De bijbelse opdracht tot toetsen

 

De bijbel draagt de christenen op om alles te toetsen wat op hun weg komt. Geestelijke boodschappen, wat geleerd wordt, personen en bedieningen, ervaringen en praktijken.

 

1. De opdracht om alles te toetsen

 

“Toetst alles”    (1 Thess. 5:21)

 

 “En de anderen moeten het beoordelen     ( 1 Kor. 14:29)


 

2. We moeten niet te goed van vertrouwen zijn

 

De bijbel zegt dat er vele valse profeten in de wereld zijn uitgegaan. En vele valse leraren (2 Petrus 2:1). Vals betekent namaak, pseudo. Ze lijken op het echte, ze doen zich voor als het echte, maar ze zijn het niet. In dat verband spreekt de bijbel over wolven in schaapskleren (Matth. 7:15) Ze zien er uit als schapen maar in werkelijkheid zijn het wolven.

 

“Geliefden vertrouwt niet iedere geest, maar beproeft de geesten of zij uit God zijn want vele valse profeten zijn in de wereld uitgegaan”    (1 Johannes 4:1)

 

“Wacht u voor de valse profeten, die in schapenvacht tot u komen, maar van binnen zijn zij roofgierige wolven”   (Matth. 7:15)

 

3. Hoe toetsen?

 

We moeten in de eerste plaats alles toetsen aan de bijbel. Dagelijks in de bijbel nagaan of de dingen die beweerd worden ook kloppen met de bijbel. Of de ervaringen die men beleeft in overeenstemming zijn met de bijbel. De bijbel is de objectieve norm waaraan we alles moeten toetsen.

 

“en deze onderscheidden zich gunstig van die te Thessalonica, daar zij het woord met alle bereidwilligheid aannamen en dagelijks de Schriften, of deze dingen zo waren”  (Hand. 17:11)

 

Daarnaast ook  toetsen aan de vruchten (Matth. 7:16). Dit naast de toets aan de bijbel.

 

4. Op de proef stellen

 

“Ik weet uw werken en uw inspanning en uw volharding en dat gij de kwaden niet kunt verdragen en hen op de proef gesteld hebt, die zeggen dat zijn apostelen zijn, maar het niet zijn, en dat gij hen leugenaars hebt bevonden”  (Openbaring 2:2)

 

De Here Jezus vindt het heel positief dat de christenen te Efeze een aantal schijnapostelen hadden ontmaskerd door ze op de proef te stellen.

 

Hier werden mensen en hun bedieningen getoetst.

 

5. Maar je mag toch niet oordelen?

 

We hebben hierboven gezien dat de bijbel opdracht geeft om mensen, bedieningen en geestelijke boodschappen te beoordelen. Toetsen is simpelweg een zaak van gehoorzaamheid, doen wat de bijbel ons opdraagt. Hoe kan iets wat de bijbel ons opdraagt verkeerd zijn. Christenen die weigeren te toetsen zijn daarin ongehoorzaam aan de duidelijke opdrachten uit de bijbel die zeggen dat we moeten toetsen, beproeven, beoordelen en niet te goed van vertrouwen moeten zijn.

 

Toetsen is noodzakelijk omdat we in de christelijke wereld pseudo, namaak, tegenkomen. Valse profeten, valse leraren. Ze doen zich voor als het echte, maar ze zijn het niet.

 

De bijbel draagt ons daarom op om niet te goed van vertrouwen te zijn en om alles te toetsen.

 

Waakt dan”  (Handelingen 20:31)

 

Dit wordt gezegd met het oog op valse leraren. Zie: Handelingen 20:29,30.

 

“Wacht u”  (Matth. 7:13)

 

In bepaalde gevallen mogen we als christen niet oordelen. We mogen anderen niet oordelen als er veel mis is in ons eigen leven. Matth. 7:1-5. Dan moeten we eerst de balk uit ons eigen oog halen. Het gaat hier om huichelarij. We moeten elkaar ook niet oordelen in bijzaken. Dat staat b.v. in Romeinen 14:1-12. Het gaat daar om de botsing tussen christenen uit een joodse achtergrond die bepaalde delen van de ceremoniële wet nog toepasten. Ze stelde de ene dag boven de andere, ze aten bepaald voedsel niet. Hierin moeten we elkaar als christenen verdragen. Maar tegenover valse leraren die belangrijke bijbelse waarheden verdraaiden was Paulus helemaal niet verdraagzaam.

 

“Er zijn echter sommigen die u in verwarring brengen en het evangelie van Christus willen verdraaien. Maar ook al zouden wij, of een engel uit de hemel u een evangelie verkondigen afwijkend van hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt”  (Galaten 1:7,8)

 

“Let op de honden, let op de slechte arbeiders, let op de versnijdenis”  (Filp. 2:2)

 

Paulus is verontwaardigd en fel tegenover mensen die het evangelie verdraaien. Zulke mensen zijn er ook tegenwoordig nog binnen de christenheid, binnen alles wat zich christen noemt. In dit geval ging het over mensen die de weg tot behoud niet meer zuiver voorstelden. Neem bijvoorbeeld de De Rooms-katholieke Kerk, deze kerk doet nog steeds iets dergelijks.

 

Aan het begin van Matth. 7 waarschuwt de Here Jezus tegen huichelachtig oordelen. Maar in hetzelfde hoofdstuk, zie de verzen :7-25, waarschuwt hij tegen valse profeten en Hij geeft aan hoe we die profeten kunnen toetsen.