De contemplatieve beweging in het licht van de bijbel Dit is een analyse en bijbelse toetsing van de
contemplatieve beweging. De inhoudsopgave 1.
De contemplatieve beweging rukt op 2.
Wat is de contemplatieve beweging? 3.
Een overzicht van de voornaamste contemplatieve
technieken: Onder meer contemplatief gebed, het Jezus gebed, lectio divina 4.
De historische wortels van de beweging 5.
God ervaren, de contemplatieve staat 6.
De technieken zijn niet bijbels 7.
Niet bijbels maar wel oosters 8.
Het bereiken van ‘de stilte’ 9.
Hoe sommige protestanten het gebruik van deze
technieken proberen te rechtvaardigen 10. De
sluwheid van de slang, hoe de christenen misleid worden 11. De
gevaarlijke gevolgen van de contemplatieve technieken 12. Het dringt
overal binnen 13. Het is de
basis voor de valse oecumene 14. De grote
verleidende kracht 15. Zo erg is
het niet, je ziet spoken 16. Conclusie
en oproep A.
Aanbevelingen voor verdere studie en onderzoek 1. De
contemplatieve beweging rukt op Het contemplatieve christendom is één van de grote
trends in de Amerikaanse evangelische wereld. Ook in Nederland is de opmars
in volle gang. Zo is bijvoorbeeld Jos Douma, de meest
invloedrijke Nederlandse leraar van de beweging, benoemd tot hoogleraar aan
de ETF in Heverlee. En recent heeft hij, zoals hij zelf op zijn twitter
vermeldde, les gegeven op de theologische universiteit van de Gereformeerde
Kerk (vrijgemaakt) in Kampen over stiltegebed en lectio divina. Hij zit dus
in het hart van de evangelische en reformatorische wereld. Hij is bezig om op
deze theologische opleidingen de contemplatieve leringen en gebruiken door te
geven aan de toekomstige geestelijke leiders. Ook zijn boeken zijn zeer populair.
Zojuist hoorde ik dat men in de huiskringen in een plaatselijke gemeente van
de Hersteld Hervormde Kerk een boek van Douma gaat bestuderen. + Heverlee
gaat het contemplatieve pad op + Jos Douma
en de start van het academisch jaar in Heverlee Er zijn nog vele andere voorbeelden te geven van het
oprukken van de contemplatieve beweging. Schokkend is bijvoorbeeld de
bijlage die de EO met de Visie mee stuurde, een bijlage die
geheel gevuld was met bijdragen van schrijvers die in hun artikelen het
contemplatieve christendom uitdroegen . In de evangelische boekhandels liggen allerlei, uit het
Engels vertaalde, boeken van contemplatieve schrijvers. Schrijvers als Henri Nouwen, Richard Foster, Dallas Willard,
Max Lucado, Brennan
Manning, Janet Johnson, Leanne Payne en vele anderen.
Jos Douma is al genoemd, Jan Minderhout is nog een
bekende Nederlandse contemplatieve leraar. In Amerika spreekt men in plaats van over de
contemplatieve beweging ook wel over “spiritual formation”. 2. Wat is
de contemplatieve beweging? De boodschap van de beweging is dat men een weg heeft
tot dieper contact met God. De sleutel is het gebruik van een aantal
contemplatieve technieken. Als je die gaat toepassen dan, zo beweert men,
resulteert dat in een dieper contact met God. Het komt er op neer dat je God kunt ervaren door middel
van een aantal contemplatieve technieken. De technieken of methoden worden
ook wel in het Engels “spiritual disciplines” genoemd. Veruit de krachtigste
en voornaamste techniek is het zogenaamde contemplatieve gebed. In
protestantse gebieden wordt, om tactische redenen, vooral de lectio divina
naar voren geschoven. 3. Een overzicht
van de voornaamste contemplatieve technieken 3.1.
