Tom de Wal
– Jezus aanraken – een weerlegging en waarschuwing Tom de Wal heeft het
boek “Jezus aanraken” geschreven. In het boek geeft hij onderwijs over ziekte
en genezing. In dit artikel zullen we nagaan in hoeverre zijn boodschap
overeenkomt met de Bijbel. In
mijn bespreking zal ik regelmatig verwijzen naar het boek. Achter citaten of
verwijzingen wordt de bladzijde uit het boek aangegeven. Als ik bijvoorbeeld
bladzijde 10 wil aangeven, dan zal ik dat zo weergeven (p.10). De inhoudsopgave 1. Wat is de hoofdboodschap van het boek? 2. Werkelijk van alle kwaal en ziekte 3. Zeven stappen naar genezing 4. Hij beweert dat elke ziekte wordt veroorzaakt door de satan 5. De Wal heeft geen oog voor de fasen in de verlossing 6. De Wal heeft geen oog voor de verschillende perioden in de Bijbel 7. Het geringe resultaat van de hedendaagse genezingsbedieningen 8. Een verkeerde voorstelling van de situatie in het Oude Testament 9. Beweert dat genezing in de verzoening is 10. De word faith leringen van De Wal. Genezing over jezelf uitspreken 11. De heidense achtergrond van het word faith denken 12. Genezen de mensen bij de Wal? 13. Grote pastorale schade 14. Uit welke bron komt het onderwijs van De Wal?
1.
Wat is de hoofdboodschap van het boek? De Wal leert in zijn boek
dat het Gods bedoeling is om elke zieke te genezen. Een christen hoeft daarom
nooit ziek te blijven. Als je als christen toch ziek bent, dan komt dat omdat
je nog geen gebruik maakt van je recht op gezondheid. Twee citaten van de
achterkant van het boek: “Dit boek
beschrijft hoe iedereen genezing kan ontvangen” en “Jezus is niet veranderd en wil nog steeds iedereen genezen”. Let op het woord
‘iedereen’. Iedereen kan genezing ontvangen. Jezus wil iedereen genezen. 2.
Werkelijk van alle kwaal en ziekte De Wal bedoelt niet
alleen genezing van ernstige gezondheidsproblemen. Het geldt ook voor zaken
als de griep (p. 113), de ontsteking van de wortel van een kies (p. 114),
voor slechte ogen door bijvoorbeeld bijziendheid of verziendheid (pp.
115,116). 3.
Zeven stappen naar genezing In het boek geeft hij
zeven stappen die je moet nemen om genezing te ontvangen. Ik citeer uit het
boek: “Het boek zal je helpen om thuis,
waar je ook bent, genezing te ontvangen” (achterkant boek). Nog een citaat: “Als jij de juiste stappen zet, zal je ook
het juiste resultaat hebben. Daarom schreef ik eerder: het maakt niet uit wie
deze zeven stappen gebruikt, je zult altijd hetzelfde resultaat krijgen als Bartimeus en de bloedvloeiende vrouw. Wat Hij [Jezus]
deed voor hen, wil Hij doen voor jou. Raak Hem aan en wees gezond. Zijn
kracht is overal.” (p. 168) “Zet de juiste stappen, raak Jezus aan en
ontvang jouw wonder” (p.168) Als je niet genezen
wordt dan komt dat omdat je één of meerdere stappen niet goed hebt uitgevoerd.
Dan heb je “de juiste stappen” niet
gezet. We zullen in de Bijbel
nagaan of het klopt wat hij zegt. We beginnen met zijn kijk op de oorzaak van
ziekte. 4.
Hij beweert dat alle ziekte wordt veroorzaakt
door de satan Ik citeer uit het boek:
“De oorsprong van ziekte, is de duivel
en demonen.” (p. 69) “Het is de satan die ons tegenwerkt door ons
ziek te maken” (p. 71) “… altijd
het werk van de duivel” (p. 71) Dit is uiteraard in
strijd met Bijbel. + De Bijbel zegt dat ziekte en dood het gevolg
zijn van de zondeval Toen Adam en Eva in de
hof van Eden van de verboden boom aten, werden ze sterfelijk. Op dat moment
begon hun lichaam te verslijten en achteruit te gaan. Met als gevolg dat ze
vatbaar werden voor ziekten en de dood (Genesis 2:17, 3:6, Romeinen 5:12 ).
Later in het boek Genesis lezen we dat Adam stierf (Genesis 5:5). Een van de gevolgen van
de zondeval is dat de mensen sterfelijk zijn geworden. Ze zijn “vergankelijk
geworden”. Sinds de zondeval zucht de gehele schepping, inclusief de mens,
onder de vergankelijkheid (Romeinen 8:19-24). De vergankelijkheid van
de mens is een oordeel van God. God had Adam uitdrukkelijk gewaarschuwd. Als
je het gebod om te eten van de boom der kennis van goed en kwaad overtreedt,
dan zul je sterven (Genesis 2:17). + Ziekte door demonische activiteit, ziekte als
tuchtiging De Bijbel spreekt wel
over enkele gevallen waarin ziekte het gevolg was van demonische activiteit
(Lucas 13:1,16). Maar daaruit kun je niet concluderen dat alle ziekte het
gevolg moet zijn van demonische activiteit. Dan ga je verder dan er staat. De Bijbel geeft nog
meer mogelijke oorzaken van ziekte aan. God kan een christen ziek maken als
tuchtiging. De Bijbel spreekt over enkele gevallen waarin ziekte het gevolg
was van tuchtiging door God. Dat was bijvoorbeeld het geval in de gemeente
van Korinthe. Een aantal mensen in de gemeente
leefden in ernstige zonde. God had hen gewaarschuwd, maar ze luisterden niet.
Daarom tuchtigde God hen met ziekte opdat ze daardoor tot inkeer zouden
komen. “Daarom zijn er onder u velen zwak en
ziekelijk en er ontslapen niet weinigen. Indien wij echter onszelf
beoordeelden, zouden wij niet onder het oordeel komen. Maar onder het
oordeel des Heren worden wij getuchtigd, opdat wij niet met de wereld
zouden veroordeeld worden.” (1 Korinthe
11:30-32) Maar het feit dat God
dit soms doet, betekent niet dat elke ziekte het gevolg is van tuchtiging.
Net zo min als het feit dat bij enkele mensen de ziekte het gevolg was van
demonische activiteit niet betekent dat alle ziekte door demonen wordt
veroorzaakt. Boze geesten mogen niet
zomaar gelovigen aanvallen en ziek maken. De satan kon Job niets doen, alleen
toen God het toeliet kon hij Job ziek maken (Job 1:9, 2:4-7). Er is een
engelenwacht om ons heen (Psalm 34:8). Er staat in de Bijbel dat God ons zal
bewaren voor de boze. “Wel getrouw is
de Here die u sterken zal en bewaren voor de boze”
(2 Tessalonicenzen 3:3). Jezus waakt over ons
(Johannes 10:28; 17:12) . Er is geen bezwering, er is geen betovering, er is
geen vloek, tegen Israel (Numeri 23:23). Alleen als mensen zich
bezig houden met occulte zaken of afgoderij kan een mens gebonden en bezeten
raken. Het gaat om alle vormen van waarzeggerij, toverij, contact met boze
geesten, spiritisme. Gebondenheid en bezetenheid kunnen zich uiten in
lichamelijke klachten. + De Wal gooit genezing en bevrijding op één hoop De tekenen die Jezus
deed bestonden vooral uit genezingen van ziekte en uit bevrijding van
bezetenheid en gebondenheid door boze geesten. Vandaar dat ze in veel teksten
naast elkaar genoemd worden. Maar ziekte en
bezetenheid zijn twee verschillende dingen. Ze worden niet voor niets apart
van elkaar genoemd. Al kan het, zoals we hierboven hebben besproken, wel
samengaan. Zieken worden genezen en bij bezeten of gebonden mensen worden de
boze geesten uitgedreven. De Wal onderscheid niet
tussen genezing en bevrijding. Hij beroept zich op Bijbelteksten. Maar ook in
die teksten wordt er onderscheid gemaakt tussen genezing en bevrijding. De Wal citeert de
uitspraak van Jezus dat de satan een mensenmoordenaar van den beginnen is
(Johannes 8:44). Zie je wel, zegt de Wal. Het is de satan die mensen ziek
maakt en op die manier vermoord. Maar daar had Jezus het niet over in
Johannes 8:30-59. Jezus beschuldigde de vijandige joden er van dat ze hem
wilden doden. “Ik
weet, dat gij Abrahams nageslacht zijt; maar gij
tracht Mij te doden, omdat mijn woord bij u geen plaats vindt.”(:37) In vers 59 staat dat de joden aanstalten maakten om Hem
te stenigen. “Zij namen dan stenen op
om naar hem te werpen”. Het gaat in Johannes 8 helemaal niet om ziekte.
Het ging om letterlijke moord door steniging. De satan heeft indirect Adam en Eva vermoord door ze aan te zetten om te eten van de boom der kennis van goed en kwaad. Hij wist wat er zou gebeuren, hij heeft Adam en Eva op die manier bewust de dood in gestuurd. Maar henzelf door ziekte de dood in jagen kon hij niet. Hij moest hen tot opstand tegenover God bewegen zodat ze sterfelijk en vergankelijk zouden worden, vatbaar voor ziekten. + Samenvatting en toepassing Als je ziek wordt, dan
is dat simpelweg het gevolg van het feit dat je sterfelijk bent. Je lichaam
verslijt en hapert. Er gaat iets mis in je lichaam. Het kan zijn dat ziekte het
gevolg is van een occulte gebondenheid of het kan zijn dat er ernstige zonde
is in je leven en dat God je tuchtigt door ziekte opdat je tot inkeer komt.
Het is daarom verstandig om als je ziek wordt de ziekte in gebed bij God te
brengen. Om de Heere God te vragen “Heer wat hebt U
door deze ziekte tot mij te zeggen? Wat is er aan de hand? Wat betekent dit?”
Dat is een gebed dat God zeker zal verhoren. Indien het met demonische
gebondenheid of ernstige zonde te maken heeft, zal God je dat duidelijk maken.
Als God, nadat je dit gebeden hebt, niets duidelijk laat zien, dan is er
ook niets. Dan moet je er vanuit gaan dat je ziek bent omdat je lichaam
aan het haperen en verslijten is. + De Wal ziet elke ziekte als een aanval van de
boze die weerstaan moet worden Omdat De Wal denkt dat
elke ziekte door boze geesten wordt veroorzaakt, ziet hij elke ziekte die hij
krijgt als een aanval van de satan op zijn lichaam. En een aanval van de
satan moet weerstaan worden (Jakobus 4:7). Hij vertelt dat hij op een bepaald
moment constant vermoeid was en last van zijn longen kreeg. Zie hoe hij dat
opvat als een demonische aanval op zijn lichaam. Ik citeer: “Een aantal jaren geleden werd ik ernstig
aangevallen in mijn gezondheid …” (p.59). Hij zegt niet ‘Een aantal jaren
geleden kreeg ik gezondheidsklachten’, nee, hij zegt ‘een aantal jaren
geleden werd ik aangevallen in mijn gezondheid’. “Ik sprak Gods woord uit en gebood alle vermoeidheid en zwakte
te gaan” (p. 60) Hetzelfde deed hij met
een wortelontsteking van een tand. “Ontsteking
jij hebt geen recht in mijn kies. In de naam van de Heere
Jezus Christus, ga weg” (p. 114)
Omdat hij denkt dat
achter elke ziekte demonen zitten, gaat hij ziekten aanpakken zoals je
demonen aanpakt. Demonen moet je weerstaan. Demonen moet je uitdrijven in het
gezag van de naam van Jezus. Omdat hij ziekte ziet als een demonische aanval,
gaat hij ziekten in de naam van Jezus bevelen om uit te gaan. Je spreekt
demonen rechtstreeks aan. Dat doet hij ook met ziekten. Hij gaat in het boek
niet zover als ik andere word-faith leraren wel heb
horen doen. Die spraken van een geest van kanker, een geest van diabetes, een
geest van hartzwakte. Die geesten moesten uitgedreven worden. Maar dit is wel
de consequentie van zijn leer dat alle ziekten door demonen worden
veroorzaakt. + De ziekte van de profeet Elisa past niet in de
theorie Een voorbeeld dat
duidelijk maakt dat zijn theorie niet klopt, is wat er met de profeet Elisa
is gebeurd. We zien in de Bijbel dat zelfs de meest heilige en geestvervulde
mensen zoals Elisa ziek worden en uiteindelijk sterven aan een ziekte. De
profeet Elisa was een man met een dubbele ‘zalving’ van Gods Geest (2
Koningen 2:9-12). Maar toch staat dit over hem in de Bijbel: “Elisa lag ziek aan de ziekte, waaraan hij
zou sterven.” (2 Koningen 13:14). Elisa stierf niet plotseling, daarvoor
was hij een tijd ziek. En aan die ziekte stierf hij. Volgens de leer van De
Wal was Elisa ziek door de werking van een boze geest en uiteindelijk
veroorzaakte die boze geest zelfs zijn dood. Dat is onzin. God beschermt ons
altijd tegen boze geesten. Ze kunnen ons niets doen, tenzij we ons op occult
terrein begeven. De satan kon Job ook niets doen op het gebied van zijn
gezondheid. Want, zo erkende de satan, God had Job naar alle kanten beschut
(Job 1:10). Alleen toen God besloot om die bescherming voor een deel op te
heffen, kon de satan Job ziek maken (Job 2:5-7). Evenzeer kon de satan de
profeet Elisa niets doen. Toch werd Elisa ziek en stierf hij uiteindelijk aan
die ziekte. Daar had de satan niets mee te maken. Elia
stierf omdat hij als nakomeling van Adam en Eva sterfelijk was. God had hem
kunnen genezen, maar heeft dat niet gedaan. God besloot dat zijn dienst op
aarde voorbij was. De Wal ontkent dat we
als christen zullen sterven door een ziekte (p. 80). Ik citeer uit het boek:
“Ziekte is niet Gods taxi om mensen
thuis te halen” (p. 80 ). Je vraagt je dan wel af, hoe we dan naar de
hemel zullen gaan. De Wal zegt dat er een verschil is tussen sterven door een
ziekte en sterven door ouderdom (p. 80). Na een lang en gezond leven zullen
we op een bepaald moment ‘de geest geven’. Dit is dwaas. Dat iemand
overlijdt, heeft altijd een lichamelijke reden. Een essentieel
onderdeel van het lichaam functioneert niet meer goed en dan werken hart en
hersenen niet meer. Het lichaam verslijt en op een bepaald moment stopt het
met functioneren. + Een pijler onder zijn leer dat God iedereen
zal genezen De leer van De Wal dat
elke ziekte een aanval van de satan is, is één van de pijlers onder zijn leer dat God ieder
ziek mens wil genezen. Hij redeneert als volgt: De Bijbel zegt dat Jezus is
gekomen om de werken van de duivel te verbreken (1 Johannes 3:8). Ziekte is
het werk van de duivel. Omdat Jezus is gekomen om de werken van de duivel te
verbreken, zal hij ook elke ziekte in ons lichaam verbreken. Dat is zeker,
daar kun je vanuit gaan. Je hoeft dus niet ziek te zijn. Je kunt je elke
ziekte ‘uitdrijven’ in de naam van Jezus. Zijn on-Bijbelse leer leidt tot een
on-Bijbelse conclusie. 5.
De Wal heeft geen oog voor de fasen in de
verlossing Hij onderkent niet dat
de Bijbel zegt dat onze verlossing in twee stappen verloopt. + Volgens de Bijbel verloopt onze verlossing in
fasen Er zijn Bijbelteksten
die zeggen dat wij de verlossing hebben. Nu al, op dit moment. En er
zijn Bijbelteksten die zeggen dat we nog op de verlossing wachten. Volgens
die verzen is de verlossing nog iets toekomstigs, iets wat nog moet gebeuren.
We hebben de verlossing nog niet, we wachten er nog op. Dat lijkt een
tegenspraak maar dat is het niet. De verklaring is dat God ons verlost in
twee stappen. In twee fasen. In fase 1 worden we verlost van de schuld van
onze zonden en worden we met God verzoend. In fase 2 wordt ons lichaam
verlost van de vergankelijkheid, van ziekte en van dood. We zijn verlost van de
schuld van onze zonden, maar we zijn nog niet verlost van de vergankelijkheid
van ons lichaam. We zijn nog niet verlost van ziekte en lichamelijke dood. Op
het moment dat we tot geloof komen ontvangen we de vergeving der zonden en
zijn we verlost van alle zondeschuld. Maar de verlossing van ons lichaam van
de vergankelijkheid, de verlossing van ziekte en dood, komt pas bij de
wederkomst van Christus. Bijbelteksten die zeggen dat we de verlossing nu
al hebben “En in Hem hebben wij de verlossing
door zijn bloed, de vergeving van de overtredingen …” (Efeze 1:7) “Hij heeft ons verlost uit de macht der
duisternis en overgebracht in het Koninkrijk van de Zoon zijner liefde, in
wie wij de verlossing hebben, de vergeving der zonden.” (Kolossenzen 1:13,14) We zijn verloste mensen
want onze zondeschuld is ons vergeven. Bijbelteksten die zeggen dat we nog wachten op
de verlossing “Want wíj zijn
burgers van een rijk in de hemelen, waaruit wij ook de Here
Jezus Christus als verlosser verwachten, die ons vernederd lichaam veranderen
zal, zodat het aan zijn verheerlijkt lichaam gelijkvormig wordt, naar de kracht,
waarmede Hij ook alle dingen Zich kan onderwerpen.” (Filippenzen
3:20) Ons
lichaam is op dit moment nog ‘vernederd’, vergankelijk. Maar als Jezus
terugkomt, krijgen we een verheerlijkt lichaam. “Want wij weten, dat tot nu toe de ganse
schepping in al haar delen zucht en in barensnood is. En niet alleen zij,
maar ook wij zelf, [wij,] die de Geest als eerste gave ontvangen hebben,
zuchten bij onszelf in de verwachting van het zoonschap: de verlossing van
ons lichaam.” (Romeinen 8:22,23). De
ganse schepping zucht onder de vergankelijkheid (Romeinen 8:21). Wij, als
christenen, zijn onderdeel van de Schepping. En daarom zuchten ook wij nog
onder de vergankelijkheid. Paulus sluit zichzelf er bij in. “maar ook wij zelf … zuchten bij
onszelf in de verwachting van het zoonschap: de verlossing van ons lichaam.”
