De relatie tussen de christen en de wet van Mozes

Een christen is niet onder de wet van Mozes 


De Bijbel maakt duidelijk dat God de christenen niet de plicht heeft opgelegd om naar deze wet te leven, want:  

1.   Het verbond van Mozes is met het volk Israel gesloten, niet met de gemeente

 

Zie het Bijbelgedeelte over de verbondssluiting in Exodus 19,20. “Zó zult gij zeggen tot het huis van Jakob en meedelen aan de Israëlieten …” (Exodus 19:3)

De Bijbel zegt uitdrukkelijk dat dit verbond alleen met Israel is gesloten: “Hij heeft Jakob zijn woorden bekendgemaakt, Israël zijn inzettingen en zijn verordeningen.  Aldus heeft Hij aan geen enkel volk gedaan ….” (Psalm 147:19,20). Zie ook Deut. 4:8.

De wet van Mozes is daarom niet van toepassing op de christenen. Dat wordt bevestigd door wat verder over dit onderwerp in de Schrift wordt gezegd. 

4.   De Bijbel zegt dat we als christen niet onder de wet zijn

 

We zijn niet onder de bedeling van de wet, maar onder de bedeling van de genade.

 “want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade” (Romeinen 6:14). Door onze eenheid met Christus in zijn dood en opstanding, zijn we dood voor de wet. “Bijgevolg, mijn broeders, zijt ook gij dood voor de wet door het lichaam van Christus om het eigendom te worden van een ander, van Hem, die uit de doden opgewekt is, opdat wij Gode vrucht zouden dragen.” (Romeinen 7:4).

 We zijn dood voor de wet als methode om rechtvaardig te worden voor God en we zijn dood voor de wet als leefregel. Als christenen hebben we een andere leefregel gekregen. Onze leefregel is de wet van Christus. Daarin staat hoe wij als christenen hebben te leven.

3.   We zijn onder de “wet van Christus”

 

“Want hoewel ik vrij sta tegenover allen, heb ik mij allen dienstbaar gemaakt, om er zoveel mogelijk te winnen; en ik ben voor de Joden geworden als een Jood, om Joden te winnen; hun, die onder de wet staan, als onder de wet – hoewel persoonlijk niet onder de wet – om hen, die onder de wet staan, te winnen; 21 hun, die zonder wet zijn, ben ik geworden als zonder wet – hoewel niet zonder de wet van God, want ik sta onder de wet van Christus – om hen, die zonder wet zijn, te winnen. 22 Ik ben voor de zwakken zwak geworden, om de zwakken te winnen; voor allen ben ik alles geweest, om in elk geval enigen te redden.” (1 Korinthe 9:19-22)

Let op wat Paulus hier over zichzelf zegt. Hij vertelt hoe hij zijn gedrag aanpast aan zijn doelgroep. Als hij probeerde om Joden met het evangelie te bereiken, dan hield hij zich aan de wet van Mozes. Als hij probeerde om heidenen te bereiken, dan deed hij dat juist niet. Alles met het doel om zo veel mogelijk mensen te winnen voor het evangelie.

Als het om de Joden gaat zegt hij: “… ik ben voor de Joden geworden als een Jood … hun die onder de wet staan, als onder de wet – hoewel persoonlijk niet onder de wet” En als het om heidenen gaat zeg hij: “hun die zonder wet zijn ben ik geworden als zonder wet hoewel niet zonder de wet van God, want ik sta onder de wet van Christus”

Paulus zegt dat hij niet onder de wet van Mozes staat en dat hij in plaats daarvan onder de wet van Christus staat. Paulus spreekt hier over twee verschillende wetstelsels, die wel veel gemeenschappelijk hebben, maar toch ook op belangrijke punten verschillen. Zie deze Bijbelstudie over de wet van God: http://www.internetbijbelschool.nl/wordbest/baslz12.doc . Daar wordt uitleg gegeven over de grondwet van de schepping (dat is ‘de wet van God’) en over de wetstelsels die daar van afgeleid zijn, waaronder de wet van Mozes en de wet van Christus.

 Ook wij, als christenen, staan, net als Paulus, niet onder de wet van Mozes, maar onder de wet van Christus.

 Hoe God wil dat wij, als christenen, leven, vinden we in het Nieuwe Testament, in het onderwijs van Jezus en in het onderwijs van de aposte­len. Deze gedeelten van de Bijbel zijn immers rechtstreeks tot ons, christenen, gericht. Het onderwijs van de apostelen vinden we in de brieven van het Nieuwe Testament.

Wij moeten leren om de geboden van Jezus te onderhouden (Mat­theus 28:19). Ook op andere plaatsen spreekt de Here Jezus over zijn geboden (Johannes 14:15,21; 15:10). Jezus heeft ons een nieuw gebod gegeven (Johannes 13:34). Voor ons geldt de eis der liefde, daar moeten we naar wandelen (Romei­nen 14:15). We zijn schuldig om lief te hebben (Rom. 13:8).