Contemplatief gebed, het Jezus
gebed, repetitief gebed Contemplatief gebed bestaat uit het telkens
herhalen van een gebedswoord, bijvoorbeeld het woord ‘Jezus’ of het woord
‘genade’ of ‘vader’. Het kan ook een
kort zinnetje zijn, zoals “Here Jezus Christus, Zoon van God, ontferm u over
mij.” Meestal wordt aangeraden om dit ongeveer 20 minuten achter elkaar te
doen. Vaak wordt aanbevolen om het uitspreken van het
gebedswoord te doen op het ritme van de ademhaling, met de rug recht en de
handpalmen naar boven gericht op de knieën. Door het beoefenen van contemplatief gebed ga je, zo
beweert men, God ervaren. Onder meer de bekende contemplatieve schrijver Henri
Nouwen beveelt deze techniek in sommige van zijn boeken aan. Ik citeer uit
zijn boek “Hier en Nu – leven in de geest” van pagina 16. : “Het luisteren naar de stem van de geliefde vereist dat
we al onze aandacht, van hoofd en hart, op die stem richten. Hoe kunnen we
dat doen? In mijn ervaring is de beste methode een eenvoudig gebed te nemen –
een zin of een woord – en dat langzaam herhalen. We kunnen het onze vader
gebruiken, het Jezus gebed, de naam van Jezus, of ieder ander woord dat we
associëren met Gods liefde. Dat woord of gebed plaatsen we in het midden van
onze binnenkamer, als een kaars in een donkere ruimte …. Als we trouw
volhouden, al is het maar tien minuten per dag, dan ontdekken we
langzamerhand – bij het kaarslicht van onze gebeden – dat er een plek in ons
is waar God woont, en waar hij ons uitnodigt om bij hem te wonen. Als we die
heilige plaats hebben leren kennen – en het is de mooiste en heerlijkste
plaats die er is – dan willen we daar zijn en geestelijk gevoed worden.” Ook Jos Douma beveelt deze techniek aan. Ik citeer uit
zijn boek ‘Jezus uitstralen’: “In dit hoofdstuk wil ik je de suggestie doen
om een nog kortere vorm van het Jezus gebed te beoefenen, namelijk het
biddend uitspreken – in je hart of hardop- van de naam van Jezus.” “Om je te
oefenen in het Jezusgebed, kan het goed zijn om ook een bepaalde tijd te
reserveren voor het aanroepen van deze naam.” (pp. 110-112) De kern van contemplatief gebed is het herhalen van
gebedswoord of zin. Dat gebeurt ook in het Jezus gebed. In plaats van over contemplatief gebed spreekt men ook
wel over repetitief gebed, ademgebed en centrerend gebed. Repetitief gebed
omdat het gebedswoord telkens, repetitief, wordt uitgesproken. Het wordt ook
ademgebed genoemd omdat vaak wordt aanbevolen om het gebedswoord op het ritme
van de ademhaling uit te spreken. Ook Douma verbindt meditatie met ademhaling. Hij
beveelt het niet als standaard procedure aan, maar hij prijst het aan als een
hulp bij concentratie. Twee citaten uit zijn boek ‘Op het spoor van
meditatie’: “Daarbij kan het bewust omgaan met de ademhaling hulp bieden ….
wie zich op de ademhaling concentreert en probeert rustig en diep te ademen,
zal tot rust komen. Bovendien vormt de ademhaling ook een belangrijk
concentratiepunt: de aandacht wordt van de gedachtenstroom,
die alsmaar door wil gaan, afgeleid naar ademen. Inademen – uitademen – rust.
Oefen er maar eens mee: inademen – uitademen – rust.” (pp. 66,67) En “Het kan
helpen om tegelijkertijd de aandacht ook te richten op een Bijbelwoord … dat
bijbelwoord kan dan op het ritme van de adem zacht worden uitgesproken” (p.