We zijn door het geloof een kind van God geworden (Galaten 3:26). En een van
de beloften die God aan zijn kinderen heeft beloofd is de komende verlossing
van het lichaam. Als kinderen van God zien we daar naar uit. Intussen hebben
wij wel de Heilige Geest als eerste gave gekregen. De Geest die ons hier op
aarde leidt, sterkt, bijstaat. De Heilige Geest die in ons woont, is het onderpand van de komende verlossing (2 Korintiers 1:21,22). De aanwezigheid van Gods Geest in ons, is, een garantie dat de rest van de verlossing ook zal komen. De garantie dat God al zijn beloften zal vervullen. De geest is de eerste gave, die we ontvangen bij onze bekering. De Verlossing van het lichaam ontvangen we bij de wederkomst van Christus. Intussen zuchten we nog onder de
vergankelijkheid “Want wij weten, dat tot nu toe de ganse schepping in al haar delen zucht
en in barensnood is. En niet alleen zij, maar ook wij zelf, [wij,] die
de Geest als eerste gave ontvangen hebben, zuchten bij onszelf in de
verwachting van het zoonschap: de verlossing van ons lichaam.” (Romeinen 8:22,23) + Samenvatting Jezus heeft ons verlost
van onze zondeschuld. Onze zonden zijn vergeven. In die zin zijn wij verlost.
Maar ons lichaam is nog niet verlost, dat is nog steeds vergankelijk. De
verlossing van het lichaam, de verlossing van ziekte en dood, komt op het
moment dat Jezus terugkeert naar de aarde. + Het gevaar van vooruit grijpen Als je niet onderkent
dat de verlossing van het lichaam nog toekomstig is, dan is er het gevaar dat
je vooruitgrijpt naar wat nog moet komen. En dat doet De Wal. 6.
De Wal heeft geen oog voor de verschillende
perioden in de Bijbel en het doel van de wonderen In de Bijbel zien we
dat God in verschillende perioden niet altijd precies hetzelfde doet. De Wal
heeft hier geen oog voor. Zoals we hieronder zullen zien, gaat God in
verschillende perioden op een andere manier om met ziekte en genezing. Dat
kunnen we begrijpen als we kijken naar het geestelijke doel van de wonderen. + Het geestelijke doel van de wonderen De genezingen die Jezus
deed en die de apostelen deden waren niet bedoeld als Gods gezondheidsplan
voor de gelovigen. Ze hadden in de eerste plaats een geestelijk doel. Ze waren
bedoeld als bevestiging van de waarheid van het evangelie, als bevestiging
dat Jezus de door God beloofde Messias is. En als bevestiging dat de
apostelen door God gezonden waren, als bevestiging van de apostolische
boodschap. Die betekenis zit in het woord teken.
De Bijbel spreekt over tekenen die Jezus en de apostelen deden. “Mannen van Israël, hoort deze woorden: Jezus, de Nazoreeër,
een man u van Godswege aangewezen door krachten, wonderen en tekenen,
die God door Hem in uw midden verricht heeft, zoals gij zelf weet.”
(Handelingen 2:22) “De tekenen van een apostel zijn
bij u verricht met alle volharding, door tekenen, wonderen en krachten.”
(2 Korinthe 12:12) Voor de genezingen van
Jezus en de apostelen gebruikt de Bijbel drie woorden. Ze worden wonder
genoemd, kracht en teken. Het zijn drie verschillende namen voor dezelfde
zaak. Een onmiddellijke
genezing is een wonder, het is tegelijkertijd ook een openbaring van de
kracht van God en daarnaast is het ook een teken. Het wonder is bedoeld om
bij de mensen die het zien een geestelijke boodschap over te brengen. Het
wonder is bedoeld als bevestiging van de aanspraak van Jezus dat Hij de
Messias is en als bevestiging dat de apostelen namens God spraken en
optraden. “Een man u van Godswege aangewezen door krachten, wonderen en
tekenen” (Handelingen 2:22). “Rabbi, wij weten, dat Gij van God gekomen zijt
als leraar; want niemand kan die tekenen doen, welke Gij doet, tenzij God met
Hem is.” (Johannes 3:2) We zullen hieronder
drie perioden bespreken. In punt 6.1 de genezingen tijdens het optreden van
Jezus. In punt 6.2 de genezingen in de periode van de apostelen. In punt 6.3
genezingen in de periode na de tijd van de apostelen. Die laatste periode
loopt tot in de huidige tijd. In punt 7 wordt ook nog de periode voor de
geboorte van Jezus besproken, hoe het zat met genezing in de tijd van het
Oude Testament. 6.1.De genezingen van Jezus tijdens zijn openbare
optreden Jezus heeft tijdens de
drie jaar van zijn publieke optreden vele wonderen gedaan. Een groot deel
daarvan waren genezingswonderen. We lezen in de evangeliën dat Jezus iedereen
genas. Elk ziek mens die tot Hem kwam om genezing, werd genezen. Niemand
uitgezonderd. + Door God gepland en aangekondigd De tekenen van Jezus
waren door God gepland. God heeft ze aangekondigd door de profeten van het
Oude Testament. Zie Jesaja 29:18,19; 35:5-6 en 61.
Hij had door de profeten van het
Oude Testament voorzegd dat de Messias, als hij zou komen, wonderen zou doen.
Daaraan zouden de joden de Messias kunnen herkennen. De genezingen die de Here Jezus deed waren bedoeld om de Joden duidelijk
te maken dat Hij de door God beloofde Messias was. God heeft zijn Zoon
aangewezen door wonderen en tekenen (Handelingen 2:22). Door de wonderen
zette God zijn zegel van echtheid op de boodschap van zijn Zoon (Johannes
6:27). Jezus zegt dat de wonderen die Hij deed van Hem getuigden (Johannes
10:25). Toch heeft de overgrote
meerderheid van het volk Jezus verworpen. Maar niemand van hen kan later, als
hij of zij voor Gods troon staat, zeggen: “ik heb het niet geweten”. Ze
hadden dezelfde logische conclusie kunnen trekken als Nicodemus
deed: “niemand kan die tekenen doen,
tenzij God met hem is” (Johannes 3:2). + Jezus schakelde hulppredikers in We lezen in de
evangeliën dat Jezus hulp nodig had om alle steden en dorpen van Israel te
bereiken met zijn boodschap. Daarom koos Hij helpers uit die Hij uitzond om
zijn boodschap uit te dragen, eerst de twaalven, daarna een groep van
zeventig (Mattheus 10:2; Lucas 10:1). Hij gaf die
groep dezelfde macht die Hij had. Hij gaf hun macht om te genezen. Dat
vermogen kregen niet al zijn discipelen, alleen deze uitgekozen groep, voor
die specifieke taak. Zij waren als het ware een uitbreiding van Jezus
bediening richting het Joodse volk. Ze kregen daarom uitdrukkelijk de
opdracht om alleen naar de joden te gaan (Mattheus
10:5,6). Ondanks alle tekenen
die de Joden zagen heeft het volk Hem verworpen. Jezus werd gevangengenomen
en gedood. Na drie dagen stond Hij op en na veertig dagen is Hij teruggekeerd
naar de hemel. + De bloedvloeiende vrouw (Marcus 5:25-34) Dit verhaal staat
centraal in het boek van De Wal. Uit die geschiedenis haalt hij bijvoorbeeld
de titel van zijn boek “Jezus aanraken”. De fout in zijn uitleg
van dit Bijbelgedeelte is dat Hij niet onderkent dat dit verhaal zich
afspeelde tijdens het openbare optreden van Jezus. Het was onderdeel van
Gods plan om tijdens Jezus optreden elke zieke die tot Jezus kwam te genezen.
Om zo tegenover de Joden getuigenis te geven dat Jezus werkelijk de door Hem
gezonden Messias was. Daarom is het logisch
en begrijpelijk dat de bloedvloeiende vrouw ogenblikkelijk genezen werd toen
ze tot Jezus kwam om genezing. Ze uitte haar geloof door Jezus aan te raken.
Als ze Jezus simpelweg om genezing had gevraagd dan zou Hij haar ook genezen
hebben. Jezus genas in die tijd iedereen die een beroep op Hem deed. Uit het
feit dat een zieke tot Jezus kwam bleek hun geloof, hun vertrouwen in Hem. En
dat geloof was in dit geval terecht, want Jezus had van Godswege de opdracht
gekregen om ieder die tot Hem kwam te genezen. Tom de Wal past deze
geschiedenis toe op ons, op alle christenen. Wij zouden, zo leert hij, Jezus
ook kunnen aanraken en dan genezen worden van alle ziekten. Hij houdt geen
rekening met de verschillende tijden, perioden in Gods plan. 6.2.Genezingen tijdens het leven van de apostelen God heeft niet alleen
de boodschap van Jezus bevestigd door tekenen, dat heeft hij ook met de
boodschap van de apostelen gedaan. Met de terugkeer van Jezus
naar de hemel en de uitstorting van de Heilige Geest brak er een nieuwe
periode aan. De periode van de gemeente. Op de apostelen rustte de taak om
het evangelie te verkondigen en de gemeente op te richten. Zij moesten de
grondslag, het fundament, voor de gemeente leggen. God had hen daartoe de
autoriteit gegeven. God heeft de autoriteit van de apostelen bevestigd door
de tekenen die door hun handen geschiedden.
God vond dat nodig in de pioniertijd van de
gemeente. ‘tekenen van een apostel” (2 Korintiers
12:12) ‘Doch zij gingen heen en predikten overal, terwijl de Here medewerkte en het woord
bevestigde door de tekenen, die erop volgden” (Marcus 16:20) “En er kwam vrees over alle ziel en vele
wonderen en tekenen geschiedden door de apostelen.” (Handelingen
2:43) “En door de handen der
apostelen geschiedden vele tekenen en wonderen onder het volk …”
(Handelingen 5:12) De apostelen waren
uniek. Zij moesten het onderwijs van Jezus doorgeven en onder leiding van
Gods Geest uitwerken. Om hun boodschap te bevestigen heeft God wonderen door
hen heen gedaan. Zij deden ‘de tekenen
van een apostel’ (2 Korintiers 12:12,
Handelingen 5:12). Wij hebben de boodschap
van de apostelen in de boeken van het Nieuwe Testament. De Bijbel is
afgesloten, er komen geen Bijbelboeken meer bij. De apostelen met hun
speciale gezag en boodschap hadden geen opvolgers. Er waren na hun dood geen
apostelen meer die door ‘de tekenen van
een apostel’ bevestigd moesten worden. Een verschil tussen de tijd van Jezus en de
apostelen Er is een belangrijk
verschil tussen de periode van Jezus en die van de apostelen. Bij Jezus genas
altijd elke zieke. Dat is bij de apostelen niet het geval. We lezen wel over
de apostelen in het boek Handelingen dat God met perioden en op bepaalde
plaatsen massale genezingen gaf. Maar in de tijd van de apostelen genas niet
iedereen altijd en overal. Allen, velen genezen “En er kwam vrees over alle ziel en vele
wonderen en tekenen geschiedden door de apostelen.” (Handelingen
2:43) “En des te meer werden er toegevoegd, die
de Here geloofden, tal van mannen zowel als
vrouwen, zo zelfs, dat men de zieken op straat droeg en op bedden en
matrassen legde, opdat, wanneer Petrus
voorbij kwam, ook maar zijn schaduw op iemand van hen zou vallen. En ook de
menigte uit de steden rondom Jeruzalem stroomde toe en bracht zieken en door
onreine geesten gekwelden mede. En zij werden allen
genezen.” (Handelingen 5:14-16) “En God deed buitengewone krachten door de handen van Paulus, zodat ook zweetdoeken of gordeldoeken van zijn lichaam aan de zieken gebracht werden en hun kwalen van hen weken en de boze geesten uitvoeren.” (Handelingen 19:11) “Nu geschiedde het, dat de vader van Publius met ingewandskoortsen te bed lag; en Paulus
ging tot hem en deed een gebed, en hij legde hem de handen op en genas hem.
En toen dit geschied was, kwamen ook de anderen op het eiland, die ziekten
hadden, en werden genezen.” (Handelingen 28:8,9) Niet iedere gelovige Maar
zelfs in de tijd van de apostelen genas niet iedere gelovige. In de Bijbel
staat dat twee naaste medewerkers van Paulus ziek waren. Timotheus
had chronische maagklachten (1 Timotheus 5:23). En
Paulus had tijdens een zendingsreis zijn medewerker Trofimus
ziek achter moeten laten (2 Timotheus 4:20). Als
Tom de Wal gelijk heeft met zijn leer dat God iedere gelovige wil genezen,
dan is dit onbegrijpelijk. Kende de apostel Paulus de zeven stappen naar
genezing van Tom de Wal niet? Had Paulus, die op Malta alle ziekten genas,
ook Trofimus en Timotheus
niet kunnen genezen? Immers, het enige wat we, volgens De Wal, moeten hebben
om genezing te ontvangen is geloof. Had Paulus dan geen geloof voor de
genezing van Timotheus en Trofimus?
Heeft De Wal meer geloof dan Paulus? Volgens hem had Paulus met geloof
genezing over zijn beide medewerkers moeten uitspreken. De
Wal weet dat deze twee Bijbelteksten aantonen dat zijn optimistische
genezingsleer niet juist kan zijn. Hij lost dat op door te beweren dat Timotheus en Trofimus volgens
hem niet echt ziek waren. + 1 Timotheus 5:23 Ik geef hieronder het
vers in drie vertalingen. Paulus schrijft Timotheus: “Drink voortaan niet (alleen) water, maar gebruik een weinig wijn voor
uw maag en voor uw gedurige ongesteldheden.”
(NBG) “Drink niet langer alleen water, maar gebruik een kleine hoeveelheid
wijn, voor uw maag en uw veelvuldige kwalen.” (HSV) “Drink niet alleen maar water, doe er vanwege je zwakke maag en je
andere kwalen wat wijn bij.” (NBV) De Wal beweert dat Timotheus geen kwalen had (p. 174). Volgens hem zegt
Paulus tegen Timotheus
dat hij wat wijn moet drinken om te voorkomen dat hij die kwalen zou krijgen.
Het drinken van de wijn, wat Paulus hier aanbeveelt, is volgens De Wal, een
preventieve maatregel. Maar dat is niet wat er staat. Timotheus had chronische gezondheidsproblemen. Paulus
sprak niet over kwalen in het algemeen. Hij heeft het over “uw
kwalen”. Paulus was op de hoogte van deze gezondheidsproblemen van Timotheus, hij wist wat Timotheus
mankeerde, en daarom beval hij het matig gebruik van wijn aan. Dat zou zijn
kwalen verminderen of wegnemen. De Wal verdraait de Schrift. + 2 Timotheus 4:20 “Trofimus heb ik ziek achtergelaten te Milete.” (2 Timotheus 4:20) Dit
kan natuurlijk niet volgens de genezingsleer van De Wal. De grote apostel
Paulus die tijdens een zendingsreis één van zijn teamleden ziek achter moet laten, dat
is onmogelijk. Immers volgens de Wal geneest God altijd iedere gelovige. Het
enige wat Trofimus in die situatie had moeten doen
is in geloof ‘Jezus aanraken’. Of anders had Paulus hem kunnen genezen door
hem de handen op te leggen en genezing over hem uitspreken. Het
is duidelijk dat ook deze tekst de genezingsboodschap van De Wal weerspreekt.
Daarom verdraait hij ook deze Bijbeltekst. Net als bij de tekst over de
chronische maagproblemen van Timotheus ontkent hij
dat Trofimus werkelijk ziek was. Hij
zegt dat het Griekse woord dat met ‘ziek’ is vertaald ook met’zwak’
vertaald kan worden. Hij suggereert dat Trofimus zwak
was, niet ziek. Er staat ziek in elke Bijbelvertaling die ik maar kon vinden,
maar dat is volgens de Wal verkeerd vertaald. In plaats van ziek kun je
volgens de Wal beter vertalen met zwak.” (p. 173). De Wal gaat er vanuit dat alle
Bijbelvertalers hier een fout hebben gemaakt. Is De Wal de grote expert op
het gebied van het Grieks die het beter weet dan al die Bijbelvertalers? Het
verbijsterende is dat hij in zijn boek, ongeveer honderd bladzijden daarvoor,
wel erkent dat Trofimus ziek was. Hij spreekt daar
over “de ziekte van Trofimus
en de zwakke maag van Timotheus” (p.77) Maar
of het nu om zwakte of ziekte gaat, wat is het verschil? De zwakte had een
lichamelijke oorzaak en was zo ernstig dat Trofimus
niet verder kon reizen. De lichamelijke situatie van Trofimus
was zodanig dat hij de reis niet voort kon zetten. + Er waren ook andere christenen die in de tijd
van de apostelen mensen genazen Twee van de diakenen
die door de apostelen waren aangesteld deden ook grote wonderen en tekenen
(Handelingen 6:5-8, 8:13). De apostelen hadden Filippus
en Stefanus de handen opgelegd. Ze hadden hun gezag
bevestigd. Stefanus trad op tegenover de Joden. Filippus was actief in een zendingssituatie waarin hij
geconfronteerd werd met een occultist die wonderen deed (Handelingen
8:9-11) ). In zo’n situatie kun je
verwachten dat God bevestigt dat Hij de sterkste is (Handelingen 8:13). Er
volgde een powerconfrontatie. Het is goed mogelijk
dat God ook in onze tijd, in een dergelijke situatie, nog hetzelfde doet. + Het gevaar van het niet onderkennen van de
verschillende perioden Als je niet onderkent
dat de verlossing in twee fasen verloopt. En als je niet onderkent dat God
niet in elke periode op dezelfde wijze met ziekte en genezing omgaat dan ga
je fouten maken, dan ga je mensen valse hoop geven. Die fout heb ik
pinkstergelovigen vaak horen maken in hun uitleg van Hebreeën 13:8. Daar staat: “Jezus Christus is gisteren en heden
dezelfde en tot in eeuwigheid”. Daaruit concludeerden ze: Jezus is niet
veranderd, toen genas Hij elke zieke, dat zal Hij nu ook doen. Maar daarbij
negeerden ze totaal dat God niet in elke periode hetzelfde doet. 6.3.Genezing in de tijd na de apostelen Na een tijd waren de
apostelen er niet meer. De meesten zijn, voor zover we kunnen nagaan, als
martelaar gestorven. Ook de apostel Paulus. Aan het eind van hun
leven was de gemeente gegrondvest. Hun leringen, het onderwijs van de
apostelen, was schriftelijk neergelegd in de boeken van het Nieuwe Testament.
