(De cursus is ook te lezen en downloaden in pdf

https://www.toetsalles.nl/pdf/luisterend.bidden.ha.pdf )

 

De cursus “luisterend bidden” – een analyse en waarschuwing

 

In dit artikel wordt de cursus ‘Luisterend Bidden’ beoordeeld en getoetst aan de Bijbel, aan de gezonde leer en aan de feiten.

De cursus is onderdeel van het studietraject “Gods Koninkrijk en de Heilige Geest “ dat door het Evangelisch College wordt aangeboden.

 

Als bron wordt het cursusboek gebruikt en de informatie die over de cursus op de site van het Evangelisch College staat.

 

In de punten 1 t/m15 gaat het over luisterend bidden, over profeteren. In de punten 16 t/m 18 gaat het over de charismatische theologie van de cursus. In de punten 19 en 20 gaat het over lectio divina en ademgebed.

In de punten 21 t/m 27 staan de conclusies.                                                                                                    

 

Deel 1 – over het profeteren

 

1. Luisterend bidden komt in de Bijbel niet voor

 

De cursus gaat over luisterend bidden, maar je kunt luisterend bidden niet in de Bijbel terug vinden. Bidden is in de Bijbel altijd spreken tot God. De Bijbel zegt heel veel over gebed, maar luisteren en bidden worden nergens met elkaar verbonden.

 

2. De titel van de cursus is misleidend

 

De naam van de cursus is: “Luisterend bidden”. Deze titel is misleidend want het gaat in de cursus helemaal niet over bidden. De cursus is in werkelijkheid een cursus in profeteren. Er wordt geleerd om boodschappen van God te ontvangen om die door te geven aan een ander.

 

3. Wat in de cursus met luisteren wordt bedoeld

 

Er wordt geleerd om te luisteren naar “de stem van de Heer”. Die stem komt in de vorm van beelden, visioenen, innerlijke woorden van de Heer, indrukken. Je moet stil worden en naar binnen kijken en zien wat er in je opkomt. Dit wordt ons in de Bijbel nergens opgedragen.

 

4. Profeteren volgens de cursus

 

Je moet, tijdens een speciale tijd van ‘luisteren’, kijken wat er in je opkomt en dat vervolgens doorgeven aan de persoon voor wie het bedoeld is. Een beeld, een woord, een indruk, een visioen. Eventueel een Bijbeltekst.

 

5. Profetie oefenen, leren profeteren

 

In de cursus wordt er geoefend in deze vorm van “profeteren”. Het doel van de cursus is om het profeteren “op gang te krijgen”. De ene oefening is voorbereiding op de andere. Ik pik er twee uit.

 

-Iets positiefs zeggen over degene die naast je zit.

 

In de tweede les vinden we de eerste oefening. De deelnemers zitten naast elkaar of in een cirkel. De oefening is dat je iets positiefs zegt over de deelnemer die naast je zit. Een compliment geven voor iets. De deelnemers wordt aangeraden om zich in te beelden hoe Jezus naar die ander kijkt. Deze oefening is bedoeld om de deelnemers er aan te laten wennen dat ze iets tegen een ander zeggen, het is nog niet direct profeteren.

 

-Stil zijn en kijken wat er in je opkomt voor de persoon die naast je zit

 

De eerste echte oefening met profeteren vinden we in les drie. De deelnemers aan de cursus bidden om beurten voor elkaar, en letten tijdens deze tijd van gebed op beelden, woorden en indrukken die naar boven komen. Deze indrukken worden vervolgens gedeeld met de groep.

 

De idee dat je profetie moet leren, kom je in nergens in de Bijbel tegen.

 

6. Feilbare profetie?

 

De profeten van het Oude Testament spraken met zekerheid en gezag. Zij zeiden: “Zo zegt de Here” en dan volgde de profetie. De profeten van het Nieuwe Testament deden hetzelfde. Neem de profeet Agabus. Hij zei: “Dit zegt de Heilige Geest …” (Hand. 21:10,11)

 

De ware profeten van God waren honderd procent betrouwbaar. Wanneer zij een voorzegging deden, kwam die altijd uit, ze zaten er nooit naast. Valse profeten zaten er echter wel regelmatig naast.

“Maar de profeet die overmoedig handelt door een woord in Mijn Naam te spreken dat ik hem niet geboden heb te spreken … die profeet zal sterven.

Wanneer u dan in uw hart zegt: Hoe kunnen wij het woord herkennen dat de HEERE niet gesproken heeft? Wanneer die profeet in de Naam van de HEERE spreekt, en het gebeurt niet en het komt niet uit, dan is dat een woord dat de HEERE niet gesproken heeft. In overmoed heeft die profeet gesproken, wees niet bevreesd voor hem.”

(Deut. 18:20-22)

 

Sinds het ontstaan van de pinksterbeweging, meer dan honderd jaar geleden, zijn er christenen die denken dat God ook in onze tijd nog steeds de gave van profetie geeft. Mensen uit hun kring begonnen te profeteren, maar al gauw bleek dat veel van hun profetieën niet uitkwamen. Ze zaten er regelmatig naast. Dat was een groot probleem, want volgens hun theologie zou de gave van profetie er nog wel moeten zijn. Maar ze lazen ook in de Bijbel dat bij een echte profeet elke voorzegging uitkomt, terwijl dat bij hun profeten niet het geval was. Een profeet die zich vergist is volgens de Bijbel een valse profeet. Volgens de standaard van de Bijbel, waren hun eigen profeten valse profeten.

 

Dit probleem hebben charismatische christenen opgelost door de theorie dat er twee soorten van profetie zijn. Profetie die altijd juist is en profetie die goed of fout kan zijn. De theorie dat er twee vormen van profetie zijn, wordt in ‘Luisterend bidden’ uitgedragen. Het profeteren dat de cursus de deelnemers aanleert, is deze tweede feilbare vorm van profetie.

 

De Bijbel kent dit onderscheid niet, in de Bijbel komen we geen tweede feilbare vorm van profetie tegen. Profetie is in de Bijbel altijd honderd procent betrouwbaar, een profeet zit er in de Bijbel nooit naast.

 

In de cursus wordt een poging gedaan om het bestaan van deze tweede feilbare vorm van profetie vanuit de Bijbel aan te tonen, maar dat is niet overtuigend. De schrijvers van de cursus wijzen bijvoorbeeld op 1 Korinthie 13:9 “want onvolkomen is …ons profeteren ” (NBG51).  “… wij profeteren ten dele” (HSV)

Wat bedoelt Paulus hier met ‘onvolkomen’? De cursus denkt dat Paulus met onvolkomen bedoelt dat ons profeteren er geregeld naast zit. Dat hij bedoelt dat ons profeteren soms uit God is en soms niet uit God. Dat onze profetie de ene keer uitkomt en de andere keer niet. Maar dat is niet de betekenis van onvolkomen in 1 Korinthe 13:9.

 

Met onvolkomen wordt in dit Bijbelgedeelte ‘ten dele, gedeeltelijk’ bedoeld. In Korinthe 13:8-13 worden twee situaties tegenover elkaar gesteld. De eerste is de huidige tijd waarin wij leven en de tweede is de situatie vanaf de wederkomst van Christus.

God heeft in deze tijd kennis gegeven door profetie, maar die kennis is nog onvolledig. Niet fout, maar onvolledig. We weten bijvoorbeeld nog heel veel niet over de hemel en over de geestelijke wereld. In die zin zijn de profetieën die wij hebben ‘onvolkomen’. Er is nog veel dat ons nog niet geopenbaard is. Pas als Jezus terugkomt, zullen we volledige kennis hebben. Vanaf dat moment hebben we de profetieën van de Bijbel niet meer nodig, omdat we de geestelijke dingen zelf rechtstreeks zullen zien. “De liefde vergaat nooit. Wat dan profetieën betreft, zij zullen tenietgedaan worden, wat talen betreft, zij zullen ophouden, wat kennis betreft zij zal tenietgedaan worden. Want wij kennen ten dele en wij profeteren ten dele, maar wanneer het volmaakte zal gekomen zijn, zal wat ten dele is, tenietgedaan worden” (1 Korinthe 13:8-10).

 

Op dit moment kennen we Jezus uit de Bijbel en uit onze persoonlijke wandel met Hem, maar straks zullen we Hem van aangezicht tot aangezicht zien.

“Nu immers kijken wij doormiddel van een spiegel in een raadsel, maar dan zullen wij zien van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik ten dele, maar dan zal ik kennen, zoals ik zelf gekend ben.” (1 Korinthe 13:12)

 

Voor een volledige bespreking van de Bijbelgedeelten en argumenten waarmee wordt geprobeerd om het bestaan van een feilbare vorm van profetie te bewijzen, zie punt 8 van deze Bijbelstudie over profetie. Klik hier: www.internetbijbelschool.nl/pdf/profeteren.ha.pdf

Zie ook punt 7 van de Bijbelstudie.

 

7. Een uitgeklede vorm van profetie

 

De cursus brengt een uitgeklede vorm van profetie. Er worden allerlei beperkingen opgelegd, waardoor deze vorm van profetie nog weinig met de ware Bijbelse profetie te maken heeft.

 

De cursus legt ondermeer de volgende beperkingen op. Het wordt niet direct verboden, maar het wordt wel dringend afgeraden.

 

-je mag niet met zekerheid en gezag profeteren

 

Je mag je profetie niet beginnen met “Zo zegt de Here” of “Dit zegt de Heilige Geest...” zoals de profeten in het Oude en het Nieuwe Testament deden.

Als je profeteert moet je voorzichtig zijn, je kunt je namelijk vergissen. Het is niet zeker of de boodschap die jij doorgeeft wel van God afkomstig is. Of het uit God is, moet degene voor wie de profetie bedoeld is zelf uitzoeken. Resoneert het bij hem of haar.


“Als je een woord of beeld deelt, kun je dat op twee manieren doen. Je zou kunnen zeggen: “Zo spreekt de Heer...” (of iets in die trant). Je begrijpt: dat is behoorlijk massief en opdringend. Met de levensgrote pretentie dat je woordelijk weet wat God tegen diegene wil zeggen. En ook al ben je er oprecht van overtuigd dat het woord of beeld inderdaad van God is, misschien zelfs woordelijk, dan nog is het onverstandig om dit zo te delen en op voorhand “goddelijk gezag” te claimen. Je zou diegene geen enkele ruimte laten om het woord te heroverwegen of naast zich neer te leggen. Bovendien: misschien zit je er toch naast. Niet doen dus.” (cursusboek, p. 70)

 

-Je mag niet over toekomstige gebeurtenissen profeteren

 

Je mag niet over naderend onheil profeteren of over het krijgen van kinderen of het vinden van een huwelijkspartner.

“Spreek je niet uit over naderend onheil, over toekomstige kinderen of levensgezellen. De kans dat God je vraagt om dit soort dingen tegen iemand te zeggen, is uitermate gering, en de kans dat je ernaast zit, is daarom buitengewoon groot. En als je ernaast zit en het wel hebt gedeeld, kan de emotionele schade enorm zijn.” (cursusboek p.71)

 

In de Bijbel spreken profeten vaak over toekomstige gebeurtenissen. Ze kondigen regelmatig naderend onheil aan. Neem bijvoorbeeld de profeet Agabus. In Handelingen 11:28 kondigt hij de komst van een hongersnood aan. En in Handelingen 21:10,11 profeteert hij dat Paulus gevangengenomen zal worden in Jeruzalem.

Als Agabus de cursus ‘luisterend bidden’ had gevolgd, dan was hem dringend geadviseerd om deze profetieën niet uit te spreken.

 

Echt profeteren op de Bijbelse manier komt in charismatische kring niet voor. En als het wel geprobeerd wordt, dan komt een groot deel van de voorzeggingen niet uit. Omdat de schrijvers van de cursus dit weten, mag je volgens hen niet over de toekomst profeteren. Zo proberen ze ellende door valse profetieën te voorkomen.

 

-Profetie moet positief gehouden worden.  

 

De schrijvers van de cursus raden de cursisten aan om het profeteren vooral positief te houden. Profetie heeft volgens hen vooral tot doel om onze identiteit in Christus te versterken. (1)

 

Maar profetie in de Bijbel is niet uitsluitend positief. Ook in het Nieuwe Testament niet. Het is niet uitsluitend vertroostend en bemoedigend, het is ook heel vaak vermanend of zelfs bestraffend. Zie bijvoorbeeld de profetische boodschap van Jezus aan de zeven gemeenten in Openbaring 2 en 3. Deze profetieën zijn niet uitsluitend positief, ze zijn ook deels negatief. Jezus wijst hen op zonden waar zij zich van moeten bekeren (Bijvoorbeeld Openbaring. 2:4). Hij waarschuwt hen ook voor de gevolgen als ze niet naar Hem luisteren (Bijvoorbeeld Openbaring. 2:5).

Als Israel de goede weg opging dan bemoedigde God het volk door zijn profeten. Maar als Israel een verkeerde weg op ging, dan spraken de profeten het volk namens God aan op hun zonden. Bij volharden in een zondige weg, kondigden ze Gods straffen aan

 

De schrijvers van de cursus weten dit, maar toch leggen ze het naast zich neer, met een beroep op 1 Korinthe 14:3. Daar zegt Paulus: Maar iemand die profeteert spreekt tot mensen, en wat hij zegt is opbouwend, troostend en bemoedigend.”  (NBV21)

Wie … profeteert, spreekt tot mensen woorden van opbouw en vermaning en troost. (HSV)”

 

Een citaat uit het cursusboek:

 “Inderdaad profetische woorden kunnen soms Gods oordeel aanzeggen (veelal in het Oude Testament, maar óók in het Nieuwe Testament, denk aan Ananias en Saffira; Handelingen 5:9). Profetische woorden kunnen ook waarschuwen voor iets dat gaat gebeuren (ook in het Nieuwe Testament, denk aan Agabus die Paulus waarschuwt; Handelingen 21:10-11). Maar als richtlijn voor het wegen van woorden en beelden die we in de christelijke gemeente met elkaar mogen delen, is het goed om aan te houden wat Paulus hierover schrijft in 1 Korintiërs 14:1-5: ‘Iemand die profeteert spreekt tot mensen, en wat hij zegt is opbouwend, troostend en bemoedigend.” (cursusboek, p. 67)

 

Dit is werkelijk verbijsterend. Het is een feit dat in het boek Handelingen voorbeelden worden gegeven van het aanzeggen van oordeel (Ananias en Saffira) en van het aankondigen van toekomstige gebeurtenissen, bijvoorbeeld Agabus die Paulus waarschuwt dat hij in Jeruzalem zal worden gevangengenomen. Dat toont aan dat nieuwtestamentische profeten wel degelijk toekomstige zaken aankondigden en spraken over toekomstig onheil. Je kunt niet de woorden uit 1 Korintiers 14:3 nemen om je hier aan te ontrekken.

