Kees Kraayenoord – zijn autobiografie – een analyse en waarschuwing

 

Kraayenoord is de pionier van de Mozaïek gemeenten. Hem beter begrijpen, is de Mozaïek gemeenten beter begrijpen. Daarom dit artikel. Als voornaamste bron gebruik ik de autobiografie van Kraayenoord uit 2017. De titel van het boek is: “Back Stage”. Achter de citaten uit het boek heb ik, tussen haakjes, het pagina nummer gezet.

 

We beginnen met zijn achtergrond.

 

1. Streng reformatorisch

 

Kraayenoord is opgegroeid in een orthodox reformatorische kerk. Maar weinigen in zijn omgeving hadden een persoonlijke relatie met God. Door die omgeving kreeg hij een vertekend beeld van God.

 

Deze sfeertekening gaf hij van de zondagschool waar hij naar toe werd gestuurd door zijn ouders.

 

“We zaten met twintig lotgenoten bij elkaar in een lokaal, maar we waren zeker niet het enige klasje in het gebouw. Het was als een echte school. Er waren allerlei lokalen vol met kinderen die de zondagschool genoten. Of er ook echt genoten werd, durf ik te betwijfelen. Een aantal meesters had me juist een beetje bang gemaakt voor God. Dat kwam natuurlijk doordat ik een beetje bang voor hen was. Met name die ene man die het nogal vaak had over de ‘vreze des Heren’, waarbij hij sprak met consumptie en zijn hoofd rood aanliep, alsof hij constant boos was. Hij was zo goed als kaal, maar had een paar lange haren over z’n hoofd gelegd omdat hij dit probeerde te camoufleren. Maar wie ik nog meer vreesde, was het hulpje van de zondagschoolmeester. Dat was een oude vrouw met een hoge grijze knot, die je snoep afpakte als ze je er mee betrapte. Snoep en God gingen in haar wereldje namelijk niet samen. Trouwens, dat gold ook voor tekeningen en God, werkjes maken en God en fietsen op zondag en God. Al die combinaties waren als olie en vuur. Dat was alles wat we elke zondagmiddag een uur lang deden. O ja, en zingen! Zingen vond God wel goed. Maar dan wel onder begeleiding van de boze juf. Zij speelde trouwens op een traporgel, een harmonium, omdat elektriciteit op zondag ook zondig was. Dat wil zeggen als je muziek maakte. Het licht mocht wel aan.” (p. 23,24)

 

Dit was blijkbaar een zondagschool met allerlei regels die niet op de Bijbel zijn gebaseerd. Zonder veel liefde en empathie van de zondagschoolleiders voor de kinderen. Geen werkjes op de zondagschool, niet tekenen op de zondagschool?

In het onderwijs in zijn kerk, op zijn zondagschool en in zijn gezin ontbrak blijkbaar de Bijbelse balans tussen aan de ene kant Gods heiligheid en aan de andere kant Gods liefde en barmhartigheid.  Als het klopt wat hij beweert, dan was dit het omgekeerde van een ‘positive only’ zondagschool. (1) . Dit was een ‘negative only’ zondagschool en kerk.

 

En zie, hoe hij de Bijbelse uitdrukking ‘de vreze des Heren’ associeert met een uiterlijk afstootwekkende liefdeloze zondagschoolmeester.

Je zult Kraayenoord daarom waarschijnlijk nooit over ‘de vreze des Heren’ horen spreken. Terwijl het wel een Bijbelse uitdrukking is. In het boek Handelingen wordt van de gemeenten gezegd dat ze ‘wandelden in de vreze des Heren’ (Hand. 9:31). Petrus spoort ons aan om gehoorzame kinderen van God te zijn (1 Petrus 1:14) en om in de vreze van God te wandelen. Want onze hemelse Vader trekt niemand voor en als je koppig bent, en je blijft zondigen ondanks herhaalde vermaning, dan zal God je tuchtigen om je tot inkeer te brengen (2) “En indien gij Hem als Vader aanroept, die zonder aanzien des persoons naar ieders werk oordeelt, wandelt dan in vreze de tijd uwer vreemdelingschap, ….” (1 Petrus 1:17) (3)