Na die tijd waren er geen apostelen meer. Wat gebeurde er vanaf dat moment
met genezing? Op die vraag kan alleen
de kerkgeschiedenis antwoord op geven. Het probleem is dat er voor de vroege
kerkgeschiedenis niet veel schriftelijke bronnen zijn. Uit de bronnen die er
wel zijn, blijkt dat genezingen op grote schaal niet meer voorkwamen. Er zijn
wel berichten van wonderbaarlijke genezing in antwoord op gebed, maar er
waren geen genezingsbedieningen of perioden waarin alle mensen of een groot
deel van de mensen genas. Tom de Wal noemt nog
een monnik uit de periode na Christus (p. 14), maar hoe betrouwbaar is dat
verslag? Een gebeurtenis staat vast op grond van meerdere onafhankelijke
getuigen en die zijn er in dit geval nauwelijks. Voor de latere
kerkgeschiedenis zijn er veel meer bronnen beschikbaar, daarom kunnen we daar
wel met zekerheid over spreken. Laten we vijf honderd
jaar terugkijken in de kerkgeschiedenis. We zien in die vijfhonderd jaar
geweldige bewegingen van Gods Geest zoals de Reformatie en de grote
opwekkingen in de Engelstalige wereld, waar miljoenen mensen tot geloof
kwamen. Denk ook aan de grote zendingsbeweging die in de negentiende eeuw
ontstond. Toen is de zending echt van de grond gekomen. In die tijd heeft
bijvoorbeeld Hudson Taylor de China Inland Mission opgericht. In al deze machtige bewegingen van
Gods Geest ontbraken in grote mate de wonderen en tekenen die kenmerkend
waren voor de tijd van de apostelen. God vond het blijkbaar niet nodig om in
die situatie massaal mensen te genezen. Er werden op het zendingsveld wel vele
boze geesten uitgedreven, ook een demonstratie van Gods macht, maar
spectaculaire genezingen van zieken van het ene moment op het andere, in
antwoord op gebed, kwamen slechts incidenteel voor. En toch hebben deze
christenen in geloof en in de kracht van Gods Geest overal op de wereld door
Gods genade de gemeente van Christus geplant.
+ Maar hoe zit het dan met Marcus 16:18 Jezus zei, vlak voor
zijn hemelvaart het volgende tegen de overgebleven 11 apostelen: “Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt
het evangelie aan de ganse schepping. Wie gelooft en zich laat dopen, zal
behouden worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden. Als tekenen
zullen deze dingen de gelovigen volgen: in mijn naam zullen zij boze geesten
uitdrijven, in nieuwe tongen zullen zij spreken, slangen zullen zij opnemen,
en zelfs indien zij iets dodelijks drinken, zal het hun geen schade doen; op
zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen genezen worden.” (Marcus
16:15-18) Dit wordt gezegd in het verband met de pionierzending. Het uittrekken in de gehele wereld om daar voor het eerst de boodschap van het evangelie te brengen. Het gaat om zendelingen die een bepaald gebied binnendringen. In die situatie kun je verwachten dat God in sommige situaties de boodschap van het evangelie ondermeer zal bevestigen door genezingen. Speciaal als de zendelingen een gebied binnendringen waar tovenaars de mensen in hun greep hebben. Dan komt er een ‘powerconfrontation’. Zoals in Samaria waar Filippus stuitte op Simon de tovenaar (Handelingen 8:4-13). Maar dat is geen vast patroon waarlangs God werkt. Vaak is het al genoeg om de greep van tovenaars op een complete samenleving te verbreken als er mensen in de naam van Jezus bevrijd worden van bezetenheid en gebondenheid. Dan is in zo’n samenleving waar ieder leeft in vrees voor de toverdokters van heidense godsdiensten al duidelijk dat Jezus sterker is. Marcus 16:18 spreekt
ook over gif eten en er geen last van hebben. Dat heeft Ludwig
Nomensen, de pionierzendeling onder de Batak stam op het Indonesische eiland Sumatra,
letterlijk meegemaakt. Mensen van de stam, waar hij als pionierzendeling het
evangelie bracht, hebben dodelijk gif in zijn eten gedaan. Hij had er geen
last van. De hele stam keek toe. En daardoor kregen ze een demonstratie van
de macht van de levende God. In een
pioniersituatie kunnen we dit soort wonderen verwachten. + Zalig zij die niet zien en toch geloven,
Johannes 20:29 We moeten het belang
van wonderen (van tekenen) niet overdrijven. De generatie die leefde ten
tijde van Jezus heeft op zeer grote schaal wonderen mee gemaakt, toch hebben
zij niet in Jezus geloofd. “En hoewel
Hij zovele tekenen
voor hun ogen gedaan had, geloofden zij niet in Hem.” (Johannes 12:37) Jezus zei: “Zalig zij, die niet gezien hebben en toch geloven.”
(Johannes 20:29) Wij geloven op grond
van de getuigenissen van de apostelen. Zij hebben de wonderen gezien, zij
hebben het grote wonder van de opstanding meegemaakt. Zij hebben in de Bijbel
verslag van een aantal van de wonderen van Jezus gedaan. Dat moet in principe
genoeg zijn. Johannes schreef aan het einde van zijn evangelie: “Jezus heeft nog wel
vele andere tekenen voor de ogen zijner discipelen gedaan, die niet
beschreven zijn in dit boek, maar deze [dat zijn
de wonderen die wel beschreven zijn in
het Johannes evangelie] zijn
geschreven, opdat gij gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zoon van God, en
opdat gij, gelovende, het leven hebt in zijn naam.” (Johannes 20:30,31) + Maar hoe zit het dan met grotere werken dan
Jezus doen, Johannes 14:12. In Johannes 14:12 zegt Jezus tegen zijn
discipelen “Wie in Mij gelooft, de
werken die ik doe, zal hij ook doen, en nog grotere dan deze ..” Jezus
verbindt dat met zijn verheerlijking en hemelvaart en met het bidden in zijn
naam (14:13,14). De uitleg van charismatische leraren als De
Wal is: “Zie je wel, Jezus deed wonderen en het is de bedoeling dat wij dit
ook doen. Immers “de werken die Ik doe,
zal hij ook doen”. Welke wonderen deed Jezus? Jezus genas elke
zieke die tot Hem kwam, blinden, verlamden, echt alles, iedereen en altijd.
Hij wekte ook doden op. Hij stilde de storm, Hij liep over water, Hij
veranderde water in wijn. Hij vermenigvuldigde broden. En bedenk dat Jezus in
Johannes 14:12 zelfs over nog grotere werken dan Hij deed, spreekt. Gaat Tom de Wal net als Jezus alle
zieken die tot hem komen genezen? Gaat hij doden opwekken? Zo omschreef Jezus
Zelf wat Hij deed: “…blinden worden
ziende en lammen wandelen, melaatsen worden gereinigd en doven horen en doden
worden opgewekt … ” (Mattheus 11:5). Denkt De Wal dat hij dit ook kan doen?
Volgens zijn uitleg van Johannes 14:12 wel. Hoeveel blinden en lammen zijn er
bij hem genezen? Hoeveel doden opgewekt? De enigen die dit hebben gedaan zijn de
apostelen. We lezen het bij Petrus
en Paulus. Bij Paulus was zelfs een zweetdoek van hem al genoeg om genezing
en bevrijding te brengen (Hand. 19:11). Zelfs de schaduw van Petrus genas, als die op je viel (Hand. 5:15). Paulus
wekte een jongen op (Hand. 20:9,10). Petrus deed
hetzelfde met Tabitha die overleden was (Hand.
9:40). Maar zelfs bij hen genas niet iedereen, maar dat gebeurde wel bij
momenten. Uiteraard gebeuren deze dingen niet bij Tom
de Wal, noch bij zijn charismatische geestverwanten. Daar geneest, zoals
hierna zal worden besproken, bijna niemand[1]. Sommigen uit charismatische kring, zoals bijvoorbeeld
Jelle de Kok, lossen het probleem dat er bijna niemand in hun bediening
geneest op door “de grotere werken dan de werken die Jezus deed’ op het
collectief van ‘alle christenen wereldwijd’ te laten slaan. Er gebeurt bij hem, De Wal en bij andere
charismatische christenen nauwelijks iets wat ook maar in de buurt komt van
wat Jezus in Johannes 14:12 zegt over het doen van dezelfde of grotere
werken. Daarom laat de Kok deze woorden slaan op de wereldwijde kerk. En hij
veronderstelt terecht dat wereldwijd, hier en daar, wonderen gebeuren.
Overigens, wonderen in antwoord op het gebed. En als je die wonderen allemaal
bij elkaar optelt dan veronderstelt hij dat het er meer zijn dan Jezus heeft
gedaan. Bij Jezus genas iedereen altijd, overal en van elke kwaal. Er gebeurt
in de verste verte niets bij De Wal en zijn charismatische geestverwanten wat
hier ook maar bij in de buurt komt. Om dat op te vangen sprokkelt hij de
genezingen die God hier en daar in antwoord op gebed doet, bij elkaar en zo
kunnen charismatische predikers en genezers zich onttrekken aan de
consequenties van hun uitleg van deze tekst. Als je nauwkeurig leest wat er in de tekst
staat, dan zie je dat Jezus daar niet het collectief, maar het individu
aanspreekt. Hij heeft het over “wie in
mij gelooft” en over “hij”.
Jezus spreekt hier de discipelen individueel aan. “Wie in mij geloof, de werken die ik
doe zal hij ook doen …”. Conclusie We zien deze wonderen, de grotere werken,
terug in de bediening van de apostelen. Denk weer aan de zweetdoek van Paulus
en de schaduw van Petrus en aan hun
dodenopwekkingen. In de kerkgeschiedenis en ook bij de hedendaagse
gebedsbedieningen zien we niets dat hier bij in de buurt komt. Zowel de
Bijbel als de kerkgeschiedenis bevestigen dat de tekenen en wonderen speciaal
in de tijd van de apostelen werden gegeven. Als dit niet zo was, dan zouden
“de grotere werken dan Jezus deed” ook bij de Nederlandse charismatische
predikers plaats moeten hebben. Bij De
Wal, Jelle de Kok, Maartin Koornstra, Hans Maat, Mattheus van der Steen, Jan Zijlstra, enzovoort. Ik beweer niet dat Jezus vandaag geen
wonderen meer doet in antwoord op het gebed. Zeker in de context van zending,
waar zendelingen botsten op de geestelijke macht van heidense godsdiensten
(Marcus 16:15-18), kunnen we regelmatig wonderen verwachten. Dan demonstreert God mede door wonderen dat
Hij de ware God is. + Maar Jezus draagt ons toch op om genezingen te
doen? Mattheus 10:7,8 “Gaat
en predikt en zegt: Het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen. Geneest
zieken, wekt doden op, reinigt melaatsen, drijft boze geesten uit.” (Mattheus 10:7,8) Zie ook de parallelpassage “… en geneest de zieken die er zijn …”
(Lucas 10:9) De Wal en Martin Koornstra
beroepen zich op deze tekst. Hier staat het: Gaat en predikt … geneest
zieken, wekt doden op, reinig melaatsen. Geneest de zieken die er zijn (Lucas
10:9), dat wil zeggen genees alle zieken die je tegenkomt. Het is een
opdracht. We moeten als christenen simpelweg doen wat er staat, het woord van
God gehoorzamen. Bij deze uitleg en toepassing van de tekst wordt volledig
het verband waarin dit wordt gezegd genegeerd. -Dit wordt niet gezegd tegen alle
christenen Het wordt gezegd tegen een groep
christenen, die speciaal uitgekozen en toegerust werd. “En Hij riep zijn
twaalf discipelen tot Zich en gaf hun macht over onreine geesten om die uit
te drijven en om alle ziekte en alle kwaal te genezen.” (Mattheus
10:1). Eerst de twaalven en later nog een grotere groep van zeventig (Lucas
10:1). Jezus koos uit, riep ze tot zich. Het ging
hier niet om al zijn discipelen. En hij rustte ze toe: “en gaf hun macht over …” -Assistenten voor zijn prediking die
gericht was op Israel De tijd dat Jezus predikte, en waarin deze uitgekozen
assistenten opereerden, was niet de tijd van de gemeente. De prediking was
speciaal gericht op de Joden. De twaalven en de zeventig kregen uitdrukkelijk
de instructie om niet naar de heidenen te gaan (Mattheus
10:5,6). De joden kregen in de tijd wel wonderen en tekenen, als
vervulling van de messiaanse profetie (Zie, Jesaja 29:18,19;
35:5-6). In de profetie was aangekondigd dat de
Messias wonderen zou doen, Jezus deed wonderen. Daaraan konden ze zien dat
Jezus de door God gezonden Messias was. Zo ontnam God hun elke uitvlucht voor
hun weigering om Jezus te aanvaarden. Je ziet trouwens dat al die wonderen en
tekenen en de prediking bijna geen effect hadden. Het bewerkte blijkbaar geen
geloof bij de Joden. Jezus had hulp nodig om heel Israel te bereiken,
daarom schakelde hij de twaalven en later de zeventig (Lucas 10:1) in. En zij
kregen volmacht om te doen wat Hij ook deed, inclusief de wonderen. -Gaat Tom de Wal ook doden opwekken? In Mattheus
10:8 staat niet alleen de opdracht om
te genezen, er staat ook de opdracht om doden op te wekken: “Geneest de zieken, wekt de doden op ….”
(Mattheus 10:8). Als De Wal de opdracht om te
genezen op zichzelf toepast, dan neem ik aan dat hij ook doden gaat opwekken.
Genezen en doden opwekken staan beiden in de gebiedende wijs, ze zijn beiden
onderdeel van dezelfde opdracht aan de twaalven en de zeventig. En gaat hij
dan, zoals de twaalven en de zeventig werd opgedragen, ook alleen met zijn
prediking naar de joden? (Mattheus 10:5,6) -De samenvatting Kortom, de opdracht uit
Mattheus 10:8 is niet aan alle christenen gegeven.
De Wal en Koornstra letten niet op het verband
waarin de tekst staat en passen daarom ten onrechte die tekst op zichzelf
toe. Nergens wordt in de Bijbel aan de christenen opdracht gegeven om
de zieken te gaan genezen. Toch denken De Wal en Koornstra
en de andere pinkster en charismatische genezers dat God hen dat opgedragen
heeft. Als je iets gaat doen wat God je niet opgedragen heeft, dan kun je
niet verwachten dat Gods zegen er op zal rusten. Als jij meent dat je mensen
moet gaan genezen en God heeft je dat niet opgedragen dan kun je niet
verwachten dat je veel genezingen zult zien. Dat is het onderwerp van het
volgende punt. 7.
Het geringe resultaat van de hedendaagse
genezingsbedieningen Begin twintigste eeuw
is de pinksterbeweging ontstaan. Een belangrijk onderdeel van hun boodschap
is de leer dat God iedereen wil genezen. Sommige charismatische gemeenten
zijn iets voorzichtiger geworden, maar dit was de klassieke boodschap van de
pinksterbeweging. Ook Tom de Wal brengt deze boodschap. + Genezingsevangelisten Uit het midden van de
pinksterbeweging stonden mannen op met een zogenaamde genezingsbediening. In
het boek noemt De Wal er een aantal. Ondermeer T.L. Osborne.
Dat is de man die in de jaren vijftig van de vorige eeuw de Nederlandse
Pinksterbeweging een grote boost heeft gegeven. De Wal beweert dat met
de komst van de pinksterbeweging (en later de charismatische beweging) God is
begonnen met het herstel van de genezingsbediening. Hij staat in die
traditie. Hij leert wat zij leerden. Maar er is één groot
probleem. Bij deze genezingsbedieningen genas bijna niemand. + Het geringe resultaat van de huidige
genezingsbedieningen Ieder die langere tijd
in het hart van de pinksterbeweging heeft verkeerd, weet dat er zo goed als
niemand geneest. Meestal zwijgt iedereen daar over, maar soms geven
vooraanstaande leiders uit de pinkster en charismatische beweging dit zelf
toe. Ik zal twee van hen citeren. De eerste is Ben
Hoekendijk. Ben Hoekendijk is tientallen jaren één van de meest
vooraanstaande leiders van de Nederlandse pinkster- en charismatische
beweging geweest. Hij was oprichter en vele jaren de leider van Stichting
Opwekking. Dat is de stichting die de bundel met de Opwekkingsliederen
uitgeeft en die onder meer jaarlijks de grote conferentie met Pinksteren
organiseert (Vroeger in Vierhouten, nu elders). In het door Hoekendijk geschreven boek "Op
zoek naar Balans" vertelt hij dat hij met duizenden zieke mensen
gebeden heeft en hij erkent dat er slechts een enkeling genas. Hij spreekt
daarover op bladzijde 41 van het boek. (Ben Hoekendijk, Op zoek naar
Balans, uitgeverij Gideon, 1986, ISBN 9060673840, p 41). Ik citeer:
"Er was een tijd, zo'n twintig jaar terug, dat wij onze tent opzetten
in een stad en het spandoek met 'Jezus redt en geneest' er bovenop hingen …
Net als zij (William Branham, Tommy Hicks, Oral Roberts
en T.L. Osborn) liet ik de
zieken voor het podium langs komen en legde ik ze de handen op …. Honderden,
ja duizenden hebben we zo de handen opgelegd en gebeden voor genezing. Er
gebeurden enkele opmerkelijke genezingen …." Hier hebben we zwart op wit het getuigenis van
voormalig pinksterleider Ben Hoekendijk. Hij heeft met duizenden mensen
gebeden en “er gebeurden enkele
opmerkelijke genezingen”. Zet de duizenden zieke mensen af tegen de
enkeling die genas. Hij geeft hier toe dat het gebed met de zieken nauwelijks
resultaat had. Er genas slechts een enkeling. Alhoewel hij voor
duizenden gebeden heeft en er slechts een enkeling genas, heeft hij toch
jarenlang met de boodschap rondgetrokken dat Jezus geneest. Hij hing, zoals
hij vertelt, zelfs een spandoek op de evangelisatietent met de tekst "Jezus redt en geneest." Hij verkondigde in die
jaren dat genezing in de verzoening is en dat het de wil van God is om iedere
zieke te genezen. De tweede getuige is Robert P. Menzies. Menzies is
opgegroeid binnen de pinksterbeweging. Hij is zendeling en heeft, evenals
zijn vader, les gegeven aan pinksterbijbelscholen.