 

Opbouwend, troostend en bemoedigend zegt 1 Korinthe 14:3 in de NBV21 vertaling. Dat is de Bijbelvertaling die in de cursus wordt gebruikt. In andere vertalingen zoals de HSV en de NBG51 wordt het Griekse woord ‘paraklesin’ niet vertaald met bemoediging, maar met vermaning. “Wie echter profeteert, spreekt tot mensen woorden van opbouw en vermaning en troost” (HSV).

 

Het profeteren moet volgens de cursus en 1 Korinthe 14:3 opbouwend zijn. Maar wanneer is iets opbouwend? Wanneer versterkt iets het geestelijk leven? Betekent opbouwend dat je alleen fijne dingen zegt? Nee, dat is niet zo, want vermaning en terechtwijzing zijn evengoed opbouwend voor het geestelijk leven. Die zijn ook nodig voor je geestelijke groei en toerusting. Het is niet voor niets dat de Bijbel ons aanspoort om elkaar dagelijks te vermanen: maar vermaant elkaar elke dag” (Hebr. 3:13). Er staat ook: “… en wijs elkaar terecht …” (Kolossenzen 3:16)

 

Vermanen is opbouwend, heilzaam. Neem als voorbeeld de profetische boodschappen die Jezus liet overbrengen aan de zeven gemeenten in Asia (Openbaring 2 en 3). Het was ongetwijfeld de bedoeling van Jezus om de gemeenten in Asia op te bouwen. En daarom legde Hij ook de vinger op de zere plek, opdat ze daar iets mee zouden doen, opdat ze zich er van zouden bekeren.

Iets verderop in 1 Korinthe 14 zegt Paulus dat profetie ookontdekkend’ is. Profetie ontmaskert zonden en ongeloof. Maar als allen zouden profeteren, en er kwam een ongelovige of niet-ingewijde binnen, dan zou die door allen overtuigd en door allen beoordeeld worden. En zo worden de verborgen dingen van zijn hart openbaar, en zo zal hij zich met het gezicht ter aarde werpen en God aanbidden, en verkondigen dat God werkelijk in uw midden is.” (1 Korinthe 14:24,25)

De uitleg en toepassing van 1 Korinthe 14:3 door de cursus is onjuist. Je kunt niet op deze tekst baseren dat je alleen fijne dingen mag profeteren. Die uitleg gaat in tegen de directe context in het hoofdstuk zelf. En tegen de voorbeelden van profetie die we in het Nieuwe Testament vinden.

 

Conclusie

 

De uitgeklede vorm van profetie die in de cursus wordt aangeleerd heeft weinig meer gemeen met het echte Bijbelse profeteren.

 

8. Volgens de cursus hoort profeteren bij het normale christenleven

 

Dat is de stelling van de cursus. De cursus probeert dat te onderbouwen vanuit de Bijbel. Volgens de cursus leert Handelingen 2:16-21 dat profeteren bij het normale christenleven hoort. Als je, als christen, vervuld bent met Gods Geest, dan ga je, volgens de cursus, automatisch profeteren, dromen dromen en gezichten zien.

 

+ Handelingen 2:16-21

 

“Maar dit is wat gesproken is door de profeet Joël: En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw jongemannen zullen visioenen zien en uw ouderen zullen dromen dromen. En ook op Mijn dienaren en op Mijn dienaressen zal Ik in die dagen van Mijn Geest uitstorten en zij zullen profeteren. En Ik zal wonderen geven van de hemel boven en tekenen op de aarde beneden: bloed, vuur en rookwalm. De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en ontzagwekkende dag van de Heere komt. En het zal zo zijn dat ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zalig zal worden.”

 

Petrus citeert hier een profetie uit Joel ( Joel 2:28-32). Veel pinksterchristenen geloven dat deze profetie van Joel op dat moment in vervulling ging. Op de pinksterdag brak er een nieuwe tijd aan, de tijd die in Joel 2:28-32 beschreven wordt. Deze tijd wordt gekenmerkt door de uitstorting van de Geest over alle gelovigen en door profetieën, dromen en visioenen. Omdat we op dit moment nog steeds in deze tijd leven kunnen we verwachten dat christenen ook vandaag de dag nog kunnen profeteren.

 

Deze pinkstergelovigen maken hierbij een grote fout. De profetie uit Joel 2 gaat namelijk niet over de gemeente. Petrus haalt deze profetie slechts aan ter illustratie.

 

De profetie uit Joel beschrijft wat er met het overblijfsel van het volk Israël zal gebeuren, als het aan het eind van de grote verdrukking tot geloof komt. Dan zal God Zijn Geest op hen uitstorten, terwijl tegelijkertijd allerlei tekenen in de natuur zullen plaatsvinden. “En Ik zal wonderen geven in de hemel boven en tekenen op de aarde beneden: bloed, vuur en rookwalm. De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed,…”

 

De tekenen aan de hemel, de zon, de maan, plaatsen de profetie uit Joel in de eindtijd, vlak voor de wederkomst van Christus.

“En meteen na de verdrukking van die dagen zal de zon verduisterd worden en de maan zal zijn schijnsel niet geven en de sterren zullen van de hemel vallen en de krachten van de hemelen zullen heftig bewogen worden … en zij zullen de Zoon des mensen zien, als Hij op de wolken van de hemel komt met grote kracht en heerlijkheid” (Mattheus 24:29,30)

 

De gebeurtenissen van de Pinksterdag leken veel op de profetie uit Joel. In beide gevallen is er sprake van een uitstorting van Gods Geest. Maar de details verschillen.

Drie verschillen:

1) Volgens de profetie uit Joel zal Gods Geest uitgestort worden over heel Israël. Op de Pinksterdag werd de Geest alleen uitgestort over de discipelen die in Jeruzalem bijeen waren. 

2) Volgens de profetie uit Joel zullen de Israëlieten dromen en gezichten zien en profeteren. Op de Pinksterdag spraken de discipelen in tongen en profeteerden zij van de grote daden van God. De profetie uit Joel heeft het niet over spreken in tongen. En op de Pinksterdag was alleen sprake van profeteren, maar niet van dromen en visioenen.

3) Volgens de profetie uit Joel zullen er, in de tijd dat de Geest uitgestort wordt over Israël, grote wonderen en tekenen waargenomen worden. De zon zal verduisterd worden en de maan zal in bloed veranderen. Deze tekenen werden niet waargenomen op de Pinksterdag of kort daarna.

 

Petrus was zich uiteraard bewust van deze verschillen. Hij wist ook wel dat er geen wonderen in de hemel en tekenen op de aarde beneden waren toen de Geest op hen werd uitgestort. En toch citeert hij deze profetie. Waarom doet hij dat?

Met behulp van deze profetie probeert Petrus de Joden uit te leggen wat het was dat ze zojuist hadden gezien en gehoord bij de discipelen. Hij beweerde niet dat met de uitstorting van de Geest van God over de discipelen de profetie van Joel was vervuld. Hij citeert de profetie uit Joel slechts als illustratie van wat er met de discipelen was gebeurd. Hij zegt: “Waar Joel het over heeft - een uitstorting van de Geest - zo iets hebben wij ook zojuist beleefd. De profetie van Joel spreekt over een uitstorting van de Heilige Geest, met ons is ook iets dergelijks gebeurd.”

 

We kunnen de profetie uit Joel daarom niet zomaar één op één toepassen op de kerk. Wanneer Gods Geest in de eindtijd over het volk Israël zal komen, dan zullen allen profeteren. Maar dat geldt niet voor de gemeente. In de tijd van de apostelen konden lang niet alle christenen profeteren.

 

In 1 Korinthe 12:7-11 legt Paulus uit dat we als christenen niet allemaal dezelfde geestesgaven hebben gekregen. Hij gebruikt daarvoor het beeld van het lichaam. Een lichaam bestaat niet slechts uit één lichaamsdeel, maar uit allerlei verschillende leden. Zo is het ook in de gemeente van Jezus Christus, de één onderwijst, de ander spreekt met wijsheid, de volgende profeteert. Gods Geest geeft aan de één dit en aan de ander dat, maar hij geeft niet iedereen dezelfde gaven. We kunnen dus niet allemaal profeteren.

 

“Er is verscheidenheid van genadegaven, maar het is dezelfde Geest...Aan ieder echter wordt de openbaring van de Geest gegeven tot wat nuttig is voor de ander. Want aan de één wordt door de Geest een woord van wijsheid gegeven en aan de ander een woord van kennis, door dezelfde Geest...en aan een ander werkingen van krachten, en aan een ander profetie, en aan een ander het onderscheiden van geesten...Al deze dingen echter werkt één en dezelfde Geest, Die aan ieder afzonderlijk uitdeelt zoals Hij wil”

(1 Korinthe 12:4-11)

 

In een lichaam zijn niet alle leden aan elkaar gelijk. Het lichaam bestaat niet geheel uit oog of uit oor. Ons lichaam bestaat uit allerlei verschillende onderdelen met allemaal een eigen functie. Zo is het ook in de gemeente, de gemeenteleden hebben niet allemaal de gave van profetie of zijn allemaal leraar. Er is verscheidenheid, door de één werkt Gods Geest op deze manier, en door de andere op die manier. (1 Korinthe 12:12-14 en 12:17)

 

Om dit punt nog eens extra te benadrukken, stelt Paulus aan het eind van het hoofdstuk zeven retorische vragen. “Zijn zij soms allen apostelen? Zijn zij soms allen profeten? Zijn zij soms allen leraars? Zijn zij soms allen krachten? Hebben soms allen genadegaven van genezingen? Spreken zij soms allen in talen? Zijn zij soms allen uitleggers?” (1 Korinthe 12:29-30)

Het antwoord op al deze vragen is: “Nee, uiteraard niet!”. Niet iedereen is een apostel zoals Paulus was. Niet alle christenen kunnen in tongen spreken. Niet iedereen kan profeteren. (2)

 

+ 1 Korinthe 14:1

 

Volgens de cursus behoort iedere christen te profeteren. Naast de tekst uit Handelingen 2 die hierboven besproken is, baseert de cursus dat op 1 Korinthe 14:1 “… streeft naar de geestesgaven, speciaal naar het profeteren” (1 Korinthe 14:1).

 

De cursus legt de tekst als volgt uit. Zie je wel, ieder kan profeteren, anders zou er niet staan “streef … naar het profeteren”. Dit wordt gezegd tegen alle christenen te Korinthe. Tegen hen wordt gezegd dat ze er naar moeten streven om te profeteren.

 

De uitleg die het cursusboek geeft van 1 Korinthe 14:1 is in strijd met wat Paulus vlak daarvoor in 1 Korinthe 12 heeft gezegd. Dit punt is hierboven besproken. Niet iedereen krijgt dezelfde geestesgave, niet iedereen krijgt dus de geestesgave van profetie.

Je kunt niet je eigen geestesgave uitkiezen, dat doet de Heilige Geest voor jou (1 Kor. 12:11,18). De Heilige Geest geeft in elke situatie en in elke tijd de geestesgaven die op dat moment nodig zijn.

 

Hoe moet de tekst dan wel uitgelegd worden?

 

De aansporing om te streven naar de geestesgaven is gericht tot de gemeente als geheel. De gemeente werd aangespoord om ruimte te geven aan de uitoefening van alle geestesgaven die God aan de individuele leden had gegeven. Omdat in de gemeente van Korinthe op dat moment veel te veel ruimte werd gegeven voor spreken in tongen, kwam het profeteren in het gedrang. Dat corrigeert Paulus in 1 Korinthe 14.

Vooral de geestesgave van profetie was in die tijd nuttig. Want in die tijd hadden de christenen het Nieuwe Testament nog niet. Ze waren voor onderwijs gedeeltelijk afhankelijk van profetie. In onze tijd is dat niet meer nodig, want wij hebben het Nieuwe Testament, waarin alles staat wat nodig is voor het geestelijke leven (3)  ( 2 Timotheus 3:16,17).

 

Voor een uitgebreidere bespreking van de vraag of iedere christen kan of moet profeteren. Zie de punten 7 en 9 van deze Bijbelstudie over profeteren:

www.internetbijbelschool.nl/pdf/profeteren.ha.pdf

 

9. Het profeteren gaat pas echt goed werken als je vervuld bent met de Geest

 

Als je vervuld bent met de Geest dan gaan, volgens de cursus, de geestesgaven, zoals profetie, pas echt goed in je werken.

 

“Als we vervuld worden met de Geest, gaan we Gods buitengewone kracht ervaren in ons leven ” (cursusboek, p. 79)

 

9.1. Hoe weet je dat je vervuld bent met de Heilige Geest?

 

De klassieke pinkstertheologie koppelt de volheid van Gods Geest aan het spreken in tongen, maar dat doet de cursus niet. Ze passen de klassieke pinkstertheologie enigszins aan. In plaats van de volheid te koppelen aan spreken in tongen, koppelt de cursus dit aan de werking van geestesgaven in iemands leven. En in het bijzonder aan het functioneren van de gave van profetie. Als de geestesgaven zoals profetie niet krachtig in je werken, dan ben je volgens de cursus niet vervuld met de Geest. Want als je vervuld zou zijn met Gods Geest, dan zouden de geestesgaven krachtig in je werken.  (cursusboek, p. 79)

 

9.2. Hoe je vervuld wordt met Gods Geest?

 

De cursus geeft het klassieke antwoord van de pinkstertheologie. De weg om vervuld te worden is met je laten bidden onder handoplegging. Je moet met je laten bidden. Iemand moet voor je bidden dat je de volheid van Gods Geest mag ontvangen.

