1:8) “Ezra had immers zijn hart er op gericht om de wet van de HEERE te onderzoeken,
om die te doen en om in Israël de verordeningen en bepalingen te onderwijzen” (Ezra 7:10) Het is juist Gods bedoeling dat we de Bijbel begrijpen met ons verstand. “Toen opende Hij hun verstand zodat
zij de Schrift begrepen” (Lucas 24:45). Jezus gaf Bijbelstudie en
toen opende Hij het verstand van de discipelen zodat ze het begrepen. Ik citeer de cursus: “Denk niet te veel door
– ga meer af op je hart en je intuitie” (p. 23) -Bijbellezen om een
ervaring te krijgen is niet Bijbels Dat is niet het doel van Bijbellezen. Het doel van het Bijbellezen Is het
verstaan en toepassen van de Bijbel op ons eigen leven en dat van anderen. De
Bijbel is bedoeld om mee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op
te voeden in de gerechtigheid (2 Tim. 3:16). Dat geldt voor onszelf, zo
passen we de Bijbel op onszelf toe en op anderen in ons onderwijs. De Bijbel
is bedoeld om ons te vormen en toe te rusten (2 Tim. 3:17). Als we daarbij ook iets ervaren is dat goed, maar dat moet nooit het doel
zijn. Zoals dat in lectio divina
wel het geval is. De Bijbel is bedoeld om mee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren
en op te voeden in de gerechtigheid (2 Tim. 3:16). Vier activiteiten waarbij
ons verstand betrokken is. Het kan zijn dat deelnemers aan de ‘luisterend bidden’ cursus in eerste
instantie gezegend worden door lectio divina, want in de cursus wordt enkele malen achter
elkaar hardop het Bijbelgedeelte voorgelezen. Als je nog niet geleerd hebt om
je verstand uit te schakelen, dan kun je door die lezing nog gezegend worden.
20. Op het spoor gezet
van het contemplatieve christendom, ademgebed Door het aanleren van lectio divina zet de cursus de deelnemers op de weg van het
mystieke christendom. Als cursisten de smaak te pakken krijgen, dan zullen
sommigen nog meer stappen op de mystieke weg zetten. Bijvoorbeeld door de
techniek van ‘het Jezus gebed’ ook aan te leren. Het Jezus gebed bestaat uit het telkens langzaam uitspreken van de naam
van Jezus of van een ander kort woord of zinnetje zoals “Heer onferm u over
mij”. Dat werkt als een mantra. Het voortdurend herhalen van een mantra
bewerkt een meditatieve toestand van verminderd bewustzijn. Een gevaarlijke
toestand, want dat geeft boze geesten de kans om zich te manifesteren. Deze
techniek wordt ook wel repetitief gebed, centrerend gebed en contemplatief gebed
genoemd. Een andere naam is het ademgebed, het woord of zinnetje wordt dan
uitgesproken op het ritme van de ademhaling. In de cursus wordt het ademgebed al genoemd en aanbevolen. Ik citeer: “Neem een Bijbeltekst mee je dag in, kies
een zin uit de Bijbel die je in één ademtocht kunt uitspreken en bid deze zin
tijdens je dag … en luister naar wat God hierin doet. Een “ademgebed” noemt
…” (cursusboek p. 76) -Wat is contemplatief gebed? Zie: www.toetsalles.nl/pdf/contemplatief.gebed.ha.pdf + Jos Douma, de cursus
en contemplatief gebed Douma is de voornaamste leider die in Nederland mystieke technieken
uitdraagt, vooral door zijn boeken. We vinden zijn naam terug in het
cursusboek van Luisterend bidden. De uitleg over lectio
divina op de pagina’s 48 en 49 van het cursusboek
is door hem geschreven. Wat daar staat is een verkorte versie van het
hoofdstuk “Bijbellezen met je hart” uit zijn boek “Verlangen naar het goede
leven” (cursusboek, p. 49). In het hoofdstuk van “Verlangen naar het goede leven” geeft hij een
inleiding in lectio divina.
Daar geeft hij de basis door. In het volgende hoofdstuk geeft hij aanvullende
instructie voor lectio divina.
In dat hoofdstuk introduceert hij het contemplatieve gebed als een hulp en
aanvulling van lectio divina.