Zij kennen de pinksterbeweging van binnenuit. Hij heeft in samenwerking met zijn vader het
boek "Geest en kracht - de theologie van de pinksterbeweging"
geschreven. De Nederlandse uitgave is verschenen in 2005. Het is niet zomaar
een boek. Het is mede uitgeven door de VPE, door de Verenigde Pinkster-
en Evangeliegemeenten in Nederland. Het logo van de VPE staat in het boek en
er staat een aanbeveling op de achterzijde van Peter B. Sleebos, de
toenmalige voorzitter van de VPE. Hij noemt de schrijver "één van
de betere pinkstertheologen". In het boek erkent Menzies dat
er slechts incidenteel iemand geneest. In het hoofdstuk over genezing stelt
hij een vraag die hij daarna gaat beantwoorden. De vraag luidt: "Hoe kan de genezing die God schenkt nu
geworteld zijn in de verzoening als dat zo onzeker is en we het zo beperkt en
incidenteel ervaren?" (p. 177). Hij erkent hier letterlijk dat in de
praktijk genezing in de pinkstergemeenten onzeker is. Niet zomaar
onzeker maar hij zegt: "zo
onzeker". En hij erkent dat genezing (zelfs in pinksterkringen!) slechts
"beperkt en incidenteel" wordt ervaren. Let vooral op het
woord incidenteel. Als iets slechts incidenteel voorkomt, dan komt het
slechts heel af en toe voor. Daar heeft Menzies het
moeilijk mee omdat hij, net als vele anderen, heeft geconstateerd dat de
werkelijkheid niet overeenkomt met de pinksterleer over genezing. Hij had
geconstateerd dat genezingen onzeker zijn en slechts incidenteel voorkomen,
terwijl die volgens de pinksterleer niet onzeker zouden moeten zijn. Hier
worstelt hij mee. In het boek tracht hij een verklaring te geven voor deze
grote kloof tussen leer en werkelijkheid. Maar intussen erkent hij wel dat er
slechts weinigen genezen. Ik heb deze twee getuigenissen mede uitgekozen
omdat Menzies en Hoekendijk ze op hebben
geschreven. Je kunt het zelf
controleren. Het staat er werkelijk. De voorbije vijftig
jaar zijn alle bekende pinkster genezingsevangelisten in Middelburg langs
gekomen. Waaronder Karel Hoekendijk, Johan Maasbach
en Jan Zijlstra. Walcheren is een besloten klein gebied, de evangelische- en
pinksterchristenen kennen elkaar. Jan Zijlstra is minstens twee keer langs
gekomen. Telkens een volle sporthal met vele zieke mensen. Als er werkelijk
vele zieken waren genezen dan zou dat rond zijn gegaan in de gemeenten. Maar
dat is niet gebeurd. Ik wil nog een derde
getuige aanvoeren en wel Martin Koornstra. Koornstra erkent ook dat er weinig mensen genezen. Het
verbijsterende is dat hij dit in zijn voorwoord in het boek van Tom de Wal
doet. Ik citeer uit zijn voorwoord: “ …
een boek over goddelijke genezing is spannend omdat er op dit moment in
Nederland slechts kleine percentages genezing ontvangen door gebed. De
praktijk staat (nog) ver af van de bediening van Jezus” (p. 9) Koornstra erkent dat er slechts kleine percentages
genezing ontvangen. En zelfs dat is nog overdreven. Wat Menzies
en Hoekendijk hebben gezegd, komt meer overeen met de werkelijkheid. Ben
Hoekendijk sprak over “enkele … genezingen” en Menzies
over “beperkt en incidenteel”. + Als er al genezingen zijn, wat voor genezingen
zijn het dan? Als je naar
getuigenissen luistert van mensen die bij pinkstergenezers zijn genezen, dan
blijkt het vaak om klachten te gaan die medisch niet vast te stellen zijn.
Lage rugpijn, hoofdpijn en dergelijke. Een christen die arts is, heeft
onderzoek gedaan naar deze getuigenissen. Het bleek dat het bij deze
genezingen meestal gaat om ziekten waarvan bekend is dat de psyche er een
grote invloed op heeft. Dit is het artikel dat
hij er over heeft geschreven, klik hier: www.internetbijbelschool.nl/htmldoc/teeuw.htm . Een tijdje geleden is
in charismatische kringen het verlengen van ongelijke benen een hype geweest.
Dat is wel heel ver verwijderd van de praktijk van Jezus die alle kwaal en
alle ziekte genas. Blindgeborenen, verlamde mensen. Zelfs als maar 1
procent van alle zieken waar de pinkstergenezers mee bidden, zou worden genezen,
dan zouden er inmiddels honderden, zo niet vele duizenden mensen in Nederland
moeten zijn die wonderbaarlijk genezen zijn van bijvoorbeeld aangeboren
blindheid, dwarslaesie, suikerziekte, hartkwalen, kanker, downsyndroom, MS,
ALS, enzovoort. Maar die honderden, duizenden, zijn er niet. Er zijn wel
mensen incidenteel genezen, maar dat gebeurt in elke kring waar mensen tot
God bidden. + Tom de Wal brengt een ander verhaal. Dwars tegen de
getuigenissen van mensen als Ben Hoekendijk en Menzies
in, beweert Tom de Wal dat bij de vroegere pinkstergenezers wel velen zijn
genezen. Een van de
genezingsevangelisten waar hij in zijn boek over spreekt is T.L. Osborn. Osborn heeft in 1958
Nederland bezocht en hij heeft daar een genezingscampagne gehouden in Den
Haag. Er was een enorme toeloop, op sommige avonden waren er wel tegen de
honderdduizend mensen verzameld op het Malieveld. Dit trok de aandacht van de
seculiere pers. Een journalist kreeg de opdracht om verslag te doen. Hij was
met name geïnteresseerd in de genezingen. De journalist is naar een
samenkomst gegaan. Hij meldt dat er tienduizenden mensen aanwezig waren. Er stonden aan de rand van het
gebied een aantal tenten waar zieke bedlegerige mensen werden ondergebracht.
Dus mensen aan wie duidelijk te zien was dat ze ziek waren. De journalist had
post gevat bij deze tenten om te zien wat er met deze zieke en gehandicapte
mensen zou gebeuren. Zoals keer op keer bij dit soort gelegenheden door
neutrale waarnemers wordt gemeld, werd er die avond onder de zieken in de
tenten niemand plotseling genezen. Ondanks alle ‘geloof’, ondanks stappen in
geloof. De vader van een jong meisje dat verlamde benen had, zette haar ‘in
geloof’ overeind om te staan, waarna ze ineen zakte. Er genas in de tenten
niemand, ondanks alle gebeden, ondanks urenlange prediking van Osborn. Lees het hartverscheurende verslag, klik hier: www.internetbijbelschool.nl/htmldoc/osborn-hw.htm. En toch werd er in kringen van de Nederlandse pinksterbeweging over deze
samenkomsten gesproken als “Holland Wonder”. Omdat er onder de meer dan
honderdduizend bezoekers een enkeling getuigde van genezing. Maar genezing
van wat voor ziekten? Blindgeborenen die zagen, verlamde mensen die weer
konden lopen? Of waren het weer ziekten die medisch niet te constateren zijn
of ziekten met een hoog psychogeen karakter? Lees ook het verslag van Joni Earecksen over haar bezoek aan een gebedsgenezer, toen
zij genezing van haar verlamming (dwarslaesie) zocht. Wat zij beleefde en
waarnam, toen ze een genezingsbijeenkomst van de vorige eeuw zeer bekende pinkstergenezeres Kathryn Kuhlman bezocht, klik hier: www.internetbijbelschool.nl/htmldoc/joni.htm Of lees het verhaal over het EO programma “Op zoek naar een wonder”. De
EO had tien mensen uitgekozen die allemaal een medisch geconstateerde
aandoening hadden. Met die mensen zijn de programma makers op reis gegaan
naar de bekende charismatisch genezers. Niemand van hen genas, klik hier: www.internetbijbelschool.nl/htmldoc/nieuwsbul11.htm#5 Of lees over het onderzoek dat de actualiteiten rubriek Netwerk heeft
gedaan naar genezingen door Zijlstra, in de Alblasserwaard,
klik hier: www.internetbijbelschool.nl/htmldoc/zijlstra-leonie.htm + Hoe komt het dat christenen toch telkens weer
in dit soort genezers geloven? -Dat komt omdat deze
christenen in een on-Bijbelse genezingsleer geloven. Ze menen dat het echt zo
in de Bijbel staat. Tom de Wal citeert in zijn boek vele Bijbelteksten
waarmee hij zijn gelijk probeert te bewijzen. -Vele
niet-charismatische geestelijke leiders schieten te kort in het vanuit de
Bijbel weerleggen van de dwalingen van de genezingsevangelisten. -Het komt ook door de
effectieve ‘propaganda’. Daarom blijven velen er in geloven. Er wordt door
eenzijdige berichtgeving een valse voorstelling van zaken gegeven. De
incidentele genezing die wel plaats heeft, wordt breed uitgemeten en telkens
weer naar voren gebracht. Over de duizenden mensen die niet genezen zijn,
wordt gezwegen. -Wat ook helpt om het
geloof in de genezingsevangelisten te handhaven, is dat veel pinkstergenezers
handig de aandacht afleiden van ‘weinig resultaat bij genezing’ naar andere
‘manifestaties’ van de Heilige Geest. Zoals vallen in de Geest. Zo kunnen de
bezoekers toch ‘ervaren’ en ‘zien’ dat God in het midden is, al geneest er
die samenkomst niemand op duidelijke wijze. -Er is ook een
psychologische reden. Zieke mensen willen de charismatische genezingsleer
geloven omdat ze zo graag beter willen worden. Het is een boodschap die
mensen willen horen. Een boodschap die aansluit bij hun diepe en vaak
wanhopige verlangen naar gezondheid. Het is daarom niet
moeilijk om sporthallen vol te krijgen als je de zieke mensen hoop geeft op
genezing. Ook een occulte genezeres als Jomanda,
die in de jaren negentig bekend was, kreeg hiermee een tijd lang keer op keer
een sporthal in Tiel vol. Ook daar genas bijna niemand, maar door dezelfde
handige publiciteit waarbij de enkele genezing telkens werd verkondigd, was
dat geen probleem. En, tussen haakjes, ook bij Jomanda vielen mensen in de
geest op de grond. 8.
Een verkeerde voorstelling van zaken over de
situatie in het Oude Testament Om zijn leer dat Jezus
ieder wil en zal genezen te ondersteunen wijst Tom de Wal ook op wat hij
noemt “de grote lijn van de Bijbel” (p. 77, 78). Daar beweert hij dat ook in
het Oude Testament genezing al was toegezegd aan elke Israëliet. Hij stelt
het voor alsof God in die tijd aan alle Israëlieten honderd procent
gezondheid had beloofd. Hij haalt drie teksten
aan. + Exodus 15:26 “Ik ben de Here uw
heelmeester” Zie je wel, zegt De
Wal. God zegt van zichzelf dat Hij de heelmeester (de geneesheer, de arts)
van Israel is. De Wal citeert echter
slechts een deel van het vers. Laten we het gehele vers lezen en het vers
ervoor. Daar staat: “Daar
gaf Hij hun inzettingen en verordeningen en daar stelde Hij hen op de proef,
terwijl hij zeide: Indien gij aandachtig luistert
naar de stem van de Here, uw God, en doet wat recht
is in zijn ogen, en uw oor neigt tot zijn geboden en al zijn inzettingen
onderhoudt, zal Ik u geen enkele van de kwalen opleggen, die Ik de
Egyptenaren opgelegd heb; want Ik, de Here, ben uw
Heelmeester.” God spreekt hier niet
over kwalen in het algemeen. Hij heeft het over een bepaalde groep kwalen en
wel de kwalen “die Ik de Egyptenaren opgelegd heb”. Dat waren kwalen die in
Egypte veel voorkwamen. Van deze kwalen zegt God dat hij die niet aan Israel
zal opleggen. Op voorwaarde dat ze zijn geboden, dat is de wet van Mozes,
zouden onderhouden. In dat verband zegt hij “Ik ben de Here uw heelmeester” Dit kun je niet
toepassen zoals De Wal het toepast. Het ging hier om specifieke kwalen. Het
was een belofte aan het volk als geheel, als ze zich aan de wet zouden houden
dan zou God bepaalde kwalen uit hun midden weghouden. + Exodus 23:25 Ik zal ziekte uit uw
midden doen wijken. “Maar gij zult de Here,
uw God, dienen; dan zal Hij uw brood en uw water zegenen en Ik zal ziekte
uit uw midden verwijderen. Geen vrouw in uw land zal een misgeboorte hebben
of onvruchtbaar zijn. Het getal uwer dagen zal Ik vol maken.” (Exodus 23:25) De Wal haalt de bedeling van de wet en de genade
door elkaar Het volk Israel stond
onder de wet van Mozes. Na de uittocht uit Egypte heeft God, door bemiddeling
van Mozes, een verbond gesloten met het volk Israel. Onderdeel van dat
verbond is de wet van Mozes. In het verbond draaide het om gehoorzaamheid.
Als het volk als collectief de wet zou gehoorzamen, dan zou God het volk
zegenen, als het volk ongehoorzaam was dan zou Gods vloek, Gods straffen, het
volk treffen. Die zegeningen en vloeken worden in Leviticus
26 en Deuteronomium 28 opgesomd. Het gaat daar uitsluitend om aardse
beloften. Op tijd regen, goede oogsten, voldoende te eten, veilig wonen,
vrede in het land, vruchtbaarheid bij mens en dier, overwinning in de oorlog
en ook bewaring voor de kwalen van Egypte, gezondheid, rijkdom. Kortom een
soort “health and wealth”
evangelie. Wij, als christenen,
als de gemeente van Jezus Christus, staan niet onder dit verbond. Wij staan
niet onder de wet van Mozes. De verbondszegen en de verbondsvloek van Leviticus 26 en Deuteronomium 28 slaan niet op ons. Wij
zijn ook gezegend, maar niet op deze manier, bij ons gaat het niet om
gezondheid en welvaart, wij zijn gezegend met allerlei geestelijke
zegeningen in Christus in de hemelse gewesten. “Gezegend zij de God en Vader van onze Here
Jezus Christus, die ons met allerlei geestelijke zegen in de hemelse gewesten gezegend heeft in Christus.” (Efeze 1:3). We
zijn uitverkoren in Christus, aangenomen tot zonen, erfgenamen van God,
enzovoort. Een tweede verschil is
dat bij de gemeente deze zegeningen niet afhankelijk zijn van stipte
gehoorzaamheid aan de wet van Mozes. Die zegeningen zijn ons deel krachtens
onze band met Christus. Christus die de eis der wet voor ons heeft vervuld. Onderdeel van de
verbondszegen, die God de Israëlieten bij de Sinai
had beloofd, is dat Israel relatief gezond zou zijn. God zou de besmettelijke
ziekten van Egypte buiten de landsgrenzen van Israel houden als Israel de wet
zou onderhouden. Maar zelfs in die tijd, onder het verbond van Mozes,
betekende dit niet dat geen enkele Israëliet meer ziek zou worden. Zelfs de
meest heilige en geestvervulde gelovigen werden ziek. Een voorbeeld is de
profeet Elisa, de man Gods. Elisa was een man met een dubbele ‘zalving’ van
Gods Geest (2 Koningen 2:9-12). Maar toch staat over hem in de Bijbel: “Elisa lag ziek aan de ziekte, waaraan hij
zou sterven.” (2 Koningen 13,14). Elisa stierf niet plotseling, daarvoor
was hij een tijd ziek. En aan die ziekte is hij gestorven. We lezen niet dat
Elisa in het geloof de belofte van Exodus 23:25 heeft geclaimd. En als hij
het al heeft gedaan, dan is hij evengoed ziek gebleven en aan de ziekte
gestorven. + Psalm 103:2,3 “Looft de HEERE, mijn ziel, en vergeet niet een van Zijn weldaden. Die
al uw ongerechtigheden vergeeft, Die al uw ziekten geneest” Zie je wel, zegt De
Wal, ook in Israel genas God alle zieken. “Die al uw ziekten geneest” Als Hij dat toen al
deed, hoeveel te meer zal Hij dat nu ook doen. Honderd procent genezing is de
norm. Weerlegging Laten we het vers in
zijn verband lezen. Niet alleen vers 2, maar ook de verzen erna. “Loof de Here, mijn ziel, en vergeet niet
een van zijn weldaden. Die al uw ongerechtigheden vergeeft, die al uw
krankheden (ziekten) geneest, die
uw leven verlost van de groeve (het graf), die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheid, die uw ziel
verzadigt met het goede, zodat uw jeugd zich vernieuwd als die van een arend”
(Psalm 103:2-5). Er worden drie dingen
genoemd die God doet. Hij vergeeft, Hij geneest en Hij redt van het graf (van
de dood). Als we deze verzen
opvatten zoals Tom de Wal dat doet, dan zouden David en Abraham en alle
heiligen uit het Oude Testament nog in leven moeten zijn. Dan zouden ze nog
op aarde rondwandelen. Immers als God al je ziekten geneest en je
leven verlost van de groeve dan ga je niet dood. Dan zouden ze nog ouder zijn
geworden dan Adam, Set, Enos en alle anderen die in
Genesis 5 worden genoemd, die leefden bijna 1000 jaar. De verzen van Psalm 103
zijn een persoonlijk getuigenis van David. God had hem vergeven nadat hij
gezondigd had, God had hem verschillende keren genezen, God had hem keer op
keer uit levensgevaarlijke situaties gered, hem gered van de groeve. Hij
getuigt hier van de weldaden van God aan hem persoonlijk. Dit had hij
ervaren. Maar ook David is een keer gestorven, toen is hij niet gered van de
groeve. Zijn lichaam raakte versleten en op een bepaald moment moet er iets
mis zijn gegaan, waardoor zijn lichaam niet meer goed werkte. David werd dus niet van alle ziekten
genezen. Net zomin als dit bij Elisa het geval was. David erkende dat het
God was geweest die hem van verschillende ziekten had genezen. Hij wist dat
zijn genezingen het gevolg waren van Gods zegen. Je kunt op deze teksten
geen genezingsleer bouwen. 9.