 

Het beste is dat je iemand voor je laat bidden die zelf al vervuld is met de Heilige Geest, iemand in wie de geestesgaven al krachtig werken, die profeteert, die geneest. Door het bidden en de handoplegging dragen ze de zalving (de volheid van Gods Geest) als het ware over op jou. 

 

De cursus probeert dit te onderbouwen vanuit de Bijbel.

 

“In het Nieuwe testament lezen we dat de apostelen onder handoplegging met mensen bidden om vervulling met de Geest Handelingen 8:17, 9:17, 19:6… waarna mensen de kracht van de Geest in hun leven ervaren” (cursusboek, p 79)

 

9.3. Waarom dit een verkeerde voorstelling van zaken is

 

+ Het gaat om uitzonderlijke gebeurtenissen

 

De cursus wijst op enkele gebeurtenissen in het boek Handelingen. Petrus en Johannes die voor de Samaritanen bidden (Handelingen 8:17) waarna ze de Geest ontvangen. Paulus die voor de discipelen van Johannes de Doper bidt (Handelingen 19:6) opdat ze de Heilige Geest zouden ontvangen. Maar dit zijn twee gebeurtenissen uit de overgangstijd van de ene bedeling naar de andere. In beide gevallen hadden zowel de Samaritanen als de discipelen van Johannes de Doper bij hun bekering de Heilige Geest nog niet ontvangen. Het ging niet om de volheid, maar om het ontvangen van de Geest.

… baden zij voor hen dat zij de Heilige Geest mochten ontvangen … Toen legden zijn hun de handen op en zij ontvingen de Heilige Geest.” (Handelingen 8:15-17)

“Hebt u de Heilige Geest ontvangen, toen gij tot geloof kwam” (Handelingen 19:2)

 

Het ging in beide gevallen dus om het ontvangen van de Heilige Geest. Om de Geest die inwoning komt maken. In de huidige bedeling is dit onmogelijk. Geloven in Jezus en toch de Geest nog niet hebben, kan niet (Romeinen 8:9). Dit waren twee speciale gebeurtenissen uit de overgangstijd van Israel naar de gemeente, van de ene bedeling naar de andere. Van de periode van Israel, naar de periode van de nieuwtestamentische gemeente.

 

Een Bijbelstudie over de overgangstijd van Israel naar de gemeente

  www.internetbijbelschool.nl/transfer/baslhg3.htm

 

-Op het moment van de bekering komt de Heilige Geest in ons wonen

www.internetbijbelschool.nl/transfer/baslhg4.htm

 

+ Voorbeelden van vervulling met Gods Geest zonder gebed, handoplegging

 

In het boek Handelingen staan verschillende voorbeelden van mensen die vervuld werden met Gods Geest zonder dat er speciaal om gebeden werd en zonder dat er handen werden opgelegd. Twee voorbeelden: De Geest die op Cornelius viel, Handelingen 10:44 en de Geest die de discipelen opnieuw vervulde, Handelingen 4:31.

 

+ Je kunt geen leer bouwen op enkele voorbeelden.

 

Je kunt niet een leer bouwen op enkele voorbeelden. Of suggereren dat dit de bijbelse manier is om vervuld te worden met Gods Geest. Speciaal als die voorbeelden over mensen gaan die in een andere situatie als wij verkeerden. Daar komt nog bij dat de cursus de voorbeelden uit het boek Handelingen negeert van mensen die vervuld werden zonder gebed om vervulling en zonder handoplegging.

 

+ Dan is er nog het geval van Ananias die bidt voor Paulus

 

Na de verschijning van Jezus op de weg naar Damascus was Paulus blind. God zond Ananias om voor hem te bidden. Zodat hij weer kon zien (Handelingen 9:17). Bij gebed om genezing wordt in de Bijbel vaak de handen opgelegd. Dat deed Ananias in dit geval ook met Paulus. De handoplegging had te maken met genezing. En tegelijkertijd werd Paulus vervuld met Gods Geest. Dat viel in dit geval samen.

 

+ Hoe wordt je dan wel vervuld met Gods Geest?

 

De Geest van God vervult iedere christen automatisch. Maar er zijn zaken die dat geheel of gedeeltelijk kunnen verhinderen.

(1) Onbeleden zonde in ons leven, ook subtiele zonden. (2) Een gebrek aan toewijding, aarzelen om de keuze te maken om volledig voor God te gaan leven. (3) Een gebrek aan overgave, aarzelen om de leiding van je leven over te geven aan God. Om aan Hem over te laten wat je gaat doen en wat er met je gaat gebeuren. (4) En een gebrek aan geloof, aan in geloof staan op het woord van God, aan in geloof handelen, aan in geloof de beloften van God claimen. Zie deze Bijbelstudie: www.internetbijbelschool.nl/transfer/baslhg6

Dit zijn de dingen die de vervulling met Gods Geest in het leven van de christen hinderen. Als dit niet in orde is, dan helpt bidden om de volheid van de Geest niet.

 

       ---------------------------

 

Zie deze serie Bijbelstudies over de Heilige Geest:

www.internetbijbelschool.nl/body.htm#heilige


10. Elkaar de handen opleggen

 

In de groepsoefening van sessie 6 wordt voor elke deelnemer aan de cursus gebeden om de vervulling met Gods Geest, terwijl de andere cursisten hem of haar de handen opleggen. Dit is gevaarlijk. Via handoplegging kun je geesten overdragen. Zo kun je occult besmet worden. Met handoplegging moet je voorzichtig zijn. Je moet je niet zomaar door iedereen de handen op laten leggen.

 

Enkele voorbeelden uit de pastorale praktijk

 

Ik ben zelf in mijn jeugd door handoplegging occult belast geraakt in een charismatische gemeente. De voorganger riep de aanwezigen op om elkaar onder handoplegging te zegenen. Voor ik het door had, had de man naast mij, mij de handen opgelegd. Het gevolg was dat ik occult belast werd, ik raakte het contact met God kwijt. Het leek alsof er een gordijn tussen mij en God in was gekomen. Ik ben door gebed weer bevrijd. Bedenk, dit zelfde wordt in sessie zes van de cursus gedaan, de deelnemers krijgen de instructie om

elkaar de handen opleggen.

 

Een zuster die ik goed ken, ging in een pinksterkerk op vijftienjarige leeftijd voor gebed om de vervulling met Gods Geest naar voren. Er werd voor haar gebeden onder handoplegging. Ze kreeg een ervaring, ze sprak in tongen. Tien jaar later is er een tongengeest bij haar uitgedreven. Ze hoorde tijdens een lezing van Rob Matzken dat tongentaal uit verkeerde bron kan komen. Ze was bezorgd en legde het aan hem voor. Daarop hebben zij en Rob gebeden: “Heer wilt U laten zien uit welke bron het spreken in tongen komt”. Die nacht verscheen er een demon aan haar in de droom, die gaf ondermeer zijn naam. Haar man, zijzelf en de toenmalige voorganger  hebben om bevrijding gebeden. Een van de gevolgen van de tongengeest was dat ze geregeld heftige nachtmerries had. Die verdwenen na de bevrijding.

 

Een zuster, een lid van een baptistengemeente, ging naar een charismatische vrouwenbijeenkomst. Er sprak een profetes/gebedsvrouw. Deze vrouw profeteerde: “Er is hier iemand die het moeilijk heeft, God zegt tegen deze persoon: vreest niet.” Dit is een typerend voorbeeld van het gebruikelijke bedrog rondom profeteren. In elke samenkomst is er wel iemand die het moeilijk heeft, of iemand die hoofdpijn heeft of iets dergelijks. Zo’n profetie is altijd raak. Het is een voorbeeld van profetisch ‘vissen’. Onze zuster ‘trapte er in’.

Na afloop ging zij naar de gebedsvrouw en zei tegen haar: “Dat was ik, ik was die persoon, het is precies de boodschap die ik nodig had”. Daarop bad de “profetes” met haar, halverwege het gebed ging de gebedsvrouw over op spreken in tongen en terwijl ze bad, legde ze haar hand op de schouder van de zuster (handoplegging). Toen de zuster thuis kwam, kreeg ze in de dagen daarna, vooral gedurende de nacht, geestverschijningen, klopgeluiden, enzovoorts. Ongerust belde ze mij op. Ik ben er samen met de voorganger en de oud-voorganger naar toe gegaan. We hebben er voor gebeden en toen was het over.

 

De Bijbel beschrijft allerlei situaties waar mensen de handen wordt opgelegd. Maar nooit een situatie waar bij de Israëlieten of de christenen elkaar over en weer de handen opleggen.

 

Zie de Bijbelstudie over handoplegging, speciaal vanaf punt 6 tot en met 9.

www.internetbijbelschool.nl/htmldoc/hand.htm

 

11. Zielzorg met behulp van profetie, het ministry gebed

 

In de cursus wordt in sessie 5 een gebedsmodel aangeleerd (cursusboek p. 33 ). Deze techniek staat bekend als ‘het ministry gebed’. Dit gebedsmodel is ingevoerd door John Wimber, de pionier van de Vineyard beweging. In de cursus wordt dit gebedsmodel de deelnemers aangeleerd.

 

Wat houdt het ministry gebed in?

 

+ Ministry gebed wordt gedaan door een ministry team.

 

+ Het is een vorm van charismatische zielzorg.

 

Er wordt gesteund op openbaringen van de Geest. De leden van het ministry team krijgen beelden, woorden, indrukken, visioenen over de persoon waarvoor ze bidden. Dat stuurt hun voorbede. 

 

+ De procedure, de werkwijze

 

Het team gaat om de persoon staan.

(1) Een van de teamleden roept de Geest aan, nodigt de Geest uit.

(2) Daarop bidden de teamleden één voor één voor de persoon.

(3) Er wordt ‘luisterend’ gebeden, terwijl ze bidden zien de teamleden uit naar beelden, directe woorden van de Heer, profetieën, indrukken.

(4) En er wordt verwacht dat Gods Geest in de persoon waarvoor wordt gebeden gaat werken, er wordt uitgezien naar emotionele reacties en naar fysieke reacties zoals trillen, vallen in de Geest, stuiptrekkingen. Als de teamleden dat zien, dan wordt die veronderstelde werking van Gods Geest door hen gezegend.

 

Dit was de praktijk bij John Wimber. Zo wordt het ook de cursus geleerd.

 

Deze manier van zielzorg kan eigenlijk alleen effectief worden uitgevoerd door christenen die geleerd hebben om ‘luisterend te bidden’. Je moet immers de beelden, de indrukken, de woorden van de Heer en de profetieën op kunnen vangen.

 

12. Het oproepen van de Geest

 

In het punt hierboven is het ministry gebed besproken. Een belangrijk en essentieel onderdeel van het ministry gebed is het oproepen van de Geest.

 

“Nodig Gods Geest uit - Kom Heilige Geest” (cursusboek, p. 33)

 

Dit is onbijbels. In de Bijbel wordt nooit tot de Heilige Geest gebeden, de Geest wordt niet aangesproken. Er zijn geen voorbeelden van en het wordt ook niet in het onderwijs over gebed genoemd.

En we vinden in de Bijbel al helemaal geen enkel spoor van het oproepen van de Geest, van het uitnodigen van Gods Geest om aan het werk te gaan.

 

Het gebeurt niet in de Bijbel, maar het is wel standaardpraktijk bij tovenaars, bij toverdokters. Zij kunnen alleen iets doen als hun geest [hun demon] aanwezig is. Daarom roepen ze die aan het begin van elke sessie op. Alleen als de demon er is, kunnen ze bovennatuurlijke dingen doen. Dan is de demonische zalving er.

 

Dit is een link naar een Bijbelstudie over dit onderwerp. “Bidden tot de Geest?” www.internetbijbelschool.nl/wordbest/baslhge.doc 

 

13. Waarzeggerij, heldervoelendheid

 

In het cursusboek staat dat sommige christenen door de “geest” geopenbaard wordt waar iemand anders in zijn lichaam ziek is. Als iemand bijvoorbeeld pijn in zijn heup heeft, dan voelen ze zelf ook pijn in hun heup. Dit vind je niet in de Bijbel, je vindt het wel bij occulte genezers en magnetiseurs. Dit is een bekende manier van op bovennatuurlijke wijze diagnose stellen. Dit vermogen om in eigen ziel of lichaam te voelen waar bij de patient de pijn zit wordt in kringen van paragnosten wel ‘heldervoelendheid’ genoemd.

 

“Sommige … ervaren dat ze de emotionele of fysieke pijn van anderen kunnen voelen – ze ‘weten’ dat degene met wie ze praten iets met haar heup heeft, omdat ze zelf pijn voelen in hun heup...” (Het cursusboek p. 61)

 

De cursus denkt dat dit een werking van de Heilige Geest is, een vorm waarin God boodschappen doorgeeft aan christenen.

 

Zie je de Here Jezus zo werken of de apostelen? Voelde Jezus in zijn eigen lichaam waar de zieken die bij hem kwamen pijn hadden of ziek waren?

 

14. Meer weg van de werkwijze van occulte waarzeggers, mediums

 

Het oproepen van de Geest en het diagnose stellen via pijn in eigen lichaam of ziel zijn al genoemd in de twee vorige punten. Maar er is ook nog het “vissen” dat we kennen van de occulte mediums.

 

Op bladzijde 60 en 61 van het cursusboek lezen we het volgende:

 

“Of je bent met iemand in gesprek, en het woord “afwijzing” komt steeds in je op. Dit kan een woord van kennis of inzicht zijn, waarbij Gods Geest je specifieke kennis of inzicht geeft in een situatie van jezelf of een ander. Denk aan Petrus, die wéét wat Ananias en Saffira hebben gedaan (Handelingen 5:3,8,9). Of aan Paulus, die ‘vervuld van de Heilige Geest’ inzicht heeft ontvangen over de ware motieven van Elymas en Gods reactie daarop (Handelingen 13:9-11). Zo’n indruk hoeft niet altijd in woorden te zijn. Het kan ook een gevoel zijn dat opeens over je komt – zoals je ook intuďtief kunt aanvoelen dat iets niet goed zit. Vaak zal het je intuďtie zijn (die er natuurlijk ook naast kan zitten), maar ook daarin kan Gods Geest werkzaam zijn. Sommige mensen ervaren dat ze de emotionele of fysieke pijn van anderen kunnen voelen – ze ‘weten’ dat degene met wie ze praten iets met haar heup heeft, omdat ze zelf pijn voelen in hun heup.” 