(pp. 80.81 van “Verlangen naar het goede leven”) Wat zegt hij daar? -Het doel van lectio devina
is om Gods woorden te horen -Die ga je pas horen nadat je ziel tot stilte is gekomen -Tot stilte kom je op het moment dat je, je denken volledig stil hebt
gezet. Dan komt er ruimte om ervaringen van God te krijgen. Ik citeer uit “Verlangen naar het goede leven”: “De lectio
die zich concentreert op het lezen van teksten, heeft als aanvulling silentio nodig. Stilte is de ruimte waarin woorden echt
tot klinken kunnen komen. Maar eerst moet er ook even geen woord zijn,
maar alleen rust, aanwezigheid, het is goed om uitwendig stilte te ervaren in
een stille ruimte, samen met anderen mensen, die zwijgen. Maar er is ook
stilte van binnen nodig.” (p. 80, de
onderstreping is van mij) Douma zegt vervolgens dat die innerlijke stilte niet gemakkelijk is te
bereiken “Die [stilte] is niet
zo makkelijk te vinden. Want zodra je stil wordt en stopt met bezig zijn,
merk je dat er van binnen heel veel onrust is: gedachten, gevoelens en
herinneringen vragen aandacht.” (p. 81) Douma heeft daar een oplossing voor. Hij introduceert de techniek van
contemplatief gebed als een methode om
je denken stil te zetten. Door het herhalen van het gebedswoord (de
gebedsmantra) wordt denken stil gezet, wordt de ziel leeggemaakt. “Voor het oefenen van
stilte vind ik zelf de aanwijzing die zegt dat je een enkel woord moet kiezen
als gebedswoord (bijvoorbeeld Jezus, genade, God, liefde) heel behulpzaam. …
De stilte start wanneer je, je gebedswoord te binnen brengt en het zachtjes
in je hart zegt. Als je vervolgens merkt dat je bezig bent met gedachten,
gevoelens, herinneringen of andere prikkels, moet je telkens weer zachtjes terugkeren
naar dat gebedswoord. Zo kun je de stilte beoefenen die de onmisbare context
is voor het luisteren naar de zachte stem van de Geest, die klinkt in de
woorden van God.” (p. 81) In verschillende van zijn andere boeken beveelt Douma ook het contemplatief
gebed aan. In een van deze boeken, het boek “Jezus uitstralen” geeft hij een
uitgebreide introductie. Daar zegt hij er veel meer over. Hij introduceert
het ook als een op zichzelf staande techniek om een Godservaring te krijgen.
Je gaat dan keer op keer het gebedswoord herhalen tot je God gaat ervaren.
Zie: www.toetsalles.nl/bio.douma.htm Dit heeft niets met Bijbels geestelijk leven te maken. Dit is een
oosterse meditatietechniek vermomd met christelijke termen. Alle
meditatietechnieken uit de oosterse godsdiensten zijn gericht op het stil
zetten van denken. Het zijn ontledigingstechnieken.
Als je zo je ziel tot stilte brengt, maak je jezelf kwetsbaar voor invloeden
uit de onzichtbare wereld. De hindoes die mediteren met bijvoorbeeld een
gebedsmantra krijgen net zo goed bovennatuurlijke ervaringen. Zie dit artikel “Komt meditatie voor in de Bijbel”. www.toetsalles.nl/htmldoc/bijbel.meditatie1.htm Sommige cursisten zullen door de cursus Jos Douma ontdekken en zullen
boeken van Douma gaan lezen. + Dallas
Willard In het cursusboek wordt Dallas Willard herhaaldelijk geciteerd. Willard
is een van de meest invloedrijke leiders van de contemplatieve beweging, ook
hij onderwijst christenen technieken als het ademgebed en lectio
divina. Door Willard te
citeren, introduceert de cursus hem als een betrouwbare Bijbelleraar. Terwijl
hij op allerlei punten in zijn geestelijk onderwijs tegen de Bijbel ingaat (7) . + Een subtiele
verandering van Bijbellezen en gebed In het contemplatieve christendom wordt op subtiele manier gebed en
Bijbellezen veranderd. Dat wordt ook in de cursus Luisterend bidden gedaan. Hierboven bij de bespreking van lectio divina is al besproken hoe door het uitschakelen van het
verstand het Bijbellezen wordt gebruikt als middel om een ervaring van God te
krijgen. Om in een contemplatieve toestand te komen, waarbij je God ervaart. Ook het gebed wordt in de cursus tot een ervaring van God gemaakt. Bidden is in de Bijbel simpelweg spreken tot God. Zie als voorbeeld het
‘onze vader’. De vraag van de discipelen was “Heer leer ons bidden”. En dan