Als christenen houden we ons aan het onderwijs van de apostelen (Handelingen 2:42). Daar worden allerlei opdrachten en aansporingen gegeven, daar moeten we ons leven naar richten. 

4.   Het sabbatsgebod wordt door de apostelen niet herhaald

 

In het onderwijs van de apostelen worden 9 van de 10 geboden van de wet van Mozes herhaald en bekrachtigd. Alleen het sabbatsgebod ontbreekt. Dat komt omdat het sabbatsgebod speciaal het teken was van het verbond van Mozes: Exodus 31:13,16,17. Wij staan als christenen niet onder dit verbond en daarom vinden we in het onderwijs van de apostelen, in de brieven van het Nieuw Testament, geen enkele opdracht om de sabbat te houden. Integendeel er wordt juist gewaarschuwd tegen het verplicht houden van de sabbat (Kol. 2:16,17; zie ook Romeinen 14:5).   

5.   Handelingen 15 bevestigt dat wij als de christenen niet onder de wet van Mozes zijn

 

Handelingen 15 begint met een conflict in de gemeente van Antiochie. Paulus en Barnabas waren terug in de gemeente na hun zendingsreis. Ze vertelden over de vele mensen uit niet Joodse achtergrond die door hun prediking tot geloof waren gekomen. Er waren gemeenten ontstaan die voor het grootste deel bestonden uit christenen met een heidense achtergrond. Paulus leerde deze bekeerlingen dat ze niet naar de wet van Mozes behoefden te leven. Ze hadden dat niet voor hun bekering gedaan, ze hoefden het ook na hun bekering niet te doen. Dat hij dit leerde wist de gemeente van Antiochie. Maar toen ging het mis.

 

Er kwamen enkele christenen uit Judea in de gemeente die verkondigden dat de bekeerde heidenen besneden moesten worden, dat wil zeggen dat ze als Jood moesten gaan leven naar de wet van Mozes (15:1,5): “Maar er stonden uit de partij der Farizeeën enigen op, die gelovig geworden waren, en zeiden, dat men hen moest besnijden en gebieden de wet van Mozes te houden.” (:5)

Paulus en Barnabas gingen daar tegen in.

Uiteindelijk werd door de gemeente besloten om de zaak voor te leggen aan de apostelen en de oudsten te Jeruzalem. Daar is over deze kwestie gesproken en dit was de slotsom: “Daarom ben ik van oordeel, dat men hen, die zich uit de heidenen tot God bekeren, niet verder moet lastig vallen, maar hun aanschrijven, dat zij zich hebben te onthouden van wat door de afgoden bezoedeld is, van hoererij, van het verstikte en van bloed.” (15:19,20).

De bekeerde heidenen werd niet opgelegd om de wet van Mozes te onderhouden. Dit bevestigt opnieuw dat christenen niet opgedragen wordt om naar de wet van Mozes te leven, om bijvoorbeeld de sabbat te houden, de feesten te vieren, om de voedselwetten na te leven, enzovoorts.

Uiteraard moesten de nieuwe christenen wel naar de geboden van Jezus en de apostelen leven, maar niet naar de wet van Mozes met allerlei ceremoniële voorschriften.  

6.   Christus heeft de wet van Mozes buiten werking gesteld

 

“Want Hij is onze vrede, die de twee één heeft gemaakt en de tussenmuur, die scheiding maakte, de vijandschap, weggebroken heeft, doordat Hij in zijn vlees de wet der geboden, in inzettingen bestaande, buiten werking gesteld heeft, om in Zichzelf, vrede makende, de twee tot één nieuwe mens te scheppen, en de twee, tot één lichaam verbonden, weder met God te verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap gedood heeft.” (Efeze 2:14-16)

 Jezus heeft de tussenmuur tussen joden en heidenen weggebroken door “de wet der geboden in inzettingen bestaande” (dat is de wet van Mozes) buiten werking te stellen.

7. De Bijbel spreekt zelfs letterlijk over een verandering van wet

“Want uit een verandering van priesterschap volgt noodzakelijk ook een verandering van wet” (Hebreeen 7:12)

Het gaat om de verandering die is gekomen door de dood en opstanding van Jezus. De Hebreeen constateert Jezus nu onze hogepriester is en niet meer de zonen van Aaron. Dat kon niet volgens de wet van Mozes, die wijst de zonen van Aaron aan, als priester. En volgens de wet van Mozes kwam Jezus niet eens in aanmerking voor het priesterschap, omdat hij uit de stam Juda kwam en niet uit Levi en de zonen van Aaron. Dat Jezus toch priester is en dat de zonen van Aaron niet langer priester zijn, bewijst dat er een verandering van wet moest hebben plaatsgehad. En dat is precies wat het Nieuwe Testament op andere plaatsen zegt.

 

Konklusie

De Bijbel is duidelijk. Als christenen zijn we niet onder de wet van Mozes.

 

De toetsalles.nl site
De internetbijbelschool.nl