 

Het was overigens niet alles kommer en kwel op de zondagschool, in zijn kerk en in zijn ouderlijk huis. Een enkele keer kwam hij een zondagschool juf of meester tegen die wel een persoonlijke band met God had en ook zong zijn moeder elke avond over ‘de moeders die de kinderen bij Jezus brachten’.“Eens brachten de moeders hun kinderen tot Jezus …”

 

Hij had door de achtergrond waarin hij opgroeide een vertekend beeld van God en het evangelie gekregen. Een God die verlangt naar het behoud van ieder mens kende hij niet (2 Petrus 3:9). De Bijbelse Jezus die weende over de inwoners van Jeruzalem (Lucas 19:41,42) blijkbaar ook niet. Jezus die de inwoners van Jeruzalem dikwijls onder zijn vleugels had willen nemen, maar ze hebben niet gewild (Lucas 13:34). Jezus die pijn in het hart heeft over mensen die Hem en de Vader blijven afwijzen. Deze Jezus kende hij niet.

 

In reactie op de karikatuur van God uit zijn jeugd is hij doorgeslagen naar een andere karikatuur. Een karikatuur die even onbijbels is als de karikatuur uit zijn jeugd. Hij spreekt niet meer over een God die de zonde haat, die een zondaar die zich niet bekeert zal straffen, die toornig wordt over alle goddeloosheid, boosheid, liefdeloosheid, verdorvenheid, ongehoorzaamheid en opstandigheid van de mensen (Romeinen 1:18). Hij spreekt alleen over een God die je onvoorwaardelijk liefheeft, die je aanvaard zoals je bent, bij wie je mag zijn die je bent.

 

Hij is ‘positive only geworden (4)

 

2. Zijn bekering

 

Kraayenoord vertelt hoe hij in zijn puberteit de weg kwijt raakte. Hij werd onderdeel van de hardrock en punk subcultuur. Intussen was hij voortdurend op zoek naar warmte, acceptatie en een gevoel van erbij horen. “Ik zat vast in mijn eigen leugen dat ik voor niemand iets betekende.” (p. 30)

In zijn biografie vertelt hij over zijn bekering. Zijn oudere zus was tot geloof gekomen en lid geworden van een evangelische gemeente. Zij en haar bekeerde vriend spraken met Kees over Gods liefde: “Kees, of je het nu geloven wilt of niet, Jezus houdt van je.” (p.30) Ze baden een keer met hem en voor hem. Hij luisterde naar een cassettebandje. Het lied ging over iemand die zocht naar een ander die de leegte in zijn hart kon opvullen (5) . In het lied staat de zin: “I am giving all of me, because you gave all for me”. Op dat moment kreeg Kees een soort visioen van Jezus. 

 

Dit is zijn verslag van de gebeurtenis, het verslag van wat hij zag en beleefde: “Hij [Jezus] kwam wandelend over de duinheuvels en liep recht af … op mij. Heel even was ik bang dat ik afgerekend zou worden op alles wat ik verkeerd had gedaan. Er was immers genoeg over mij te zeggen. Maar Hij zweeg in zijn liefde. En zijn ogen spraken van onvoorwaardelijke liefde. Ik heb nog nooit zoveel liefde en aanvaarding ervaren als op dat moment. Ik brak. Ik gaf mijzelf over aan Hem die zichzelf gegeven had voor mij.”, “Ik ging liggend op een bankje … over van duisternis naar zijn wonderbare licht. In een split second mijn zonden vergeven, omarmd door de Vader van de schepping, een verloren zoon die thuiskomt.” (p. 34)

 

Jezus die niets zegt en alleen zwijgt in zijn liefde. Jezus die met onvoorwaardelijke liefde naar Kees keek. Het bracht hem tot overgave.

