Jelle de Kok, het Evangelisch Werkverband, de “er is meer” conferenties en de charismatisering van de Nederlandse christenen. 

 

Recent kreeg ik het boek “Ruimte voor de Geest” van Jelle de Kok in handen. Een boek met een schokkende boodschap. De kern ervan is een pleidooi voor de charismatisering van de reformatorische en evangelische gemeenten. Meer ruimte voor de Geest betekent volgens de Kok onder meer dat er ruimte moet komen voor geestesgaven zoals gaven van genezing en profetie.

 

1.      De terugkeer van de Toronto Blessing

 

De Kok brengt de leer van de Toronto Blessing. (Verderop in dit artikel wordt op deze leer ingegaan.)

 

De Toronto Blessing is een geestelijke beweging die in de jaren negentig van de vorige eeuw de pinkstergemeenten als een golf heeft overstroomd. Het heeft de gemeenten in grote beroering gebracht. Overal ontstond strijd vanwege de onbijbelse leringen en gebruiken van de beweging.

 

Veel traditionele pinksterchristenen verzetten zich in die tijd tegen de beweging. Een illustratie van wat er in die tijd in veel gemeenten gebeurde: één van mijn vrienden was voorganger in een pinkstergemeente, hij was zelfs de pionier van die gemeente. Hij wilde niet meegaan met de ‘golf’ van de Toronto Blessing. Maar de golf kwam toch zijn gemeente binnen, gemeenteleden bezochten Toronto samenkomsten, geloofden de mooie verhalen en waren diep onder de indruk van de manifestaties, het vallen in de Geest en dergelijke. Met als gevolg dat hij uiteindelijk als voorganger werd afgezet. En hij gedwongen de gemeente moest verlaten.  

 

De ‘hype’ is daarna verminderd, maar het ‘Toronto vuur’ is op enkele plaatsen door blijven smeulen en het laait hier en daar weer op. In die onzuivere omgeving heeft de Kok een geestelijke ervaring gehad, een ervaring waarin hij nu andere christenen en gehele gemeenten probeert binnen te leiden.

 

2.      Wie is Jelle de Kok?

 

De Kok is toerustingpredikant van het Evangelisch Werkverband. Het Evangelische Werkverband (EW) is actief in de PKN. Daarnaast is hij (hulp) predikant van de Gereformeerde Kerk in Wilsum. Zijn vrouw is daar predikante (1).

 

3.      De organisatie waar hij mee is verbonden. Het evangelisch werkverband

 

Het Evangelisch Werkverband is jaren geleden opgericht door predikanten die evangelisch waren, maar die toch in de PKN wilden blijven. De Kok is tot geloof gekomen door contact met evangelische christenen buiten de PKN, maar hij heeft zich niet bij een evangelische gemeente aangesloten. In plaats daarvan is hij predikant geworden in de PKN.

 

Hij werd aangesproken door de tekst “… versterk het overige dat dreigt te sterven …” (Openbaring 3:2). Hij was bewogen over de geestelijke nood in de PKN en zag het als zijn roeping om de kerk van binnenuit te versterken, zodat deze niet zou sterven.

 

De crisis in de PKN

 

Het grootste deel van de PKN verkeert inderdaad reeds lange tijd in een grote crisis. De kerk is op vele plaatsen aan het sterven, in de eerste plaats als gevolg van de vrijzinnigheid. Een kerk die gedomineerd wordt door vrijzinnigheid verandert onvermijdelijk in een geestelijk sterfhuis. Dat gebeurt ook in Zeeland. In sommige dorpen is de PKN (bijna) opgeheven of noodgedwongen gefuseerd met die van een ander dorp. Een predikant kan niet meer betaald worden, daar is te weinig geld voor. Ook in Middelburg zitten er nog slechts kleine groepjes, voornamelijk oudere mensen, op zondag in de kerk. Vorig jaar werd aangekondigd dat er in Middelburg weer drie kerkgebouwen van de PKN zouden worden gesloten. De enige uitzondering op deze neergaande trend zijn de bijzondere wijkgemeenten op gereformeerde grondslag. De Gereformeerd Bond binnen de PKN is het enige deel dat niet aan het uitsterven is, omdat ze vrijzinnigheid en postmodernisme in grote mate hebben buitengehouden. In Middelburg moet de gereformeerde bondsgemeente zelfs twee kerkdiensten achter elkaar houden omdat de kerk te klein is door de grote toeloop. 

 

Wat Jelle en het Evangelisch Werkverband er aan deden

 

Het Evangelisch Werkverband en Jelle de Kok hebben vele jaren de evangelische boodschap binnen de PKN uitgedragen. Althans een bepaald deel van die boodschap. Mensen leren om met God te wandelen, stille tijd houden, Bijbellezen en bidden. Wijzen op de noodzaak van een persoonlijke keuze voor Christus. Pleiten voor samenkomen in kleine groepen, een evangelische liedbundel, en dergelijke.

 

Beperkt succes

 

Mensen werden gezegend, maar het blijft in zekere zin ploegen op de rotsen. Vele mensen binnen de ‘gewone’ PKN zijn niet bekeerd en de leden die wel door geloof en bekering een persoonlijke band met Jezus hebben, worden vaak niet uitgedaagd om met hun hele hart voor Christus te gaan leven. En degenen die wel willen, wordt soms niet uitgelegd hoe ze dat in de praktijk kunnen brengen. En uiteraard is er het zuurdesem van de vrijzinnigheid en het postmodernisme dat al het geestelijke leven op den duur aantast. Het kan zijn dat er in een gemeente een predikant is die staat voor het gezag van het woord van God, maar als hij vertrekt is de kans groot dat er een vrijzinnige of halfvrijzinnige predikant voor in de plaats komt. Bovendien een gemeente waarvan vele leden vrijzinnig zijn, verdraagt geen prediking meer die het woord recht snijdt. Dan komt er opstand (2).

 

De nieuwe koers onder Hans Maat, een nieuwe visie

 

Enkele jaren geleden is Hans Esbach als de leider van het Evangelisch Werkverband terug getreden. Hij is opgevolgd door Hans Maat. Maat had het gevoel dat het Evangelisch Werkverband op een dood spoor was geraakt. Hij miste kracht, de boodschap had niet voldoende impact. De neergaande trend in de PKN was te weinig gestuit.

 

En toen bezocht hij een conferentie waar Randy Clark, de vader van de Toronto Blessing, sprak. Deze man heeft met Maat gebeden en hem de handen opgelegd en vanaf dat moment begonnen er nieuwe krachten in hem te werken en had, naar zijn zeggen, zijn bediening meer effect. Hij kreeg meer vrijmoedigheid om mensen aan te spreken.

 

Door die ervaring ging ‘het licht bij hem op’: Dit is de boodschap en de ervaring die de PKN nodig heeft. Als we de leden van de PKN, en vooral de geestelijke leiders, in dezelfde ervaring binnen kunnen leiden, dan zal dat de PKN redden en de neergang stuiten.

 

Vanaf dat moment is dit de focus van het Evangelisch Werkverband geworden. De naam Evangelisch Werkverband is nu eigenlijk misleidend. Het zou eerlijker zijn als de naam zou worden veranderd in “Charismatisch Werkverband”.

 

De “Er is meer conferenties” en Randy Clark

 

Om deze boodschap uit te dragen heeft het Evangelisch Werkverband de zogenaamde “Er is meer” conferenties georganiseerd. De eerste is in 2016 gehouden. De conferentie was in eerste instantie bedoeld voor predikanten, ambtsdragers en andere leidinggevende christenen. Randy Clark was de hoofdspreker.

 

Voor twee ooggetuigenverslagen van de conferentie, klik hier: www.toetsalles.nl/htmldoc/erismeer1.htm .

 

Jelle de Kok gaat er in mee

 

De Kok heeft zelf ook een soortgelijke ervaring gehad, hij heeft na gebed en handoplegging een nieuw zalving ontvangen. Daarna is hij zijn charismatische boodschap overal gaan uitdragen. In het kader daarvan heeft hij zijn boek “Ruimte voor de Geest” geschreven. Het boek is in de eerste plaats gericht tot predikanten en kerkenraden. Hij prijst zijn ervaring aan, hij brengt zijn charismatische leer en hij geeft de kerkenraden adviezen over hoe ze de door hem aanbevolen leringen en gebruiken in kunnen voeren in hun gemeenten.

 

4.      Waar staat de Toronto Blessing voor

 

Wat zijn de kenmerken van deze beweging? Wat leerden John Wimber en Randy Clark, de vaders van deze beweging? Waar is Jelle de Kok in terecht gekomen? Waar heeft hij zich mee verbonden?

 

+ We moeten het evangelie niet alleen prediken, maar ook demonstreren

 

Dat is de hoofdstelling van de Toronto Blessing. Het evangelie alleen prediken is niet genoeg. Het evangelie moet tegelijkertijd ook ‘gedemonstreerd’ worden. In de eerste plaats door wonderen en tekenen, vooral genezingen. Maar ook door allerlei andere werkingen van de Geest die in de Toronto Blessing de naam “manifestaties van de Geest” kregen.

Het gaat daarbij, naast genezingen, om vallen in de Geest, profeteren, geestelijk dronken zijn (waggelen en lallen als een dronkenlap), heilig lachen (schateren), stuiptrekkingen, op de grond rollen, het uiten van dierengeluiden, spreken in tongen, zingen in tongen.

 

Die dingen staan volgens de aanhangers van deze beweging voor het doorbreken van het Koninkrijk van God. Voor het ‘tegenwoordig stellen’ van het komende en nu al aanwezige Koninkrijk van God. 

 

Veel verzet

 

Het is niet verwonderlijk dat de beweging op veel verzet stuitte. Immers vallen in de Geest (3), onbedaarlijk en irrationeel lachen, geestelijk dronken zijn, komen niet in de Bijbel voor als werking van Gods Geest. Dat geldt ook voor stuiptrekkingen en het maken van dierengeluiden.

 

Genezing komt wel in de Bijbel voor, maar zoals altijd in pinksterkring het geval is, genas ook in de samenkomsten van de Toronto Blessing in werkelijkheid bijna niemand. Geen blinden die het gezicht terugkrijgen, geen mensen die genezen van diabetis type 1 die daarna alles weer kunnen eten, geen mensen met een dwarslaesie die weer kunnen lopen, enzovoort. Zie mijn twee artikelen met als titel “Het geringe resultaat van de hedendaagse genezingsbedieningen I en II”. Ze staan op de pagina over genezing op de toetsalles site: www.toetsalles.nl/genezing.index.htm .

