Een beknopt uittreksel uit “The Menace of the Religious Movie”, A.W. Tozer

(een brochure van 30 pagina’s, geschreven ca. 1950)

 

Na een inleiding geeft Tozer zeven bezwaren tegen de christelijke film.

 

  1. Het tast de schriftuurlijke wet van “het horen” aan. Romeinen 10:17: “Zo is dan het geloof uit het horen, en het horen door het woord van Christus.” Romeinen 10:14: “Hoe horen zonder prediker?” De hele bijbel door klinkt: “Zo spreekt de Here.” De film spreekt voornamelijk tot het oog, en slechts incidenteel tot het oor. “Nabij u is het woord, in uw mond en in uw hart, namelijk het woord des geloofs, dat wij prediken”, Romeinen 10:8.

 

  1. De christelijke film ondersteunt het idee dat godsdienst een vorm van vermaak is. Ik geloof dat de meeste verantwoordelijke christelijke leiders het met me eens zijn dat elke poging om geestelijke waarheden over te dragen via “entertainment” op zijn best nutteloos is en op zijn ergst schadelijk voor de ziel. Maar entertainment hoort!

 

  1. De christelijke film is een bedreiging voor de ware godsdienst, omdat het toneelspel is, een schending van oprechtheid en echtheid. Christus’ controverse met de Farizeeën ging om hun ongeneselijke gewoonte van moreel toneelspel. De Farizeeër deed voortdurend alsof hij iets was, wat hij niet was.

 

  1. Zij die de evangelisatiefilm voorstaan, zijn aan hun publiek verschuldigd hun standpunt een bijbelse grond te geven, en dat hebben ze niet gedaan.

 

  1. God heeft slechts vier methodes gegeven waardoor de waarheid verspreid moet worden – en daar hoort de christelijke film niet bij. Deze vier methodes zijn: 1) gebed, 2) zingen, 3) de verkondiging van het woord, 4) goede werken.

 

  1. De christelijke film is niet in harmonie met de hele geest van de bijbel en gaat in tegen ware godsvrucht. Sommigen zeggen: Het is niet onze bedoeling om de prediking van het evangelie af te schaffen. Mijn antwoord hierop is: Als de film nodig is om een gezalfde prediking aan te vullen, dan is de enige reden daarvoor dat Gods methode niet goed genoeg is en dat dus de film iets kan doen wat Gods methode niet kan.

 

  1. Ik ben tegen de christelijke film vanwege het schadelijke effect op ieder die daar mee te maken heeft. In de eerste plaats op de acteurs. Hoe durft men bijvoorbeeld een profeet te spelen, of Jezus zelf? Waar is de eerbied, de vreze, de nederigheid? In de tweede plaats wordt godsdienst geïdentificeerd met de theaterwereld. In de derde plaats, het gevoel voor drama dat zich bij jeugdige kijkers ontwikkelt, is al gauw niet meer tevreden met de godsdienstige film; ze willen meer. In de vierde plaats zal men religie als een vorm van amusement beschouwen. In de vijfde plaats is de christelijke film de vriend van de luie prediker.

 

Tot besluit.

Ernstige zielen vragen zich misschien af: Waarom zijn er zoveel goede christenen die achter de religieuze film staan; als het een kwaad is, waarom hebben ze zich er dan niet tegen gekeerd? Het antwoord luidt: gebrek aan geestelijk onderscheidingsvermogen. Als God ons wijsheid gegeven heeft om de dwaling van de godsdienstige shows in te zien, dan zijn we het aan de kerk verschuldigd er openlijk tegenin te gaan. We mogen onze toevlucht niet nemen tot een “schuldig zwijgen”. Een dwaling zwijgt niet; ze spreekt luid en is verbazingwekkend agressief. Dan mogen wij dat niet minder zijn. Maar laten we moed vatten: er zijn nog vele duizenden christenen die bedroefd zijn over het feit dat de wereld de overhand krijgt (misschien in de vijftiger jaren; nog steeds? Vertaler). Als wij hier openlijk tegenin gaan, zullen er misschien meer aan onze kant komen en ons helpen om deze indringer, de geest van Hollywood, uit de kerk te verdrijven.

 

Samenvatting door Albert Postma

 

Als u de volledige tekst wilt hebben, kunt u die vinden op www.toetsalles.nl/htmldoc/menace.htm Deze is alleen nog maar in het Engels. Hebt u interesse voor een Nederlandse vertaling, laat het ons dan weten op apostma6.member8@freeler.nl