 

Ieder kind van God heeft zijn eigen persoonlijke verhaal over het moment van de bekering, van het tot geloof komen. Ook bij Kees is dat het geval. God komt elk mens tegemoet op een manier waardoor Hij tot hem of haar doordringt, waarbij God rekening houdt met ieders persoonlijkheid en verleden. Maar zijn verhaal laat wel de kwetsbaarheid van het geestelijk leven van Kees zien. Het gaat alles om ervaringen. Eerst de ervaring van leegte en niet geliefd zijn en daarna de ervaring van Jezus die hem liefhad, waarna hij zich overgaf. “Ik heb nog nooit zoveel liefde en aanvaarding ervaren als in dat moment” (p. 34). “Golven van Gods liefde en genade stroomden over mijn gebroken ziel.” (p. 35)

 

3. Op geen enkel moment speelde de Bijbel een rol en dat is zo gebleven

 

Het lijkt er op dat de Bijbel in het geestelijk leven van Kraayenoord nauwelijks een rol speelt.

 

+ De Bijbel speelde geen rol in zijn bekering

 

Hij heeft bij zijn bekering de liefde van God ervaren. Jezus die je aankijkt en je onvoorwaardelijk liefheeft. Jezus die hem aanvaardde zoals hij was. Jezus die hem niet aanspraak op zijn zonden. Daar is hij bij stil blijven staan, bij die ervaring. Daar is zijn huidige boodschap nog steeds op gebaseerd. Die ervaring is hij zijn hele verdere leven blijven preken. En die intense ervaring wilde hij daarna ook telkens weer opnieuw beleven. De liefde van God weer opnieuw ervaren. In die voortdurende ervaring wil hij alle andere christenen en alle onbekeerde mensen binnenleiden. Het beleven van Gods liefde en onze reactie daarop met wederliefde is het hart van zijn aanbiddingstheologie. Van zijn onderwijs over aanbidding.

 

+ Na zijn bekering is hij blijkbaar niet in zijn Bijbel gaan lezen

 

Zijn denken is niet hervormd, het is niet door de Bijbel in evenwicht gebracht.

Als hij zijn Bijbel serieus had gelezen, dan had hij gezien dat God niet alleen liefde is, maar ook heilig. Dan had hij gezien dat de evangelie prediking van Petrus en Paulus, die we in het boek Handelingen vinden, heel anders is, dan zijn boodschap over Gods onvoorwaardelijke liefde. Dan had hij kunnen weten dat Gods liefde niet onvoorwaardelijk is. Gods liefde is niet zonder voorwaarden. Jezus had de rijke jongeling lief, maar de jongeling wilde zijn afgod, zijn geld, niet opgeven, en daarom liet Jezus hem gaan. Jezus had de inwoners van Jeruzalem lief. Maar ze hadden hem keer op keer afgewezen. En dan komt uiteindelijk het oordeel. Hij was bewogen over deze mensen, Hij weende over hen, maar hij kondigde wel het oordeel aan. Jezus zal terugkomen als rechter en op de dag des oordeels, zal Hij ieder mens die zich niet heeft willen bekeren, veroordelen tot de straf van ‘de poel die brandt van vuur en zwavel’. De Bijbel spreekt over ‘de toorn van het Lam’, over de toorn van Jezus (Openbaring 6:16 en 14:10).

 

Kraayenoord heeft les gehad op de Centrale Pinksterbijbelschool (nu de Azusa Hogeschool). Maar die lessen hebben blijkbaar weinig uitgewerkt. Uit bijna niets in zijn prediking en onderwijs blijkt dat zijn denken hervormd is door de Bijbel.

 

+ Nergens lees ik in zijn autobiografie dat hij gestuurd werd door de Bijbel

 

Nergens lees je dat hij door God geleid wordt door middel van de Bijbel. Gestuurd door wat hij in de Schrift ontdekte over ‘wat de wil van God is’ in allerlei situaties. Ontdekken wat de Bijbel over een situatie zegt, wat de richtlijnen zijn en hoe die toe te passen.

