Het sacramentele systeem - het valse evangelie van de Roomskatholieke Kerk

In het rooms-katholieke systeem staan de sacramenten centraal. De genade komt tot ons via de sacramenten. De genade wordt ons via de sacramenten "ingegoten".

Voor het begrijpen van het rooms-katholieke sacramentele systeem is het van belang om te beseffen dat de Rooms-katholieke Kerk onderscheid maakt tussen doodzonden en dagelijkse zonden. Alleen doodzonden maken dat je verloren gaat. Wat precies een doodzonde is geeft de Rooms-katholieke Kerk aan.

Door de doop ontvangen we de genade van de wedergeboorte en komen we in de staat van genade. We ontvangen op dat moment heiligende genade. Via de doop komen we dus op de weg naar de hemel.

Door het begaan van doodzonden, die we na onze doop doen, vallen we uit die staat van genade, maar door de biecht (door de absolutie van de priester) komen we weer terug in de staat van genade.

Het komt er dus op aan dat je geen doodzonden doet en dat je de doodzonden die je wel doet, met het juiste voorgeschreven berouw, belijdt aan een officiële priester, zodat je de absolutie ontvangt. Als je dat niet doet, dan haal je de hemel niet.

De Rooms-katholieke Kerk leert dan ook dat de sacramenten noodzakelijk zijn voor het behoud.

(Katechismus van de Katholieke Kerk, p. 258 (1129). "De kerk verklaart dat de sacramenten .. heilsnoodzakelijk zijn voor de gelovigen")

Een orthodoxe katholiek is dan ook zijn hele leven bezig om doodzonden te vermijden en om, als hij een doodzonde heeft gedaan, die getrouw te biechten bij een priester. Op deze manier is hij zijn hele leven aan het "werken", in de overtuiging dat zijn eeuwig behoud hiervan afhangt.

Een orthodox katholiek is er daarom ook nooit zeker van dat hij naar de hemel zal gaan als hij sterft. De twijfel blijft altijd. Heb ik wel al mijn doodzonden beleden? Tegenover deze twijfel staat nog de uitweg, dat de intentie om te gaan biechten ook telt. Maar hij kan nooit weten of hij bij het biechten wel het juiste voorgeschreven berouw heeft gehad. Want alleen dan telt de biecht en ontvang je de absolutie (de vergeving) van je zonden.

Ik moet hierbij denken aan een gesprek dat ik met een orthodoxe katholiek, tijdens evangelisatiewerk, heb gevoerd. Het was een oprechte orthodox katholieke man. Hij vertelde me in de loop van het gesprek dat hij vaak aanstoot nam (zich ergerde) aan de overlijdensadvertenties van protestantse gelovigen. Daarin wordt vaak met zekerheid vermeld dat de overledene naar de hemel is gegaan. Dit kon je, zo zei hij, nooit zeker weten. Uitgaande van de katholieke leer had die man volkomen gelijk. De Rooms-katholieke Kerk heeft overigens ook officieel in de geloofsbelijdenis van Trente neer gelegd dat je nooit zeker van je behoud kunt zijn.

Voor de genade ben je volledig afhankelijk van de priester. Want die alleen kan de sacramenten bedienen die absoluut nodig zijn om behouden te kunnen worden.

Er is dus ook geen directe vergeving van doodzonden. Vergeving van doodzonden is alleen te verkrijgen via de priester en de biecht. Het is niet genoeg dat je een doodzonde direct aan God belijdt, de vergeving komt pas na een officiele biecht bij een rooms-katholieke priester.

Buiten de moederkerk is er, in principe, geen behoudenis. Want alleen in de moederkerk, zo claimt de Rooms-katholieke Kerk, zijn priesters die de sacramenten kunnen bedienen.

De sacramenten zijn dus verbonden met het priesterschap. Het priesterschap is zelf ook weer een sacrament. Door het sacrament van het priesterschap te ondergaan wordt iemand priester. Zo draagt de ene priester het priesterschap over op de andere. (apostolische successie)