geeft Jezus hen het onze vader als voorbeeld gebed. Zeven concrete dingen die
je aan God vraagt. Dat is de kern van het Bijbelse gebed. (Lucas 11:1-4) Kijk wat de cursus over bidden zegt. Let op hoe de cursus het eenvoudige Bijbelse gebed verandert in een
methode om Gods liefde te ervaren en om boodschappen van God te ontvangen. -Gebed als tweerichtingsverkeer, een gesprek. Als je bidt dan spreek jij niet alleen tot God, maar dan gaat God ook tot
jou spreken. Dan gaat God zijn woorden spreken in je hart. (cursusboek, p. 47) -door gebed genieten we van zijn liefde (cursusboek, p. 47) -door gebed laten we zachtjes in ons hart landen dat we werkelijk zijn
geliefde zoon zijn (cursusboek, p. 47) Niet alleen het Bijbellezen wordt tot het zoeken van een ervaring
gemaakt, dat wordt in het contemplatieve christendom ook met het gebed
gedaan, hetzelfde gebeurt in de cursus. Het gebed gaat allerlei dingen in jou
doen. Genieten van zijn liefde, ervaren dat in je hart landt dat je werkelijk
geliefd bent. En je gaat dingen horen. Directe woorden van God. + Uitleg over het
contemplatieve christendom Voor een uitleg over de “christelijke” contemplatieve beweging, zie dit
artikel: www.toetsalles.nl/htmldoc/contemplatievebeweging.ha.htm Deel IV – Beoordeling, conclusies, waarschuwing 21. De cursus gebruikt misleiding Om te beginnen is de titel van de
cursus al misleidend. Want de cursus gaat helemaal niet over bidden. Het gaat
over profeteren. De cursisten denken dat ze gaan leren over bidden. Maar in
plaats daarvan gaat het over profeteren. En dan wordt hen ook nog eens wijs
gemaakt dat ze aan het profeteren zijn. Terwijl wat de cursus hen leert niet
meer is dan een uitgeklede vorm van profetie, die niet lijkt op de echte
Bijbelse profetie. Ook wordt hen in de cursus de
grote lijnen van de charismatische theologie onderwezen, zoals alle
geestesgaven zijn voor nu, vervulling met de Heilige Geest door
handoplegging, het oproepen van de Geest, dezelfde werken als Jezus doen,
profeteren en genezen, het koninkrijk Gods demonstreren door wonderen en
tekenen. Dit gebeurt zonder dat de
cursisten dit beseffen, ze weten niet waar ze aan beginnen als ze de cursus
gaan volgen. Ze denken dat ze onderwijs krijgen over een vorm van bidden. Door te spreken over ‘bidden en
het luisteren naar de stem van God’ worden christenen de cursus binnen
gelokt. Zo worden ze de charismatische fuik binnen gelokt. 22. Het werkelijke effect van de cursus, charismatiseren Wat is het effect op christenen
die deelnemen? Wat is het effect op gemeenten die
de cursus organiseren? Er wordt een theologische wissel omgezet In het denken van de christenen
wordt een theologische wissel omgezet. Na afloop geloven de cursisten dat
alle geestesgaven nog voor nu zijn. En dat zij zich daar naar uit moeten
strekken. Als je dat aanvaardt, dan heb je de fundamentele leerstelling van
de charismatische beweging aanvaard. Dan ben je op het charismatische spoor
gezet. Als de deelnemers de cursus hebben doorlopen dan geloven ze dat ze
moeten gaan profeteren, genezen, het koninkrijk demonstreren door wonderen en
tekenen. Ook is hun visie op de
charismatische beweging veranderd. Ze denken dat de drie golven van de pinkster
en charismatische beweging Gods herstelbeweging zijn. God die door de
pinkster en charismatische beweging de christenheid terugbrengt naar een
evangelie van kracht, wonderen, tekenen, profeteren, genezingen. Deelnemen aan de cursus van
christenen en gemeenten zal niet zonder gevolg blijven. Als een gemeente of
een christen in contact komt met valse leringen, dan worden ze er door
beďnvloed. De Bijbel gebruikt het beeld van zuurdeeg (Mattheus
16:12, Galaten 5:9). Als zuurdeeg in contact komt met meel, dan verzuurt na
enige tijd al het meel. Als contact met valse leer en valse leraren niet
wordt vermeden, dan verzuurt dat na verloop van tijd het gehele deeg, de
gehele gemeente. Het proces waarlangs een valse
leer een gemeente in de greep krijgt, verloopt gewoonlijk langs drie fasen.