 

+Een visioen bij zijn bekering (p. 34)

+Een zachte stille stem bij zijn roeping tot aanbiddingsleider (p. 66)

+Een stem van God, een complete dialoog met God, toen hij in zijn eerste gemeente tijdelijk niet meer mocht zingen in het muziekteam (p. 62).

+Enzovoort.

 

Ik heb in zijn biografie geen situatie gevonden waar God hem aanspreekt door de Bijbel. Een tekst of Bijbelgedeelte waardoor God hem leidt, aanspreekt, corrigeert, overtuigt, ontdekt aan zonden, onderwijst, troost, bemoedigt, sterkt. Daar heb ik geen spoor van kunnen vinden.

 

Dit zou de Bijbel in zijn leven moeten doen: (1) De overleggingen van het hart schiften, scheiden. “Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door, zo diep, dat het vaneen scheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het schift overleggingen en gedachten des harten” (Hebr. 4:12). Niet alleen gedachten schiften, maar (2) ook licht verspreiden. “Het openen van uw woorden verspreidt licht, het geeft de onverstandigen inzicht” (Psalm 119:130. NBG51). ontvangt, volgens zijn biografie, meestal inzicht buiten de Bijbel om.  Direct van God door zachte stille stemmen.

 

+ Je ziet ook nergens dat hij in geloof op het woord van God gaat staan.

 

Op het woord van God gaan staan is God geloven, omdat het in de Bijbel staat, of je het nu voelt of niet. Zoals een Engels kinderlied het zegt: Jesus loves me this I know, for the bible tells me so. Ik weet dat Jezus van me houdt, want dat staat in de Bijbel. Niet omdat ik het voortdurend voel. God heeft zijn liefde jegens ons bewezen (Romeinen 5:8). Dat is een feit, dat geloof ik omdat het in de Bijbel staat, of ik het nu op dit moment voel of niet.

Wat dat betreft is hij een ‘bevindelijk’ christen gebleven. Om ‘het’ te geloven, moet hij het voortdurend ervaren en moet hij voortdurend bevestigd worden door God in zijn dagelijks leven en in zijn werk voor God. Anders voelt hij zich niet aanvaard. Het hele boek door blijft hij maar worstelen met minderwaardigheidsgevoelens. Niet zomaar, maar vaak heftig. Hoe kan dat als je in geloof op de feiten uit Gods woord staat?

 

+ Kraayenoord is een slechte bijbelleraar

 

Hij verkondigt bijvoorbeeld dat in zijn kerk vrouwen mogen preken, onderwijzen en alle ambten bekleden. Hij beseft niet dat het standpunt van zijn kerk tegen Gods scheppingsorde in gaat en tegen het uitdrukkelijke gebod van Paulus (1 Tim. 2:11). Praktiserende homoseksuelen worden ook aanvaard. Ook dit gaat tegen Gods woord in. De Bijbel is helemaal niet onduidelijk op deze punten. Meer dan negentienhonderd jaar zijn alle christenen uit alle richtingen het eens geweest over deze punten. Dat komt omdat de Bijbel heel helder is over deze zaken, zo duidelijk dat er geen vergissing over mogelijk is. Maar Kraayenoord legt de Bijbel anders uit. “Want je mag zijn die je bent in zijn gemeente en volgens hem ook bij God.”

 

4. Zijn roeping tot aanbiddingsleider

 

Kraayenoord zegt in zijn biografie dat hij door God geroepen is als aanbiddingsleider. Zo vertelt hij het in zijn autobiografie:

“Al rondlopend begon ik me af te vragen hoe m’n toekomst er uit zou gaan zien. Ik hoorde mezelf bidden en als het ware aan God vragen wat Hij voor mij ‘in de aanbieding had’.

En toen klonk er iets van een fluistering, een stille zachte stem diep in mijn ziel. Deze woorden hebben de koers van mijn leven veranderd en ik probeer nog steeds al mijn activiteiten en mijn agenda, alles wat ik wel en vooral niet doe, langs deze uitnodiging te leggen: “Leid mijn kinderen in  mijn aanwezigheid. (p.66)

 

Een stille zachte stem die hem de opdracht gaf om de christenen in Gods aanwezigheid te leiden: “Leid mijn kinderen in mijn aanwezigheid”.