Jan Zijlstra heef twee keer een genezingsbijeenkomst in Middelburg gehouden, twee keer een sporthal vol met zieke mensen. Het evangelische en charismatische wereldje op Walcheren is klein. Als er werkelijk spectaculaire genezingen zouden zijn geweest, dan was dat bekend geworden. Ik heb nagevraagd en tot op heden heb ik geen enkele genezing gevonden. Ik bedoel een genezing van een kwaal die organisch is, die medisch te controleren is.

 

Maar de Toronto Blessing heeft een oplossing voor het zo goed als ontbreken van werkelijke controleerbare genezingen. Ze hebben als surrogaat voor het gebrek aan zulke genezingswonderen de ‘manifestaties’ van de Geest. Zo kunnen ze toch het koninkrijk van God “demonstreren”. Zo kunnen de mensen toch de kracht van het koninkrijk van God ervaren en in actie zien. En uiteraard wordt keer op keer de enkele genezing die wel plaats heeft gehad naar voren gebracht. Zo doet Jan Zijlstra het bijvoorbeeld ook.

 

We mogen de Heilige Geest niet opsluiten in de Bijbel

 

John Wimber, de leider van de Vineyard gemeenten, probeerde niet krampachtig zaken als vallen in de Geest te verantwoorden vanuit de Bijbel. Hij zag in dat deze zaken niet in de Bijbel voorkwamen. Toch accepteerde hij die verschijnselen als afkomstig van God, als werk van de Heilige Geest. Hij leerde dat we de Geest niet mogen opsluiten in de Bijbel. De Geest is soeverein, de Geest kan doen wat Hij wil. Dus het geeft niet als een ervaring niet vanuit de Bijbel verantwoord kan worden. Als je dat wel zou eisen, dan zou je daardoor de Heilige Geest ‘opsluiten in de Bijbel”. Dan doof je de Geest uit, door Hem te beperken. Zo onttrok hij de manifestaties aan de toetsing aan de Bijbel (4).

 

+ Het overdragen van de zalving

 

Een belangrijk element in de leer en de praktijk van de Toronto Blessing is het “overdragen” van de zalving. Overdragen van de ene persoon op de andere. Iemand die de zalving al heeft, kan die door handoplegging en gebed overdragen aan iemand die de zalving nog niet heeft. Randy Clark en anderen spreken over “impartation”.

 

Toen het bericht over de verschijnselen van de Toronto Blessing wereldwijd de ronde deed, zijn veel mensen de zalving in Toronto gaan “ophalen”. Daar ontvingen zij de zalving, meestal na ministry gebed, door handoplegging of doordat de prediker op hen blies of hen aanraakte zodat ze “in de geest” op de grond zakten. Als ze de zalving hadden ontvangen, dan gingen ze terug naar hun eigen gemeenten, naar hun land en hadden ze het vermogen om de zalving op hun beurt weer door te geven aan anderen. Ook daar begon het vallen in de geest en dergelijke. Zo ging de zalving, de “blessing” van Toronto, als een golf door vele gemeenten heen. 

 

Hans Maat en Jelle de Kok zijn allebei hun zalving gaan ophalen. Hans Maat bij Randy Clark. Jelle de Kok spreekt over zijn ervaring, maar, voor zover ik na kon gaan, noemt hij niet de plaats, de conferentie en de naam van degene die hem de handen heeft opgelegd. Is dat welbewust? Ik denk van wel, want zoals we later nog zullen bespreken, is de Kok de man van de zachte aanpak, hij is bezig om de basistheologie van de Toronto Blessing de gemeenten binnen te loodsen. Daarbij gaat hij omzichtig te werk, onder meer door alleen het meest acceptabele naar voren te schuiven. Daar over later meer.

 

+ Ministry gebed

 

Dit staat centraal in hun praktijk. Mensen die meer van Gods Geest willen of mensen die een nood hebben in hun leven worden opgeroepen om onder handoplegging met zich te laten bidden.

 

Meestal wordt dit door een team gedaan. Men stelt zich op rond de persoon voor wie gebeden gaat worden. Er wordt geïnformeerd naar de nood. En de leden van het ministry team bidden voor de persoon in kwestie. Met handoplegging (op hoofd, op de schouder, de rug). En het team verwacht openbaringen te krijgen over de persoon, zodat ze gericht kunnen bidden. Woorden van de Heer, visioenen, beelden, etc. De Geest wordt opgeroepen en uitgenodigd om aan het werk te gaan. Zoals we hierboven hebben besproken wordt de Geest overgedragen door handoplegging (impartation). De handoplegging is voor de persoon voor wie wordt gebeden een belangrijk kanaal waardoor de Geest in zijn hart en lichaam begint te werken. Waardoor de Geest hem als het ware bereikt.

Om effectief “ministry” te kunnen doen is het eigenlijk nodig dat de leden van het ministry team zelf de “impartation” al hebben ontvangen. Want, zo luidt de theorie en zo is de praktijk, pas nadat je de blessing hebt ontvangen, begint de Geest krachtig door je heen te werken.

 

Jelle de Kok leert dat de Heilige Geest niet alleen doorgegeven wordt door de prediking maar ook door handoplegging. Als we dat als gemeente niet doen, dan belemmeren we de Geest in zijn werking. Dan kan de Geest niet doen wat Hij wel zou willen doen. Dan is het kanaal half verstopt. En als dat het geval is, dan zul je de volle zegen missen. En wie wil er nu Gods volle zegen missen?

 

+ Een cursus profeteren

 

Profeteren wordt aangeleerd. Er worden zelfs cursussen profeteren gegeven. De christenen wordt geleerd om door te geven wat er in hen opkomt. En dat wordt profeteren genoemd. Het geeft niet als het niet uitkomt, want je leert het, zo luidt de theorie, met vallen en opstaan. Profeten vergissen zich geregeld. Maar hoe kun je dan nog op zo’n profeet vertrouwen?

Als dit juist zou zijn, dan was het wel heel lichtvaardig van de gemeente in Antiochie dat ze op basis van één enkele profetie van Agabus een grote hulpactie voor de christenen in Jeruzalem en Judea opzetten (Handelingen 11:27-30). Agabus profeteerde dat er een hongersnood zou komen. Wat als Agabus net even een mindere dag had gehad of dat hij een foutje had gemaakt? Dat toont de dwaasheid aan van wat tegenwoordig in charismatische kringen voor profetie moet doorgaan.

 

+ Uiteraard wordt ook de standaard pinkstertheologie gebracht

 

Alle geestelijke gaven zijn voor nu. Ook de tekengaven zoals genezingen en profetie. Iedereen kan in tongen spreken.  

              

5.      Hoe de Kok deze leringen probeert te onderbouwen in zijn boek

 

In zijn boek gebruikt hij vier verschillende argumenten die, volgens hem, zouden bewijzen dat zijn stelling dat het evangelie gepredikt moet worden met wonderen en tekenen juist is. (1) Hij doet een beroep op een aantal Bijbelteksten die dat volgens hem zouden bewijzen. (2) Hij doet een beroep op de kerkgeschiedenis. (3) Hij maakt een karikatuur van het standpunt van de christenen die het niet met hem eens zijn. En (4) hij gebruikt vooral  zijn eigen persoonlijke ervaring als overtuigend argument.

 

We zullen zijn argumenten één voor één doornemen.

 

5.1. De Bijbelteksten die hij als bewijs aanvoert

 

In het boek doet hij een beroep op een aantal Bijbelteksten om de juistheid van zijn beweringen te bewijzen. We zullen zijn uitleg van die teksten bespreken.

 

5.1.1  Grotere werken doen als Jezus, Johannes 14:12

 

In Johannes 14:12 zegt Jezus tegen zijn discipelen “Wie in mij gelooft, de werken die ik doe, zal hij ook doen, en nog grotere dan deze ..” Jezus verbindt dat met zijn verheerlijking en hemelvaart en met het bidden in zijn naam (:13,14).

 

De uitleg van de Kok

 

Wat de Kok over deze tekst zegt, komt op het volgende neer  (5): zie je wel, Jezus deed wonderen en het is de bedoeling dat wij dit ook doen. Immers: “de werken die Ik doe, zal hij ook doen”. We moeten de werken van Jezus doen.

 

De weerlegging

 

+ Hoe gaat hij dat op zichzelf toepassen?

 

Jezus genas elke zieke die tot Hem kwam, blinden, verlamden, echt alles, iedereen en altijd. Hij wekte ook doden op. Hij stilde de storm, Hij liep over water. Hij veranderde water in wijn. Hij vermenigvuldigde broden. En Jezus spreekt hier in Johannes 14:12 zelfs over nog grotere werken dan Hij deed. Gaat de Kok net als Jezus alle zieken die tot hem komen genezen? Gaat hij doden opwekken? Zo omschreef Jezus wat Hij deed: “…blinden worden ziende en lammen wandelen, melaatsen worden gereinigd en doven horen en doden worden opgewekt … ” (Mattheus 11:5).

Denkt de Kok dat hij dit ook kan doen? Volgens zijn uitleg wel. Hoeveel blinden en lammen zijn er bij hem genezen? Hoeveel doden opgewekt?

 

+ De enigen die dit hebben gedaan zijn de apostelen.

 

We lezen het bij Petrus en Paulus. Bij Paulus was zelfs een zweetdoek van hem al genoeg om genezing en bevrijding te brengen (Hand. 19:11). Zelfs de schaduw van Petrus genas, als die op je viel (Hand. 5:15). Paulus wekte een jongen op (Hand. 20:9,10). Petrus deed hetzelfde met Tabitha die overleden was (Hand. 9:40). Maar zelfs bij hen genas niet iedereen, maar dat gebeurde wel bij momenten.

 

Uiteraard gebeuren deze dingen niet bij de Kok, noch bij zijn charismatische geestverwanten, zelfs niet bij hen die de grootste en krachtigste ‘impartation’ hebben. Daar geneest, zoals eerder gezegd, bijna niemand  (6).

 

Zijn tegenargument

 

De Kok lost het probleem van de discrepantie tussen zijn uitleg van Johannes 14:12 en de werkelijkheid op door deze belofte op het collectief ‘van alle christenen wereldwijd’ te laten slaan.

 

Er gebeurt bij hem en bij andere charismatische christenen nauwelijks iets wat ook maar in de buurt komt van wat Jezus in Johannes 14:12 zegt over het doen van dezelfde werken. Daarom laat de Kok deze woorden slaan op de wereldwijde kerk. En hij veronderstelt terecht dat wereldwijd, hier en daar, wonderen gebeuren. Overigens, wonderen in antwoord op het gebed. En als je die wonderen allemaal bij elkaar optelt dan veronderstelt hij dat het er meer zijn dan Jezus heeft gedaan.