De Wal beweert dat genezing onderdeel is van de
verzoening De Wal brengt in zijn boek
ook de klassieke pinksterleer over genezing. Die luidt als volgt: Jezus heeft
ons door zijn dood aan het kruis niet alleen bevrijd van de schuld van onze
zonden, maar ook van alle ziekten. Jezus heeft aan het kruis onze ziekten
gedragen en daarom hoeven wij ze niet meer te dragen. Genezing is toegezegd,
het is je geboorterecht als christen. Als je ziek bent is het daarom absoluut
zeker dat het Gods wil is om je te genezen. Je hoeft er alleen maar met
geloof om te bidden. Dit standpunt wordt wel “genezing in de verzoening”
genoemd. Hierboven, in punt 7,
is Ben Hoekendijk geciteerd. Hij predikte de klassieke genezingsleer. Hij
zegt dat hij met deze boodschap Nederland rondreisde. Hij trok rond met een
evangelisatietent met daarop de woorden: “Jezus redt en geneest”. Zijn
boodschap: Net zo zeker als God je de zonde zal vergeven, zal God je ook
genezen als je gelooft. + Hoe komen de Wal en de pinksterchristenen daar
bij? Om hun standpunt te
ondersteunen dat Jezus op het kruis ook onze ziekten heeft gedragen en dat
wij daarom niet ziek hoeven te zijn, beroepen pinksterchristenen zich in het
bijzonder op drie Bijbelteksten. De
Wal doet dat ook. Jesaja 53:4 en Mattheus
8:16,17 In Jesaja 53:4 staat. "Nochtans, onze ziekten heeft hij op zich
genomen, en onze smarten gedragen; wij echter hielden hem voor een geplaagde,
een door God geslagene en verdrukte" De redenering: “Zie je wel, hier staat het. Jezus heeft onze ziekten op
zich genomen dus hoeven wij niet meer ziek te zijn” Laten we dit vers nader bekijken. Het vers staat in Jesaja
53. Dit hoofdstuk gaat over het verlossingswerk van de Here
Jezus. In vers 4 staat dat Hij "onze
ziekten op zich heeft genomen". Dit lijkt te ondersteunen dat
de Here Jezus inderdaad aan het kruis
onze ziekten heeft gedragen. Toch is dat niet de uitleg die
de Bijbel zelf aan deze tekst geeft. De Bijbel past de tekst toe op de
genezingen die Jezus deed voordat Hij stierf aan het kruis. In het evangelie van Mattheus wordt Jesaja 53:4
geciteerd. De tekst wordt toegepast op de genezingsbediening van de Here Jezus. En niet op zijn werk aan
het kruis. "Toen het nu avond werd,
bracht men vele bezetenen tot Hem; en Hij dreef de geesten uit met zijn woord
en die ernstig ongesteld waren genas Hij allen, opdat vervuld zou
worden, hetgeen gesproken werd door de profeet Jesaja toen hij zeide:
Hij heeft onze zwakheden op zich genomen, en onze ziekten heeft Hij gedragen"
(Mattheus 8:16,17) Hier staat dat de Here Jezus tijdens
zijn driejarige openbare optreden "onze ziekten heeft gedragen". In die drie jaar heeft de Here Jezus velen genezen en door dat te doen heeft
Hij Jesaja 53:4 vervuld. "en die ernstig ongesteld waren genas hij
allen opdat vervuld zou worden het geen gesproken wordt door
de profeet Jesaja …" De christenen die menen dat deze tekst de leer over ‘genezing in de
verzoening’ ondersteunt zien iets over het hoofd. En wel het feit dat de
genezingsbediening, waar het in de tekst over gaat, zich afspeelde voordat
de verzoening op Golgotha had plaats
gehad. Nog voordat de verzoening op het kruis van Golgotha plaats
had, heeft Jezus door zijn genezingen de profetie van Jesaja 53:4 over het dragen van de ziekten vervuld.
Hij heeft tijdens zijn openbare optreden velen genezen. Door dat te doen nam
hij de ziekten van het volk op zich. Jezus heeft toen de
ziekten van het volk gedragen, maar dat stond los van het kruis en de
verzoening. Jezus heeft dus wel de ziekten gedragen, maar dat
gebeurde tijdens zijn leven en niet tijdens zijn dood aan
het kruis. De genezingen die de Here Jezus deed
waren bedoeld om de Joden duidelijk te maken dat Hij de door God beloofde
Messias was. Van de Messias was door de profeten geschreven dat hij tekenen
zou verrichten. Zie Jesaja 29:18,19;
35:5-6. Jezus deed deze wonderen. Naast andere zaken was dit één van de
bewijzen dat Hij
de Messias was. Toen Johannes de Doper twijfelde
of Jezus de Messias was, wees Jezus hem op de wonderen die Hij deed (Lucas
7:19-22). Zie ook Johannes 7:31; 10:37-38; 11:42; 14:10,11;
15:24, 20:30,31 en Handelingen 2:22. In Jesaja 53:6 staat wel dat de Here God onze ongerechtigheden op Jezus heeft doen
neerkomen, maar er staat niet dat God op dezelfde wijze ook onze ziekten op
Zijn Zoon heeft doen neerkomen. Jesaja 53:5 en 1 Petrus 2:24 In Jesaja 53:5 staat
"Maar om onze overtredingen werd Hij doorboord, om onze
ongerechtigheden verbrijzeld, de straf die ons de vrede aanbrengt was op Hem
en door zijn striemen is ons genezing geworden." In het Nieuwe Testament citeert Petrus een
gedeelte van deze tekst uit Jesaja. "Die zelf onze zonden in zijn lichaam op het hout heeft gebracht,
opdat wij, aan de zonde afgestorven, voor de gerechtigheid zouden leven; en
door zijn striemen zijt gij genezen" (1 Petrus
2:24) In de beide teksten worden de striemen van de Here Jezus
in verband gebracht met genezing. Bij de striemen van de Here Jezus moeten we naar alle
waarschijnlijkheid denken aan de geseling, na zijn arrestatie. Die
striemen hebben ons genezing gebracht. De Bijbel ziet de geseling en de
feitelijke kruisiging als een eenheid. “Door zijn striemen zijt gij genezen” Hoe moet dit worden opgevat? Uit andere Schriftgedeelten en uit het verband waarin de teksten staan,
blijkt dat genezing in Jesaja 53:5 en 1 Petrus 2:24 niet letterlijk is bedoeld. Fysieke genezing
wordt hier als een beeld gebruikt voor geestelijke genezing. Genezing van een
zondige wandel. Het Oude Testament gebruikt genezing van ziekte als een beeld voor de
reiniging van de zonden. God zei bijvoorbeeld door de profeet Jeremia tegen het volk Israel:"Keert weder afkerige kinderen, Ik zal uw
afdwalingen genezen". (Jeremia 3:22) Dit is gericht tot het Joodse volk. De joden hadden tegen de Here gezondigd, ze waren afgevallen,
afgedwaald. Jeremia gebruikt voor de
zondige en afvallige toestand waarin ze verkeren het beeld van ziekte. Ze
zijn geestelijk ziek. God roept hen op terug te keren tot Hem en als ze dat
doen, dan zal God hen genezen van hun afdwalingen. Het gaat hier dus om genezing van afdwalingen en
niet om genezing van lichamelijke ziekten. In Jeremia 3:22
wordt hetzelfde Hebreeuwse woord voor genezing gebruikt als in Jesaja 53:5. In beiden staat een vorm van het woord rapha. Dezelfde gedachte, hetzelfde beeld, vinden we in het Nieuwe Testament
in Johannes 12:40, waar wordt verwezen naar Jesaja 6:10. "Hij heeft hun ogen verblind en hun hart verhard, dat zij niet met hun
ogen zien, met hun hart verstaan en zich bekeren, en Ik hen geneze." In andere teksten uit het Oude Testament wordt het volk voorgesteld als
ziek, gebroken, gewond. Dit als gevolg van Gods oordelen over hun zondige
weg. (Jeremia 6:14; 8:11,14,15; 14:19;
15:18; Jesaja 19:22; 30:26; 58:8; Nahum
3:19; Hosea 5:13,14). Ook dit is
symbolisch bedoeld. In dit geval is het volk 'ziek' door de oordelen van God.
In Jeremia 3:22 is het volk ziek
door afdwalingen. Laten we 1 Petrus 2:24 en Jesaja
53:5 nauwkeurig bekijken om te zien of het daar om fysieke of geestelijke
genezing gaat. Het eerste wat opvalt, is dat in de teksten niet staat waarvan we
genezen zijn. Er staat: "Die
zelf onze zonden in zijn lichaam op het hout heeft gebracht, opdat wij, aan
de zonde gestorven, voor de gerechtigheid zouden leven; en door zijn
striemen zijt gij genezen"
(1 Petrus 2:24). Er staat niet 'door zijn striemen zijt gij genezen van
al uw ziekten'. Dit laat een letterlijke en een geestelijke
uitleg open. Er zijn goede redenen die ondersteunen dat we genezing hier niet
letterlijk op moeten vatten. Er is het directe verband van 1 Petrus
2:24. Het citaat "door zijn
striemen zijt gij genezen"
staat in een gedeelte dat gaat over heiliging. Het staat niet in een gedeelte
dat handelt over fysieke genezing. Vlak voordat hij het citaat uit Jesaja geeft,
spreekt Petrus er over dat wij aan de zonden afgestorven
voor de gerechtigheid moeten leven. En direct na het citaat
spreekt Paulus over afdwaling en bekering. "Die zelf onze
zonden in zijn lichaam op het hout heeft gebracht, opdat wij, aan de zonde
gestorven, voor de gerechtigheid zouden leven; en door zijn striemen zijt gij genezen. Want gij waart
dwalende als schapen, maar thans hebt gij u bekeerd tot de herder en hoeder
van uw zielen" (1 Petrus 2:24,25) Het "gij waart dwalende" slaat terug op
het voorgaande, op het "door zijn striemen zijt gij genezen". Let op het woordje 'want'. We waren voor onze bekering
dwalende als schapen maar thans hebben wij ons bekeerd. De striemen van
de Here Jezus hebben ons genezen. Ze
hebben ons genezen van onze afdwaling. Precies zoals dit beeld ook in het Oude Testament wordt gebruikt.
"Keer weder, afkerige kinderen, Ik zal uw afdwalingen
genezen" (Jeremia 3:22) Noch in 1 Petrus 2:24, noch in Jesaja 53:5 wordt concreet genoemd waarvan we door
de striemen van de Heer genezen zijn. Er staat in 1 Petrus
2:24 wel dat wij, door het werk van de Here Jezus
aan het kruis, aan de zonde gestorven voor de gerechtigheid zouden leven. Er
staat echter NIET dat wij door het werk van de Here Jezus
aan het kruis aan de ziekten zijn gestorven opdat we
voortaan in gezondheid zouden leven. Zulke duidelijke uitspraken over vrijheid van ziekte op grond van het
kruis zou je, als de theorie dat 'genezing in de verzoening is' juist is, in
het Nieuwe Testament moeten vinden. Maar dergelijke uitspraken zijn er
eenvoudigweg niet. Galaten 3:13 "Christus heeft ons
vrijgekocht van de vloek der wet door voor ons een vloek te worden; want er
staat geschreven: Vervloekt is een ieder die aan het hout hangt"
(Galaten 3:13) Hier staat dat Christus ons door zijn dood aan het kruis heeft vrijgekocht
van de vloek der wet. Van daaruit redeneren Tom de Wal en andere pinkster en
charismatische christenen als volgt: Christus heeft ons door zijn dood aan
het kruis verlost van de vloek der wet. Ziekte hoort bij de vloek der wet. We
zijn vrij van de vloek der wet en daarom zijn we ook rechtens vrij van
ziekte. Op grond van het feit dat we in Christus vrijgemaakt zijn van de
vloek kunnen we in geloof gezondheid claimen. Deze redenering klopt niet: (1) De Wal ziet ook hier weer over het hoofd
dat de verlossing in twee fasen verloopt. Nu de vergeving der zonden, het
kindschap Gods en de inwoning van de Heilige Geest. Straks, bij de wederkomst
van Christus, komt de verlossing van het lichaam. Voor een bespreking van deze Bijbelse waarheid, zie hierboven punt 5. En (2) De Wal legt een betekenis in de uitdrukking "de vloek
der wet" die in strijd is met het verband waarin Galaten 3:13 staat (p.
78). Wat bedoelt Paulus daar met de vloek der wet? Dat wordt
duidelijk als we naar het verband kijken. Daar lezen we: "Want allen,
die het van werken der wet verwachten, liggen onder de vloek; want er staat
geschreven: Vervloekt is een ieder die zich niet houdt aan alles,
wat geschreven is in het boek der wet om dat te doen. En dat door de
wet niemand voor God gerechtvaardigd wordt, is duidelijk; immers de
rechtvaardige zal uit geloof leven. Doch bij de wet gaat het niet om
geloof, maar: wie dat doet, zal daardoor leven. Christus heeft ons
vrijgekocht van de vloek der wet door voor ons een vloek te worden; want er
staat geschreven: Vervloekt is een ieder die aan het hout hangt". (Galaten
3:10-13) Het gaat in deze Schriftplaats om de weg tot behoud. Het gaat om eeuwig
verloren gaan of eeuwig behouden worden en niet om genezing. Wil je behouden
worden dan moet je door God gerechtvaardigd worden. De vloek der wet is hier
"het voor eeuwig verloren gaan" wat ieder mens te wachten
staat, omdat niemand in staat is om Gods rechtvaardige wetten te houden. Als
iemand op één punt struikelt, is hij schuldig aan alle geboden
(Jakobus 2:10). De enige manier om door eigen inspanning rechtvaardig te
worden is altijd, zonder enige struikeling, Gods wetten houden. Maar dat kan
niemand. Dat is het slechte nieuws, maar het goede nieuws is dat we door het
geloof in het plaatsvervangend sterven van de Here Jezus
toch rechtvaardig kunnen worden. Het gaat hier in Galaten 3:13 niet om de verbondsvloek zoals die
in Deuteronomium 28 en Leviticus 26
wordt beschreven. In de verbondszegen en vloek gaat het over allerlei aardse, tijdelijke,
zegeningen. Goede oogsten, overwinning in oorlogen, goede gezondheid,
vruchtbaarheid bij mensen en dieren. In de verbondsvloek gaat het om tijdelijke aardse
straffen. In dit gedeelte uit de Galatenbrief gaat
het niet om aardse straffen, het gaat om eeuwig behoud of
verloren gaan. Voor eeuwig verloren gaan of behouden worden komen in de
verbondszegen en verbondsvloek helemaal niet ter sprake. Paulus wilde, door wat hij in Galaten 3:13 schreef, niet leren dat
wij door Christus hier op aarde bevrijd zijn van de verbondsvloek van het
oude verbond en recht zouden hebben op de verbondszegen van de wet van Mozes.
Nergens in het onderwijs van de apostelen wordt de christen op aarde
materiële voorspoed beloofd (health and wealth), zoals Israel dat in de verbondszegen was beloofd.
Het verbond met Mozes is door God gesloten met het
volk Israel. De gemeente staat niet onder het verbond
met Mozes en heeft daarom ook niets te maken met de verbondszegen
en de verbondsvloek. Daar hoeven wij daarom ook niet van bevrijd te worden. Teksten die bevestigen dat de klassieke
pinksteropvatting onjuist is Hierboven in punt 6.2.
zijn twee teksten besproken die met geen mogelijkheid in de klassieke
genezingsleer van de pinksterbeweging zijn te passen. De tekst over de chronische
maagklachten van Timotheus (1 Timotheus
5:23) en de tekst over Trofimus die door Paulus
ziek achter werd gelaten (2 Timotheus 4:20). Als de
theorie dat Christus alle ziekten heeft gedragen en dat wij ze daarom zelf
niet meer hoeven te dragen, juist zou zijn, dan had Paulus zowel Timotheus als Trofimus
eenvoudigweg de handen op kunnen leggen en in gebed hun genezing claimen.
Paulus heeft dat blijkbaar niet gedaan. Of willen de pinksterbroeders beweren
dat ze niet genezen zijn omdat Paulus te weinig geloof had? Voor een uitgebreide
bespreking van de beide teksten, verwijs ik naar punt 6.2. 10. Genezing
over jezelf uitspreken. De Word of faith leringen
van Tom de Wal De word-faith
leraren gaan in hun onderwijs nog een stap verder dan de klassieke pinksterleer.
De klassieke pinksterleer zegt dat we door het kruis van Christus recht
hebben op genezing. Word-faith leraren leren dat
iedere christen door het kruis van Christus al genezen is. De genezing hoeft
niet meer te komen, je bent al genezen. Als je ziek wordt, dan is dat door
een aanval van de boze op je lichaam. Je moet de ziekte verwerpen en in
geloof in je genezing gaan staan. Je moet genezing over jezelf uitspreken.