Om dit te kunnen begrijpen moet je de aanbiddingstheologie van Kraayenoord kennen.

 

Het komt ongeveer op het volgende neer

 

+De enige juiste reactie op het zien van Gods liefde voor ons, is wederliefde, is liefde van ons naar God toe.

+ Die wederliefde moeten we uiten. Dat kunnen we doen door aanbiddingsliederen te zingen. Liederen die onze liefde naar God onder woorden brengen.

+Als we zo aanbidden, dan brengt dat ons ‘in de beleving van de aanwezigheid van God’. Dan ga je God ervaren op een speciale manier. (Gods manifest presence)

+Een aanbiddingsleider geeft leiding aan dit proces. Vandaar ‘de stille zachte stem diep in zijn ziel’ die hem opdroeg: “Leid mijn kinderen in mijn aanwezigheid.”

 

“ ‘Daarom leef ik’, riep ik uit. Daarom besta ik. Om mensen simpelweg bij het hart van God te brengen, in zijn tegenwoordigheid te loodsen.” (p. 67)

 

Het gaat er om de mensen in een beleving van Gods liefde en tegenwoordigheid te brengen door middel van aanbiddingsliederen. Om hen daarin binnen te loodsen.

 

Hij erkent dat je dit als mens zelf niet kunt bewerken. Niet zonder het volbrachte werk van Christus en de bediening van de Heilige Geest. Volgens hem is ‘het leiden van mensen in aanbidding’ daarom vooral wijzen op het kruis en bidden of de Heilige Geest zelf ons wil helpen ‘Gods genade te vieren’ (p. 67).  Maar intussen probeert hij toch voortdurend en overal als aanbiddingsleider de mensen in deze ervaring te brengen.

“De band klonk fantastisch. De lichten, het geluid, alles was nauwkeurig op elkaar afgestemd om de zaal mee te nemen in intense aanbidding, uitbundige lofprijzing en diepe overgave.” (p. 13)  Licht, geluid, alles nauwkeurig afgestemd om de zaal mee te nemen in intense aanbidding. Niet zomaar aanbidding, nee, in intense aanbidding. Alles afgestemd om dat te bereiken. Vooraf gepland en uitgedacht.

 

Laten we zijn aanbiddingstheologie toetsen aan de Bijbel

 

+ In het Nieuwe Testament vinden we geen aanbiddingsleiders. Die functie is in de christelijke gemeenten onbekend.

+ In het Nieuwe Testament wordt nergens geleerd dat we ons als christenen telkens weer moeten uitstrekken naar het beleven van de tegenwoordigheid van God. Een beleving die we zouden moeten bereiken via aanbidding. Geen spoor van te vinden in het boek Handelingen of in de brieven van het Nieuwe Testament, dat zijn de brieven die speciaal gericht zijn tot de christenen.

 

Kraayenoord’s aanbiddingstheologie is gebaseerd op ‘ervaring’, niet op het woord van God.

 

5. Onderdeel van de aanbiddingsgolf, hype

 

De voorbije veertig jaar is de ene hype na de andere de pinkster/charismatische gemeenten binnen gekomen. En met enige vertraging ook in de evangelische gemeenten. De ene hype na de andere, de ene golf na de andere. Zo ook de aanbiddingsgolf.

 

De ouderen onder ons herinneren zich het nog wel. De zangleider werd plotseling een worshipleader, een aanbiddingsleider. De muziekgroep die de gemeentezang ondersteunde werd het ‘aanbiddingsteam’.

 

+ Kraayenoord is het product van de zogenaamde aanbiddingsgolf

 

Voor de aanbiddingsgolf de gemeenten binnen kwam, had je enige tijd daarvoor de lofprijzingsgolf. In de lofprijzingsgolf (praise) werd de nadruk gelegd op het loven van God voor zijn grootheid, zijn eigenschappen en zijn daden. Die werden bezongen en uitgesproken. Lofprijzing werd voorgesteld als de weg naar geestelijke overwinning. Door lofprijzing kwam God nader, bouwde je Gods troon, Gods heerschappij.

