De relatie tussen de Chicago Verklaringen en het orthodoxe theologische paradigma

(Dit is de link naar de Chicago Verklaringen)

In de Chicago Verklaringen gaat men uit van het orthodoxe theologische paradigma. Sommige onderdelen zijn zelfs expliciet in de verklaringen neergelegd. Zo komt het waarheidsbegrip enkele malen ter sprake. Zie punt 5 van de samenvattende verklaring over de onfeilbaarheid. Daar wordt gewaarschuwd tegen het gebruik van "een waarheidsvisie die tegengesteld is aan die van de Bijbel zelf."

De Verklaringen gaan er dus van uit dat de bijbel een eigen waarheidsvisie heeft en er wordt gewaarschuwd tegen het gebruik van een onbijbelse waarheidsvisie bij het interpreteren van de Schrift en bij het bedrijven van theologie.

In artikel VI van de verklaring over de hermeneutiek staat "We affirm that the Bible expresses God's truth in propositional statements" (Ik citeer het Engels omdat de Nederlandse vertaling uit de gedenkbundel van de ETF/het BIB op dit punt onjuist is) Een propositie is een bewering die waar of onwaar kan zijn. De uitspraken: de aarde is rond, Jezus is opgestaan, Piet is mijn broer, ik houd van chocolade, wie gelooft heeft eeuwig leven, zijn allen proposities. Het zijn beweringen die waar of niet waar kunnen zijn. Propositional truth is verbonden met het correspondentie-waarheidsbegrip, dat stelt dat een bewering (een propositie) waar is als deze overeenkomt (correspondeert) met de werkelijkheid.

"Jezus is opgewekt" is een propositie en het is een ware propositie. Deze bijbelse uitspraak is dus een stukje van de propositional truth die in de bijbel staat.

In artikel VI wordt het volgende gezegd "we further affirm that a statement is true if it represents matters as they actually are." Dit is een formulering van het correspondentie-waarheidsbegrip.

Deze uitspraken in de Chicago Verklaringen zijn geen modernistische filosofische afwijkingen zoals vele moderne evangelicals beweren. Vanuit de bijbeltekst zelf is te bewijzen dat het bijbelse waarheidsbegrip zeker ook correspondentie omvat. De opmerkingen over het waarheidsbegrip zijn opgenomen in de Chicago Verklaringen met de bedoeling om af te schermen tegenover mystiek, tegenover neo-orthodoxie en postmodernisme.

In mijn jeugd heb ik meegemaakt dat één van de barthiaanse dominees uit de Hervormde Kerk in Middelburg op de kansel bewogen sprak over de opstandig (een teken van hoop, de dood heeft niet het laatste woord) terwijl hij in een persoonlijk gesprek met mij zei dat het niet van belang is of de beenderen van Jezus nu wel of niet in een graf liggen. Nog niet zo lang geleden verklaarde ds. Dekker (Gereformeerde Bond!!) dat de hemelvaart zo transparant was dat men er geen foto van had kunnen nemen. Barth sprak over Urgeschichte. Mijn kinderen bezoeken een algemeen christelijke middelbare school. In de godsdienstles wordt een bepaalde methode gevolgd (Van horen zeggen is de titel). Ik heb het bijbehorende handboek voor de leraar besteld en gelezen. In het handboek staat dat één van de lesdoelen is de kinderen duidelijk te maken dat wat in de bijbel staat geen echte geschiedenis is. Tegenover de neo-orthodoxie moeten wij vasthouden dat er in de bijbel ware informatie (propositional truth) staat over God, de mens, de schepping, de geschiedenis, etc.