 

Bij Jezus genas iedereen altijd, overal en van elke kwaal. Er gebeurt in de verste verte niets bij de Kok en zijn charismatische geestverwanten wat hier ook maar bij in de buurt komt. Ondanks hun speciale zalving. Vervolgens sprokkelt hij de genezingen die God hier en daar in antwoord op gebed doet, bij elkaar en zo kan hij zich ontrekken aan de consequenties van zijn uitleg van deze tekst.

 

Weerlegging van zijn bewering dat het om het collectief gaat

 

Als je nauwkeurig leest wat er in de tekst staat, dan zie je dat Jezus daar niet het collectief, maar het individu aanspreekt. Hij heeft het over “wie in mij gelooft” en over “hij”. Jezus spreekt hier de discipelen individueel aan. “Wie in mij geloof, de werken die ik doe zal hij (enkelvoud) ook doen …”.

 

Conclusie

 

We zien deze wonderen, de grotere werken, terug in de bediening van de apostelen. Denk weer aan de zweetdoek van Paulus en de schaduw van Petrus en aan hun dodenopwekkingen. In de kerkgeschiedenis en ook bij de hedendaagse gebedsbedieningen zien we niets dat hier bij in de buurt komt. Zowel de Bijbel als de kerkgeschiedenis bevestigen dat de tekenen en wonderen speciaal in de tijd van de apostelen werden gegeven. Als dit niet zo was, dan zouden ze ook bij de Kok plaats moeten hebben.

 

Dat wil niet zeggen dat Jezus vandaag geen wonderen meer doet in antwoord op het gebed (Let op :13 en :14, die volgen op :12). Zeker in de context van zending, waar de zendelingen botsten op de geestelijke macht van heidense godsdiensten (Marcus 16:15-19).  Daar doet God soms wonderen om te tonen dat Hij de ware God is.

 

5.1.2. Spreken met betoon van geest en kracht, 1 Korinthe 2:4 

 

Paulus schrijft in 1 Korinthe 2:4 het volgende: “mijn spreken en mijn prediking kwam ook niet met meeslepende woorden van wijsheid, maar met betoon van geest en kracht”

 

De uitleg van de Kok

 

Volgens de Kok is spreken met betoon van geest en kracht, spreken dat bekrachtigd wordt door wonderen en tekenen (7). Of om het met de taal van de Toronto Blessing te zeggen, het is spreken dat wordt bekrachtigd door manifestaties van de Heilige Geest, in het bijzonder genezingen.

 

De weerlegging

 

Zijn uitleg van wat spreken met betoon van geest en kracht is, is niet juist. Dat blijkt als je nauwkeurig leest en let op het verband, de context, van het vers.

 

Dit is de directe context.

 “Ook ben ik, toen ik tot u kwam, broeders, niet met schittering van woorden of wijsheid u het getuigenis van God komen brengen. Want ik had niet besloten iets te weten onder u, dan Jezus Christus en die gekruisigd. Ook kwam ik in zwakheid, met veel vrezen en beven tot u; opdat uw geloof niet zou rusten op wijsheid van mensen, maar op kracht van God.” ( 1 Korinthe 2:1-5)

 

Paulus zet hier twee manieren van evangelieverkondiging tegenover elkaar. Bij de eerste maak je gebruik van wijsheid der mensen en van welsprekendheid, van meeslepende woorden. Bij de tweede doe je dat bewust niet. En dit laatste is wat Paulus deed. Hij deed geen beroep op filosofie, op de wijsheid van de Grieken. Hij maakt geen gebruik van retorica. Hij bracht de simpele boodschap van Jezus en die gekruisigd. En die boodschap bracht hij in de kracht van de Heilige Geest. Spreken met betoon van geest en kracht staat hier voor de kracht van God die door je woorden heenkomt. De Geest die het Woord tot een tweesnijdend scherp zwaard maakt in de harten van de toehoorders. Het gaat om spreken met een zalving, met de kracht van Gods Geest die in en door je heen werkt en aankomt bij de toehoorders. De boodschap van Paulus was onder de zalving van de Heilige Geest, met als gevolg een werk van God in het hart van de toehoorders. Het door de Geest bekrachtigde woord dringt door, het overtuigt, het wekt geloof. Daarbij word geen gebruik gemaakt van wijsheid van mensen, van menselijk geredeneer, niets anders dan eenvoudigweg de verkondiging van het kruis van Jezus.

 

Spreken met betoon van geest en kracht heeft niets te maken met wonderen en tekenen.

 

Dat wordt bevestigd door het bredere verband waarin 1 Korinthe 2:4 staat.

 

+ Even verderop in het hoofdstuk ( 2:13) stelt Paulus opnieuw deze twee manieren van evangelie verkondiging tegenover elkaar. Woorden die door menselijke wijsheid geleerd zijn, tegenover woorden die door de Geest geleerd zijn. ”Hiervan spreken wij dan ook met woorden, die niet door menselijke wijsheid, maar door de Geest geleerd zijn” (1 Korinthe 2:13).

 

+ Voorafgaand aan 1 Korinthe 2:4 zegt Paulus In 1 Korinthe 1:21 dat God redt door “de dwaasheid der prediking”. Niet door tekenen en wonderen. 

 

“Want daar de wereld in de wijsheid Gods door haar wijsheid God niet gekend heeft, heeft het Gode behaagd door de dwaasheid der prediking te redden hen, die geloven. Immers, de Joden verlangen tekenen en de Grieken zoeken wijsheid, doch wij prediken een gekruisigde Christus, voor Joden een aanstoot, voor heidenen een dwaasheid, maar voor hen, die geroepen zijn, Joden zowel als Grieken, (prediken wij) Christus, de kracht Gods en de wijsheid Gods. Want het dwaze van God is wijzer dan de mensen en het zwakke van God is sterker dan de mensen.” (1 Korinthe 1:21-25).

 

De joden verlangden tekenen, maar in plaats daarvan gaf God de prediking van de gekruisigde Christus in de kracht van de Heilige Geest, waardoor mensen behouden worden. God roept door die prediking de mensen die geloven (1 Korinthe 1:21,24). Dat is voor Joden en Grieken een dwaze methode. De Joden willen bewijzen zien in de vorm van tekenen, de Grieken willen alles kunnen beredeneren en in lijn brengen met hun filosofie en kennis. Maar God wil daar niets van weten. Hij gaat daar niet op in. Hij gebruikt de in de ogen van Joden en Grieken dwaze methode van de prediking van de gekruisigde Christus in de kracht van de Heilige Geest. Door die prediking in de kracht van de Geest, met een zalving van God, zullen de mensen die geloven gered worden

 

Paulus spreekt in 1 Korinthe 1 en 2 over drie groepen. (Vanaf 1 Korinthe 1:17  tot 2:5). Over de joden die tekenen vragen (als bewijs), voor ze geloven. Over Grieken die wijsheid vragen, die overtuigd willen worden met behulp van filosofie en geredeneer. En over hen die God roept, die tot geloof komen door de simpele prediking van de gekruisigde Christus in de kracht van de Heilige Geest. En alleen als je zo tot geloof komt is je geloof gebaseerd op kracht van God (1 Korinthe 2:5). Het heeft God behaagd om de mensen te redden door “de dwaasheid der prediking” (1 Korinthe 1:21).

 

+ Maar laten we er even vanuit gaan dat de Kok dit vers juist uitlegt

 

Dat met spreken met betoon van Geest en kracht het doen van genezingen en andere tekenen en wonderen wordt bedoeld. Wat voor gevolgen heeft dat? Dat betekent dat al de bekende opwekkingspredikers zoals John Wesley, George Whitefield, Moody, C.H. Spurgeon, Finney, George Muller en dat al de zendelingen die in de negentiende en begin twintigste eeuw landen als China zijn binnen gedrongen, het evangelie niet hebben verkondigd “met betoon van geest en kracht”. Want dat is de implicatie van de uitleg van de Kok.

 

Zou de Kok beseffen wat hij, bij implicatie, zegt? Of is niet tot hem doorgedrongen dat dit het gevolg is van zijn uitleg van 1 Korinthe 2:4.  Of kent hij de kerk- en zendingsgeschiedenis niet?

 

5.1.3. Het koninkrijk bestaat niet in woorden, maar in kracht, 1 Korintiers 4:19,20

 

“Dan zal ik mij vergewissen, niet van het woord dier opgeblazenen, maar van hun kracht. Want het Koninkrijk Gods bestaat niet in woorden, maar in kracht.” (1 Korinthe 4:19,20)

 

Hier is sprake van christenen die zichzelf ‘opgeblazen’ hadden, maar geen kracht hadden, geen realiteit in hun geestelijk leven. Daar tegenover staan christenen waar die kracht wel aanwezig is in hun leven en bediening. De Kok verstaat daar ook onder wonderen en tekenen die je beleeft in je leven en je dienen van God (8). Als de kracht van het Koninkrijk Gods er is, dan zijn er ook genezingen.

 

Hij suggereert dat als er geen wonderen en tekenen zijn in je gemeente of je bediening, je geen kracht hebt, dat je alleen woorden hebt. Als hij het heeft over kracht van het koninkrijk van God heeft zegt hij: “Dan hebben we het over … lichamelijke genezing …” (Pagina 62 van zijn boek)

 

Weerlegging

 

In een ander Bijbelgedeelte legt Paulus uit waaraan je hier moet denken: “want het Koninkrijk Gods bestaat niet in …. maar in rechtvaardigheid, vrede en blijdschap, door de Heilige Geest.” (Romeinen 14:17). Tekenen en wonderen worden hier niet genoemd. Ook in 1 Korinthe 4:19,20 zelf worden ze niet genoemd. De Kok leest het er wel in.

 

5.1.4.  De opdracht tot genezen, Mattheus 10:8.

 

“Gaat en predikt en zegt: Het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen. Geneest zieken, wekt doden op, reinigt melaatsen, drijft boze geesten uit.” (Mattheus 10:7,8)

Zie ook de parallelpassage “… en geneest de zieken die er zijn …” (Lucas 10:9)

 

De uitleg en toepassing van de Kok

 

De Kok wijst op deze tekst en leest er in dat het doen van genezingen opdracht is. “Het is gewoon een opdracht” (9). We moeten als christenen simpelweg doen wat er staat, het woord gehoorzamen.