In de aanbiddingsgolf (worship) die daarop volgde veranderde de focus op subtiele wijze. Van praise, naar worship. Het ging nu meer om het uiten van liefde jegens God. In deze golf kreeg je ‘worship’ artiesten die met een emotionele en vaak kwetsbare breekbare stem hun persoonlijke liefde jegens God uitzongen. Met vaak een ondertoon van melancholie. Zoals ze in de popmuziek zeggen: “met een snik in de stem”. Kraayenoord is onderdeel van die golf.

 

+ Deze golf is ook de gemeenten in mijn omgeving niet voorbij gegaan

 

Wat gebeurde er? Voordat de eigenlijke samenkomst begon, werd het de gewoonte om eerst een half uur of nog langer te ‘praisen’. Het ene opwekkingslied na het andere. Daarbij werd bewust toegewerkt naar een hoogtepunt, naar een climax. Na een aantal liederen was het zover. Door het telkens weer herhalen van een koortje, door het bewust geleidelijk laten aanzwellen van het geluidsvolume van de muziek. Door de opzwepende en op de emotie gerichte oproepen en woorden van de aanbiddingsleider. Een crescendo dat leidt tot een climax, je verliezen in God, het ervaren van de liefde van God.

 

Ik herken dat uit mijn verleden. Ik ben opgegroeid in de hippie cultuur. In ons geval werd ‘de sfeer gebouwd’ door: schaars licht, kaarsen, wierook, psychedelische muziek, inderdaad ook muziek met voortdurende herhaling, trance muziek. Handen omhoog, meedeinen, wat ‘oosterse religieuze saus’ erbij. Dat leidde tot mooie ervaringen, vervoering.

Ook bij de aanbidding ‘op de wijze van Kraayenoord’ moet er ‘een sfeer worden gebouwd’. Ik wijs opnieuw op dit citaat: “De band klonk fantastisch. De lichten, het geluid, alles was nauwkeurig op elkaar afgestemd om de zaal mee te nemen in intense aanbidding, uitbundige lofprijzing en diepe overgave.” (p. 13).  

 

7. Gebrokenheid

 

Gebrokenheid staat centraal in zijn beleving en boodschap. Het zit bijvoorbeeld in de naam van zijn kerk: Mozaïek. God die van de scherven van je gebroken leven een mooi mozaïek maakt, een kunstwerk. Hij vertelt hoe God hem telkens verbrak, tot diepere overgave bracht. Maar ik weet niet wat ik daarvan moet denken.

 

In zijn biografie vertelt hij dat, bij verschillende gelegenheden, christenen en gemeenten hem hebben bekritiseerd. En hoe deze christenen hem, naar zijn beleving, slecht en onrechtvaardig hebben behandeld.

+Een ouderling uit zijn eerste gemeente nam zijn microfoon weg. (p. 60, 61, 63)

+Een gemeente die hij mede had opgericht, verzocht hem om zijn rol als voorganger neer te leggen. (p. 82, 84,85-87)

+Hij werd uit de EO praise band gezet, omdat ze wilden vernieuwen en verjongen. (p. 89)

 

Hij beschrijft hoe moeilijk hij het met dit soort situaties heeft gehad, hoe hij na elk incident worstelde met bitterheid die hij ook weer achter zich liet. Hij verwerkt het, maar niet door het woord van God.

Wat opvalt is dat hij zich in deze situaties niet voor God lijkt te verootmoedigen: “Heer ligt het aan mij, ben ik te kort geschoten, hebben ze misschien gelijk, geheel of gedeeltelijk. Als dat het geval is, wilt U het me laten zien.” Vasten, bidden tot je een antwoord hebt. Je op die manier opstellen en buigen voor God. Aan dat soort kwetsbaarheid deed hij niet. Nooit ligt het aan hem, althans dat blijkt niet uit het boek. Nou ja, een klein beetje misschien.