Niet bidden om genezing, maar danken dat je in Christus al genezen bent. Dan
zul je merken dat de ziekte je lichaam verlaat. Dit is de theorie die Tom de Wal in zijn
boek verkondigt (pp. 111-118 en 119-141) + Je moet jezelf als genezen zien Twee citaten uit het
boek van De Wal: “Ga
jezelf zien als een kind van de allerhoogste die genezen is” (p.117) “Hij heeft ons al genezen” (p. 92) In de Bijbel staat dat
we in Christus een nieuwe schepping zijn (2 Korinthe
5:17). Op die tekst beroept van der Wal zich. Je bent in Christus een nieuw
schepping en daar hoort geen ziekte bij. Ziekte hoort bij de oude schepping. Je ontvangt het
genezingswonder dat je nodig hebt, als je door het geloof van je oude
identiteit in je nieuwe identiteit overstapt (p. 117). “Laat je identiteit
van ziekte los” (p. 111) Nog een citaat: “Accepteer nooit ziekte als jouw identiteit
of iets wat bij jou hoort. We plakken te snel labels op onszelf of laten
anderen labels op ons plakken. Zo snel identificeren we ons zelfs met onze
ziekten. We zeggen bijvoorbeeld: Ik ben chronisch ziek, ik heb kanker. Maar
dat is niet jouw identiteit. Jij bent nu een kind van God en hebt genezing
ontvangen in Christus Jezus. Je wordt nu misschien aangevallen door
ziekte, maar ziekte is een vijand en indringer die we net als een inbreker
eruit moeten werken.” (p. 116, de onderstreping is van mij) + Niet bidden maar proclameren Je moet niet bidden om
genezing. Je moet in geloof je genezing uitspreken, belijden. De Wal schrijft: “Helaas gaan veel mensen verkeerd met hun
bergen (hun ziekten) om. Ten eerste bidden ze er over. Ten tweede praten ze
er over.” (p. 126 ) Je gaat volgens De Wal
‘verkeerd’ om met je ziekte als je
er over bidt, als je om genezing bidt, als je er voorbede voor vraagt. Er met
anderen over praten is ook al verkeerd. Hij geeft een voorbeeld
hoe hij zelf dit toegepast heeft. Het ging om één van zijn kinderen. Toen het kind nog in de
baarmoeder zat, kon je op de echo zien dat er ernstige problemen waren met
zijn darmen. Er was een grote kans dat er iets mis was en dat het kind na de
geboorte gehandicapt en ziek zou zijn. De Wal en zijn vrouw hebben tijdens de
zwangerschap voortdurend in geloof beleden “Onze zoon zal gezond zijn” (pp. 127,128) Nog een voorbeeld uit
het boek. Het gaat om een ernstig zieke vrouw, ze had nog maar korte tijd te
leven. Ik citeer: “Ze stemde er mee in
om de voorganger na te zeggen en ze spraken samen uit: Ik ben sterk, Ik ben
krachtig, Door zijn striemen ben ik genezen. Ik zal mijn eten binnenhouden.
Ik zal iedere dag in kracht toenemen. Ik zal hardop kunnen spreken. Ik zal
volledig herstellen en genezen.” (p. 122) + Er zit scheppingskracht in de woorden die je
spreekt God sprak door zijn
woord de wereld tot aanzijn. Hij sprak en het was er (Psalm 33:9, Genesis
1:3). De Wal leert dat God datzelfde vermogen ook aan de mens gegeven heeft.
Wij spreken ook dingen tot aanzijn. Toegepast op genezing: In Christus zijn
we al genezen en wij moeten dat tot aanzijn spreken. Ik citeer De Wal: “Gods woorden hebben autoriteit en scheppingskracht. Onze woorden
hebben ook autoriteit en Scheppingskracht. Niet in delfde mate als Gods
woorden dat hebben omdat wij alleen autoriteit hebben over ons eigen leven en
verantwoordelijkheidsgebied” (p. 120) “Omdat God autoriteit heeft gegeven aan de woorden uit onze mond. Onze
woorden bevatten scheppingskracht.” (p. 119, 120) “Het is zo ongekend belangrijk dat wij leren hoe de kracht van onze
woorden werkt. Onze woorden bepalen letterlijk hoe ons leven er uitziet”
(p. 121) “God luistert naar de woorden uit je mond en doet wat jij zegt” p.
121) “Hij respecteert de autoriteit die Hij heeft gegeven aan jou” (p.
122) “God begon te scheppen door te spreken. God sprak niet wat Hij zag,
maar wat Hij wilde zien. Dat is de sleutel voor ons. De Bijbel zegt namelijk
dat wij gemaakt zijn naar de gelijkenis van God. Wij zijn gemaakt om
navolgers te zijn van God” (p. 120) “Als jij spreekt, beginnen er meteen dingen te veranderen” (p.
134) Wij moeten volgens De
Wal door ‘de scheppingskracht van onze
woorden’ onze genezing tot werkelijkheid spreken. We zijn, zo stelt hij,
al genezen in Christus, in de onzichtbare wereld. En wij moeten die
gezondheid in onze zintuiglijke werkelijkheid tot aanzijn spreken. + Alles komt aan op het juiste inzicht Je hebt volgens De Wal
een moment nodig waarop je inziet dat je in Christus al genezen bent. Je ziet
dat ziekte bij je oude identiteit hoort en dat ziekte geen plaats heeft in de
nieuwe schepping. Dat is het kritieke punt. Ik citeer: “Bianca beseft ineens: ik hoef deze
oogziekte helemaal niet te hebben. Waarom loop ik hier al zo lang mee? De
prijs is betaald … Bianca beseft dan opeens echt wat God allemaal gedaan
heeft voor haar en dat ze Hem alleen maar hoeft te danken om de genezing te
ontvangen.” (pp. 139,140) + In geloof gaan staan Je ziet in dat je een nieuwe
schepping bent en dat je in Christus al genezen bent. Dat geloof je. Daar ga
je in het geloof op staan. De Wal noemt dat het loslaten van je oude
identiteit en het aandoen van je nieuwe identiteit. Dat doe je door in
geloof God te danken dat je al genezen bent, ook al ervaar je dat nog niet in
je lichaam. Dat doe je door genezing over jezelf uit te spreken. Door te
belijden dat je gezond bent in Christus. + Tot je ziekte spreken Gebruik je
scheppingsautoriteit. Ik citeer De Wal: “Jij
hebt het volste recht om te zeggen: “In de naam van Jezus, Ik gebied alle
kanker uit mijn lichaam te gaan! … De kanker moet luisteren naar jou.“
(pp. 126,127)
+ Accepteer geen ziekte Ik citeer: “Als iedereen griep krijgt, hoef jij geen
griep te krijgen. Jezus heeft de prijs betaald voor jouw gezondheid. Accepteer
geen ziekte. Verwacht geen ziekte. Denk er niet eens aan. Geeft de duivel
geen plaats. Ik daag je uit om regelmatig hardop te zeggen: ‘Ik zal geen dag
van mijn leven meer ziek zijn’. Maak een statement. Spreek je geloof uit en
vernieuw je denken.” ( p. 113) + Handel naar wat je gelooft Dan begint Gods
genezingskracht te stromen. Je moet niet alleen in geloof belijden dat je al
genezen bent. Je moet er ook naar handelen. Sta op uit je rolstoel. Begin te
lopen, in geloof. Zeg: Ik ben genezen, wat heb ik dan nog in een rolstoel te
zitten. Ik citeer: “De deur naar het bovennatuurlijke heeft
twee hendels: spreken en handelen” (p. 143) Je moet, wat de Wal een
‘geloofshandeling’ noemt, doen om je wonder te ontvangen. “Ons geloof zal pas werken als we handelen in geloof” (p. 143) Hij vertelt over een
jongen die leed aan verlamming en een hartafwijking. De jongen zag in dat hij
in Christus al genezen was. Hij dankte daarop God voor zijn genezing, tegen
zijn zintuigen in. Ik citeer: “Nadat
hij God dankte, sprak God tot hem: ‘Als je genezen bent, wat doe je dan in
bed? Genezen mensen liggen niet in bed. Hij begreep dat hij het oude achter zich moest laten en hij begon
zich uit bed te hijsen … maar toen hij zichzelf omhoog trok en ging staan,
werd hij volkomen gezond. Hij handelde in geloof en vervolgens handelde God (p.
145) + Houdt je geloof vast, strijd de goede strijd
des geloof Tom de Wal spreekt over
strijd die nodig is om het geloof vast te houden. Want het is niet zeker dat
je onmiddellijk zal worden genezen als je in geloof genezing over jezelf
uitspreekt. Als je niet onmiddellijk geneest dan moet je in geloof blijven
belijden dat je in Christus genezen bent. Je moet je geloof blijven
uitspreken, net zolang tot het komt. Je moet tegen wat je ervaart in blijven
volhouden dat je genezen bent. “Wat jouw berg (jouw ziekte) ook is, je verplaatst hemt door Gods
woord te spreken en niet te twijfelen in je hart. Dat werkt altijd voor
iedereen. Als we niet meteen verandering zien, blijven we spreken, want wat
wij zeggen zal gebeuren … Jouw wonder zit in jouw mond. (p. 141) Hij vertelt een verhaal
over een autistische jongen. Zijn ouders hebben genezing over hem
uitgesproken. “Zij legden handen op de jongen,
spraken genezing uit en gingen in geloof staan. Dagelijks spraken zij over de
situatie: ‘Onze jongen zal gezond zijn!’ Weken gebeurde er niks. Geen enkele
verbetering was zichtbaar. Ondanks dat er geen verbetering zichtbaar was,
bleven zij geloven en hun geloof opbouwen …… “ (pp. 153, 154) “Twee
jaar lang bleven zij tegen alles in God geloven voor een wonder. Hun
belijdenis veranderde niet en God deed een groot wonder voor hen” (p. 155). Na twee jaar lang zo ‘geloofd’ te
hebben, werd de jongen genezen. Onder de ‘strijd van
het geloof’ verstaat De Wal dat je moet belijden dat je gezond bent tegen alles in. Je moet niet naar je
lichaam kijken en alleen het woord van God belijden. De Bijbel zegt, zo denkt
De Wal, dat je genezen bent, dus ben je genezen. Je blijft geloofswoorden
uitspreken, zoals de ouders van de autistische jongen deden. Het omgekeerde van een
geloofswoord uitspreken is een ongeloofswoord
uitspreken of denken. Je moet vermijden dat je ongeloofswoorden
uitspreekt of zulke woorden denkt. Er zit immers autoriteit en
scheppingskracht in wat je spreekt. Als je op dit punt faalt dan blokkeert
dat Gods genezende kracht. “Daarom
werkt het niet … als zij … ongeloof blijven uitspreken” (p. 122) + Hij heeft de zieken bij de keel De Wal leert de zieken
dat ze in Christus al genezen zijn. Dat moeten ze in geloof aangrijpen en in
geloof hun genezing en gezondheid belijden. En tegen hun ervaring in moeten
ze dat blijven belijden en zolang volhouden tot ze gezond zijn. Uit het
zojuist besproken voorbeeld van de autistische jongen blijkt dat dit wel
jaren kan duren. Als zieke zit je klem
want je kunt er niet mee ophouden. Want als je er mee ophoudt dan komt de
genezing niet. Bovendien, als je
opgeeft, dan kan het zo maar zijn dat je genezing voor de deur stond. Die
loop je dan mis. Je was er bijna, maar je gaf het op. Om dit te illustreren
vertelt hij het verhaal over een goudzoeker. Een man was op zoek gegaan naar
goud. Hij hakt gangen uit op zoek naar goud. Dat deed hij lange tijd, maar
hij vond geen goud. Tenslotte gaf hij ontmoedigd de zoektocht op. Hij
verkocht al zijn gereedschappen aan een handelaar. Die wilde het materiaal
dat hij had gekocht wel eens uitproberen. Daarom hakte hij een stukje verder
in de gang. Na een meter vond hij een rijke goudader (p. 155). De moraal van het verhaal. Als de eerste
man had doorgezet dan had hij het goud gevonden. Als je opgeeft om tegen je
zintuigen in je genezing te proclameren dan ben je als die eerste man. Wie
weet hoe dicht je bij genezing was toen je het opgaf. Misschien een dag of
een uur. + Waarom het verhaal van De Wal niet klopt De basis waarop De Wal
zijn word faith genezingsleer bouwt deugt niet. De
bewering dat we in Christus al genezen zijn is niet Bijbels. Ons lichaam is
nog niet verlost, het verslijt, het wordt ziek, we sterven nog. De verlossing
is in twee fasen. Dit is hierboven, in punt 5, besproken. Hij probeert zijn
verhaalt te ondersteunen met enkele Bijbelteksten. We zullen die teksten
bespreken. 2 Korintiers 5:17, een
nieuwe schepping “Zo is dan wie in Christus is een nieuwe
schepping; het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen.” (2
Kor. 5:17) Deze Bijbeltekst zegt
dat we in Christus een nieuwe schepping zijn. Toen we tot geloof kwamen, zijn
we wedergeboren, er is iets nieuws in ons dat er eerst niet was. De Bijbel
spreekt over de nieuwe mens. Het gaat om een innerlijke zaak. We krijgen
uiteindelijk ook wel een nieuw lichaam, maar dat zal gebeuren bij de
wederkomst van Christus. “Want wíj zijn burgers van een rijk in de
hemelen, waaruit wij ook de Here Jezus Christus als
verlosser verwachten, die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het
aan zijn verheerlijkt lichaam gelijkvormig wordt, naar de kracht,
waarmede Hij ook alle dingen Zich kan onderwerpen.” (Filippenzen
3:20) Het lichaam is, volgens deze Bijbeltekst, op dit moment nog “vernederd”. Het is nog vergankelijk.
Het is nog geen nieuwe schepping. En het zal worden veranderd in een
verheerlijk lichaam bij de wederkomst van Christus. Op dat moment krijgen we
een opstandingslichaam, zoals Jezus dat na zijn
opstanding heeft. De
Wal legt deze tekst anders uit. Hij leert dat ook ons lichaam op dit moment
al onderdeel is van de nieuwe schepping. En, zo redeneert hij, ziekte hoort
niet bij de nieuwe schepping (p. 112). Daarom
moeten we ziekte niet accepteren (p. 113). We zijn een nieuwe schepping, we
zijn op dit moment al volkomen gezond in Christus. Die realiteit moeten we door het geloof
aanvaarden en in het geloof belijden en uitspreken. Die realiteit moeten we
in een ‘word of faith’ uitspreken. We moeten in geloof genezing over onszelf of een andere christen
uitspreken en we moeten ons geloof tonen door genezing te belijden. Ziekte hoort, volgens
De Wal, bij je oude identiteit. Gezondheid
bij je nieuwe identiteit in Christus. Je ontvangt genezing op het moment dat
je in geloof van je oude identiteit overstapt in je nieuwe identiteit. (p.
117) Je moet, volgens de Wal, je oude identiteit van ziekte loslaten. 1 Petrus 2:24, door zijn
striemen genezen “en door zijn striemen zijt gij genezen” Zie je wel, zeggen Tom
de Wal en de andere word-faith leraren. Er staat
hier dat je al genezen bent. “door
zijn striemen zijt gij genezen” Je hoeft
niet om genezing te bidden, volgens deze Bijbeltekst ben je al genezen. (p. 89, 90) Deze tekst is al
besproken in punt 9. Daar is aangetoond dat het hier niet om fysieke genezing
gaat. Dat blijkt uit het verband waarin 1 Petrus
2:24 staat, de verzen ervoor en erna. Het staat in een gedeelte dat gaat over
heiliging. De Bijbel gebruikt vaker het beeld van genezing voor het afkeren
van de zonden. „Keert weder, afkerige
kinderen, Ik zal uw afdwalingen genezen” (Jeremia
3:22). Niet hun lichamen, maar hun afdwalingen. Maar zelfs al zou het
hier om fysieke genezing zou gaan, dan nog blijft het Bijbelse feit dat de
verlossing in twee stappen gaat en dat de verlossing van de vergankelijkheid
nog moet komen. (Zie hierboven punt bij punt 5) Het is niet waar dat onze woorden
scheppingskracht hebben Het is ook niet waar
dat onze woorden scheppingskracht bevatten. Al probeert De Wal hier een
Bijbelse basis aan te geven. De Wal wijst op twee
Bijbelse feiten. (1) God schiep door te spreken. God zei “daar zij licht” en
er was licht (Genesis 1:3). En (2) De Bijbel zegt dat wij geschapen zijn naar
het beeld van God (Genesis 1:26). De Wal trekt daar de conclusie uit dat wij
dus ook kunnen scheppen door te spreken. Omdat wij op God lijken kunnen wij,
zo denkt De Wal, ook scheppend spreken. Dit is een typisch
geval van meer in een Bijbeltekst lezen dan er staat. Het beeld van God houdt
in dat wij een persoon zijn, net als God dat is. God is geen onpersoonlijke
kracht, hij is geen ‘iets’ maar een ‘iemand’. Met zelfbewustzijn, denken,
voelen en een eigen wil. En het beeld van God zijn slaat ook op het morele
karakter van de mens. Door de zondeval lijken we wat ons karakter betreft
niet meer op God, we zijn niet meer rechtvaardig en heilig. Maar door de
wedergeboorte wordt dat in ons hersteld. Uit deze dingen bestaat het beeld
van God in de mens. Niet uit het vermogen om te scheppen uit het niets. Hij citeert ook nog Efeze 5:1 waar staat dat wij ‘navolgers van God’ moeten
zijn. Zie je wel, zegt De Wal, God schiep door te spreken, wij moeten Hem
daarin navolgen. Maar in Efeze 5:1 gaat het niet over scheppen, het gaat over
liefhebben, daar moeten we God in navolgen. Daar gaat het over in dat vers. “Weest dan navolgers Gods, als
geliefde kinderen, en wandelt in de liefde, zoals ook Christus u heeft
liefgehad en Zich voor ons heeft overgegeven …” (Efeze
5:1,2). Hier leest hij het
Bijbelvers volledig uit het verband waarin het staat en legt er vervolgens
een totaal andere betekenis in. Hij wijst op de bevelen
die Jezus gaf aan de wind, ziekte en demonen. Hij beweert dat wij dat ook
moeten doen. Maar Jezus werd daarin geleid door God de Vader. Wij kunnen dat
niet doen tenzij Gods Geest ons, net als bij Jezus, persoonlijk leiding in
geeft. We hebben geen algemene altijd geldende volmacht om die dingen te
doen. We hebben wel de volmacht van de Heer gekregen om boze geesten uit te
drijven en gebondenheid te verbreken door boze geesten aan te spreken. Die
volmacht hebben we niet gekregen over ziekte. Wat Jezus zegt over het
verplaatsen van een berg (Mattheus 17:20) volgt op
het falen van de discipelen bij het uitdrijven van een boze geest (Mattheus 17:14-19). Het verplaatsen van een berg is een
hyperbool, een overdrijving. Niemand heeft ooit een letterlijke berg
verplaatst of een boom verplaatst naar de zee. Jezus wilde alleen duidelijk
maken dat wij tegenover boze geesten met het gezag van Zijn naam mogen
optreden. We kunnen boze geesten bevelen om te vertrekken, in de zekerheid
dat Gods Geest het woord dat wij spreken zal bekrachtigen. Maar de voornaamste
tekst die De Wal gebruikt voor zijn poging om een Bijbels fundament te geven
aan zijn leer dat onze woorden scheppingskracht hebben en dat de woorden die
wij spreken bepalen hoe onze werkelijkheid er uit zal zien, is Spreuken 18
21. “Dood en leven zijn in de macht van de tong, wie aan haar toegeeft,
haar vrucht eten” (Spreuken 18:21) Zie je wel, zegt De
Wal, hier staat het. Je kunt je zelf levend spreken, maar ook dood. Als je
positieve woorden spreekt, dan zal je ook positieve dingen gaan ervaren. Als je
negatieve woorden spreekt, dan zul je dat ook gaan ervaren. Ik citeer
nogmaals wat hij in zijn uitleg over deze tekst heeft gezegd: “Het is zo ongekend belangrijk dat wij
leren hoe de kracht van onze woorden werkt. Onze woorden bepalen letterlijk
hoe ons leven er uitziet.” (p. 121) De Wal leest veel meer
in deze Bijbeltekst dan er staat. In deze uitspraak gaat het over het grote
effect dat je woorden kunnen hebben op andere mensen. Als je lastert,
kwaadspreekt, snauwt, liegt, dan veroorzaak je ellende, dan beschadig je
mensen innerlijk. Als je daarentegen opbouwend spreekt dan bemoedig en
corrigeer je mensen, dan versterk je mensen. Daar gaat het over in deze
tekst. God wil ons door deze tekst laten inzien wat de woorden die we spreken
met anderen kunnen doen. Het gaat niet om jezelf gezond spreken of jezelf
dood spreken. Ook in deze tekst is er weer sprake van een hyperbool, een
overdrijving om een punt duidelijk te maken. De Wal geeft in zijn
boek een voorbeeld van een man die negatief over zijn gezondheid sprak. Zijn
vader was op zijn vijfenzestigste jaar overleden. De zoon was pessimistisch.