 

De weerlegging

 

Ook hier laat je weer een grote zucht. Wat een onkundige exegese van deze tekst. De Kok negeert opnieuw volledig het verband waarin dit wordt gezegd, de context waarin de tekst staat.

 

+Dit wordt niet gezegd tegen alle christenen

 

Het wordt gezegd tegen een groep christenen, die speciaal uitgekozen en toegerust werd. “En Hij riep zijn twaalf discipelen tot Zich en gaf hun macht over onreine geesten om die uit te drijven en om alle ziekte en alle kwaal te genezen.” (Mattheus 10:1). Eerst de twaalven en later nog een grotere groep van zeventig (Lucas 10:1).

Jezus koos uit, riep ze tot zich. Het ging hier niet om al zijn discipelen. En hij rustte ze toe: “en gaf hun macht over …”

 

+Assistenten voor zijn prediking die gericht was op Israel

 

De tijd dat Jezus predikte en waarin deze uitgekozen assistenten opereerden was niet de tijd van de gemeente. De prediking was speciaal gericht op de Joden. De twaalven en de zeventig kregen uitdrukkelijk de instructie om niet naar de heidenen te gaan (Mattheus 10:5,6). De joden kregen in de tijd wel wonderen en tekenen, als vervulling van de messiaanse profetie (Jesaja 35:5,6). In de profetie was aangekondigd dat de Messias wonderen zou doen, Jezus deed wonderen. Daaraan konden ze zien dat Jezus de door God gezonden Messias was. Zo ontnam God hun elke uitvlucht voor hun weigering om Jezus te aanvaarden. Je ziet trouwens dat al die wonderen en tekenen en de prediking bijna geen effect hadden. Het bewerkte blijkbaar geen geloof bij de Joden.

 

Jezus had hulp nodig om heel Israel te bereiken, daarom schakelde hij de twaalven en later de zeventig (Lucas 10:1) in. En zij kregen volmacht om te doen wat hij ook deed, inclusief de wonderen.

 

+ Gaat de Kok ook doden opwekken?

 

Typerend in het boek van de Kok is dat hij niet let op het verband waarin de tekst staat. Hij let niet op de wijdere context van het hoofdstuk, maar ook niet op de directe context. In Mattheus 10:8  staat niet alleen de opdracht om te genezen, er staat ook de opdracht om doden op te wekken. “Geneest de zieken, wekt de doden op ….” (Mattheus 10:8). Als de Kok de opdracht om te genezen op zichzelf toepast, dan neem ik aan dat hij ook doden gaat opwekken. Genezen en doden opwekken staan beiden in de gebiedende wijs, ze zijn beiden onderdeel van dezelfde opdracht aan de twaalven en de zeventig. En gaat hij dan, zoals de twaalven en de zeventig werd opgedragen, ook alleen met zijn prediking naar de joden? (Mattheus 10:5,6)

 

5.1.5.  Profetie hoeft niet zeker te zijn, een foutje mag, 1 Thessalonicenzen 5:19-21

 

“Dooft de Geest niet uit, veracht de profetieën niet, maar toetst alles en behoudt het goede.” (1 Thessalonicenzen 5:19-21)

 

De uitleg van de Kok

 

Wat de Kok over dit Bijbelgedeelte zegt, komt op het volgende neer (10) Zie je wel, hier staat dat we profetie de ruimte moeten geven in onze gemeenten. Als we dat niet doen, dan verachten we de profetie en doven we de Geest uit.

 

Uit de opdracht om de profetieën te toetsen, leidt men in charismatisch kring af dat het niet erg is als de profeten er geregeld naast zitten. Ze mogen profeteren en dan moet uit hun profetieën het goede uitgeselecteerd worden en dat goede moeten we dan bewaren, al hun foute profetieën moeten we negeren. Zo kunnen de profeten aanrommelen.

 

Weerlegging

 

Maar dat is niet zoals profetie in het Nieuwe Testament werkte.

 

+ Uiteraard moesten profeten en profetieën getoetst worden.

 

Ondermeer moest nagegaan worden of hun profetieën uitkwamen. Ook van de nieuwtestamentische profeten werd verwacht dat alles wat ze profeteerden uitkwam. Door te toetsen moesten de christenen het kaf van het koren scheiden. Door de profetieën te toetsen konden ze ontdekken wie ware en wie valse profeten waren. 

 

+Profetie in de vorm van bijvoorbeeld aanmoediging is overbodig.

 

Wij hebben profetie niet meer nodig, zoals in het begin van de gemeente wel het geval was. Wij hebben het woord van God, de volledige Bijbel. De Bijbel doorgrondt, troost, overtuigt, geeft leiding en wijsheid, bemoedigt, wekt geloof, enzovoort. Daar hebben we geen profetische woorden voor nodig. Als we persoonlijk met het Woord omgaan en onder de prediking blijven, dan valt voortdurend het licht van het woord van God op ons leven, toegepast door de Heilige Geest. De Bijbel is het instrument van de Geest, het zwaard van de Geest, de Geest werkt door het Woord.

We hebben ook geen profetie nodig om persoonlijk leiding van God te ontvangen. Een van de zegeningen en de beloften van het nieuwe verbond is juist dat iedere christen rechtstreeks door God wordt onderwezen (Jeremia 31:34; Hebreeën 8:11). Het kenmerk van een kind van God is dat hij of zij persoonlijk door God wordt geleid (11) (Romeinen 8:14).

 

+ Wat wel nuttig zou zijn

 

Wat wel nuttig zou zijn is een profeet als Agabus, die aankondigde dat er een hongersnood aankwam, waardoor de gemeente er op kon anticiperen. Maar juist het voorbeeld van Agabus toont aan dat profetie betrouwbaar moet zijn, want een hele gemeente kwam in actie op grond van een profetisch woord van Agabus. De gemeente had groot vertrouwen in Agabus. Dat kan niet als een profeet er af en toe naast zit.

 

Waar zijn de profeten als Agabus in de charismatische beweging? Profeten die zo betrouwbaar zijn in hun profeteren dat op grond van een profetie een hele gemeente in actie komt.

 

5.1.6. Geen grond in de Schrift

 

Het is treurig hoe de Kok in zijn boek “Ruimte voor de Geest” de Schrift laat buikspreken, vooral door het negeren van het verband waarin de teksten staan. De teksten waar hij zich op beroept, ondersteunen niet zijn stelling dat het evangelie gepredikt moet worden met wonderen en tekenen. 

 

5.2. Zijn beroep op de kerkgeschiedenis

 

De Kok beweert dat de reformatorische kerken in het verleden zijn doorgeslagen op het punt van de geestesgaven en op het punt van wonderen en tekenen (12).

 

In de tijd van de Reformatie (500 jaar geleden) kregen de mensen weer toegang tot de Bijbel. Daar ontdekten sommigen dat de Bijbel sprak over profeten. Zij meenden dat God dat soort gaven nog steeds gaf. Uit hun midden kwamen profeten naar voren die beweerden dat zij directe boodschappen van God door konden geven. Velen geloofden in hen. Voor hun volgelingen waren hun uitspraken even gezaghebbend, of in de praktijk meer gezaghebbend dan de Bijbel. Zo kreeg een aantal van hen een ongezond en gevaarlijk gezag over een schare volgelingen, terwijl ze allerlei onbijbelse dingen leerden. Dit liep uit op een groot drama.

 

De stelling van de Kok is dat uit een overreactie op die gebeurtenissen de reformatoren de leer hebben ontwikkeld dat God bepaalde tekengaven niet meer gaf. De leer dat bepaalde geestesgaven, zoals de geestesgave van profetie, alleen bedoeld waren voor de tijd van de apostelen, toen de kerk werd gegrondvest. Wat de Kok en mensen als Randy Clark en het Evangelisch Werkverband op het moment aan het doen zijn, is het corrigeren van deze overreactie. Daarom roepen zij de gemeenten op om de Geest meer ruimte te geven.

 

De weerlegging

 

De Kok doet hier een zeer selectief beroep op de kerkgeschiedenis.

 

Waar hij niet op wijst, is het feit dat bestudering van de kerkgeschiedenis duidelijk maakt dat na de begintijd van de gemeente geestesgaven als gaven van genezing, profetie, spreken in tongen niet of nauwelijks meer voorkwamen. Uiteraard werden hier en daar, zeker in de context van de zending, in antwoord op gebed wel mensen genezen, maar er was niets wat ook maar in de buurt kwam van een geestesgave op dat gebied. Dit bevestigt juist de leer dat de tekengaven speciaal voor de begintijd waren.

 

Het tegenargument van de charismatici

 

Een tegenargument is dat dit kwam door de zwakke geestelijke toestand van de christenen uit het verleden. Daarom waren er zo weinig wonderen en tekenen.

 

De weerlegging

 

Wie dat zegt, weet niet waar hij het over heeft. Die kent de geschiedenis niet.

 

+De grote opwekkingen

 

Denk bijvoorbeeld aan de grote opwekkingen in met name de Angelsaksische wereld. Te beginnen met de Great Awakening die begon in het midden van de achttiende eeuw. Er zijn vier van zulke algemene opwekkingen geweest, waarin binnen korte tijd honderdduizenden en bij de latere opwekkingen zelfs miljoenen mensen tot geloof kwamen. De laatste was in 1905, die begon in Wales en ging de wereld rond. En dat allemaal zonder genezingsbediening, profetische bedieningen en dergelijke. Ook zonder andere “manifestaties”.

 

Onder opwekkingspredikers als George Whitefield en John Wesley vielen mensen soms op de grond omdat ze overweldigd waren door schuldbesef vanwege hun zonden, wat grote innerlijk strijd veroorzaakte. Er werd dan speciaal voor hen gebeden, totdat ze de vergeving van zonden konden aannemen en ervaren. Dat heeft in de verste verte niets te maken met het vallen in de Geest, met rusten in de Geest of het soaken of hoe deze ‘manifestatie’’ binnen de Toronto Blessing ook wordt genoemd.

 

+ De explosie in activiteit van de zending in de negentiende eeuw

 

Waar de Kok ook niet over spreekt, is het feit dat de negentiende eeuw de grote eeuw van de zending is geweest. Het geestelijk leven was door al die opwekkingen zo versterkt, dat een grote wereldwijde zendingsbeweging op gang kwam. Lees eens de biografie van iemand als Hudson Taylor, de pionier van de zending in China. Hoezo zwak geestelijk leven? Wat denken de charismatici die dit durven te suggereren wel niet? En bedenk dat dit alles zich afspeelde zonder genezingsbedieningen, profetische bedieningen, spreken in tongen, vallen in de geest, heilig lachen, dierengeluiden en dergelijke. Volgens mensen als Randy Clark en Jelle de Kok heeft Hudson Taylor in China het evangelie wel verkondigd, maar niet gedemonstreerd door voortdurende wonderen en tekenen en manifestaties als het vallen in de Geest en profetieën.