 

Toen hij als pas bekeerde jongeman zijn eerste gemeente binnen kwam, trad hij brutaal op. Hij nam een gitaar mee en voegde zich vlak voor de start van de zondagsamenkomst zonder overleg bij de zanggroep. Hij liep gewoon naar voren en ging er bij zitten en meespelen. (p. 42) “

Hij was ook eigenwijs “Natuurlijk, ik zong meestal dwars door de liedjes heen en riep in de microfoon vaak alvast de tekst van de volgende zin, maar zo deden die gasten op mijn Amerikaans ‘preez’-en-worsjip’ cassettes het ook. Dat was onderdeel van de zalving, zo klonk het geestelijker”. (p. 60). Andere gemeenteleden hadden daar last van, raakten in de war. Daarop besloten de oudsten van de gemeente dat hij even niet meer mocht zingen. Hij mocht nog wel met een muziekinstrument meespelen. Een oudste vertelde hem over de klachten en zei hem dat hij voorlopig niet meer mee mocht zingen. En waarschijnlijk omdat de oudste Kees inmiddels kende, koppelde hij de microfoon die bij Kees stond af en nam hem mee. Kees was woedend, maar uiteindelijk sprak hij er met God over. Dan beschrijft hij een dialoog met God (p. 62). Weer een dialoog buiten de Bijbel om. God die hem twee vragen stelt. Is het terecht dat je zo boos bent? En wat wil je dan?  Zijn antwoord: “Ik wil zingen Heer, ik wil voor u zingen.” Daarop kreeg hij dit antwoord “ … nou, als dat is wat je wilt .. Ik ben hier. Als je voor Mij wil zingen: zing!” God die hem zegt dat, als hij dan niet in de kerk mag zingen, hij in ieder geval voor Hem in zijn eigen kamer kon zingen. Dat heeft Kraayenoord gedaan. “Ik speelde op het podium – zijn eigen kamer - en zijn engelen waren mijn kerk.” (p. 63).

Maar God sprak hem blijkbaar niet aan op zijn eigenwijsheid en zijn ‘doordrammen’ bij het ‘door de anderen heen zingen’. Dat was immers de aanleiding voor zijn tijdelijke schorsing.

 

Als Kees vertelt over de gemeente die hem voorzocht om als voorganger terug te treden, dan vraagt hij zich niet af of hij inderdaad niet geschikt was voor die functie. Iets wat zeer wel mogelijk is, aangezien de Bijbel in zijn leven nauwelijks een rol lijkt te spelen. En als dat het geval is, hoe kun je dan voorganger zijn? Een voorganger moet de Bijbel verkondigen en er mee bestraffen, weerleggen en vermanen, met geduld en dat alles onderbouwd vanuit de Bijbel (2 Tim. 4:1,2).

 

8. Gemeenteleider

 

Kraayenoord is opnieuw voorganger geworden. Hij is één van de voorgangers van Mozaiek0318 Veenendaal.  Dat is de gemeente die hij in 2012 heeft opgericht. Hij doet daarmee iets wat hij volgens de Bijbel niet mag doen. Want een oudste/voorganger moet bekwaam zijn om de Bijbel te onderwijzen en dat is hij niet.

 

“Een opziener (een ouderling, oudste) moet zijn … bekwaam om te onderwijzen” (1 Tim. 3:2). “Een dienstknecht van de Heere moet … zijn … bekwaam om te onderwijzen”(2 Timotheus 2:24).

Een gemeenteleider (een oudste, voorganger) moet zich houden aan het woord van God, aan de gezonde leer. En hij moet met behulp van de Bijbel bemoedigen en onjuiste leringen weerleggen. “Want een opziener moet zijn … iemand die zich houdt aan het betrouwbare woord, dat overeenkomstig de leer is, zodat hij bij machte is om anderen te bemoedigen door het gezonde onderwijs en ook de tegensprekers te weerleggen.” (Titus 1:7,9)

 

Uit alles blijkt dat Kraayenoord dit niet doet. Wil hij het niet? Of kan hij het niet? Waarschijnlijk beide.