Hij zei geregeld “ik zal ook wel voor mijn vijfenzestigste jaar sterven”. En
jawel, vlak voordat hij vijfenzestig werd stief hij ook. (p. 135) De moraal van het verhaal.
Je kunt, volgens de uitleg van De Wal, niet alleen jezelf levend spreken, je
kunt jezelf ook dood spreken. De Wals leer over
scheppende kracht van onze woorden is zeer gevaarlijk. Andere ‘word of faith’ leraren hebben daar een hele vloek en zegen leer
op gebouwd. Door die leer zijn vele mensen in grote kramp geraakt. Deze word faith leraren gaan nog een stap verder dan De Wal. Zij
leren dat er, als je problemen hebt op een terrein van je leven, bijvoorbeeld
met je gezondheid, dat er dan sprake is van een vloek die op je rust. De
oplossing is dat je die vloek opspoort en verbreekt. Ben je ziek, dat moet
dat het gevolg zijn van een vloek. Gaat het mis met bijvoorbeeld je huwelijk,
dan is dat het gevolg van een vloek. Als je negatief over jezelf spreekt dan
komt er een vloek op je leven te rusten. Zie mijn artikel over de vloek en
zegen leer van Derek Prince. www.toetsalles.nl/htmldoc/bio.derekprince1.htm En lees speciaal het
gedeelte over de benen van mevrouw Prince. Zij was
tijdens haar tienerjaren ontevreden over haar benen, ze had daar negatief
over gesproken. Op latere leeftijd kreeg ze gezondheidsproblemen met haar
benen, als gevolg van die “vloek”. Een bizar verhaal, lees het eens. Het
staat in de punten 10 en 13 van het artikel over Derek Prince
(www.toetsalles.nl/htmldoc/bio.derekprince1.htm#1 ) 11. De
heidense achtergrond van het word-faith denken De word-faith
stroming is ontstaan door een vermenging van elementen van het heidens
oosters denken en het christelijke geloof. De vader van deze syncretistische leer is E.W. Kenyon.
Kenyon heeft Kenneth Hagin
beïnvloed en Hagin heeft op zijn buurt weer vele
anderen binnen de pinksterbeweging beïnvloed, waaronder Tom de Wal. De meerderheid van de
eerste pinksterchristenen verzetten zich tegen deze leringen, zij onderkenden
dat ze on-Bijbels en gevaarlijk zijn. De word-faith
leringen zijn zelfs officieel door de leiding van de Assemblies
of God als ketterij verworpen[2].
De Assemblies of God is de grootste vereniging van
pinkstergemeenten in de wereld en de USA. Later in het midden van de vorige
eeuw, bij de opkomst van de charismatische beweging, zijn de word-faith gedachten toch weer de pinkster/charismatische
beweging binnen gedrongen. Wat is de kern van het heidense magische denken? Er is een
onpersoonlijke kracht die het hele heelal doortrekt. Die kracht is
onzichtbaar en niet materieel. In China wordt die kracht ‘chi’
genoemd, in India ‘prana’. Je krijgt lichamelijke
en andere klachten als die kracht niet goed door je lichaam stroomt of als
die kracht in je lichaam niet in balans is. Voor het bewaren of verkrijgen
van gezondheid moet je in contact komen met deze kracht. De kracht stroomt en
werkt via bepaalde geestelijke wetten, net zoals de krachten van de natuur
via natuurwetten werken. Met natuurwetten kun je de krachten van de natuur
sturen, met de geestelijke wetten kun je de levenskracht of energie sturen. Je kunt de
levensenergie sturen via je mind, via je innerlijk.
Door je denken, je spreken en
visualisatie. Door positief te denken, te spreken, te belijden en door
te visualiseren. Je kunt die energie ook vrijmaken door rituelen. Veel oosterse religies
geloven in het principe van ‘mind over matter’. Wat
in de mind, in het denken, gebeurt, bepaalt wat er
in de materiële wereld om je heen gebeurt. De invloed van dit denken vind je terug bij De
Wal + Hij spreekt op dezelfde manier over kracht “Maar er is ook een kracht vandaag beschikbaar … Het is de kracht van
Gods Heilige Geest, die overal beschikbaar is. Het is kracht die geneest en
bevrijdt. Wij hoeven maar in te tappen en het te ontvangen. Wij hoeven alleen
maar de juiste stappen te zetten. Het werkt hetzelfde als elektriciteit.
Elektriciteit werkt ook met stappen. Als jij bepaalde stappen zet, zal je
altijd gebruik kunnen maken van elektriciteit. Als de elektriciteit niet
werkt, ontbreekt één van de stappen
… Wij hoeven alleen maar te leren hoe we geleiders worden om de kracht
te ontvangen. We hoeven alleen maar de juiste stappen te leren. Iedere zieke,
waar dan ook ter wereld, kan inpluggen in deze kracht en
genezen … ” (p. 19) + Die kracht is ook onpersoonlijk De kracht is, volgens
De Wal, overal beschikbaar. Hij vergelijkt deze kracht met elektriciteit. Zie
het citaat hierboven van pagina 19. Je hoeft maar je stekker in te pluggen.
Hij zegt dat de natuurwetten die natuurkrachten als elektriciteit besturen
hetzelfde werken als de geestelijke wetten die de kracht van de Heilige Geest
besturen. De kracht is onpersoonlijk, net als elektriciteit. Als je de wetten
kent, dan kun je de kracht gebruiken en besturen, geleiden. De enige Bijbeltekst
die dit denken op het eerste gezicht lijkt te ondersteunen is het verhaal
over de bloedvloeiende vrouw (Marcus 5:25-34). Het is niet toevallig dat De
Wal dit één van de twee hoofdverhalen noemt waar hij in zijn boek gebruik van maakt
(p.17). Uit dit verhaal komt bijvoorbeeld de titel van zijn boek “Jezus
aanraken”. Jezus aanraken, is
inpluggen op de kracht. “En Jezus bemerkte terstond bij Zichzelf de
kracht, die van Hem uitgegaan was, en Hij keerde Zich om in de schare, en
zijde: Wie heeft mijn klederen aangeraakt?” (Marcus 5:30) Het punt waar het om
gaat is dat Jezus opmerkte dat er kracht van Hem was uitgegaan. Het besluit
om die kracht van Hem te laten gaan, was dus niet bewust door Jezus genomen.
De kracht stroomde buiten het directe wilsbesluit van Jezus om. De Wal zegt
in feite: “Zie je wel, de kracht van de Geest werkte automatisch toen de
bloedvloeiende vrouw op de juiste manier op die kracht aansloot.“ Wat De Wal over het
hoofd ziet is dat de drie-enige God direct bij de wonderen van Jezus
betrokken was. Ook bij dit wonder. God de Vader zag de vrouw en Hij besloot
om haar te genezen. Haar genezing was een wilsbesluit van de Vader. Hij zag
haar geloof en daar reageerde Hij op. Gods plan was om
tijdens het leven van Jezus ieder mens die om genezing tot Jezus kwam te
genezen, daarom genas hij de vrouw onmiddellijk. (zie hierboven punt 6.1.) De Bijbel zegt dat het
God zelf was die de wonderen door Jezus heen deed. Ik citeer Petrus: “Mannen van Israël, hoort
deze woorden: Jezus, de Nazoreeër, een man u van
Godswege aangewezen door krachten, wonderen en tekenen, die God door Hem
in uw midden verricht heeft, zoals gij zelf weet, …” (Handelingen
2:22) Petrus heeft het over “wonderen die God door Hem [door Jezus heen], in uw midden verricht
heeft”. Petrus
heeft het niet over wonderen die tot stand kwamen omdat mensen op de
juiste manier de kracht van de Geest gebruikten. De
kracht die van Jezus uitging werkte op dat moment onafhankelijk van een
bewust wilsbesluit van Jezus, maar niet onafhankelijk van het wilsbesluit van
God de Vader. Hier
stuiten we op het Bijbelse mysterie van de drie-eenheid en van de twee
naturen van Christus. We kunnen deze zaken wel voor een deel begrijpen maar
niet volledig. Dat misbruikt De Wal. + Om genezing te ervaren moeten we die kracht
aftappen De Wal gebruikt zelf de
woorden inpluggen en in tappen. Ik geef nogmaals het citaat van bladzijde 19. “Wij hoeven maar in te tappen en het te
ontvangen. Wij hoeven alleen maar de juiste stappen te zetten. Het werkt
hetzelfde als elektriciteit. Elektriciteit werkt ook met stappen. Als jij
bepaalde stappen zet, zal je altijd gebruik kunnen maken van elektriciteit.
Als de elektriciteit niet werkt, ontbreekt één van de stappen
… Wij hoeven alleen maar te leren hoe we geleiders worden om de kracht
te ontvangen. We hoeven alleen maar de juiste stappen te leren. Iedere zieke,
waar dan ook ter wereld, kan inpluggen in deze
kracht en genezen …” (p. 19) + Het komt er op aan dat je de geestelijke
wetten kent en er naar handelt “Wij hoeven maar in te tappen en het te
ontvangen. Wij hoeven alleen maar de juiste stappen te zetten. Het werkt
hetzelfde als elektriciteit”
(p.19) + Aftappen doe je door positief te belijden en
door het avondmaal Je maakt aansluiting
met de kracht tot genezing door geloof. Door een woord van geloof uit te
spreken. Door je genezing over jezelf uit te spreken. Dat zet de kracht in
werking. Maar er is volgens De Wal nog
een andere manier om op de kracht in te pluggen. Dat is door deel te nemen
aan het avondmaal. Volgens de Wal geneest
de ceremonie van het avondmaal, het maakt dat ‘de kracht ter genezing’ je
bereikt. (p. 103-108). Dit is verbijsterend.
Ik citeer: “Ook wij mogen
vandaag beseffen hoe groot de genezende kracht van Jezus Zijn lichaam is en
dat die kracht vrijkomt als we deelnemen aan het avondmaal, als wij vandaag
onder het Nieuwe Verbond de verbondsmaaltijd tot ons nemen, ontvangen wij ook
de genezende kracht in ons lichaam …” (pp. 105,106) De kracht komt vrij als
we deelnemen aan het avondmaal. Maar het werkt volgens De Wal alleen als de deelnemers zich hier van
bewust zijn en er geloof aan hechten. Als je niet gelooft dat het brood van
het avondmaal je lichaam geneest dan
onderscheid je volgens de Wal het lichaam van de Heer niet. En “dan blijven de mensen ziek en zwak … omdat
ze geen onderscheid maken over het lichaam van de Heere
in relatie tot het avondmaal.” (p. 106) Ik kan omwille van de lengte van dit artikel jammer genoeg slechts kort
op deze valse leer ingaan. Uiteraard doet hij ook hier weer beroep op
Bijbelgedeelten die hij verkeerd uitlegt. Hij maakt onder meer gebruik van
het vers waarin Paulus zegt dat God je zal tuchtigen als je bij het deelnemen
aan het avondmaal het lichaam niet onderscheidt (1 Korinthe
11:27-33). Maar het gaat hier niet in de eerste plaats om onwetendheid,
zoals De Wal veronderstelt. Het gaat om tuchtiging, om corrigerende straf. Om
zonden die de tuchtiging van God brengen: “onder het oordeel des Heren worden wij getuchtigd” (:32).
Dronken aan het avondmaal gaan, partijschappen, de armen beschamen door voor
hun ogen het zelf meegebrachte voedsel eten, zonder het te delen met de
armere gemeenteleden die toekeken, enzovoort. Allemaal zonden tegen het
geestelijke lichaam van Christus, tegen de gemeente. + Ook bij hem vinden we het principe van mind
over matter We gaan verder met de
bespreking van de invloed van het oosterse denken op de word faith
theologie van De Wal. Net zoals in het
magische denken staat ook in de word faith leer het
principe van ‘mind over matter’ centraal. Je mind, je denken, je woorden, veranderen de materiële
zintuiglijk waarneembare werkelijkheid. In je ‘mind’ belijd je dat je genezen bent en dan voltrekt de
genezing zich in de aardse werkelijkheid. + De magische kracht van woorden De idee dat je woorden
de materiële werkelijkheid beïnvloeden, is onderdeel van het ‘mind over matter’ principe. Je denken, je belijden, bepaalt de
materiële werkelijkheid om je heen. Die kracht zit in je woorden. Dit denken
heeft de Wal overgenomen. “Het is zo ongekend belangrijk dat wij leren hoe de kracht van onze
woorden werkt. Onze woorden bepalen letterlijk hoe ons leven er uitziet”
(p. 121) “Als jij spreekt, beginnen er meteen dingen te veranderen” (p.
134) Volgens de Wal hebben
onze woorden hebben scheppingskracht. “Onze
woorden bevatten scheppingskracht.” (p. 120) + Jezus werkte, volgens De Wal, ook met het
geloofsprincipe Ik citeer: “God werkt met geloof” (p. 30) “Waarom genazen ze … Jezus, als uitdeler, had geloof voor de zieke persoon”
(p. 30) Volgens de word faith leer maakte ook Jezus gebruik van ‘de kracht’. En
ook Hij zette die kracht in beweging
door Zijn geloof, door geloof uit te oefenen. Er is eigenlijk geen
kwalitatief verschil tussen Jezus en wij. Hij en wij maken op dezelfde manier
gebruik van dezelfde kracht. Je komt deze gedachte
in zijn boek tegen, zie het citaat hierboven, maar niet prominent. Dit is een
gebruikelijk onderdeel van het word of faith
denken. Het wordt sterk benadrukt in het onderwijs van E.W. Kenyon, de geestelijke vader van het word of faith denken. 12. Genezen
de mensen in zijn bediening? Hierboven, in punt 7,
is het feit besproken dat er in de moderne genezingsbedieningen nauwelijks
iemand echt geneest. Dat roept de
vraag op hoe het met Tom de Wal zit. Genezen de mensen bij hem wel? Is hij de
grote uitzondering? + Hij zegt van wel Hij wekt op zijn minst
de suggestie dat velen bij hem genezen. Hij vertelt over een
samenkomst waar alle aanwezige zieken genazen. Ik citeer: “Die week zag hij voor het eerst in zijn
leven ontzettend veel wonderen van genezing gebeuren. Tientallen jongeren
genazen. We hadden er zelfs een evangelisatiemiddag tussen zitten waarbij
iedereen genas die we de handen oplegden” (p. 33) Ontzettend veel
wonderen van genezing. Tientallen jongeren genazen. Zelfs een
evangelisatiemiddag waarbij iedereen genas. Hij vertelt in het boek
over mensen die genazen als hij genezing over hen uitsprak. Hij maakt daarnaast ook
gebruik van genezingsverhalen die al vele jaren rondgaan in de pinksterbeweging.