 

Uiteraard werden er in het zendingswerk in China wel af en toe mensen genezen in antwoord op gebed (niet op grond van een veronderstelde geestesgave) en werden bij veel mensen boze geesten uitgedreven en occulte banden verbroken. Maar dat laatste is niets bijzonders, dat gebeurt ook in niet-charismatisch kring, zonder de speciale zalving van de Toronto Blessing. Ik heb in de zielzorg ook regelmatig bevrijdingen meegemaakt. Een enkele keer zelfs spectaculair, met op de grond vallen en andere dergelijke verschijnselen. Maar bevrijding van boze geesten en lichamelijke genezing zijn twee verschillende dingen. Genezing komt zelden, bevrijding komt altijd. Maar let wel, het uitdrijven van boze geesten heeft niets te maken met een geestesgave. Iedere volwassen christen, die sterk is in het geloof, kan dat doen.

 

+ Conclusie

 

Een overzicht van de volledige kerkgeschiedenis bevestigt juist de leer dat de tekengaven speciaal voor de begintijd van de gemeente waren.

 

5.3. De karikatuur die hij maakt van de christenen die het niet met hem eens zijn

 

Een bekende oneigenlijke manier om je gelijk te bewijzen is een karikatuur maken van het standpunt van je opponent. Dat doet de Kok als hij spreekt over “streeptheologie” (13). “Men spreekt hier wel van streeptheologie. Na de apostelen werd er een streep gezet onder de bijzondere gaven van de Geest”. Zo noemt hij de overtuiging dat de tekengaven speciaal bedoeld waren voor de grondvesting van de kerk.

Christenen die over streeptheologie spreken, insinueren of zeggen gewoonlijk dat mensen die de streeptheologie aanhangen niet meer geloven dat God ook vandaag nog wonderen doet. En ze suggereren dat God een christen niet persoonlijk meer leidt.

 

Waarom is de streeptheologie een karikatuur?

 

+ Ook niet-charismatische christenen verwachten dat God wonderen zal doen in antwoord op gebed. Maar dat heeft niets met geestesgaven te maken.

 

+In de pastorale praktijk van twee baptistengemeenten, waar ik bij betrokken was, hebben we spectaculaire uitdrijvingen van demonen meegemaakt. Maar dat had niets met geestesgaven of met een overgedragen zalving te maken, maar met geloof en gebed en het bevelen in de naam van Jezus. We geloven als niet-charismatische christenen ook dat we als christenen het gezag hebben om gebonden en bezeten mensen in de naam van Jezus te bevrijden.

 

+Ook een niet-charismatisch christen die met God wandelt, ervaart dat God hem leidt en zijn gebeden hoort. De pionier van de baptistengemeente in Middelburg heeft me verteld dat hij in de zielzorg soms bijzondere bijstand van God verkreeg. Een illustratie. Het werd niet duidelijk wat de oorzaak was van depressiviteit bij een bekeerde jonge vrouw. De zuster had al vele malen bij verschillende christenen hulp gezocht. Toen de voorganger om leiding en wijsheid bad, kwam het woord “abortus’ in zijn gedachten. Toen hij het aan haar vroeg, bleek dat ze inderdaad een abortus had laten doen. Ze had het weggeduwd. Na belijdenis was de depressiviteit weg. Maar deze broeder claimde op grond van dit soort ervaringen niet dat hij de geestesgave van profetie had of dat hij woorden van kennis kreeg of dergelijke. Dit is de normale ervaring van ieder die met God wandelt en die bezig is in het werk van God. Hij bad en God gaf hem leiding. En deze broeder stond achter wat Jelle de Kok ‘de streeptheologie’ noemt.

 

+Ook in niet charismatische kring wordt Jakobus 5 toegepast. Dezelfde broeder waar hierboven over is gesproken, paste Jakobus 5 toe. Een van zijn dochters had bij de geboorte een ernstige levensbedreigende kwaal waar de artsen weinig aan konden doen, de oudsten van zijn evangelische gemeente hebben haar gezalfd en voor haar gebeden, waarna ze snel genas. Later, als voorganger, bad hij samen met zijn medeoudsten voor zieken. Daarna heeft hij, ook toen hij voorganger was, nog meer op deze wijze voor zieken gebeden, maar zulke spectaculaire genezingen als bij zijn dochter gebeurde, zijn in die jaren niet of  in ieder geval slechts sporadisch voorgekomen.  

 

+Ook in niet charismatisch kring gelooft men dat God nog steeds aan iedere christen één of meerdere geestesgaven geeft. Alleen wijst  de praktijk uit dat God bepaalde gaven, zoals de gave van genezing, sinds de tijd van de apostelen niet meer geeft. 

 

Bovendien, speciaal in een zendingssituatie waar het evangelie stuit op bolwerken van door boze geesten beheerste en bekrachtigde heidense godsdiensten, kun je verwachten dat God geregeld een wonder zal doen, om aan te tonen dat Hij de sterkste en de levende is (Marcus 16:17-19 ).

 

Binnen het standpunt dat God de tekengaven niet meer heeft gegeven sinds de begintijd van de gemeente is er variatie. Sommigen zijn er dogmatisch over, ze vinden het bewijs overtuigend. Anderen zijn van mening dat er vanuit de Schrift alleen sterke aanwijzingen voor zijn, maar geen hard bewijs, maar die aanwijzingen worden wel bevestigd door de kerkgeschiedenis. Dit laatste is mijn eigen standpunt (14).

 

5.4. Een beroep op de eigen ervaring

 

“Zie eens hoe geweldig het werkte bij mij. Dit moet wel uit God zijn.”

 

Het krachtigste argument waarmee de Kok de christenen van zijn gelijk probeert te overtuigen, is zijn getuigenis en dat van anderen die ook de ‘impartation’ hebben ontvangen. Hij vertelt hoezeer ze zelf gezegend zijn en hoezeer hun dienstwerk voor God veel krachtiger is geworden, sinds ze de zalving (de impartation) hebben ontvangen. Vooral de successen in de PKN gemeente Diever, waar de Kok predikant was, worden door de Kok gebruikt om zijn mede predikanten en de kerkenraden over de streep te trekken.

 

Wat van die successen te denken? En wat van zijn zalving te denken? Ik heb naar het verslag van de Kok geluisterd, over het verkrijgen van zijn zalving (impartation). Tijdens de conferentie zag hij in dat hij te veel in eigen kracht bezig was geweest en dat hij het meer van God moest verwachten. Dit is een belangrijk moment in het geestelijk leven, waar velen die actief zijn in het werk van God op een bepaald moment doorheen gaan. We kunnen met de meest oprechte bedoelingen toch voor een groot deel in eigen kracht bezig zijn, eigen plannen makend, steunend op eigen inzicht en eigen kracht. Als dat tot ons doordringt en we besluiten om niets meer te doen tenzij God leiding geeft en om het alleen van Hem te verwachten, dan komt er vaak een nieuwe vervulling met Gods Geest in ons leven. Het lijkt me dat er met de Kok in die tijd zoiets is gebeurd, maar zelf denkt hij dat dit het gevolg is van het hele Toronto gebeuren er om heen. Omdat hij het heeft ervaren in die omgeving, heeft hij alles overgenomen. 

 

5.5.            Evaluatie van het door hem aangedragen bewijs

 

De zwakke of eigenlijk de ontbrekende onderbouwing vanuit de Bijbel is schokkend. Het lijkt er op dat er eerst de ervaring was en dat de Kok daarna enkele teksten in de Bijbel heeft gevonden om zijn ervaring vanuit de Bijbel mee te rechtvaardigen. Maar die teksten geven zijn ervaring slechts een schijn van Bijbelse onderbouwing. De teksten waarop hij zijn overtuiging probeert te funderen, ondersteunen niet wat hij er in meent te lezen. Het historisch argument dat hij gebruikt is zo mogelijk nog schokkender, want de kerkgeschiedenis geeft juist een getuigenis dat rechtstreeks tegen zijn stelling ingaat. Het ontbreken van de tekengaven in de grote wereldwijde opwekkingen en in de agressieve en succesvolle zendingsbeweging die startte aan het begin van de negentiende eeuw, bevestigt dat krachtig geestelijk leven en uitbreiding van de gemeenten niet verbonden zijn met het functioneren van de tekengaven. De grote opwekkingen en de succesvolle initiatieven in de zending hadden veel meer te maken met toewijding, reiniging, geloof en ernstig, gelovig, aanhoudend gebed. Zijn meest overtuigende argument is zijn beroep op zijn ervaringen en wat er na zijn ‘impartation’ gebeurde in zijn gemeente. Maar voor bidden met mensen in nood hoef je die ‘impartation’ niet te hebben. Het doet mensen in ieder geval goed als er naar hen geluisterd en met hen gebeden wordt. Bidden naar Jakobus 5 wordt al heel lang in niet-charismatische evangelische gemeenten gedaan.

 

6.      De tactiek van de Kok: charismatisch met de rem op

 

De Kok weet dat de theologie en de praktijken van de Toronto Blessing weerstand oproepen. Met als gevolg deuren die sluiten, dat wil hij voorkomen. Hij wil de theologie en de praktijken invoeren in Nederland, met name in de PKN. Hij kiest daarom voor een voorzichtige aanpak (15). Zo hoopt hij weerstand te voorkomen en openheid te krijgen voor het uitdragen van zijn charismatische boodschap. Het lijkt te werken, want hij is, via het Evangelisch Werkverband, druk bezig met het geven van cursussen in reformatorische gemeenten.

 

Hoe doet hij dat? Hoe brengt hij zijn charismatische boodschap ‘met de rem er op”

 

Hij brengt de basisstelling van de Toronto Blessing, namelijk dat we het evangelie niet alleen moeten verkondigen, we moeten het ook demonstreren, door tekenen en wonderen. Als hij de christenen dit kan laten geloven, dan heeft hij hen gewonnen. Dan zijn ze er van overtuigd dat er bij hen iets ontbreekt, immers bij hen ontbreken de wonderen en de tekenen, iets dat er wel zou moeten zijn. Ze schieten te kort, ze verkondigen wel het evangelie, maar ze demonstreren het evangelie niet. Als hij hen in die positie heeft gekregen, dan kan hij vervolgens aangeven hoe ze dit in hun gemeenten kunnen gaan praktiseren.