Verbinden, vermengen, vervangen. Eerst verbinden, dan volgt vermengen en
uiteindelijk leidt dat tot vervangen. Eerst wordt geen afstand gehouden van
valse leringen, in dit geval charismatische leringen. Na enige tijd komen er gemeenteleden
die charismatische denkbeelden overnemen, dat breidt zich zo uit totdat de
charismatische leden in de meerderheid zijn en zij de controle overnemen en
de boodschap bepalen. Dat zal ook gebeuren met de on-Bijbelse charismatische
leringen van Luisterend bidden. + Charismatiseren is het doel van de cursus De opzet van de cursus is om een volledige gemeente de weg van luisterend
bidden op te laten gaan. Dit is trouwens ook het uitdrukkelijk doel van de
New Wine organisatie, de uitgever van het cursusboek.
“Het doel van deze
gemeentecursus is dat je als gemeente groeit in zo’n gebedscultuur,
waarin je verwacht dat God spreekt in ons hart …” (cursusboek, p.5) “Luisterend bidden is
dan niet alleen iets wat we doen op onze huiskringen …” (cursusboek, p. 5) “Hoe zou je als
huiskring kunnen groeien in ‘luisterend leven’? Hoe kun je elkaar helpen?
Misschien kun je nu zelfs concrete afspraken maken.” (cursusboek, p. 37) New Wine
biedt in het cursusboek gemeenten begeleiding aan in het ombouwen van een
gemeente naar een charismatische gemeente. Stafmedewerkers van New Wine bieden een begeleidingstraject aan voor het opzetten
van ministry teams, profetisch gebed,
gebedspastoraat, genezingsbediening en muziek en aanbidding in de gemeente.
(cursusboek, p. 82) + Verder na de cursus, nog verder het charismatische pad opgestuurd In het cursusboek wordt gewezen op
de mogelijkheid om na het volgen van ‘Luisterend bidden’ verder te gaan op
deze weg. (cursusboek, p. 41) “Als je verder wilt verdiepen in de gaven van profetie en de rol van de
profetische bediening in de gemeente dan wijzen we je graag op drie
mogelijkheden die werden ontwikkeld door onze collega’s van Nederland Zoekt”
(cursusboek, p. 41) Je kunt onder mee de cursus “De
Prophecy Course” gaan volgen. 23. De cursus veroorzaakt verdeeldheid De cursus veroorzaakt verdeeldheid
in gemeenten. Er wordt via de cursus een fundamenteel andere leer over de
geestesgaven aangeleerd. En daarmee ook over ziekte en genezing, over de weg
tot vervulling met de Geest, over wonderen en tekenen, over profeteren. Het
is een doelbewuste poging om van binnenuit gemeenten over te zetten van
traditioneel evangelisch naar charismatisch. Dit leidt bijna onvermijdelijk tot
een botsing tussen gemeenteleden. Er zullen leden zeggen: “Dit kan niet, deze boodschap is onbijbels, die hoort niet in onze gemeente”. Anderen
zullen de boodschap van de cursus enthousiast ontvangen. “Dit is de weg, deze kant moeten we op, dit is de boodschap die onze
gemeente nodig heeft.” Door de cursus plant je een zaad
van verdeeldheid in een gemeente. Een groep gemeenteleden wil volledig het
charismatische pad op. Een andere groep wil dit niet. Dan krijg je een
gemeente waar constant deze spanning smeult.