Zelfs van honderd jaar geleden. In punt 7 is besproken
wat in pinksterkringen wordt gedaan. De incidentele genezing wordt herhaald,
de duizenden die niet genezen worden genegeerd. De Wal doet in het boek
hetzelfde. + Minstens 20 procent De Wal vertelt over een
persoonlijke boodschap die hij meent van God te hebben ontvangen. Hij kreeg
een droom waarvan hij, naar eigen zeggen, wist, dat deze van God kwam. Dat
werd bevestigd door ‘de stem van God’ die hem uitlegde wat de droom
betekende. (pp. 11-13) Ik citeer: “Op dat moment begint God weer tot mij te
spreken en vertelt mij dat Hij de standaard in de kerk wil verhogen. God zei:
‘een groot deel van Mijn kerk heeft een één op de vijf mentaliteit, terwijl mijn standaard
vijf van de vijf is. Een heel gesprek met God volgt en zin na zin schrijf ik
op.” (p. 12) Door de droom en de
stem maakte ‘God’ De Wal duidelijk dat Hij niet tevreden was met 20 procent
genezingen. God wil terug naar honderd procent. Ik citeer: “Terwijl ik op mijn bed lig, blijft God
spreken: ‘’Tom, mijn standaard is 100% …’ (p. 13) De Wal zegt niet
hoeveel procent van de zieken bij hem geneest, maar als we op de droom afgaan
dan zou hij toch minstens op het niveau van 20 procent moeten zitten. De
boodschap van ‘God’ was immers dat 20 procent niet genoeg was. De ‘God’ die tot hem sprak door de droom en de
stem ging er blijkbaar vanuit dat bij de Wal en de andere pinkstergenezers op
dat moment 20 procent van de zieken genas. + Er moeten vele honderden genezen zieken zijn De Wal is al een aantal
jaren bezig met de genezingsbediening. Daarom moeten er, volgens zijn eigen
theorie en de suggestie die hij in het boek wekt, vele honderden genezen
zieken zijn. Waar zijn die? Als 20 procent geneest,
dan moeten er honderden wonderbaarlijk genezen mensen zijn. Afhankelijk van
hoe lang De Wal al genezing over mensen spreekt, moeten het er nog veel meer
zijn. En dan bedoel ik medisch te controleren genezingen. Vooraf vastgesteld
en na de genezing gecontroleerd. Blinden die het gezicht
terug krijgen, blindgeboren mensen. Verlamde mensen, bijvoorbeeld met een
dwarslaesie, die weer kunnen lopen. Suikerzieken (type A) die zijn genezen,
die alles weer kunnen eten zonder ontregeld te raken. Mensen met kanker.
Mensen die hartziekten of MS of ALS hadden of één van de vele andere medisch vast te stellen
ziekten. Mensen met downsyndroom. Waar zijn ze? En let op, het gaat
niet om een enkele genezing. Dat gebeurt overal waar christenen bidden. Het
moet volgens de pinkstertheologie en volgens de Wal om een gestage stroom
wonderen gaan. Zelfs bij een genezingspercentage van 1 procent moeten er door
de genezingsactiviteiten van mensen als De Wal, Martin Koornstra,
Jelle de Kok, Hans Maat, Mattheus van der Steen,
Jan Zijlstra en anderen vele honderden, zo niet duizenden, genezen mensen
zijn. De Wal vertelt in zijn boek over de genezing van iemand die blind was
aan één oog. Dat komt in de buurt, maar waar zijn de genezingen van mensen die
blind geboren zijn? Waar zijn de grotere werken dan de werken die Jezus deed?
+ Martin Koornstra
spreekt De Wal tegen Koornstra heeft het voorwoord van De Wals boek “Jezus
aanraken” geschreven (pp. 9,10). In zijn voorwoord spreekt Martin Koornstra
De Wal tegen. Koornstra erkent daar dat bij de
huidige pinkstergenezers, waaronder hijzelf, slechts kleine percentages
genezen. En zelfs dat is nog schromelijk overdreven als je alle niet medisch
te controleren genezingen schrapt. Het gaat in werkelijk slechts om een
incidenteel geval. Ik citeer nog een keer Koornstra: “Ten
tweede is een boek over goddelijke genezing spannend omdat er op dit moment
in Nederland slechts kleine percentages genezing ontvangen door gebed. De
praktijk staat (nog) ver af van de bediening van Jezus.” (p. 9) Wat zegt Koornstra hier? -Kleine percentages. Slechts een klein percentage ontvangt
genezing. -Op dit moment. Dat is dus het moment dat hij het voorwoord
schreef. -In Nederland. Hij heeft het hier over de situatie in Nederland.
Het heeft het hier over alle christenen in Nederland (over alle
charismatische genezingsbedienaars) die bidden met zieken. Hij maakt hier geen
uitzondering voor De Wal. Hij zegt niet “omdat er op dit moment In Nederland,
met uitzondering van Tom de Wal, slechts kleine percentages genezen.”
De Wal wekt de suggestie dat velen, minstens 20 procent, bij hem genezen.
Maar Koornstra zegt in zijn voorwoord dat er ook
bij de Wal tot dan toe slechts een klein percentage genas. + Tom de Wal heeft geen excuus Hij meent dat de Bijbel
zegt dat God iedereen wil genezen. En hij heeft hetzelfde, naar hij meent,
rechtstreeks van God gehoord door een droom en een stem. Volgens zijn theorie
moet er daarom, als hij genezing uitspreekt over zieken, een constante stroom
van genezingen te zien zijn. Hij kan de schuld voor het uitblijven van
genezingen niet bij de zieke zelf leggen, zoals in klassieke pinksterkringen
werd gedaan. Als je niet genas dan kwam dat omdat je te weinig geloof had.
Die verklaring voor het uitblijven van genezingen kan hij, volgens zijn eigen
onderwijs, niet gebruiken. Hij heeft immers in het boek uitgelegd dat het
geloof van de uitdeler genoeg is. Hij legt in zijn boek
uit dat genezing komt in antwoord op geloof. (1) De zieke kan dat geloof
hebben of (2) mensen om de zieke heen of (3) de genezingsevangelist. Een van
deze drie is genoeg (pp. 28-35). Tom de Wal heeft geloof voor elke zieke. Dat
hij geloof heeft, moet genoeg zijn. 13. Grote
geestelijke schade De boodschap van Tom de
Wal dat God hier op aarde iedere zieke zal genezen is in strijd met de
Bijbel. Dat wordt nergens in de Bijbel geleerd of beloofd. Dat het een leugen
is, wordt bevestigd door de praktijk, want in tegenstelling tot wat de Wal
suggereert, geneest er in pinkster en charismatische kring bijna niemand. De
word faith boodschap is een nog grotere dwaling. Maar hoe ernstig is
deze dwaling?. Hoe ernstig zijn de leringen en praktijken van Tom de Wal en
zijn collega genezers? 13.1.
Grote geestelijke schade bij zieken en
gehandicapten Hij beschadigt de
kwetsbaarste mensen, de zieken en speciaal de chronisch zieke mensen + Hij geeft ze valse hoop Hij verkondigt de
zieken dat God hen wil genezen. Dat het Gods wil is dat ze genezen worden en
dat Jezus hen zeker zal genezen. Mensen geloven zijn boodschap en proberen te
doen wat de Wal hen voorschrijft om genezing te ontvangen, maar het gebeurt
niet. Ze volgen de zeven stappen maar genezing volgt niet. Zo met zieken omgaan,
komt neer op geestelijke mishandeling. Het gaat om mensen in een zeer
kwetsbare toestand. Zieken valse hoop geven is ronduit misdadig. Maar het is
nog erger. + Het ligt aan jezelf als je nog ziek bent Dat is de consequentie
van zijn genezingsleer. God wil iedereen genezen, dus aan God kan het niet
liggen. Als je de zeven stappen naar genezing van De Wal toepast, dan zul je
volgens hem zeker genezen worden. Als je niet geneest, dan ligt het aan
jezelf. Je bent in dat geval onnodig ziek. Je doet het in feite jezelf aan.
Er is een weg tot genezing beschikbaar, maar als je die weg niet gaat, dan
ligt het aan jezelf dat je nog ziek bent. Dan kun je, je ‘identiteit van
ziekte’ niet loslaten. Niet alleen verzwaart
hij het lijden van chronisch zieken mensen door hen valse hoop te geven, hij
verzwaart het ook nog door hen aan te praten dat het aan henzelf ligt als ze
ziek blijven. Maar dat is nog niet alles. + Verdrukt door demonen waar je niet vrij van
kan komen Hij praat iedere zieke
christen ook aan dat hij of zij verdrukt wordt door boze geesten, door
demonen. Die zitten achter elke ziekte. Elke ziekte is volgens De Wal een aanval van boze geesten op het lichaam.
Bedenkt wat de consequenties zijn van die leer. Als je niet geneest, ondanks
alle door de Wal voorgeschreven methoden, dan betekent dit dat je de demonische
verdrukking van je lichaam niet bent kwijt geraakt. Je bent in dat opzicht
nog steeds in de greep van demonen. + Hij
berooft de chronisch zieke christenen van hun innerlijke vrede Een christen die ziek
wordt bidt om genezing, je mag immers je wensen bij God bekend maken (Filippenzen 4:6). En je maakt gebruik van de medische
middelen die beschikbaar zijn. Maar als God daarna geen genezing geeft, dan
moet je met je ziekte of handicap leren leven. Dan weet je dat die ziekte op
dat moment in Gods plan voor je leven past. Ziekte is op zichzelf gezien
kwaad, maar God kan kwade dingen laten medewerken ten goede. Romeinen 8:28
spreekt over ‘alle dingen’. Het zal je vormen naar het beeld van Jezus, je
zult er allerlei lessen door leren. Als God ziekte toelaat en het niet
(direct) wegneemt, is God blijkbaar meer geïnteresseerd in je geestelijke
groei en vorming dan in het verschaffen van een gemakkelijk leven. Als God
een beproeving als ziekte in ons leven toelaat, dan zal hij ook de genade
geven om die ziekte te dragen. De ziekte zal ons los maken van deze wereld en
onze blik op de eeuwige dingen richten. Als je gebeden hebt en
God geneest, op dit moment niet, dan is dit je troost. Dan kun je, je
gezondheid aan God overgeven. “Heer U weet het, het beste. Wat U doet is
welgedaan. De Here doe aan mij wat goed is in Zijn
ogen.” En dan komt Tom de Wal,
als een olifant door de porseleinkast, door dit proces heen stormen. “Nee,
nee, nee”, zegt hij, “dit zijn leugens. Ziekte is nooit onderdeel van Gods
plan voor je leven. God wil je genezen. Als je ziek bent, dan is dat omdat je
nog geen gebruik gemaakt hebt van je recht op genezing. Je bent in Christus
al genezen, je hebt recht op genezing. Die ziekte van jou wordt veroorzaakt
door boze geesten. Dat hoef je niet te nemen. Je moet de ziekte in Jezus naam
bevelen om uit je lichaam te vertrekken. Als je nog ziek bent dan ligt dat
aan jezelf.” Ieder die weet van
chronische ziekte in het eigen leven of die het van nabij bij anderen heeft
gezien, weet van de worsteling die chronisch zieke mensen hebben met hun
ziekte of handicap. Eerst is er de worsteling om het over te geven als tot je
doordringt dat God je gebeden om genezing niet heeft verhoord. Je gaat met
God door een rouwproces heen, als je het normale leven voor een deel moet
loslaten. Als je dat hebt gedaan, dan moet je die overgave aan de wil van God
dagelijks weer vernieuwen. Zodat je blijmoedig de nieuwe dag in kan gaan. En
in deze dagelijkse worsteling steekt De Wal de chronisch zieke mensen als het
ware een mes in de rug. Hij verzwaart hun lijden door de troost weg te nemen.
Hij maakt hun lijden ondragelijk. Hij gaat uitdrukkelijk
‘te keer’ tegen de idee dat God ziekte kan toelaten in het leven van een
christen en dat God het dan zal laten medewerken ten goede voor de
geestelijke vorming van de christen en voor zijn eigen verheerlijking (p.
78). Hij noemt de gedachte dat God ziekte kan laten medewerken ten goede een
leugen (p. 78). + Geestelijke mishandeling van de meest
kwetsbare mensen onder ons Laten we samenvatten
wat hij met zieken doet. -Hij geeft ze valse
hoop -Hij drijft ze op, ze
moeten blijven belijden dat ze genezen zijn, jarenlang. Je kunt niet
ophouden, anders mis je misschien net je genezing. -Als iemand niet
geneest dan ligt dat aan hemzelf. Jezus wil hem genezen, aan Jezus ligt het
niet, dus moet het aan de zieke zelf liggen. -Je wordt verdrukt door
boze geesten die je lichaam aanvallen. De boze heeft je in dat opzicht in
zijn greep. De demonen hebben een voet in je leven. Er is een bres. -Ziekte kan nooit Gods
wil zijn, het kan geen onderdeel van Gods plan voor je leven zijn. Als je
ziek bent dan mis je Gods plan voor je leven.
-Je bent onnodig ziek,
je hoeft niet ziek te zijn. -God kan en zal ziekte
nooit laten medewerken ten goede. Je lijdt onder je ziekte en dat lijden is
zinloos en onnodig. Wat ook de bedoeling
van De Wal is, hij kwelt de meest kwetsbare mensen onder ons. Het is te hopen
dat hij niet tenvolle weet wat hij doet. Maar in
ieder geval moet deze man de mond gesnoerd worden (Titus 1:11). Als ik denk
aan de chronisch zieken om mij heen dan krimpt mij hart ineen voor wat er zou
gebeuren als ze aan de valse leer van De Wal zouden worden blootgesteld. De
tiener met epilepsie, de vrouw met schizofrenie, enzovoort De Wal bedoelt het
waarschijnlijk allemaal goed, maar het is ten diepste satanisch wat hij met
de chronisch zieken doet. Het is een uiting van de geest van Amalek die Israel aanviel in de achterhoede. “Gedenk wat Amalek u gedaan heeft op uw tocht, toen gij uit Egypte
getrokken waart; hoe hij u onderweg tegenkwam en al de zwakken in uw
achterhoede afsneed, terwijl gij vermoeid en uitgeput waart, en hoe hij
God niet vreesde.” (Deuteronomium 25:17). De Bijbel zegt: “Komt op voor de zwakken” (1 Thessalonicenzen 5:14). We moeten de zwakken beschermen door hen weg te houden van valse leraren als De Wal. Mijn vrouw sprak niet
lang gelezen een dame die de zondagdienst in de plaatselijke
baptistengemeente bezocht. Ze vertelde dat ze leed aan schizofrenie en dat
haar man zojuist scheiding had aangevraagd. Ze had kort daarvoor een
samenkomst met een charismatische genezer bezocht en daar had ze de word faith ‘theorie’ gehoord. Ze geloofde het. Er was genezing
over haar uitgesproken, ze beleed dat ze genezen was en omdat ze genezen was
had ze haar medicijnen niet meer ingenomen. Je bent immers genezen, waarom
zou je dan nog medicijnen gebruiken? Uiteraard raakte ze daarop psychotisch.
Dit was de druppel voor haar man, hij vertrok. Dit soort ‘genezingsbedienaars’
zijn misdadigers. 13.2. Hij breekt het geloof in God af Het is een ernstige
zaak als je leert dat God iets toegezegd heeft, terwijl Hij die zaak niet
heeft beloofd. Wat als mensen De Wal geloven? Dan denken ze dat God hen van
iedere ziekte altijd zal genezen. Velen zullen ontdekken dat het niet
gebeurt, niet bij henzelf en niet bij anderen in hun omgeving. Wat gebeurt er
dan? Het leidt gemakkelijk tot een crisis in het geloof: “God komt blijkbaar
zijn beloften niet na. Is er dan wel een God? Is het hele geloof in God geen
illusie?” Ik ken een echtpaar dat
één kind had.
Ze waren lid van een ouderwetse pinkstergemeente. Daar werd geleerd dat Jezus
ieder zal genezen, dat je in Christus recht hebt op genezing. Hun kind werd
ziek, ze hebben gebeden en geloofd voor genezing. Ze dachten dat de
genezingsboodschap van deze pinkstergemeente echt op de Bijbel was gebaseerd.
Maar het kind stierf. Dat kon niet volgens de genezingsleer van hun gemeente.
Er was door velen in de gemeente voor het kind gebeden en voor het kind
‘geloofd’, toch was het gestorven. Dit echtpaar heeft zich daarna van het
geloof afgekeerd. Met alle oprechte
waardering voor mijn pinksterbroeders, ben ik God dankbaar dat ik na mijn
bekering niet in een pinkstergemeente ben terechtgekomen. In deze bijkans
schizofrene toestand. Aan de ene kant beweren dat God ieder wil genezen en
aan de andere kant negeren dat er bijna niemand geneest. De mensen in de
pinkster en charismatische beweging zijn gemiddeld niet gezonder dan in de
rest van de maatschappij, ze worden ook niet ouder. Ik heb van nabij gezien
wat er gebeurde in een kleinere pinkstergemeente. Er stierven mensen, soms op
oudere, soms op middelbare leeftijd. In een gezin met vijf kinderen,
overleden twee kinderen voor ze veertig waren, de één aan
kanker en de ander aan een hartaanval. Als er iemand ziek werd, dan schoot de
gemeente in actie, er werd gebeden, er werd genezing geclaimd. En als dan de
zieke was overleden, zweeg iedereen er over en gingen ze weer over tot de
orde van de dag, tot de volgende zieke. Dan begon de cirkel opnieuw. 14. Uit
welke bron komt het onderwijs van De Wal? Het is duidelijk dat
zijn leer tegen de Bijbel ingaat. Die leer kan daarom niet uit God zijn. Maar
uit welke bron komt zijn leer dan? Is het slechts een dwaling of zit er meer
achter? Dat laatste lijkt het
geval te zijn, want De Wal zegt dat ‘God’ zijn genezingsboodschap heeft
bevestigd door een droom en door een directe stem die tot hem sprak (pp.
9-13). Er is ook sprake van een visioen (p.7). Verder wijst hij op
gebedsverhoring om geld voor het verspreiden van het boek. Maar de droom en de
stem kunnen niet uit God zijn, want de boodschap van de droom en de stem gaan
tegen de Bijbel in. Als de droom en de stem inderdaad bovennatuurlijk zijn,
dan komen ze uit een andere bovennatuurlijke bron. De enige verklaring die
dan overblijft, is dat er boze geesten achter moeten zitten. We weten uit de
Bijbel dat die zich voor kunnen doen als een engel des lichts (2 Korintiers 11:14), het lijkt er op dat De Wal zo iets is
overkomen. |
[1] Zie deze twee artikelen
“Het geringe resultaat van de hedendaagse genezingsbedieningen I en II”, op
de pagina over genezing op de site toetsalles site:
http://www.toetsalles.nl/genezing.index.htm |
[2] Dit is de link naar
het positionpaper van de Assemblies of God over
word-faith https://web.archive.org/web/20120611015733/http://ag.org/top/Beliefs/Position_Papers/pp_downloads/pp_4183_confession.pdf
|