 

Wat hier wordt beschreven, lijkt meer op waarzeggerij dan op Bijbelse profetie. Bijbelse profetie werkt niet op deze vage, onduidelijke manier. In de Bijbel kreeg een profeet niet slechts maar één woord door, zoals het woord ‘afwijzing’. Een woord waarvan hij dan vervolgens nog moest ontdekken waar het nu eigenlijk precies over ging. Waarzeggers werken vaak wel op deze manier, zij krijgen vaak maar een enkel woord of indruk door. Soms zelfs maar één letter of een cijfer. Wanneer de persoon die het medium raadpleegt zich daar in herkent, gaat het medium verder en geeft een boodschap voor hem of haar door vanuit de geestenwereld.

 

In de cursus worden enkele voorbeelden uit de Bijbel gegeven die deze voorzichtige aanpak zouden ondersteunen. Maar de voorbeelden die worden gegeven, lijken er helemaal niet op.

Petrus kreeg niet slechts het woord “bedrieger” door, toen Ananias binnen kwam wandelen. Gods Geest had hem ook laten zien waarin Ananias God precies bedrogen had.

Wanneer Ananias binnenwandelt zegt Petrus tegen hem: Ananias, waarom heeft de satan uw hart vervuld, zodat u gelogen hebt tegen de Heilige Geest en een deel achtergehouden hebt van de opbrengst van het stuk grond?” (Handelingen 5:3).

 

Paulus hoefde geen speciale openbaring van God te krijgen over Elymas (Handelingen. 13:8). Paulus was getuige van zijn godevijandige gedrag bij de landvoogd Sergius Paulus, dat was duidelijk genoeg voor een juiste beoordeling van de situatie. Paulus en Barnabas wilden de landvoogd het evangelie vertellen, maar Elymas verzette zich daar heftig tegen. Als dat gebeurt dan weet je uit welke bron dat verzet komt. (Efeze 6:12)

 

Nog een voorbeeld van profetisch ‘vissen’ uit het cursusboek:
“Stel, je hebt de indruk dat God je duidelijk maakt dat Hij degene met wie je bidt als kerkplanter naar Limburg wil sturen (om maar een voorbeeld te noemen). Zeg dan niet: “God wil dat je als kerkplanter naar Limburg gaat.” Het is niet aan jou om iemands leven op zijn kop te zetten. Jij mag opbouwen, troosten en bemoedigen... in dit voorbeeld zou je kunnen zeggen: heb je iets met Limburg?” Wees niet verbaasd als diegene reageert met: “Ja, we zijn gevraagd om een kerk te planten in Maastricht!” (p. 71)

 

Omdat waarzeggers weten dat ze weleens mis kunnen zitten of dat de boodschap die zij doorkrijgen wel eens slecht zou kunnen vallen, peilen ze vaak eerst voorzichtig hoe de boodschap zal vallen. Pas wanneer ze merken dat de boodschap goed landt, vertellen ze meer. 

 

Als wat je ‘doorkrijgt’ zo vaag is, een gevoel, een indruk, een enkel woord, dan moet je wel gaan “vissen” bij degenen voor wie het bedoeld is.

 

Het is schokkend dat de schrijvers van de cursus dit profeteren durven noemen.

 

15. De cursus verwart profeteren en persoonlijk leiding

 

Zowel bij profeteren als bij persoonlijke leiding communiceert God met ons. Hij maakt ons dingen duidelijk. Hij brengt een boodschap over. Bij profeteren is de boodschap bedoeld voor een ander. Bij persoonlijke leiding is de boodschap bedoeld voor onszelf.

De cursus geeft een onevenwichtige voorstelling van zaken als het gaat over persoonlijke leiding en de cursus verwart persoonlijke leiding met het ontvangen van boodschappen voor een ander (profetie).

 

+ De bijzondere leiding tot normale leiding maken

 

In de cursus wordt de ‘bijzondere leiding’ tot ‘normale leiding’ gemaakt. De cursus schept de verwachting dat je als christen voortdurend leiding gaat ontvangen via beelden, visioenen, indrukken, innerlijk stemmen, dromen, profetieën.

 

Waarom dat niet klopt. De Bijbel belooft dit nergens. Hoe het dan wel zit.

 

God kan leiding geven door dromen, beelden, visioenen en dergelijke. Maar dat is niet de normale gang van zaken. Die dingen horen bij de bijzondere leiding die God kan geven. De normale leiding komt door een combinatie van het toepassen van de Bijbel, wat zegt de Bijbel dat je in een bepaalde situatie moet doen, door Gods besturing van de omstandigheden en door de innerlijke leiding van Gods Geest, geeft God ergens vrede op of niet.

 

We moeten als christen openstaan voor bijzondere leiding, maar we moeten die zelf niet zoeken, we moeten daar niet op gericht zijn. Als we ons daar op richten en zeker als we technieken gaan gebruiken om die ervaringen op gang te brengen, dan zullen er ervaringen komen. Maar die ervaringen komen dan uit de eigen ziel of uit occulte bron. Als wij ervaringen zoeken die de Bijbel niet heeft beloofd, dan zijn demonen bereid om de gezochte ervaringen te geven. Ook zij kunnen beelden, stemmen, visioenen, dromen, indrukken en dergelijke geven. Ze kunnen zelfs profetieën geven, met bovennatuurlijke kennis, niet over de toekomst maar wel over dingen die mensen eigenlijk niet kunnen weten (verborgen kennis). Dit soort zaken zijn we in de zielzorg tegengekomen.

 

Zie de serie Bijbelstudies over hoe God ons leidt en met ons communiceert. De studies 11 en 12. http://www.honderdbijbelstudies.nl/category/praktijk-christenleven/page/2

 

+ Het verwarren van persoonlijke leiding met de gave van profetie

 

Je moet Bijbelse profetie en persoonlijke leiding uit elkaar houden. De Bijbelse profeten traden met zekerheid op, ze zeiden “zo zegt de Heilige Geest …”. Maar als wij leiding zoeken, doen we dat soms tastend. Vaak is het duidelijk wat God wil, als we kijken naar de Bijbel, naar de omstandigheden en de innerlijke leiding van Gods Geest. Maar dat is niet altijd het geval. De persoonlijke leiding die God ons geeft, mogen we niet gelijk stellen met profetie.

 

Neem als voorbeeld wat een voorganger doet, als hij moet preken. Hij neemt, als het goed is, niet zo maar een onderwerp. Hij zoekt daarin Gods leiding. Hij bidt om leiding en hij past de regels voor het vinden van de leiding van God toe. (1) Hij kijkt naar de omstandigheden. Hij kijkt naar de toestand van de mensen waar hij moet gaan spreken, waar staan ze in hun geestelijk leven, wat speelt daar, wat hebben ze nodig. (2) Hij kijkt naar de Bijbel, welke Bijbelse waarheid moeten we in het bijzonder naar voren brengen. Wat is het Bijbelse antwoord op hun nood of behoefte. (3) Hij kijkt welke innerlijke leiding Gods Geest geeft als hij onderwerpen en Bijbelgedeelten overweegt. Geeft Gods Geest hem rust op een bepaald onderwerp. Wordt hij er speciaal bij bepaald.

 

Dit is geen profeteren, dit is het zoeken en ontvangen van leiding. Zo doen we dat op ieder terrein van ons leven. En als extra geeft God in sommige situaties bijzondere leiding, maar daar zijn we niet op gericht.

Zie naast de studies 11 en 12 ook de studies 13, 14, 15 en 16 van deze serie: http://www.honderdbijbelstudies.nl/category/praktijk-christenleven/page/2

 

Deel II – Charismatische theologie

 

16.  Het gaat in de cursus om meer dan profetie

 

Het gaat in de cursus om meer dan profeteren. In de cursus worden de hoofdlijnen van de charismatische theologie onderwezen. 

 

Daar doet de cursus niet geheimzinnig over. Op de site van het Evangelisch College wordt ronduit gezegd dat de opleiding, waar de cursus een onderdeel van is, een combinatie is van ‘charismatische theologie en praktijk’.

Op de pagina van het Evangelisch College, waar het studietraject wordt beschreven, staan aan de linkerkant een aantal aanbevelingen. Het zijn aanbevelingen van leiders uit vijf charismatische organisaties. Een van hen zegt: “Dit project biedt een unieke combinatie van charismatische theologie en praktijk” (4)

 

We zijn, in wat we tot nu toe besproken hebben, al verschillende onderdelen van de charismatische theologie tegengekomen. Bijvoorbeeld de charismatische leer over hoe we vervuld moeten worden met de Heilige Geest (punt 9). Maar er is meer, de cursus gaat ook uit van de centrale stelling van de charismatische beweging, namelijk de leer dat alle geestesgaven nog voor nu zijn.

 

17.  Zijn alle geestesgaven nog voor nu?

 

De leer dat alle geestesgaven nog voor nu zijn, is de fundamentele leerstelling van de charismatische beweging.  Alle geestesgaven, dus ook profeteren, gaven van genezing, spreken in tongen, vertolking van tongen zijn volgens hen nog voor nu.

De charismatische beweging stelt dat het Gods wil is dat al die gaven op dit moment in elke gemeente functioneren. Dat is het theologisch uitgangspunt van de cursus. Daar gaat de cursus eenvoudigweg vanuit. Dat wordt de cursisten meegegeven.

 

“Daarbij hebben wij alle gaven nodig.” (cursusboek, p. 69)

 

“Concreet noemt Paulus bijvoorbeeld de gave om te onderwijzen, te profeteren, de gave van groot geloof, de gaven om te genezen, te profeteren, in tongen te spreken, of kracht om wonderen te doen (1 Kor. 12:1-11)” (cursusboek, p. 79)

 

17.1.  Het evangelische standpunt over de geestesgaven

 

Het evangelische standpunt is dat God nog steeds geestesgaven geeft, maar dat sommige geestesgaven tijdelijk waren omdat ze alleen bedoeld waren voor de begintijd van de gemeente. Het gaat om de zogenaamde openbaringsgaven, de gave van apostel en profeet. En om de tekengaven: de gaven van genezing, spreken in tongen, krachten.

 

De gaven van apostel en profeet waren nodig voor de grondlegging van de gemeenten. Zij hebben het fundament van de gemeente gelegd (Efeze 3:5-7). Toen het fundament van de gemeente gelegd was, zijn deze gaven verdwenen.

 

De tekengaven waren speciaal bedoeld om het gezag en de boodschap van de apostelen te bevestigen. Toen de apostelen er niet meer waren, zijn ook de tekengaven verdwenen. Sinds de tijd van de apostelen zijn er geen christenen meer geweest die bijvoorbeeld op dezelfde spectaculair wijze mensen genazen.

In 1 Korinthe 12:12 spreekt Paulus over “de tekenen van een apostel”. De tekengaven waren speciaal verbonden met de bediening van de apostelen. In het Nieuwe Testament zijn de apostelen en hun naaste medewerkers de enigen waarvan wordt beschreven en gezegd dat ze wonderen en tekenen deden. (Handelingen 2:43, 5:12, 6:8, 8:6, 14:3. Romeinen 15:18.19. De apostelen hadden Filippus en Stefanus de handen opgelegd.)

 

Zie de Bijbelstudie “Zijn alle geestesgaven nog voor nu”

http://www.honderdbijbelstudies.nl/de-leer-over-de-heilige-geest/zijn-alle-gaven-nog-voor-nu/ .

 

En de bijbelstudie “is profetie nog voor nu?”, zie punt 7 van deze studie over profeteren:

 www.internetbijbelschool.nl/pdf/profeteren.ha.pdf

 

17.2.  Het ophouden van de tekengaven wordt bevestigd door de kerkgeschiedenis

 

Bestudering van de kerkgeschiedenis maakt duidelijk dat na de begintijd van de gemeente geestesgaven als gaven van genezing, profetie, spreken in tongen niet meer voorkwamen. Uiteraard werden hier en daar, zeker in de context van de zending, in antwoord op gebed wel mensen genezen, maar er was niets wat ook maar in de buurt kwam van een geestesgave op dat gebied. Dit bevestigt de leer dat de tekengaven speciaal voor de begintijd waren.

 

+ Het tegenargument van de charismatische christenen

 

Een tegenargument is dat dit kwam door de zwakke geestelijke toestand van de christenen uit het verleden. Daarom waren er zo weinig wonderen en tekenen en functioneerde de tekengaven niet meer.

 

+ De weerlegging van deze tegenwerping

 

Wie dat zegt, weet niet waar hij het over heeft. Zo iemand kent de kerkgeschiedenis niet.

De kerkgeschiedenis laat zien dat de christenen uit het verleden niet krachteloos waren. De idee dat ze niet vervuld waren met Gods Geest is absurd. Enkele voorbeelden uit de kerkgeschiedenis.

 

Grote opwekkingen

 

Denk bijvoorbeeld aan de grote opwekkingen in met name de Angelsaksische wereld die enkele eeuwen regelmatig plaatsvonden. Te beginnen met de Great Awakening, die begon in het midden van de achttiende eeuw. Er zijn vier van zulke grote opwekkingen geweest, waarin binnen korte tijd honderdduizenden en bij de latere opwekkingen zelfs miljoenen mensen tot geloof kwamen. De laatste grote opwekking was in 1905, die begon in Wales en ging de wereld rond. En dat allemaal zonder genezingsbediening, zonder profetische bedieningen en dergelijke. Ook zonder andere ‘manifestaties van de Geest’.