-Zijn prediking en onderwijs zijn te weinig op de Bijbel gebaseerd. Wat hij uitdraagt wordt niet ondersteund door zorgvuldige en evenwichtige Bijbeluitleg.

-Bovendien negeert of verdraait hij het woord van God als het gaat om de taak van de vrouw in prediking en leiding geven (de vrouw in het ambt) en als het gaat om acceptatie van homoseksuele relaties. Als de leer van de Bijbel botst op de opvattingen van de ongelovige wereld om ons heen, dan houdt hij zich niet “aan het betrouwbare woord, dat overeenkomstig de leer is” (Titus 1:9).

-En hij negeert in zijn onderwijs een groot deel van de Bijbel. Hij spreekt bijvoorbeeld wel  voortdurend over de liefde en ontferming van God, maar niet over de heiligheid en toorn van God. Hij is ‘positive only(6) . Dat wordt weerspiegeld in de gemeente die hij heeft opgericht.

 

Zie deze bespreking van de Mozaïek gemeenten: www.toetsalles.nl/htmldoc/mozaiek.ha.htm

 

9. Conclusie

 

Hij geeft leiding aan een beweging die net als hij niet stevig verankerd is in de Bijbel, dat gaat uitlopen op een geestelijke ramp. Zie het artikel over de gevolgen op langere termijn van de ‘positive only’ boodschap: www.toetsalles.nl/htmldoc/halve2.htm

 

     --------------------------------------

 

De eindnoten

 

1/ Zie deze twee artikelen over ‘positive only’ kerken, over de ‘positve only’ boodschap. http://www.toetsalles.nl/htmldoc/halve1.htm en http://www.toetsalles.nl/htmldoc/halve2.htm

 

2/ Wat gebeurt er als een christen zondigt? Hoe reageert God daarop? Zie deze twee Bijbelstudies: http://www.honderdbijbelstudies.nl/praktijk-christenleven/25-wat-gebeurt-er-als-een-christen-zondigt en

http://www.honderdbijbelstudies.nl/praktijk-christenleven/25-wat-moet-je-doen-als-je-gezondigd-hebt/

3/ Als christenen roepen wij God aan als Vader. Maar God verwacht wel van ons dat we leven als gehoorzame kinderen, dat we heilig worden in al onze wandel (1 Petrus 1:14-16). Als we ongehoorzaam zijn, zal de hemelse Vader ons waarschuwen en als we niet luisteren tuchtigen. Zoals een goede vader een kind zal tuchtigen en opvoeden. Ik weet niet wat voor vader Kraaienhof zelf heeft gehad. Ik had een redelijke vader, die ons niet prikkelde of opjoeg, die ons liefhad, maar als ik bewust tegen zijn bevelen inging, dan pikte hij dat niet. Dan volgde er een strenge vermaning en tuchtiging. Na enige van zulke ‘aanvaringen’ wist ik waar ik aan toe was en wandelde ik vanaf dat moment ‘in vreze van mijn vader’ en hield ik me als kind en tiener aan de grenzen die hij stelde. Zo gaat God ook met zijn kinderen om. De vreze des Heren zal ons bewaren op het rechte pad.

4/ Zie deze twee artikel over ‘’positive only’. http://www.toetsalles.nl/htmldoc/halve1.htm en http://www.toetsalles.nl/htmldoc/halve2.htm

 

5/ Dit is de tekst van het lied “All of me” van Stryper: https://www.azlyrics.com/lyrics/stryper/allofme.html .

Over de band Stryper, klik hier: https://nl.wikipedia.org/wiki/Stryper

 

6/ Voor uitleg wat ‘positive only’ is, zie deze artikelen: http://www.toetsalles.nl/htmldoc/halve1.htm en  www.toetsalles.nl/htmldoc/halve2.htm