Een bom in een gemeente gooien Als je in een reformatorische
gemeente een cursus gaat houden waarin je vertelt dat de doop op geloof de
juiste Bijbelse doop is, dan gooi je een bom in die gemeente. Het zelfde doe
je als je een cursus met daarin de charismatische theologie gaat houden in
een niet-charismatische gemeente. 24. Het profeteren van
de cursus is nutteloos, overbodig Wat is het nut van de uitgeklede vorm van profetie die de cursus de
deelnemers wil aanleren? Volgens de cursus is dat bemoedigen, troosten,
opbouwen. Maar daar hebben we deze profetie niet voor nodig. Daar hebben we
het geschreven woord van God voor, wat we elkaar voor kunnen houden. Ook dat
doen we met geestelijk inzicht en onder leiding van Gods Geest, maar dat is
geen profeteren. (Zie hierboven, punt 16) De Bijbel onderwijst, versterkt, vertroost, leidt, vermaant, corrigeert,
overtuigt, bouwt op. Dat gebeurt als je ‘onder het woord’ blijft. Als je er
dagelijks in leest, als je het memoriseert (uit je hoofd leert), als je het
bestudeert, als je er met elkaar over spreekt, als je het met elkaar
deelt. Stel een christen heeft het moeilijk. En in die situatie geeft een
medechristen een “profetie” aan hem door. De boodschap is: “God ziet je, God
houdt van je, vrees niet.” Hebben we dit werkelijk nodig? Dat iemand dit namens God tegen mij zegt.
Met een profetie, die van God of niet van God kan zijn. Er staat vele malen in de Bijbel dat God van ons houdt, dat Hij ons niet
begeeft, dat Hij voor ons zorgt. Daaraan twijfelen is ongeloof, kleingeloof. Een christen die het moeilijk heeft, heeft
geen profetie nodig “die wel of niet van God kan zijn”. Hij heeft het zekere
woord van God nodig, een toepasselijke tekst uit de Bijbel. En Hij moet door
het geloof op het woord van God gaan staan. “God zegt dat Hij me niet zal
verlaten ( Hebr. 13:5). Dat betekent dat ik me wel verlaten kan voelen,
maar niet verlaten kan zijn.” Hij moet het schild van het geloof
opheffen en tegen zijn gevoel en tegen de omstandigheden in op het woord van
God blijven staan. We kunnen elkaar opbouwen met het geschreven woord van God. Daarbij kan
God ons een toepasselijke tekst in gedachten brengen voor onszelf en voor
anderen. Het is ongelofelijk dat de cursus voor deze zo goed als geheel overbodige
vorm van profetie een gehele gemeente wil ombouwen tot een
charismatische/pinkster gemeente. De cursus richt op ervaringen, op woorden van God, dromen, beelden,
indrukken. In plaats van op het woord van God. Dat verzwakt christenen. 25. De cursus is
gevaarlijk Om verschillende redenen is de cursus gevaarlijk voor de deelnemers. In de eerste plaats komt dat doordat ‘Luisterend bidden’ de cursisten op
het pad van het onbijbelse mystieke contemplatieve
christendom zet. Lectio divina,
ademgebed. Je verstand uitschakelen, Bijbellezen met het hart, Bijbellezen om
een ervaring te krijgen. Zeker als iemand doorgaat op de mystieke weg, als
hij of zij bijvoorbeeld ook aan contemplatief gebed gaat doen, dan leidt dit
onvermijdelijk tot contact met demonen die zich voordoen als engelen des
lichts. Maar ook elementen van de charismatische leer en praktijk zijn
gevaarlijk. Het onbijbelse elkaar de handen
opleggen. Het zoeken van ervaringen, beelden, stemmen, visioenen, innerlijke
woorden, indrukken, door passief in jezelf te kijken. Het stil worden, het
stil zetten van het denken. 26. Onzuivere
spiritualiteit De cursus brengt een gevaarlijk mengsel van gezond Bijbels onderwijs,
charismatische dwaling en mystieke spiritualiteit. 27. De verleidende kracht van de cursus De cursus belooft een nieuwe ervaring van God. Je gaat Gods stem
verstaan, je gaat profeteren, je gaat meewerken met God, je gaat dezelfde
werken als Jezus doen. Je gaat eindelijk wat van God ervaren. Wie wil dat
niet? Dat trekt christenen aan. + De cursus bewerkt
ervaringen -Zegen door goed onderwijs dat hier en daar nog in de cursus staat. De
herhaalde lezing van een Bijbelgedeelte, wat bij lectio
divina wordt gedaan, kan in eerste instantie ook
zegenrijk zijn. Zolang deelnemers de Bijbel op de ouderwetse rationele manier
blijven lezen en nog niet geleerd hebben om hun verstand uit te schakelen. -En wellicht zeg je, bij het oefenen van profetie, iets positiefs tegen
een deelnemer wat goed valt bij hen. Of gebeurt dat andersom bij jou. Met als
conclusie: ik heb gemerkt dat het werkt. -De zes avonden van de cursus geven ook een groepservaring die vaak als
positief wordt ervaren. Dat wordt bevorderd door de groepsgrootte beperkt te
houden. + Het is moeilijk
praten tegen een ervaring. Ervaring weegt bij velen zwaarder dan de Bijbel, dan de feiten. Je hebt
‘het’ beleefd, dus is het waar. Toegepast op de cursus, ik ben gezegend door
de cursus dus kan de cursus niet, geheel of gedeeltelijk, onbijbels
zijn. Ik moet denken aan de oudere broeder die in zijn jeugd met een ernstige
ziekte in het ziekenhuis lag. Er kwam een pinksterbroeder langs die met hem
bad en hij werd van het ene moment op het andere genezen. Dat bracht hem er
toe om de gehele pinksterleer over ‘genezing in de verzoening’ aan te nemen.