 

Typerend is dat hij het in zijn boek “Ruimte voor de Geest” niet rechtstreeks over spreken in tongen of over buiten-Bijbelse manifestaties zoals vallen in de Geest heeft. Dat zou de mensen afschrikken. In zijn boek richt hij zich vooral op genezing en profetie. De twee activiteiten die nog een basis in de Bijbel hebben.

 

Ook typerend voor zijn ‘tactvolle’ aanpak is dat de Kok wel spreekt over het moment waarop hij door handoplegging de zalving (de impartation) heeft ontvangen, maar hij geeft niet de naam van de conferentie en van de persoon die met hem gebeden heeft. Althans, ik heb het in mijn onderzoek niet kunnen vinden. Dit in tegenstelling tot Hans Maat, die vertelt openlijk dat hij zijn zalving via Randy Clark heeft verkregen. Jelle probeert blijkbaar naar buiten toe enige afstand te houden van de Toronto Blessing beweging. Hij presenteert zich als “evenwichtig” en “we houden het wel in de hand”. Maar intussen draagt hij wel de kern van de theologie van deze beweging uit. Zo zet hij de wissel om in het denken van de mensen.

 

Het bijna onvermijdelijke gevolg is dat de mensen en gemeenten die door de Kok worden ‘’ingewijd” in het charismatische denken en beleven daardoor open komen te staan voor de meer extreme charismatici zoals Clark en Bill Johnson (16). Die geven immers aan hoe je de manifestaties kan opwekken en krijgen. En Clark wordt gepromoot door het Evangelisch Werkverband. Zijn boeken worden aangeboden, hij was hoofdspreker op hun conferentie.

 

Zo is de Kok bezig om ‘op kousenvoeten’ de theologie en praktijk van de Toronto Blessing in te voeren Niet alleen in de PKN, helaas ook in evangelische gemeenten. Zijn succesverhaal is de grote trekker. Want welke voorganger, welke geestelijke leider, welke gemeente zou dit ook niet willen? Kracht, prediking die doordringt, mensen die tot geloof komen. En dat allemaal als je de Geest de ruimte geeft. Als je de theologie en praktijk van de Toronto Blessing invoert.

 

7.      Conclusies, evaluatie

 

De Kok en het Evangelisch Werkverband zijn gevangen geraakt in een valse leer. Het ernstige is dat zij die valse leer welbewust aan het uitdragen zijn in de Nederlandse christelijke wereld. Wat zullen de gevolgen zijn?

 

+ Het zal gemeenten verscheuren

 

Het binnenbrengen van deze leer en praktijken in niet-charismatische Bijbelgetrouwe gemeenten zal tot innerlijke strijd en verdeeldheid leiden. In de jaren negentig leidde de Toronto Blessing al tot grote onrust en strijd in vele pinkster gemeenten. Dat zal nu ongetwijfeld weer gebeuren, maar deze keer in reformatorische en evangelische gemeenten.

 

Er zullen gemeenteleden zijn die de boodschap en de ervaringen van de Toronto Blessing omarmen. Zij zullen steeds meer willen en steeds verder willen gaan. Het nog een grotere plaats geven in het gemeenteleven. Dan zullen er gemeenteleden zijn die de boodschap afwijzen als onbijbels en gevaarlijk, zij zullen tegengas geven. Ik ken een gemeente waarin de spanning tussen deze twee groepen 30 jaar lang telkens weer naar boven kwam en tot conflicten leidde. Conflicten tussen hen die meer “pinksteren” wilden en mensen die dat niet zagen zitten. Je neemt een grote verantwoordelijkheid als je een gemeente deze weg opleidt.

 

De Kok denkt dat dit voorkomen kan worden door elementen van de Toronto leer op kousenvoeten in te voeren. Rustig aan. De ongeruste leden geruststellen, we zullen het in de hand houden, we zijn voor evenwicht. Dat zal misschien even werken, maar daarna niet meer. Het denken en de beleving van de gemeenteleden zal tegenover elkaar komen te staan.

 

Het zou voor mij, als niet charismatisch christen, onverdraaglijk zijn om in een gemeente te zijn waar dit soort zaken zou worden ingevoerd. Want ik ben er van overtuigd dat de Toronto Blessing niet uit Gods Geest is, maar door boze geesten is geïnspireerd. Je kijkt bij het ‘vallen in de Geest’ en andere manifestaties rechtstreeks in het gezicht van de duivel. Werkingen van boze geesten worden voorgesteld als werkingen van Gods Geest. Hier is onmogelijk mee te leven. Het leven van de Heer in je krimpt ineen als je geconfronteerd wordt met deze werkingen van de boze.

 

Het kan zijn dat u vindt dat ik te scherp ben in mijn afwijzing. Daarom wil ik met nadruk aanbevelen om de volgende twee getuigenissen van mensen die er diep in gezeten hebben te beluisteren en te lezen.

 

Het eerste is een audio van een vraaggesprek met een vrouw die er diep in heeft gezeten en er stap voor stap weer uit is gekomen (17). Dit is de link: https://www.youtube.com/watch?v=ggjFrhxMg68 . Als deze link niet werkt, in eindnoot 17 staat een andere link naar hetzelfde getuigenis.

 

Hier is de link naar een getuigenis van een voorganger die er van het begin af aan bij is geweest. Wel Engelstalig. (https://discernmentministriesinternational.wordpress.com/2009/10/23/the-toronto-deception-by-a-former-vineyard-pastor/ )

Hij was er bij toen in de Toronto Airport Vineyard gemeente de Toronto Blessing uitbrak onder de prediking van Randy Clark. Je had in die tijd in Toronto drie Vineyard gemeenten. Arnold was voorganger van de Toronto Airport gemeente,  de broeder vertelt hoe het was, hij was in die tijd voorganger van één van de andere twee gemeenten. Hij is er in het begin helemaal in meegegaan. Later is hij er aan ontsnapt. Lees zijn getuigenis over de gebeurtenissen.

 

+ Het zal velen op het extreem charismatische pad zetten

 

Dat zal onvermijdelijk gebeuren als de basisstelling van de Toronto Blessing beweging wordt aanvaard. Namelijk de leer dat het koninkrijk van God niet alleen moet worden verkondigd, maar ook gedemonstreerd. De idée dat prediking gepaard moet gaan met wonderen.

 

+ Het is gevaarlijk door de handoplegging

 

Jelle de Kok en andere charismatisch leraren spreken nooit over de mogelijkheid dat boze geesten geestesgaven en geestelijke ervaringen kunnen namaken. Er kan ook een verkeerde ‘zalving’ worden overgedragen.

 

Ik zelf ben ongeveer 25 jaar geleden in een pinkstergemeente (een Berea gemeente) occult belast geraakt door handoplegging. De gemeente was enige tijd daarvoor de weg van John Wimber (Vineyard) opgegaan. In de samenkomst werden de aanwezigen opgeroepen om elkaar te zegenen. Voor ik het in de gaten had, legde mijn buurman zijn hand op mijn schouder en zegende hij mij. Vanaf dat moment raakte ik in mijn geest het heldere contact met God kwijt, dat ik vanaf mijn bekering had gehad. Ik had nog wel contact met God, maar het leek alsof er een gordijn tussen mij en God zat. Nog wel contact, maar het leek net alsof ik God niet meer kon bereiken. Daar ben ik door gebed weer van bevrijd. Ik ben er indertijd vreselijk van geschrokken. 

 

Een ander voorbeeld. Ik werd gebeld door een zuster die mijn Bijbelstudiekring bezocht. Ze was naar een bijeenkomst van de charismatisch “Women Aglow” organisatie geweest. De spreekster van die avond werd geïntroduceerd als een gebedsvrouw. Tijdens haar spreekbeurt profeteerde ze: “Er is hier een vrouw die het moeilijk heeft, maar de Heer zegt: Vreest niet.” De zuster uit onze gemeente trapte er in. Ze had het op dat moment moeilijk en ze dacht dat die boodschap voor haar was bedoeld: “Een echte profetie, speciaal voor mij.” Uiteraard zitten er in elke samenkomst mensen die het moeilijk hebben, zo schiet je als profeet altijd raak. Ze vertelde de spreekster dat ze het moeilijk had. De gebedsvrouw stelde voor om met haar te bidden. Ze bad vervolgens met de zuster en tijdens het gebed legde ze haar hand op haar schouder (handoplegging) en halverwege het gebed ging ze over van bidden in Nederlands naar bidden in ‘tongentaal’. Wat was het effect op de zuster?

 

Na deze gebeurtenissen werd ze gekweld door klopgeesten, geluiden, ze voelde een zwaar gewicht op zich rusten in bed, ze dacht dat het haar hond was, maar dat was niet het geval, enzovoort. Het was geen verbeelding, ook haar hond reageerde er op. Ongerust belde ze mij op en we zijn met drie broeders naar haar toe gegaan. Ze heeft het verhaal verteld, we hebben er voor gebeden en daarna was het over.

 

Zo zou ik verhaal na verhaal kunnen vertellen. Een van mijn familieleden heeft door handoplegging een valse tongengeest ontvangen. Dat had allerlei negatieve gevolgen. Ze werd bijvoorbeeld s’nachts regelmatig gekweld door ernstige nachtmerries. Zo erg dat haar man haar wakker moest maken. Er is in gebed aan God gevraagd wat er aan de hand was. Er is aan de Heer gevraagd of dit spreken in tongen uit Hem was. De nacht daarop heeft de geest zichzelf bij zijn naam bekend gemaakt in een droom. Hij is daarna uitgedreven.

 

Je moet je nooit de handen op laten leggen als je degenen die het doen niet kent. En ik persoonlijk zou me nooit in charismatische kring de handen op laten leggen. Het risico is te groot.

 

+ De Kok wil de “gewone” doorsnee PKN gemeenten redden, maar er gebeurt iets anders

 

Ze zullen niet het zieke deel van de PKN bereiken, maar juist het gezonde deel, niet de gewone PKN gemeenten, maar het gezonde deel, de Gereformeerde Bond. 

 

De gemeenten die in de PKN dreigen te sterven zijn veelal de “gewone” gemeenten. Dit in tegenstelling tot de Gereformeerdebonds gemeenten. Wat zeer waarschijnlijk in het werk van de Kok zal gebeuren, is dat hij niet de “gewone” PKN gemeenten zal bereiken, maar veeleer de Gereformeerde Bondsgemeenten. Die gaat hij verscheuren door deze tweedracht binnen te brengen. Hij zal de gevaarlijk geestelijke machten die achter de fenomenen van de Toronto Blessing zitten in deze gezonde gemeenten binnen loodsen.