 

Onder opwekkingspredikers als George Whitefield en John Wesley vielen mensen soms op de grond omdat ze overweldigd waren door schuldbesef vanwege hun zonden, wat grote innerlijk strijd veroorzaakte. Er werd dan speciaal voor hen gebeden, totdat ze de vergeving van zonden konden aannemen en ervaren. Dat heeft in de verste verte niets te maken met het vallen in de Geest, met rusten in de Geest of hoe deze verondersteld ‘manifestatie van Gods Geest’’ binnen de charismatische beweging ook wordt genoemd.

 

De explosie in activiteit van de zending in de negentiende eeuw

 

Waar charismatische christenen ook niet over spreken, is het feit dat de negentiende eeuw de grote eeuw van de zending is geweest. Het geestelijk leven was door al die opwekkingen zo versterkt, dat een grote wereldwijde zendingsbeweging op gang kwam. Lees eens de biografie van iemand als Hudson Taylor, de pionier van de zending in China. Hoezo zwak geestelijk leven? Wat denken de charismatische christenen die dit durven te suggereren wel niet? En bedenk dat dit alles zich afspeelde zonder genezingsbedieningen, profetische bedieningen, spreken in tongen, vallen in de geest en dergelijke. Het komt er op neer dat volgens charismatische leraren, en ook de schrijvers van de cursus, Hudson Taylor in China het evangelie wel verkondigde, maar dat hij het evangelie niet “demonstreerde” door voortdurende wonderen en tekenen te doen.

 

Uiteraard werden er in het zendingswerk in China wel af en toe mensen genezen in antwoord op gebed (niet op grond van een veronderstelde geestesgave) en werden bij veel mensen boze geesten uitgedreven en occulte banden verbroken. Maar dat laatste is niets bijzonders, dat gebeurt ook in niet-charismatisch kring. Ook wij, in een niet-charismatische gemeente, hebben bevrijdingen meegemaakt. Een enkele keer zelfs spectaculair, met stuiptrekkend op de grond vallen en andere dergelijke verschijnselen. Maar bevrijding van boze geesten en lichamelijke genezing zijn twee verschillende dingen. Genezing komt zelden, bevrijding komt altijd. Maar let wel, het uitdrijven van boze geesten heeft niets te maken met een geestesgave. Iedere volwassen christen, die sterk is in het geloof, kan dat doen.

 

De stelling van charismatische leraren, waaronder de schrijvers van de cursus, dat het ontbreken van de tekengaven het gevolg was van het gebrek aan geestelijke kracht is voor wie de kerkgeschiedenis kent onzinnig.

 

+ De opgeblazen claim van de charismatische beweging

 

Charismatische christenen beweren dat in de geschiedenis van de kerk de tekengaven zijn verdwenen omdat christenen de Geest hebben uitgedoofd. Ze wijzen op 1 Thessalonicenzen 5:19-21. “Blus de Geest niet uit. Veracht de profetieën niet. Beproef alle dingen, behoud het goede.” 

In dit Bijbelgedeelte worden we opgeroepen om de profetieën niet te verachten. De gave van profetie zou volgens pinksterchristenen niet lang na de tijd van de apostelen verloren zijn gegaan in de kerk omdat christenen profetie negeerden. Door de profetieën te minachten, bluste de kerk de Geest uit en verdween deze gave. Vandaag de dag zouden we, in de charismatische beweging, de herleving van deze gave en van de andere tekengaven beleven. 

 

Deze beoordeling van de kerkgeschiedenis is onjuist. Charismatische christenen komen tot deze verkeerde beoordeling omdat zij de derde opdracht uit dit Bijbelgedeelte uit 1 Thessalonicenzen 5 negeren. Er staat in vers 20: “Beproef alle dingen, behoud het goede” . Profetieën en profeten moeten net zoals alle andere leringen, ervaringen, praktijken en bedieningen getoetst worden aan het Woord van God. Dat is wat de kerk door de eeuwen heen heeft gedaan met profeten en profetie. Iedere keer kwam de kerk tot de conclusie dat er sprake was van valse profetie. Sinds de tijd van de apostelen is de kerk op het gebied van de profetie “het goede” niet meer tegen gekomen. Als je na toetsing het goede niet vindt, kun je het uiteraard ook niet bewaren.

De gave van profetie is niet verloren gegaan vanwege de minachting van de kerk voor deze gave. Zij is verdwenen omdat de Heilige Geest de gave sinds de tijd van de apostelen blijkbaar niet meer aan de gemeente heeft gegeven. Er zijn in de kerkgeschiedenis geen voorbeelden bekend van profeten die de Bijbelse proef kunnen doorstaan. De Bijbel zegt onder meer dat bij ware profeten elke profetie moet uitkomen (Deut. 18:20).

Ook de huidige profetische opleving kan niet als een herstel van deze gave worden gezien.

 

Voor een vergelijking van wat de Bijbel over profetie zegt en wat de cursus over profetie zegt, zie deze Bijbelstudie, www.internetbijbelschool.nl/pdf/profeteren.ha.pdf .

 

17.3. De proef op de som

 

Charismatische en pinksterchristenen beweren dat in hun midden de tekengaven weer functioneren. Dat doen ook de schrijvers van de cursus en de christenen die verbonden zijn met de New Wine organisatie die het cursusboek uitgeeft. Volgens hun eigen zeggen, profeteren zij, spreken ze in tongen, genezen ze zieken, enzovoort.

 

We kunnen eenvoudig nagaan of deze geestesgaven inderdaad in hun midden functioneren. Van twee van de tekengaven is simpel vast te stellen of iemand die gave heeft. Dat zijn de gave van genezing en de gave van profetie. Als iemand beweert de gave van genezing te hebben, dan moeten de mensen waar hij voor bidt op grote schaal genezen. Dat kun je controleren. Als iemand zegt de gave van profetie te hebben, dan moeten de voorzeggingen die hij doet voor honderd procent uitkomen. Ook dat kun je controleren.

 

Het is een feit dat in meer dan honderd jaar charismatische genezingsbedieningen er zo goed als niemand is genezen. Ook in de pinkster en charismatische gemeenten is dat zo. Iedereen die langere tijd in charismatische kring heeft doorgebracht, weet dat dit het geval is. Hier is de link naar een artikel dat dit bewijst. Er staan onder meer drie getuigenissen van bekende pinksterleiders in die het zelf toegeven.

www.toetsalles.nl/htmldoc/gering.resultaat.ha.htm . De berichten over vele genezingen kloppen nooit, bij nader onderzoek. En de genezingen die worden vermeld, gaan vaak over klachten als pijn, bijvoorbeeld rugpijn, asmatische klachten, ledematen die je weer goed kan bewegen, het verlengen van benen en armen. Allemaal klachten die medisch gezien niet goed vast te stellen zijn. En het is maar de vraag of de verbetering standhoud (5) . Genezing van medisch vast te stellen ziekten worden meestal niet genoemd (6) .

 

Voor de gave van profetie is het verhaal net zo droevig. Een eindeloze rij van niet uitgekomen profetieën en van manipulatie door profetie.

 

Luisterend bidden heeft zich hier tegen ingedekt door voor te schrijven dat profetie niet voorspellend mag zijn. Als het niet voorspellend is, dan kun je niet controleren of het uitkomt. En voor het ontbreken van werkelijke genezingen van door artsen vastgestelde ongeneeslijke ziekten hebben ze zich ook ingedekt door hun eigen variant van de koninkrijkstheologie van John Wimber. Het koninkrijk van God is nog maar aan het doorbreken, dat is de verklaring voor mensen die niet genezen. (cursusboek, p. 52).

En bij gebrek aan lichamelijke genezing die we bij Jezus en de apostelen zien, spreekt men over innerlijke genezing. Er is wel niemand lichamelijk genezen, maar ‘die en die personen’ zijn wel innerlijk genezen. Zo kunnen de mensen die de cursus hebben geschreven toch volhouden dat bij hen mensen genezen. 

 

18.  Koninkrijkstheologie, tekenen en wonderen doen

 

Luisterend bidden gaat uit van de theologie van John Wimber. Het cursusboek is uitgegeven door New Wine. New Wine staat in de traditie van de Vineyard beweging van John Wimber.

 

18.1.  De koninkrijkstheologie van Wimber

 

In de theologie van Wimber staat het koninkrijk van God centraal. Wimber leerde dat wij het koninkrijk van God moeten verkondingen en demonstreren. Niet alleen verkondigen, maar het ook demonstreren. Het koninkrijk demonstreren is het koninkrijk zichtbaar maken door tekenen en wonderen.

 

Wimber neemt Jezus als voorbeeld. Jezus verkondigde dat het koninkrijk van God nabij was. Hij verkondigde het koninkrijk. De genezingen die Jezus deed, ziet Wimber als het ‘doorbreken’ van het Koninkrijk van God. Jezus demonstreerde door zijn wonderen, volgens Wimber, de aanwezigheid van het koninkrijk. Zieken genezen, doden op wekken en boze geesten uitdrijven.

 

Wimber leerde dat het Gods bedoeling is dat wij hetzelfde doen. We moeten niet alleen het koninkrijk verkondigen. We moeten het ook demonstreren. Speciaal door genezingen te doen. Maar ook door evangelisatie doormiddel van woorden van kennis, een vorm van profetie.

 

In de cursus ‘Luisterend bidden’ wordt dezelfde leer verkondigd. We moeten, volgens het cursusboek hetzelfde doen als Jezus. We moeten dezelfde werken doen als Hem. Profeteren, genezingen doen.

 

“Op Jezus lijken, betekent, …

Het koninkrijk verkondigen en zichtbaar maken” (cursusboek p. 8)

 

“Het koninkrijk verkondigen en zichtbaar maken. (Kracht en gaven van de Geest)

We mogen de dingen doen die Jezus deed …” (cursusboek, 45)

 

Hier staat het, het koninkrijk verkondigen en zichtbaar maken, demonstreren.

 

18.2.  Deze theologie is niet Bijbels

 

Nergens in de Bijbel staat dat wij, als christenen, het koninkrijk moeten verkondigen en het ook demonstreren door wonderen en tekenen te doen.

 

Charismatische christenen proberen hun leer dat we het koninkrijk moeten verkondigen en demonstreren door wonderen en tekenen te onderbouwen vanuit de Bijbel.

 

Ook de cursus probeert de stelling dat wij wonderen moeten doen met enkele Bijbelgedeelten vanuit de Bijbel te onderbouwen, maar dat lukt alleen als je de Bijbelgedeelten verkeerd en onzorgvuldig uitlegt. De cursus wijst onder andere op Johannes 14:12. En ook op 1 Korinthe 2:4. 

 

We beginnen met het Bijbelvers waar in de cursus de nadruk op wordt gelegd. Johannes 14:12.

 

18.3 . Grotere werken als Jezus doen

 

In Johannes 14:12 zegt Jezus tegen zijn discipelen “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, zal de werken die ik doe, ook doen, en hij zal grotere doen dan deze …”

 

De cursus ‘Luisterend bidden’ zegt dat het Gods bedoeling is dat wij, als christenen, grotere werken doen dan Jezus heeft gedaan. De cursus citeert dit vers en concludeert daaruit dat we als christenen geroepen zijn om wonderen en tekenen te doen, vooral genezingswonderen, maar ook profeteren.

 

Citaten uit de cursus:

 

“Op Jezus lijken, betekent, …

Het koninkrijk verkondigen en zichtbaar maken” (cursusboek p. 8)

 

“Het koninkrijk verkondigen en zichtbaar maken. (Kracht en gaven van de Geest)

We mogen de dingen doen die Jezus deed …” (cursusboek, p.45)

 

“Als we steeds meer op Jezus willen lijken dan zullen de bijzondere kracht en gaven van de Geest zichtbaar moeten worden in ons leven. Dat is precies wat Jezus zelf belooft aan zijn volgelingen … “Waarachtig”, zegt Jezus, Ik verzeker jullie; wie op Mij vertrouwt zal hetzelfde doen als Ik, en zelf meer dan dat (Johannes 14:12)”

Het cursusboek p. 53. In het cursusboek is het Bijbelvers vetgedrukt.

 

Op Jezus lijken houdt volgens de cursus ook in dat wij dezelfde werken als Hem doen. Waaronder genezingen en profeteren.

 

We zullen zien of deze uitleg houdbaar is.

 

+ Welke werken deed Jezus?

 

Hij genas elke zieke die tot Hem kwam. De blindgeborenen zagen, de verlamden wandelden, de doven konden weer horen. Hij wekte een aantal keren doden op. Hij veranderde water in wijn, stilde een storm op zee. Hij vermenigvuldigde brood en vissen. Hij dreef boze geesten uit. Hij profeteerde over de toekomst van bijvoorbeeld de inwoners van Jeruzalem (Lucas 13:35) en ook over individuele mensen, zoals Petrus (Johannes 21:18,19).

 

+ De werken van Jezus doen

 

Onze pinksterbroeders waaronder de schrijvers van de cursus denken dat Johannes 14:12 betekent dat ze dit ook moeten doen. Ze menen dat ze dit ook kunnen doen. Genezen, profeteren.

 

+ Grotere werken

 

Maar het is nog sterker dan dit. Als je het vers uitlegt zoals zij het doen, dan moet je grotere wonderen doen dan Jezus heeft gedaan. Is dat mogelijk? Jezus genas iedereen, de lammen, de blinden, de doven. Hoe kun je daar bovenuit gaan? Denk ook aan zijn andere wonderen, zoals het veranderen van water in wijn, het bevelen van de storm.

 

“en nog grotere dan deze” (Johannes 14:12)

 

+ In de hele kerkgeschiedenis heeft niemand dat op die manier gedaan

 

De enigen die in de buurt zijn gekomen, zijn de apostelen.

We lezen het bij Petrus en Paulus. Bij Paulus was zelfs een zweetdoek van hem al genoeg om genezing en bevrijding te brengen (Hand. 19:11,12). Zelfs de schaduw van Petrus genas, als die op je viel (Hand. 5:15). Paulus wekte een jongen op (Hand. 20:9,10). Petrus deed hetzelfde met Tabitha die overleden was (Hand. 9:40).

 

Zoals hierboven in punt 17.3 is besproken, genezen er in charismatische kringen bijna geen zieken. En het Bijbelse profeteren over de toekomst, waarbij de profetie honderdprocent uitkomt, is er ook niet. Het resultaat van hun pogen om ‘de werken van Jezus te doen’ komt niet in de buurt van wat Jezus deed. ‘Not even close’, zoals de Engelsen zeggen.