Want dat was wat de pinksterbroeder hem leerde na zijn genezing. Zijn hele
verdere leven is hij blijven verkondigen dat Jezus geneest, dat genezing in
de verzoening is, dat Jezus iedereen wil genezen. Er genas nooit iemand van
het ene moment op het andere zoals toen bij hem, als hij met zieken bad. Maar
zelfs toen hij bejaard was, na meer dan vijftig jaar tevergeefs bidden met
zieken, bleef hij de klassieke pinksterleer over genezing verkondigen. Want
het was waar, hij had het zelf ervaren, hij was toch genezen, nou dan. Evaring boven de Bijbel, ervaring boven de feiten. Als dat het geval is,
is zo iemand moeilijk meer te bereiken en te bevrijden van een valse leer. + Christenen die
kwetsbaar zijn Als je als christen weinig ervaart in je geestelijk leven, dan ben je
kwetsbaar voor de verlokking en boodschap van de cursus. Hier is een alternatief voor de cursus. Als je meer van God zou willen
merken in je leven. Dit is de beproefde Bijbelse weg: http://www.honderdbijbelstudies.nl/category/praktijk-christenleven/ www.internetbijbelschool.nl/body.htm#praktijk Zie ook dit artikel, deze bijbelstudie www.toetsalles.nl/htmldoc/mystieka.htm --------------------- De eindnoten 1/ Een citaat uit
de cursus: “Als christenen zijn we verwikkeld in een strijd, Dat
herken je vast. Er woedt een voortdurende
strijd tussen onze nieuwe identiteit
en onze oude natuur. We hebben een nieuwe identiteit
in Christus: geliefd kind
en erfgenaam, vrij van de
wet van de zonde en dood
(Romeinen 8). Maar onze oude natuur
trekt nog steeds aan ons...Je zou er moedeloos
van worden. Je zou zelfs gaan twijfelen
aan je nieuwe identiteit. En voor je het weet, leef je alsof je helemaal geen nieuw identiteit
hebt ontvangen. Wat hebben we het voortdurend nodig om opgebouwd, getroost en bemoedigd te worden! Om ons gezien en gekend te weten
door onze hemelse Vader.
Om herinnerd te worden aan wie
wij zijn in Christus. Om aangemoedigd te worden om
daar dan ook naar te
leven” 2/ Soms wordt naar 1 Korinthe 14:31 verwezen. Met de ‘allen’ in dit vers worden alle profeten van de gemeente te Korinthe bedoeld, niet alle gemeenteleden. In 1 Korinthe 14:24 wordt slechts een hypothetische situatie beschreven: “Niet allen profeteren, maar wat als dat wel het geval zou zijn.” 3/ De echte bijbelse geestesgave
van profetie was nuttig “opdat allen lering
en allen opwekking erdoor ontvangen.” (1 Kor. 14:31). Het ging dus om
profetie met een leerstellige inhoud, om lering. Zulke profetie is niet meer
nodig omdat we het Nieuwe Testament hebben 4/ (https://www.evangelisch-college.nl/opleidingen-en-cursussen/theologie/traject-gods-koninkrijk-en-de-heilige-geest/uitgangspunten/ 5/ Een voorbeeld van een genezing die niet permanent was. www.internetbijbelschool.nl/htmldoc/zijlstra-leonie.htm 6/ Artikel van een arts die christen is, hij heeft de genezingen uit charismatische kring bekeken. www.internetbijbelschool.nl/htmldoc/teeuw.htm 7.
https://www.wayoflife.org/database/dallas_willard.html
en https://cicministry.org/commentary/issue91.htm |