 

8.       Hoe moet het dan wel?

 

Dat er nood is, kan niet ontkend worden. Immers de gewone gemeenten in de PKN zijn veelal aan het uitsterven. Er is wel een Bijbelgetrouw deel van de PKN, maar daar is het vaak een gevecht om jeugd vast te houden en soms is er weinig wervingskracht. Maar dat is in evangelische kring ook vaak het geval. De Kok en het Evangelisch Werkverband denken dat de leer en praktijken van de Toronto Blessing het antwoord is op deze nood. Hierboven is aangetoond dat deze weg onbijbels en gevaarlijk is. Maar als dit niet de goede weg is, wat dan met de nood?

 

Wat kun je doen om het leven in de PKN te versterken? Wat is nodig? Wat kan gedaan worden? Wat is de Bijbelse weg?

 

+Wat nodig is, is verzet tegen de vrijzinnigheid

 

Zoals hierboven al uiteen gezet is, is de vrijzinnigheid de voornaamste oorzaak waarom de gewone gemeenten van de PKN aan het uitsterven zijn. Om ten minste te bewaren wat er nog is, moet er afgeschermd worden tegen schriftkritiek. En tegen andere zaken die het Schriftgezag aantasten.

Zelfs als er niet openlijk schriftkritische theorieën over de Bijbel worden geleerd, dan is er vaak toch een buigen voor de geest van de tijd. Op het gebied van de vrouw in het ambt, op het gebied van de schepping (theïstische evolutie), homoseksualiteit, samenleven voor het huwelijk.

 

Als bijvoorbeeld de vrouw in het ambt wordt geaccepteerd, dan wordt daarmee het gezag van de Bijbel ernstig aangetast. De Bijbel is immers duidelijk:  Paulus schrijft: “maar ik sta niet toe, dat een vrouw onderricht geeft of gezag over de man heeft; zij moet zich rustig houden … “ (1 Timotheus 2:12). Voor meer uitleg over deze tekst en het onderwerp, zie de link in deze noot (18). Uit het feit dat Paulus dit gebod baseert op de scheppingsorde en op de zondeval blijkt dat het niet om een tijdgebonden standpunt gaat (1 Timotheus 2 :13,14 ).

 

Je moet een enorme goocheltruc met deze tekst uithalen om deze duidelijke uitspraak van Paulus te ontkrachten. Kan het nog duidelijker gezegd worden dan hoe Paulus het hier zegt! “Ik sta niet toe ..”

 

Er wordt wel beweerd dat met ‘geen gezag over de man hebben’ een bepaalde ongeestelijke manier van leidinggeven wordt bedoeld, het zou dan niet gaan over leidinggeven in het algemeen, maar om een verkeerde manier van leidinggeven, om heerszucht. Maar dat is strijd met de directe context, met :13,14. Daar gaat het over de scheppingsorde “Want eerst is de man geschapen en daarna de vrouw” (:13) en de zondeval :14). Het gaat hier om fundamentelere zaken dan over een verkeerde manier van leidinggeven. De scheppingsorde of de zondeval hebben niets te maken met de manier van leidinggeven. Ze hebben wel te maken met wie leiding behoort te geven. 

 

Als je als geestelijk leider in staat bent om de Schrift op die manier  weg te redeneren, om je standpunt op die manier aan te passen aan de tijdgeest, dan zegt dat iets over je houding tegenover de Schrift. Dan aanvaard je ten diepste de Schrift niet als het hoogste gezag. De weigering om in alles te buigen voor het woord van God is de kern van vrijzinnigheid. Christenen die op één of meerdere van de hierboven aangegeven gebieden waar de leer van de Bijbel in botsing met de tijdgeest komt, buigen, zijn de weg naar de volledige vrijzinnigheid ingeslagen. Het zit al fout in hun hart, dat zal zich met de tijd ook op andere terreinen gaan openbaren.

 

Het Evangelisch Werkverband wil nieuw leven brengen in de PKN door de charismatisch leer in de gemeenten binnen te brengen. Maar intussen is de vrouw van hun eigen toerustingpredikant de Kok werkzaam als predikante van de Gereformeerde Kerk Wilsum (19). Ze wordt in de historische lijst van de predikanten van de gemeente vermeldt als ds. H de Kok-Mellema. De Kok zelf is sinds 2017 hulppredikant van de gemeente.

Maar Samuël zeide: Heeft de Here evenzeer welgevallen aan brandoffers en slachtoffers als aan horen naar des Heren stem? Zie, gehoorzamen is beter dan slachtoffers, luisteren beter dan het vette der rammen.” (1 Samuel 15:22)

 

Een nog subtielere manier om het gezag van de Bijbel te ondermijnen is: (1) het vermijden van dit soort onderwerpen, terwijl je zelf wel het goede standpunt inneemt. (2) De weigering om een helder Bijbels standpunt in te nemen en uit te spreken, vanuit het verlangen om conflicten te voorkomen, vanwege de intimidatie van de vijand. En (3) in het verlengde daarvan de weigering om tegen deze gevaarlijke dwalingen op te treden. Om de Bijbelse tucht uit te oefenen NOOT20 (20).

 

Wat zullen de Gereformeerde Bondsgemeenten gaan doen op deze drie terreinen? Je houdt je hart vast. Aanpassen, angstig zwijgen in prediking en onderwijs over deze zaken? Een helder Bijbels standpunt innemen? De tucht handhaven? De confrontatie met de tijdgeest aangaan?

 

Als de vrijzinnigheid niet wordt weerstaan, dan is al het andere dweilen met de kraan open.

 

+ Heldere verkondiging van het evangelie.

 

Uiteraard is dit wat de mensen in de gemeenten van de PKN nodig hebben. De nood van de mens. De schuld tegenover God. De toorn van God over de zonde. Het komende oordeel. Het gevaar van de eeuwige straf. De liefde van God die zijn Zoon zond als verlosser. Het plaatsvervangend sterven en de opstanding van Jezus. De evangelie uitnodiging. De oproep tot een keuze, tot bekering, tot geloof, tot Jezus aannemen, tot onderwerping aan Jezus. De noodzaak van levensverandering en heiliging. De inwoning van de Heilige Geest. De Geest die te hulp komt bij het doen van Gods wil. De wederkomst van Christus. De opstanding. De herschepping van hemel en aarde.

 

+ Een fundament leggen met onderwijs over de gezonde leer.

 

Het volk gaat verloren door gebrek aan kennis, gebrek aan kennis van Gods woord (Hosea 4:6). De hoofdzaken van de leer moeten systematisch onderwezen worden. De leer over God, Jezus, de Heilige Geest, de mens, de zonde, de verlossing, de gemeente, de engelen, de toekomst. Zie voor een voorbeeld daarvan de Bijbelstudies op de honderdbijbelstudies site (www.honderdbijbelstudies.nl ).

 

+ De christenen oproepen tot toewijding

 

Veel mensen die wel geloven, leven toch niet met hun hele hart voor God. De bekeerde mensen moet opgeroepen worden om radicaal voor Jezus te gaan leven en niet meer voor zichzelf en voor het eigen genoegen. Oproepen zich ter beschikking van God te stellen. Oproepen tot gehoorzaamheid aan het licht dat God al heeft gegeven. Oproepen om zich over te geven aan God. “Heer wat wilt U dat ik doen zal, niet mijn plannen maar uw plannen.”

 

Zie deze Bijbelstudie over toewijding:

www.internetbijbelschool.nl/transfer/basprak10.htm

 

Echte opwekking

 

Ik heb gezien hoe christenen als gevolg van deze overgave vervuld werden met de Heilige Geest, met als gevolg een echte opwekking in hun leven. Dat gebeurde bij sommigen van hen van het ene moment op het andere, na het moment van overgave. Ik heb in verschillende christenen om mij heen een dergelijke opwekking gezien. Er was zeker geestelijk leven bij hen en oprecht geloof, maar er was ook weinig kracht, realiteit, weinig inzet voor God en bereidheid om offers te brengen. Wat gebeurde met hen na hun moment van toewijding, overgave?

 

Ik neem een broeder als voorbeeld. Na het moment van overgave kwam er een enorme geestelijke honger naar het woord van God in zijn hart, hij begon hele dagen in de Bijbel te lezen, hij kreeg een last om te bidden, een geest van gebed, bewogenheid over onbekeerden, zorg voor medechristenen, een hart voor het werk van God en een nauw geweten tegenover God. Of weer een ander. Iemand die in de jeugd Jezus had aangenomen,  ze klaagde dat ze zo weinig van God ervoer, dat ze eigenlijk nog nooit een duidelijke gebedsverhoring had beleefd. Na het moment van overgave veranderde dat van het ene moment op het andere. Er gebeurde weer hetzelfde als in het voorbeeld hierboven, ze begon de leiding van God te ervaren, nu kwamen er wel gebedsverhoringen, ze begon te getuigen en er volgden bijna onmiddellijk bekeringen. Ineens begreep ze geestelijke dingen die verder gingen dan de eerste beginselen. Het treffende was ook bij haar, dat dit van het ene moment op het andere gebeurde. Ze werd op dat moment vervuld met de Heilige Geest. Dit zijn twee spectaculaire voorbeelden, het kan ook geleidelijk komen.

 

Zie voor een Bijbelstudie over de vervulling met de Heilige Geest, deze link: www.internetbijbelschool.nl/transfer/basprak11.htm

 

+ Toerusten in praktisch christenleven

 

De mensen die wel geloven, die bekeerd zijn, die radicaal Jezus willen volgen, moet uitgelegd worden wat dat inhoudt en hoe je dat doet.

 

Een goed voorbeeld van het onderwijs dat nodig is, is het boek Basislessen geestelijke groei dat uitgegeven wordt door stichting Heartcry. Dit is de link: https://www.heartcry.nl/webwinkel/boeken/basislessen-geestelijke-groei/ 

Op mijn site www.internetbijbelschool.nl staat ook een serie Bijbelstudies over het praktisch christenleven: www.internetbijbelschool.nl/body.htm#praktijk .

 

Uiteraard zijn deze twee series niet perfect, maar ze geven een goed overzicht van onderwerpen die belangrijk zijn voor het leven als christen. En de onderwerpen worden vanuit de bijbel en de praktijk besproken.

 

+ Een gemeentestructuur met kleine groepen

 

Gemeenschapsgroepen (kringen), gebedsgroepen, en dergelijke.