 

Ga naar de hedendaagse charismatische christenen toe, waaronder de schrijvers en docenten van ‘Luisterend bidden’ en vraag waar de genezen zieken zijn?

De blinden die weer zien, doven die weer horen, mensen met een dwarslaesie die weer lopen?  Mensen die genezen zijn van bijvoorbeeld  aids, downsyndroom, MS, AlS en andere ongeneeslijke ziekten en handicaps. Ziekten die via testen, onderzoeken en dergelijke medisch vast te stellen zijn.

 

+ Wat heeft Jezus er dan wel mee bedoeld?

 

Het meest waarschijnlijk is dat Jezus er dat apostelen en de christenen die na hen kwamen het wonder zouden meemaken van mensen die wedergeboren werden. Zij predikten, na de komst van de Heilige Geest op de pinksterdag, en mensen die overtuigd werden door de Heilige Geest geloofden en werden wedergeboren. Dat was het effect van hun prediking. Onder de prediking van Jezus kwamen slechts enkele mensen tot geloof, maar onder de prediking van de apostelen talloze mensen.

 

Wat is een groter wonder? Een zieke die gezond wordt of een verdorven en van God vervreemd mens die zich bekeert en door Gods Geest vernieuwd wordt. Ik denk dat dit laatste in de ogen van Jezus een groter wonder is.

 

+ Conclusie

 

Beweren dat we de werken van Jezus moeten doen. Genezen zoals Jezus dat deed, maar bij Jezus genas iedere zieke. Er geneest in charismatische kring bijna niemand van ernstige ziekten of handicaps. In dat licht is het wel heel brutaal dat de cursus de deelnemers op de mouw probeert te spelden dat ze dezelfde werken als Jezus moeten doet.

 

De Keizer heeft geen kleren aan. Maar ieder in charismatische kring doet alsof hij ze wel aan heeft. Alsof er wel voortdurend genezingswonderen plaatsvinden.

 

De cursus vermijdt het onderwerp genezingen zo veel mogelijk. Daarom wordt een andere tekst die vaak door charismatische christenen wordt gebruikt ter ondersteuning van hun leer dat het Gods bedoeling is dat wij vandaag op grote schaal mensen moeten genezen, niet gebruikt in de cursus. Het gaat om Mattheus 10:7,8. 

 

Toch wordt er in de cursus al over genezing gesproken. Immers, als je beweert dat wij de werken van Jezus moeten doen, dan vallen daar genezingen onder. En in het cursusboek wordt gezegd dat alle geestesgaven ook nu nodig zijn en als we vervuld zijn met Gods Geest dan gaan de geestesgaven werken, één daarvan is de gave van genezing. (cursusboek, p. 79). Daarom toch een korte bespreking van Mattheus 10:8.

 

18.4.  Mattheus 10:7,8

 

“ Genees zieken, reinig melaatsen, wek doden op, drijf demonen uit.” (Mattheus 10:8)

 

Zie ook de parallelpassage “… genees de zieken die daar zijn …” (Lucas 10:9)

 

Het uitvoeren van wat in Mattheus 10:7,8 wordt opgedragen, is volgens de cursus ‘het zichtbaar maken van het Koninkrijk’. Want we maken, volgens de cursus, het koninkrijk zichtbaar door dezelfde werken als Jezus te doen. Jezus genas de zieken, Hij wekte de doden op, Hij reinigde de melaatsen en Hij dreef boze geesten uit.

 

+ Het is een opdracht

 

Jezus zegt: “geneest de zieken, geneest de zieken die daar zijn”. Charismatische christenen wijzen er op dat het een opdracht is. Het staat in de gebiedende wijs. We moeten doen wat er staat. Maar de uitleg en toepassing van de tekst zijn niet juist. Er wordt bij deze uitleg geen rekening gehouden met de context. Er wordt geen rekening gehouden met het verband waarin de tekst staat. Laten we naar het verband kijken.

  

+ Dit wordt niet gezegd tegen alle christenen

 

Jezus geeft deze opdracht niet aan alle discipelen. Hij zegt dit tegen een groep discipelen van Zijn discipelen die speciaal uitgekozen en toegerust werden voor een concrete taak.

 

“En Hij riep Zijn twaalf discipelen bij Zich en gaf hun macht over de onreine geesten om die uit te drijven, en om iedere ziekte en elke kwaal te genezen.” (Mattheus 10:1). Eerst de twaalven en later nog een keer een grotere groep van zeventig (Lucas 10:1).

Jezus koos ze uit, riep ze tot zich. En hij rustte ze toe: “en gaf hun macht over …”

Het ging hier niet om al zijn discipelen. Alleen deze discipelen kregen deze opdracht en de bij behorende macht.

 

+ Assistenten voor zijn prediking die gericht was op Israel

 

De tijd dat Jezus predikte en waarin deze uitgekozen assistenten opereerden was niet de tijd van de gemeente. Tijdens het aardse leven van Jezus was de prediking speciaal gericht op de Joden. De twaalven en de zeventig kregen uitdrukkelijk de instructie om niet naar de heidenen te gaan (Mattheus 10:5,6). De joden kregen in de tijd wel wonderen en tekenen, als vervulling van de messiaanse profetie (Jesaja 35:5,6). In de profetie was aangekondigd dat de Messias wonderen zou doen, Jezus deed wonderen. Daaraan konden de joden zien dat Jezus de door God gezonden Messias was (Handelingen 2:22, Johannes 3:2). Zo ontnam God hun elke uitvlucht voor hun weigering om Jezus te aanvaarden.

 

Jezus had hulp nodig om heel Israel te bereiken, daarom schakelde hij de twaalven en later de zeventig (Lucas 10:1) in. En zij kregen volmacht om te doen wat hij ook deed, inclusief de wonderen.

 

+ Gaan de charismatische gelovigen ook doden opwekken?

 

In Mattheus 10:8 staat naast de opdracht om te genezen, ook de opdracht om doden op te wekken. “Geneest de zieken, wekt de doden op ….” (Mattheus 10:8). Als je de opdracht om te genezen op jezelf toepast, dan moet je dat ook doen met de opdracht om doden op te wekken. Zowel genezen en als doden opwekken zijn onderdeel van dezelfde opdracht aan de twaalven en de zeventig.

 

+ Alleen naar de Joden toe

 

En gaan de charismatische gelovigen, die Mattheus 10:7,8 op zichzelf toepassen, ook, zoals de twaalven en de zeventig werd opgedragen, alleen met hun prediking naar de joden? (Mattheus 10:5,6)

 

+ Conclusie

 

Je kunt deze opdracht die aan deze speciaal uitgekozen groep voor een bepaalde welomschreven actie  gegeven is, niet zondermeer toepassen op de christenen. Zeker omdat er in het Nieuwe Testament nergens anders een opdracht wordt gegeven om de zieken te gaan genezen. De opdracht is om zo het koninkrijk te demonstreren.

 

18.5. Nog enkele Bijbelteksten

 

Hierboven zijn Johannes 14:12 en Mattheus 10:5,6 besproken. Er zijn nog drie teksten die volgens charismatische christenen zouden bewijzen dat het Gods bedoeling is dat wij wonderen en tekenen moeten doen.

Voor een uitgebreide bespreking van deze drie teksten verwijs ik naar deze Bijbelstudie.

www.toetsalles.nl/htmldoc/wonderen.tekenen.htm

Naast Johannes 14:12 en Mattheus 10:5,6 worden daar ook de drie andere teksten besproken.

 

Een van de drie teksten is 1 Korinthe 2:4. Daar zegt Paulus dat hij het evangelie verkondigde met betoon van geest en kracht. De cursus vat kracht hier op als wonderen. Als je niet tegelijk met het verkondigen van het evangelie genezingswonderen doet, dan verkondig je het evangelie, volgens de cursus, niet met betoon van Geest en kracht. Dus al de grote opwekkingspredikers uit de kerkgeschiedenis verkondigden het evangelie, volgens deze uitleg, niet met betoon van Geest en kracht. Maar de pinkster genezingsevangelisten doen dat volgens hen wel. 

 

18.6.  De koninkrijkstheologie werkt niet

 

Er werd door John Wimber gebeden voor zieken, maar er genas bijna niemand. Hij is ook in Nederland geweest, geen echte genezingen. Zijn koninkrijkstheologie werkte niet! Dat was te verwachten, want nergens heeft Jezus al zijn discipelen opgedragen om, zoals Hij dat heeft gedaan, voortdurend alle zieken te genezen en zelfs doden op te wekken.

 

Dat er bij Wimber bijna niemand genas van door artsen vastgestelde ongeneeslijke ziekten en handicaps is niet uniek. Want dit was zo bij alle pinkstergenezers en bij alle charismatische genezingsbedieningen. Er geneest bijna niemand. Dit was zo vanaf het ontstaan van de pinksterbeweging in 1906 tot nu toe. Genezingen van medisch vast te stellen zieken en handicaps zijn een grote uitzondering. Zie, www.toetsalles.nl/pdf/gering.resultaat.pdf  

 

+ Is het alleen naďviteit?

 

Een ieder die langere tijd in pinkster/charismatische kring heeft doorgebracht weet dit. In het begin kunnen christenen in deze beweging nog naďef zijn en er in geloven, misleid door de pinkstertheologie en door het telkens weer naar voren brengen van de enkeling die wel is genezen. Maar als je jaar in jaar uit verkondigt dat we het koninkrijk Gods moeten demonstreren door genezingen en er geneest bijna niemand, dan is er geen sprake meer van naďviteit.

 

+ De uitvlucht van de charismatische leiders

 

Als eerste hebben ze de leer van John Wimber iets uitgebreid. Ze stellen dat het koninkrijk er wel is, maar dat het ook nog bezig is om te komen, het is nog niet volledig doorgebroken. We kunnen er op dit moment alleen nog maar van proeven. En daarom, helaas, helaas, geneest nog niet iedere zieke. Daarom genezen er momenteel wel af en toe mensen met pijnklachten, astmatische klachten en dergelijke. Maar blindgeborene mensen die gaan zien, doven die gaan horen, mensen met een dwarslaesie die weer gaan lopen, dat niet, want, zoals gezegd, we mogen op het moment nog alleen maar wat proeven van de krachten van het Koninkrijk. Wel genezing van een pijnlijke arm of been, maar niet als je echt verlamd bent.

(cursusboek, p.52)

 

Zo proberen ze goed te praten dat er in werkelijkheid bijna niemand geneest. Misschien wel genezen van niet objectief vast te stellen pijnklachten, het verlengen van benen, asmatische klachten en dergelijke, maar geen mensen die genezen van vastgestelde ongeneeslijke ziekten. Het resultaat van hun genezingsbedieningen komt in de verste verte niet in de buurt bij die van Jezus en de apostelen. Bij Jezus en de apostelen genas iedereen. Als Jezus en de apostelen ergens het evangelie verkondigden en de mensen brachtten hun zieken voor genezing, dan werden die altijd zonder uitzondering allemaal genezen. 

 

Ik stel opnieuw de vraag aan mijn charismatische broeders. Waar zijn de blindgeboren mensen die weer kunnen zien, de verlamde mensen met een dwarslaesie die weer kunnen lopen? De mensen met downsyndroom, aidspatienten, de doven en andere mensen met controleerbare ziekten die genezen zijn. Charismatische/pinkster christenen – en ook de schrijvers van de cursus - geloven toch dat ze dezelfde werken en nog grotere dan Jezus kunnen doen.

 

Als slechts 10 procent van de mensen waarvoor door charismatische christenen en speciale genezers uit hun midden wordt gebeden, genezen zou worden, dan zouden er duizenden genezen mensen moeten zijn. Als slechts 1 procent van de zieken waar voor gebeden wordt, zou genezen, dan zouden er nog steeds vele honderden moeten zijn.

 

 + De aandacht afleiden

 

Als tweede bieden de moderne charismatische leiders een alternatief aan voor genezingen. De genezingen zouden er volgens hun theorie moeten zijn, maar ze zijn er niet. Om dit op te vangen, bieden ze de christenen een andere ‘bovennatuurlijke’ ervaring aan. Een andere ‘demonstratie’ van het Koninkrijk van God. In de vorm van profetieën, dromen, visioenen, beelden, woorden van de Heer. Dit doet de cursus ook. Maar oorspronkelijk hoorden, bij leiders als Wimber, hier ook vallen in de Geest bij, dronken in de Geest, stuiptrekkingen en natuurlijk ook spreken in tongen. Deze fenomenen werden in de tijd van John Wimber en de Toronto Blessing ‘manifestaties van de Geest’ genoemd. Manifestaties van het Koninkrijk van God.

 

Door die dingen te laten zien en ze te laten beleven, kunnen de charismatische christenen de christenen toch nog iets ‘bovennatuurlijks’ laten ervaren. Zo kunnen ze, voor hun eigen besef, toch nog het koninkrijk van God demonstreren. Zo leiden ze de aandacht af van het zo goed als volledig ontbreken van werkelijke genezingen. En van het ontbreken van echte Bijbelse profetie. Om ervaringen te krijgen, gebruikt de cursus ook technieken die afkomstig zijn uit de rooms-katholieke mystiek. Dat wordt verderop in deze studie besproken.

 

+ Een karikatuur maken van het evangelische standpunt

 

Als laatste tactiek om het falen van de eigen koninkrijkstheologie te verbergen, maken de charismatische leiders vaak een karikatuur van het standpunt dat de tekengaven bedoeld waren voor de pioniertijd van de gemeente.

 

Charismatische christenen plakken hier geregeld het etiket “streeptheologie” op. Ze doen net alsof evangelische christenen niet geloven dat God ook nu nog wonderen doet.

 

Maar evangelische christen geloven wel degelijk dat God ook nu nog wonderen doet in antwoord op het gebed. Ik heb enkele malen in mijn omgeving meegemaakt hoe God van het ene moment op het andere een zieke genas. Maar dat waren uitzonderingen. Ook heb ik gezien dat God ieder mens die zich bekeert, bevrijdt van alle occulte belasting en bezetenheid. Dat hebben we regelmatig in het pastoraat meegemaakt.

 

En natuurlijk werkt Gods Geest voortdurend in onze harten. Daar leven we in. De Geest leidt door een innerlijke overtuiging, de Geest sterkt in de innerlijke mens, de Geest opent de Bijbel voor ons, enzovoort. Een christen beleeft van alles. Zie hoofdstuk 4 van deze Bijbelstudie www.toetsalles.nl/htmldoc/mystieka.htm

 

Deel III – Mystieke technieken, lectio divina

 

De cursisten worden naast het profeteren ook geoefend in lectio divina. Lectio divina neemt een zeer prominente plaats in, in de cursus. De eerste les wordt er mee begonnen, in elke les wordt er aandacht aan besteed. Het wordt als huiswerk meegegeven.

 

Wat is het?

 

19. Lectio divina

 

Lectio divina komt uit de rooms-katholieke mystiek. Het is een vorm van intuďtief Bijbellezen. Je denk niet na over de tekst die je leest. Je vraagt je niet af: Wat staat er, wat betekent het, wat kan ik er uit leren, hoe kan ik het toepassen. Bij lectio divina doe je dit bewust niet, je schakelt je denken en je verstand uit. Je laat de tekst passief op je af komen en je kijkt wat het in je doet. Of er iets gevoelsmatig uitspringt. Je ondergaat de tekst. Je let op welke ervaring de tekst geeft. Welk onderdeel, woord of zinnetje springt er uit, doet je wat. Daar concentreer je, je dan op.

 

Dit brengt je in een toestand van contemplatie, in een toestand van woordeloos genieten van Gods tegenwoordigheid. Bij lectio divina lees je de Bijbel om een ervaring van God te krijgen, een beleving. Hier loopt de lectio divina op uit, dat is het doel: “De Heer kijkt je liefdevol aan en jij rust in zijn liefde” (p. 49 van het cursusboek)

 

Dat noemt de cursus ‘Bijbellezen met het hart’. (p. 58, cursusboek)

 

Hier is een link met informatie over lectio divina www.internetbijbelschool.nl/htmldoc/lectiowatis.htm

 

+ Wat klopt er niet aan lectio divina?

 

-Het uitschakelen van het verstand bij het Bijbellezen is niet Bijbels

 

Wanneer we de Bijbel lezen, moeten we ons verstand niet uitschakelen, maar juist inschakelen. De Bijbel spreekt over overdenken en onderzoeken.

“Dit boek met deze wet mag niet wijken uit uw mond, maar u moet het dag en nacht overdenken...” (Jozua 1:8)

“Ezra had immers zijn hart er op gericht om de wet van de HEERE te onderzoeken, om die te doen en om in Israël de verordeningen en bepalingen te onderwijzen” (Ezra 7:10)

 

Het is juist Gods bedoeling dat we de Bijbel begrijpen met ons verstand. “Toen opende Hij hun verstand zodat zij de Schrift begrepen (Lucas 24:45). Jezus gaf Bijbelstudie en toen opende Hij het verstand van de discipelen zodat ze het begrepen.

 

Ik citeer de cursus:

“Denk niet te veel door – ga meer af op je hart en je intuitie (p. 23)

 

-Bijbellezen om een ervaring te krijgen is niet Bijbels

 

Dat is niet het doel van Bijbellezen. Het doel van het Bijbellezen Is het verstaan en toepassen van de Bijbel op ons eigen leven en dat van anderen. De Bijbel is bedoeld om mee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid (2 Tim. 3:16). Dat geldt voor onszelf, zo passen we de Bijbel op onszelf toe en op anderen in ons onderwijs. De Bijbel is bedoeld om ons te vormen en toe te rusten (2 Tim. 3:17).

Als we daarbij ook iets ervaren is dat goed, maar dat moet nooit het doel zijn. Zoals dat in lectio divina wel het geval is.

 

De Bijbel is bedoeld om mee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid (2 Tim. 3:16). Vier activiteiten waarbij ons verstand betrokken is.

 

Het kan zijn dat deelnemers aan de ‘luisterend bidden’ cursus in eerste instantie gezegend worden door lectio divina, want in de cursus wordt enkele malen achter elkaar hardop het Bijbelgedeelte voorgelezen. Als je nog niet geleerd hebt om je verstand uit te schakelen, dan kun je door die lezing nog gezegend worden.

 

20. Op het spoor gezet van het contemplatieve christendom, ademgebed

 

Door het aanleren van lectio divina zet de cursus de deelnemers op de weg van het mystieke christendom. Als cursisten de smaak te pakken krijgen, dan zullen sommigen nog meer stappen op de mystieke weg zetten. Bijvoorbeeld door de techniek van ‘het Jezus gebed’ ook aan te leren.

 

Het Jezus gebed bestaat uit het telkens langzaam uitspreken van de naam van Jezus of van een ander kort woord of zinnetje zoals “Heer onferm u over mij”. Dat werkt als een mantra. Het voortdurend herhalen van een mantra bewerkt een meditatieve toestand van verminderd bewustzijn. Een gevaarlijke toestand, want dat geeft boze geesten de kans om zich te manifesteren. Deze techniek wordt ook wel repetitief gebed, centrerend gebed en contemplatief gebed genoemd. Een andere naam is het ademgebed, het woord of zinnetje wordt dan uitgesproken op het ritme van de ademhaling.

 

In de cursus wordt het ademgebed al genoemd en aanbevolen. Ik citeer: “Neem een Bijbeltekst mee je dag in, kies een zin uit de Bijbel die je in één ademtocht kunt uitspreken en bid deze zin tijdens je dag … en luister naar wat God hierin doet. Een “ademgebed” noemt …” (cursusboek p. 76)

 

-Wat is contemplatief gebed? Zie: www.toetsalles.nl/pdf/contemplatief.gebed.ha.pdf

 

+ Jos Douma, de cursus en contemplatief gebed

 

Douma is de voornaamste leider die in Nederland mystieke technieken uitdraagt, vooral door zijn boeken. We vinden zijn naam terug in het cursusboek van Luisterend bidden. De uitleg over lectio divina op de pagina’s 48 en 49 van het cursusboek is door hem geschreven. Wat daar staat is een verkorte versie van het hoofdstuk “Bijbellezen met je hart” uit zijn boek “Verlangen naar het goede leven” (cursusboek, p. 49).

In het hoofdstuk van “Verlangen naar het goede leven” geeft hij een inleiding in lectio divina. Daar geeft hij de basis door. In het volgende hoofdstuk geeft hij aanvullende instructie voor lectio divina. In dat hoofdstuk introduceert hij het contemplatieve gebed als een hulp en aanvulling van lectio divina. (pp. 80.81 van “Verlangen naar het goede leven”)

 

Wat zegt hij daar?

 

-Het doel van lectio devina is om Gods woorden te horen

-Die ga je pas horen nadat je ziel tot stilte is gekomen

-Tot stilte kom je op het moment dat je, je denken volledig stil hebt gezet. Dan komt er ruimte om ervaringen van God te krijgen.

 

Ik citeer uit “Verlangen naar het goede leven”:

“De lectio die zich concentreert op het lezen van teksten, heeft als aanvulling silentio nodig. Stilte is de ruimte waarin woorden echt tot klinken kunnen komen. Maar eerst moet er ook even geen woord zijn, maar alleen rust, aanwezigheid, het is goed om uitwendig stilte te ervaren in een stille ruimte, samen met anderen mensen, die zwijgen. Maar er is ook stilte van binnen nodig.” (p. 80, de onderstreping is van mij)

 

Douma zegt vervolgens dat die innerlijke stilte niet gemakkelijk is te bereiken

“Die [stilte] is niet zo makkelijk te vinden. Want zodra je stil wordt en stopt met bezig zijn, merk je dat er van binnen heel veel onrust is: gedachten, gevoelens en herinneringen vragen aandacht.” (p. 81)

 

Douma heeft daar een oplossing voor. Hij introduceert de techniek van contemplatief gebed als een methode om je denken stil te zetten. Door het herhalen van het gebedswoord (de gebedsmantra) wordt denken stil gezet, wordt de ziel leeggemaakt.

“Voor het oefenen van stilte vind ik zelf de aanwijzing die zegt dat je een enkel woord moet kiezen als gebedswoord (bijvoorbeeld Jezus, genade, God, liefde) heel behulpzaam. … De stilte start wanneer je, je gebedswoord te binnen brengt en het zachtjes in je hart zegt. Als je vervolgens merkt dat je bezig bent met gedachten, gevoelens, herinneringen of andere prikkels, moet je telkens weer zachtjes terugkeren naar dat gebedswoord. Zo kun je de stilte beoefenen die de onmisbare context is voor het luisteren naar de zachte stem van de Geest, die klinkt in de woorden van God.” (p. 81)

 

In verschillende van zijn andere boeken beveelt Douma ook het contemplatief gebed aan. In een van deze boeken, het boek “Jezus uitstralen” geeft hij een uitgebreide introductie. Daar zegt hij er veel meer over. Hij introduceert het ook als een op zichzelf staande techniek om een Godservaring te krijgen. Je gaat dan keer op keer het gebedswoord herhalen tot je God gaat ervaren. Zie: www.toetsalles.nl/bio.douma.htm

 

Dit heeft niets met Bijbels geestelijk leven te maken. Dit is een oosterse meditatietechniek vermomd met christelijke termen. Alle meditatietechnieken uit de oosterse godsdiensten zijn gericht op het stil zetten van denken. Het zijn ontledigingstechnieken. Als je zo je ziel tot stilte brengt, maak je jezelf kwetsbaar voor invloeden uit de onzichtbare wereld. De hindoes die mediteren met bijvoorbeeld een gebedsmantra krijgen net zo goed bovennatuurlijke ervaringen.

 

Zie dit artikel “Komt meditatie voor in de Bijbel”.

www.toetsalles.nl/htmldoc/bijbel.meditatie1.htm

 

Sommige cursisten zullen door de cursus Jos Douma ontdekken en zullen boeken van Douma gaan lezen.

 

+ Dallas Willard

 

In het cursusboek wordt Dallas Willard herhaaldelijk geciteerd. Willard is een van de meest invloedrijke leiders van de contemplatieve beweging, ook hij onderwijst christenen technieken als het ademgebed en lectio divina. Door Willard te citeren, introduceert de cursus hem als een betrouwbare Bijbelleraar. Terwijl hij op allerlei punten in zijn geestelijk onderwijs tegen de Bijbel ingaat (7) .

 

+ Een subtiele verandering van Bijbellezen en gebed

 

In het contemplatieve christendom wordt op subtiele manier gebed en Bijbellezen veranderd. Dat wordt ook in de cursus Luisterend bidden gedaan.

 

Hierboven bij de bespreking van lectio divina is al besproken hoe door het uitschakelen van het verstand het Bijbellezen wordt gebruikt als middel om een ervaring van God te krijgen. Om in een contemplatieve toestand te komen, waarbij je God ervaart.

 

Ook het gebed wordt in de cursus tot een ervaring van God gemaakt.

Bidden is in de Bijbel simpelweg spreken tot God. Zie als voorbeeld het ‘onze vader’. De vraag van de discipelen was “Heer leer ons bidden”. En dan geeft Jezus hen het onze vader als voorbeeld gebed. Zeven concrete dingen die je aan God vraagt. Dat is de kern van het Bijbelse gebed. (Lucas 11:1-4)

 

Kijk wat de cursus over bidden zegt.

Let op hoe de cursus het eenvoudige Bijbelse gebed verandert in een methode om Gods liefde te ervaren en om boodschappen van God te ontvangen.

 

-Gebed als tweerichtingsverkeer, een gesprek.

Als je bidt dan spreek jij niet alleen tot God, maar dan gaat God ook tot jou spreken.

Dan gaat God zijn woorden spreken in je hart. (cursusboek, p. 47)

-door gebed genieten we van zijn liefde (cursusboek, p. 47)

-door gebed laten we zachtjes in ons hart landen dat we werkelijk zijn geliefde zoon zijn

(cursusboek, p. 47)

 

Niet alleen het Bijbellezen wordt tot het zoeken van een ervaring gemaakt, dat wordt in het contemplatieve christendom ook met het gebed gedaan, hetzelfde gebeurt in de cursus. Het gebed gaat allerlei dingen in jou doen. Genieten van zijn liefde, ervaren dat in je hart landt dat je werkelijk geliefd bent. En je gaat dingen horen. Directe woorden van God.

 

+ Uitleg over het contemplatieve christendom

 

Voor een uitleg over de “christelijke” contemplatieve beweging, zie dit artikel:

www.toetsalles.nl/htmldoc/contemplatievebeweging.ha.htm

 

Deel IV – Beoordeling, conclusies, waarschuwing

 

21.  De cursus gebruikt misleiding

 

Om te beginnen is de titel van de cursus al misleidend. Want de cursus gaat helemaal niet over bidden. Het gaat over profeteren. De cursisten denken dat ze gaan leren over bidden. Maar in plaats daarvan gaat het over profeteren. En dan wordt hen ook nog eens wijs gemaakt dat ze aan het profeteren zijn. Terwijl wat de cursus hen leert niet meer is dan een uitgeklede vorm van profetie, die niet lijkt op de echte Bijbelse profetie.

 

Ook wordt hen in de cursus de grote lijnen van de charismatische theologie onderwezen, zoals alle geestesgaven zijn voor nu, vervulling met de Heilige Geest door handoplegging, het oproepen van de Geest, dezelfde werken als Jezus doen, profeteren en genezen, het koninkrijk Gods demonstreren door wonderen en tekenen.

Dit gebeurt zonder dat de cursisten dit beseffen, ze weten niet waar ze aan beginnen als ze de cursus gaan volgen. Ze denken dat ze onderwijs krijgen over een vorm van bidden.

 

Door te spreken over ‘bidden en het luisteren naar de stem van God’ worden christenen de cursus binnen gelokt. Zo worden ze de charismatische fuik binnen gelokt.

 

22. Het werkelijke effect van de cursus, charismatiseren

 

Wat is het effect op christenen die deelnemen?

Wat is het effect op gemeenten die de cursus organiseren?