 

+ Afschermen tegen valse leringen en dwalingen

 

Er is de Bijbelse opdracht tot het handhaven van de leertucht in de gemeente zelf  (21), maar ook voor het beschermen van de gemeenteleden tegen de dwalingen voordat ze binnenkomen.

 

+ Optreden tegen openlijke zonde

 

Er is de Bijbelse opdracht tot het handhaven van de tucht op moreel gebied (22).

 

Ik heb zelf niet lang geleden nog een keer gezien wat falen op dit gebied veroorzaakt. Het gaat om een groep jongelui die vanuit een gemeente regelmatig samenkwamen om elkaar op te bouwen in het geloof. Jongeren kwamen tot geloof, begonnen te groeien als christen, er was echte gemeenschap, kracht, liefde, leven door de Heilige Geest. Toen ging iemand uit de leiding openlijk ongehuwd samenwonen met een ander lid van de groep. Dit veroorzaakte grote onrust. Er werd door de leiding niet direct ingegrepen, ondanks de protesten van sommige deelnemers die zich beriepen op de Bijbel. Toen er niets gedaan werd, haakten mensen af. Juist degenen die de Bijbel belangrijk vonden. De twee groepsleden bleven wel meedoen aan de samenkomsten en ze deden gewoon mee met de geestelijke gesprekken, de Bijbelstudies en de gebeden, alsof er niets gebeurd was. 

 

+ En bovendien en boven alles, gebed

 

In gebed op de bres staan, God vasthouden. Als je onder leiding van God aan een taak, aan een functie bent begonnen, dan mag je er ook op rekenen dat God mee zal werken en dat Hij de benodigde genade zal geven. Dat is een goede Bijbelse grond om aan de Here voor te houden in gebed. Om er met geloof voor te bidden. In de verwachting dat God zal antwoorden.

 

“En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking voor alle heiligen; ook voor mij, dat mij bij het openen van mijn mond het woord geschonken worde, om vrijmoedig het geheimenis van het evangelie bekend te maken, …” (Efeze 6:18,19)

 

Breng als het kan de bidders bij elkaar. Mijn oude voorganger zei vaak: “De gemeentebidstond is de kurk waarop de gemeente drijft” 

 

Niet klagen over de preken en het optreden van de voorganger, als het een Bijbelgetrouwe predikant is, maar ernstig en volhardend voor hem bidden, dat hem “het woord wordt geschonken bij het openen van zijn mond”. Dat er beslag van Gods Geest zal zijn op de harten, dat het woord van God door zal dringen. 

 

Een van mijn eerste ervaringen als christen was de volgende gebeurtenis. Er werd een evangelisatiecampagne georganiseerd. Zeven dagen was er een spreker, door de hele stad werden mensen uitgenodigd. Er kwamen mensen, maar niemand kwam tot geloof. Toen kwam de laatste avond, de laatste samenkomst. Een aantal van de jongere pas bekeerde leden waaronder ik zelf, kon het niet verdragen dat er niemand tot geloof was gekomen, we zijn toen met z’n vieren in een auto gaan zitten naast de tent en we hebben de hele tijd (ongeveer anderhalf uur) in gebed op de Here aangelopen, om de beurt telkens tot de Here roepen, bij God pleiten, met aanhoudend bidden en smeken. Toen de mensen weer uit de tent kwamen en we met hen spraken, was het net of er een bom gevallen was, je zag aan hun ogen dat ze diep geschokt en geschud waren, er zijn die avond enkele mensen tot geloof gekomen. De spreker van die avond was onze eigen voorganger. Enige tijd daarna vertelde ik na een samenkomst dit verhaal aan een andere broeder, toevallig hoorde de voorganger wat ik vertelde. Dit was zijn reactie: “O nu snap ik het, dat is de verklaring, ik heb die avond een bijstand van Gods Geest ervaren in de evangelieverkondiging zoals ik die nog nooit had ervaren, ik had nog wel een uur door kunnen gaan.”

Dit is geen eenmalig gebeuren, dit zal God altijd doen in soortgelijke situaties.

 

Twee organisaties, twee wegen, het contrast

 

Niet alleen het Evangelisch Werkverbond heeft als visie het versterken van “wat dreigt te sterven”. Een organisatie als de hierboven al genoemde Stichting Heartcry heeft dezelfde visie. Alleen is de weg die ze wijzen radicaal verschillend. Heartcry staat achter de bijbelse weg die hier, in dit punt, in punt 8, wordt gewezen. Het Evangelisch Werkverbond wijst de weg van de Toronto Blessing aan. Deze twee organisaties vertegenwoordigen twee wegen, twee oplossingen. Samengaan gaat niet. Je kunt meel niet met zuurdesem in contact brengen, zonder dat het zuurdesem alles verzuurt. Werking van boze geesten en werking van Gods Geest gaan niet samen.

 

Welke weg kiest u?

 

   -----------------------

 

Eindnoten

 

1.In de info voor bezoekende predikanten van de gemeente staatWij hebben een eigen predikante voor 33,33% in dienst. Zij en haar man gaan op regelmatige basis voor in de gemeente.” https://www.gereformeerdekerkwilsum.nl/pdf-files/Preekvoorziening_en_info_voor_Predikanten.pdf Ze staan beiden in de historische lijst van voorgangers, vanaf 2017. De link naar de predikanten lijst: https://www.gereformeerdekerkwilsum.nl/predikantenlijst/ 

 

2.Een illustratie. Het gaat om ds. Robbert Veen. Een zeer bezadigde man, toch gebeurde het volgende: “Omdat mijn confessioneel-evangelische prediking van het evangelie in deze gemeente op grote weerstand van een grote groep vrijzinnige leden stuitte, zijn de gemeente en ik in 2018 uit elkaar gegaanhttps://veenpreken.wordpress.com/about/ 

 

3. Voor een bijbelstudie over vallen in de Geest, zie www.internetbijbelschool.nl/transfer/baslhgd.htm

 

4.Dit is een directe  breuk met protestantse en evangelische gelovigen voor wie de de Bijbel de enige regel voor geloof en leven is, waar alles aan moet worden getoetst. http://www.honderdbijbelstudies.nl/de-leer-over-de-bijbel/46-wat-we-geloven-moeten-we-alleen-op-de-bijbel-baseren/

 

5.Ruimte voor de Geest, de Kok, paginas 50,51 en20,21.

 

6.Zie deze twee artikelen “Het geringe resultaat van de hedendaagse genezingsbedieningen I en II”, op de pagina over genezing op de site toetsalles site: http://www.toetsalles.nl/genezing.index.htm 

 

7.Ruimte voor de Geest, de Kok, p. 82.

 

8.Ruimte voor de Geest, de Kok, p. .

 

9.Ruimte voor de Geest, de Kok, p. 83. “Het is gewoon een opdracht”

 

10.Ruimte voor de Geest, de Kok, pp. 79,.

 

11.Als dit niet of nauwelijks functioneert bij een christen , dan is er iets mis met het geestelijk leven. Zonde, gebrek aan toewijding en gehoorzaamheid, verwaarlozen van de Bijbel en van gebed, en kleingeloof kunnen de oorzaak zijn

 

12.Ruimte voor de Geest, de Kok, pp. 23,24

 

13. Hij gebruikt de naam, maar laat het wel anderen zeggen, maar hij plakt er intussen wel het etiket op. “Men spreekt wel van streeptheologie. Na de apostelen werd een streep getrokken onder de bijzondere gaven van de Geest”, Meer van de Geest, de Kok, p. 23

 

14.  Dit is mijn eigen standpunt: http://www.honderdbijbelstudies.nl/de-leer-over-de-heilige-geest/zijn-alle-gaven-nog-voor-nu/ . Zie ook de andere Bijbelstudies over de geestesgaven uit de serie over de heilige Geest die op de www.honderdbijbelstudies.nl site staat.

 

15. Ruimte voor de Geest, de Kok, p. 86. Zie de paragraaf onder het kopje “behoedzaam gas geven”. Dit gedeelte is onderdeel van hoofdstuk 10 dat als titel heeft “Leren omgaan met weerstand/tegenstand”. De Kok leert de predikanten en kerkenraden hoe ze om moeten gaan met mensen die bezwaar maken tegen de charismatisering van hun gemeente.

 

16. Bill Johnson is een geestverwant van Randy Clark. Hij heeft het voorwoord geschreven in het boek “Er is meer” van Clark. Johson is de meest extreme charismatische leraar die er is. Zie het artikel van Hans Frinsel over Johnson.   http://www.bijbels-perspectief.nl/De%20diepten%20van%20satan%20leren%20kenn%20-%20Hans%20Frinsel.pdf . In de Nederlandse vertaling van het boek van Clark is er een voorwoord van Hans Maat van het Evangelisch Werkverband bijgevoegd. Dit laat zien hoe geestelijk aan elkaar verwant  Clark, Johnson en Maat zijn.

 

17. Nog een andere link naar het zelfde getuigenis. https://www.spreaker.com/user/robbert_veen/koinonia-live-27-september

 

18. Zie de Bijbelstudie “De positie en taak van de vrouw in de gemeente.http://www.honderdbijbelstudies.nl/lessen-over-de-gemeente/55-de-positie-en-de-taak-van-de-vrouw-in-de-gemeente/ 

 

19. De link naar de predikanten lijst: https://www.gereformeerdekerkwilsum.nl/predikantenlijst/ 

Vanaf 2017 worden de Kok en zijn vrouw genoemd. Het is duidelijk dat zijn vrouw de predikante is. In dit document wordt ze genoemd. In de info voor bezoekende predikanten staatWij hebben een eigen predikante voor 33,33% in dienst. Zij en haar man gaan op regelmatige basis voor in de gemeente.” https://www.gereformeerdekerkwilsum.nl/pdf-files/Preekvoorziening_en_info_voor_Predikanten.pdf

 

20.Zie in de serie bijbelstudies over de gemeente op de www.honderdbijbelstudies.nl de twee studies over de tucht. De tucht op moreel gebied en de tucht op het gebied van de gezonde leer.

 

21.Voor een Bijbelstudie over het handhaven van de tucht over de leer, zie deze link: http://www.honderdbijbelstudies.nl/lessen-over-de-gemeente/56b-de-gemeentetucht-deel-ii-tucht-op-het-gebied-van-de-leer/

 

22.Voor een Bijbelstudie over het handhaven van de leer op moreel gebied , zie deze link: http://www.honderdbijbelstudies.nl/lessen-over-de-gemeente/56a-de-gemeentetucht-deel-i-tucht-op-moreel-gebied/ 

 

 

 

 


HOME