 

Er wordt een theologische wissel omgezet

 

In het denken van de christenen wordt een theologische wissel omgezet. Na afloop geloven de cursisten dat alle geestesgaven nog voor nu zijn. En dat zij zich daar naar uit moeten strekken. Als je dat aanvaardt, dan heb je de fundamentele leerstelling van de charismatische beweging aanvaard. Dan ben je op het charismatische spoor gezet. Als de deelnemers de cursus hebben doorlopen dan geloven ze dat ze moeten gaan profeteren, genezen, het koninkrijk demonstreren door wonderen en tekenen.

 

Ook is hun visie op de charismatische beweging veranderd. Ze denken dat de drie golven van de pinkster en charismatische beweging Gods herstelbeweging zijn. God die door de pinkster en charismatische beweging de christenheid terugbrengt naar een evangelie van kracht, wonderen, tekenen, profeteren, genezingen.

 

Deelnemen aan de cursus van christenen en gemeenten zal niet zonder gevolg blijven. Als een gemeente of een christen in contact komt met valse leringen, dan worden ze er door beďnvloed. De Bijbel gebruikt het beeld van zuurdeeg (Mattheus 16:12, Galaten 5:9). Als zuurdeeg in contact komt met meel, dan verzuurt na enige tijd al het meel. Als contact met valse leer en valse leraren niet wordt vermeden, dan verzuurt dat na verloop van tijd het gehele deeg, de gehele gemeente.

 

Het proces waarlangs een valse leer een gemeente in de greep krijgt, verloopt gewoonlijk langs drie fasen. Verbinden, vermengen, vervangen. Eerst verbinden, dan volgt vermengen en uiteindelijk leidt dat tot vervangen. Eerst wordt geen afstand gehouden van valse leringen, in dit geval charismatische leringen. Na enige tijd komen er gemeenteleden die charismatische denkbeelden overnemen, dat breidt zich zo uit totdat de charismatische leden in de meerderheid zijn en zij de controle overnemen en de boodschap bepalen. Dat zal ook gebeuren met de on-Bijbelse charismatische leringen van Luisterend bidden.

 

+ Charismatiseren is het doel van de cursus

 

De opzet van de cursus is om een volledige gemeente de weg van luisterend bidden op te laten gaan. Dit is trouwens ook het uitdrukkelijk doel van de New Wine organisatie, de uitgever van het cursusboek.

 

“Het doel van deze gemeentecursus is dat je als gemeente groeit in zo’n gebedscultuur, waarin je verwacht dat God spreekt in ons hart …” (cursusboek, p.5)

 

“Luisterend bidden is dan niet alleen iets wat we doen op onze huiskringen …”

(cursusboek, p. 5)

 

“Hoe zou je als huiskring kunnen groeien in ‘luisterend leven’? Hoe kun je elkaar helpen? Misschien kun je nu zelfs concrete afspraken maken.” (cursusboek, p. 37)

 

New Wine biedt in het cursusboek gemeenten begeleiding aan in het ombouwen van een gemeente naar een charismatische gemeente. Stafmedewerkers van New Wine bieden een begeleidingstraject aan voor het opzetten van ministry teams, profetisch gebed, gebedspastoraat, genezingsbediening en muziek en aanbidding in de gemeente. (cursusboek, p. 82)

 

+ Verder na de cursus, nog verder het charismatische pad opgestuurd

 

In het cursusboek wordt gewezen op de mogelijkheid om na het volgen van ‘Luisterend bidden’ verder te gaan op deze weg. (cursusboek, p. 41)

 

“Als je verder wilt verdiepen in de gaven van profetie en de rol van de profetische bediening in de gemeente dan wijzen we je graag op drie mogelijkheden die werden ontwikkeld door onze collega’s van Nederland Zoekt” (cursusboek, p. 41)

Je kunt onder mee de cursus “De Prophecy Course” gaan volgen.

 

23. De cursus veroorzaakt verdeeldheid

 

De cursus veroorzaakt verdeeldheid in gemeenten. Er wordt via de cursus een fundamenteel andere leer over de geestesgaven aangeleerd. En daarmee ook over ziekte en genezing, over de weg tot vervulling met de Geest, over wonderen en tekenen, over profeteren. Het is een doelbewuste poging om van binnenuit gemeenten over te zetten van traditioneel evangelisch naar charismatisch.

 

Dit leidt bijna onvermijdelijk tot een botsing tussen gemeenteleden. Er zullen leden zeggen: “Dit kan niet, deze boodschap is onbijbels, die hoort niet in onze gemeente”. Anderen zullen de boodschap van de cursus enthousiast ontvangen. “Dit is de weg, deze kant moeten we op, dit is de boodschap die onze gemeente nodig heeft.”

 

Door de cursus plant je een zaad van verdeeldheid in een gemeente. Een groep gemeenteleden wil volledig het charismatische pad op. Een andere groep wil dit niet. Dan krijg je een gemeente waar constant deze spanning smeult. 

 

Een bom in een gemeente gooien

 

Als je in een reformatorische gemeente een cursus gaat houden waarin je vertelt dat de doop op geloof de juiste Bijbelse doop is, dan gooi je een bom in die gemeente. Het zelfde doe je als je een cursus met daarin de charismatische theologie gaat houden in een niet-charismatische gemeente.

 

24. Het profeteren van de cursus is nutteloos, overbodig

 

Wat is het nut van de uitgeklede vorm van profetie die de cursus de deelnemers wil aanleren? Volgens de cursus is dat bemoedigen, troosten, opbouwen. Maar daar hebben we deze profetie niet voor nodig. Daar hebben we het geschreven woord van God voor, wat we elkaar voor kunnen houden. Ook dat doen we met geestelijk inzicht en onder leiding van Gods Geest, maar dat is geen profeteren. (Zie hierboven, punt 16)

 

De Bijbel onderwijst, versterkt, vertroost, leidt, vermaant, corrigeert, overtuigt, bouwt op. Dat gebeurt als je ‘onder het woord’ blijft. Als je er dagelijks in leest, als je het memoriseert (uit je hoofd leert), als je het bestudeert, als je er met elkaar over spreekt, als je het met elkaar deelt. 

 

Stel een christen heeft het moeilijk. En in die situatie geeft een medechristen een “profetie” aan hem door. De boodschap is: “God ziet je, God houdt van je, vrees niet.”

Hebben we dit werkelijk nodig? Dat iemand dit namens God tegen mij zegt. Met een profetie, die van God of niet van God kan zijn.

Er staat vele malen in de Bijbel dat God van ons houdt, dat Hij ons niet begeeft, dat Hij voor ons zorgt. Daaraan twijfelen is ongeloof, kleingeloof. Een christen die het moeilijk heeft, heeft geen profetie nodig “die wel of niet van God kan zijn”. Hij heeft het zekere woord van God nodig, een toepasselijke tekst uit de Bijbel. En Hij moet door het geloof op het woord van God gaan staan. “God zegt dat Hij me niet zal verlaten ( Hebr. 13:5). Dat betekent dat ik me wel verlaten kan voelen, maar niet verlaten kan zijn.” Hij moet het schild van het geloof opheffen en tegen zijn gevoel en tegen de omstandigheden in op het woord van God blijven staan. 

We kunnen elkaar opbouwen met het geschreven woord van God. Daarbij kan God ons een toepasselijke tekst in gedachten brengen voor onszelf en voor anderen.

 

Het is ongelofelijk dat de cursus voor deze zo goed als geheel overbodige vorm van profetie een gehele gemeente wil ombouwen tot een charismatische/pinkster gemeente.

 

De cursus richt op ervaringen, op woorden van God, dromen, beelden, indrukken. In plaats van op het woord van God. Dat verzwakt christenen.

 

25. De cursus is gevaarlijk

 

Om verschillende redenen is de cursus gevaarlijk voor de deelnemers.

 

In de eerste plaats komt dat doordat ‘Luisterend bidden’ de cursisten op het pad van het onbijbelse mystieke contemplatieve christendom zet. Lectio divina, ademgebed. Je verstand uitschakelen, Bijbellezen met het hart, Bijbellezen om een ervaring te krijgen. Zeker als iemand doorgaat op de mystieke weg, als hij of zij bijvoorbeeld ook aan contemplatief gebed gaat doen, dan leidt dit onvermijdelijk tot contact met demonen die zich voordoen als engelen des lichts.

 

Maar ook elementen van de charismatische leer en praktijk zijn gevaarlijk. Het onbijbelse elkaar de handen opleggen. Het zoeken van ervaringen, beelden, stemmen, visioenen, innerlijke woorden, indrukken, door passief in jezelf te kijken. Het stil worden, het stil zetten van het denken.

 

26. Onzuivere spiritualiteit

 

De cursus brengt een gevaarlijk mengsel van gezond Bijbels onderwijs, charismatische dwaling en mystieke spiritualiteit.

 

27.  De verleidende kracht van de cursus

 

De cursus belooft een nieuwe ervaring van God. Je gaat Gods stem verstaan, je gaat profeteren, je gaat meewerken met God, je gaat dezelfde werken als Jezus doen. Je gaat eindelijk wat van God ervaren. Wie wil dat niet? Dat trekt christenen aan.

 

+ De cursus bewerkt ervaringen

 

-Zegen door goed onderwijs dat hier en daar nog in de cursus staat. De herhaalde lezing van een Bijbelgedeelte, wat bij lectio divina wordt gedaan, kan in eerste instantie ook zegenrijk zijn. Zolang deelnemers de Bijbel op de ouderwetse rationele manier blijven lezen en nog niet geleerd hebben om hun verstand uit te schakelen.

 

-En wellicht zeg je, bij het oefenen van profetie, iets positiefs tegen een deelnemer wat goed valt bij hen. Of gebeurt dat andersom bij jou. Met als conclusie: ik heb gemerkt dat het werkt.

 

-De zes avonden van de cursus geven ook een groepservaring die vaak als positief wordt ervaren. Dat wordt bevorderd door de groepsgrootte beperkt te houden.

 

+ Het is moeilijk praten tegen een ervaring. 

 

Ervaring weegt bij velen zwaarder dan de Bijbel, dan de feiten. Je hebt ‘het’ beleefd, dus is het waar. Toegepast op de cursus, ik ben gezegend door de cursus dus kan de cursus niet, geheel of gedeeltelijk, onbijbels zijn.

 

Ik moet denken aan de oudere broeder die in zijn jeugd met een ernstige ziekte in het ziekenhuis lag. Er kwam een pinksterbroeder langs die met hem bad en hij werd van het ene moment op het andere genezen. Dat bracht hem er toe om de gehele pinksterleer over ‘genezing in de verzoening’ aan te nemen. Want dat was wat de pinksterbroeder hem leerde na zijn genezing. Zijn hele verdere leven is hij blijven verkondigen dat Jezus geneest, dat genezing in de verzoening is, dat Jezus iedereen wil genezen. Er genas nooit iemand van het ene moment op het andere zoals toen bij hem, als hij met zieken bad. Maar zelfs toen hij bejaard was, na meer dan vijftig jaar tevergeefs bidden met zieken, bleef hij de klassieke pinksterleer over genezing verkondigen. Want het was waar, hij had het zelf ervaren, hij was toch genezen, nou dan.

 

Evaring boven de Bijbel, ervaring boven de feiten. Als dat het geval is, is zo iemand moeilijk meer te bereiken en te bevrijden van een valse leer.

 

+ Christenen die kwetsbaar zijn

 

Als je als christen weinig ervaart in je geestelijk leven, dan ben je kwetsbaar voor de verlokking en boodschap van de cursus.

 

Hier is een alternatief voor de cursus. Als je meer van God zou willen merken in je leven. Dit is de beproefde Bijbelse weg:

http://www.honderdbijbelstudies.nl/category/praktijk-christenleven/ 

www.internetbijbelschool.nl/body.htm#praktijk

 

Zie ook dit artikel, deze bijbelstudie

www.toetsalles.nl/htmldoc/mystieka.htm

 

     ---------------------

 

De eindnoten

 

1/  Een citaat uit de cursus: Als christenen zijn we verwikkeld in een strijd, Dat herken je vast. Er woedt een voortdurende strijd tussen onze nieuwe identiteit en onze oude natuur. We hebben een nieuwe identiteit in Christus: geliefd kind en erfgenaam, vrij van de wet van de zonde en dood (Romeinen 8). Maar onze oude natuur trekt nog steeds aan ons...Je zou er moedeloos van worden. Je zou zelfs gaan twijfelen aan je nieuwe identiteit. En voor je het weet, leef je alsof je helemaal geen nieuw identiteit hebt ontvangen. Wat hebben we het voortdurend nodig om opgebouwd, getroost en bemoedigd te worden! Om ons gezien en gekend te weten door onze hemelse Vader. Om herinnerd te worden aan wie wij zijn in Christus. Om aangemoedigd te worden om daar dan ook naar te leven
(cursusboek p. 55)

 

2/ Soms wordt naar 1 Korinthe 14:31 verwezen. Met de ‘allen’ in dit vers worden alle profeten van de gemeente te Korinthe bedoeld, niet alle gemeenteleden.  In 1 Korinthe  14:24 wordt slechts een hypothetische situatie beschreven: “Niet allen profeteren, maar wat als dat wel het geval zou zijn.”

 

3/ De echte bijbelse geestesgave van profetie was nuttig “opdat allen lering en allen opwekking erdoor ontvangen.” (1 Kor. 14:31). Het ging dus om profetie met een leerstellige inhoud, om lering. Zulke profetie is niet meer nodig omdat we het Nieuwe Testament hebben

 

4/ (https://www.evangelisch-college.nl/opleidingen-en-cursussen/theologie/traject-gods-koninkrijk-en-de-heilige-geest/uitgangspunten/

 

5/ Een voorbeeld van een genezing die niet permanent was. www.internetbijbelschool.nl/htmldoc/zijlstra-leonie.htm

 

6/ Artikel van een arts die christen is, hij heeft de genezingen uit charismatische kring bekeken. www.internetbijbelschool.nl/htmldoc/teeuw.htm

 

7. https://www.wayoflife.org/database/dallas_willard.html  en https://cicministry.org/commentary/issue91.htm