67) Hier hebben we het ademgebed, een gebedswoord uitgesproken op het ritme
van de ademhaling. Een andere naam voor contemplatief gebed is centrerend
gebed. In het Engels ‘centering prayer’.
De Rooms-katholieke geestelijken die vanaf de zeventiger jaren van de
vorige eeuw het contemplatief gebed opnieuw populair hebben gemaakt spraken
zelf over centrerend gebed. Men noemt het centrerend gebed omdat het telkens
uitspreken van het gebedswoord iemand doet binnentreden in zijn binnenste
heiligdom, in zijn centrum. Waar, zo stelt men, God woont. Men zoekt God te
ontmoeten in het eigen binnenste. Ik herhaal een gedeelte van het hierboven aangehaalde
citaat van Henri Nouwen: “Dat woord of gebed plaatsen we in het midden van
onze binnenkamer, als een kaars in een donkere ruimte …. Als we trouw
volhouden, al is het maar tien minuten per dag, dan ontdekken we
langzamerhand – bij het kaarslicht van onze gebeden – dat er een plek in
ons is waar God woont, en waar hij ons uitnodigt om bij hem te wonen. Als
we die heilige plaats hebben leren kennen – en het is de mooiste en
heerlijkste plaats die er is – dan willen we daar zijn en geestelijk gevoed
worden.” (Hier en Nu – leven in de geest, p. 16) 3.2. Lectio
divina De vertaling van lectio divina is letterlijk goddelijke
lezing. Lectio Divina is net als contemplatief gebed in het
laatste kwart van de vorige eeuw weer populair gemaakt door rooms-katholieke
geestelijken. Hieronder volgt, van één van deze geestelijken, de beschrijving
van de methode: 1.
Neem een tekst uit de Bijbel 2.
Ga ontspannen zitten en laat jezelf tot rust komen.
Sommige christenen concentreren zich enkele momenten op hun ademhaling, andere
citeren op rustige wijze een geliefd gebedswoord of een gebedszinnetje. De
praktijk van contemplatief gebed is een goede inleiding tot de lectio divina. 3.
Keer je nu naar de tekst en lees deze langzaam. Proef
elk gedeelte van de tekst, luister constant naar de zachte stille stem van
een zin of een woord uit het gedeelte dat zegt “ik ben voor jou vandaag.” 4.
Neem daarna het woord dat je gevonden hebt en laat het
diep in je doordringen. Zie, wat het in je doet. Geef het de tijd, kijk wat
het in je losmaakt, aan emoties, gedachten, etc. 5.
Spreek dan tot God. Of je woorden of beelden gebruikt
is niet van belang. Geef God wat je gevonden hebt in je hart toen je het
woord tot je door liet dringen. 6.
Tenslotte: rust eenvoudig in Gods omhelzing. Het doel van de lectio divina is niet het verstaan en
toepassen van de bijbel. Het doel is het krijgen van een ervaring. Het
ontvangen van een persoonlijk woord, het beleven van Gods liefde en
aanwezigheid. Bij de lectio divina wordt de gerichtheid op de
objectieve betekenis van het woord van God veranderd in het zoeken en
verwachten van een speciale boodschap van God, uitlopend op het ervaren van zijn aanwezigheid. Het loopt uit op punt 6. “Rust eenvoudig in
Gods omhelzing”. 3.3. Visualisatie Visualisatie is het gebruik van de fantasie. Men sluit
de ogen en stelt zich in beeld en geluid allerlei zaken voor. Uitgaande van
het beeld dat je hebt opgeroepen kun je nu in fantasie allerlei dingen
beleven. Je kunt zelf een dergelijke fantasiereis maken of onder begeleiding
van een ander. Als een ander de fantasie stuurt spreekt men van geleide
verbeelding. In dat geval geeft de leider aan wat je in je verbeelding moet
oproepen, waarna hij of zij verder leiding geeft aan de fantasiereis. In de contemplatieve beweging gebruikt men deze methode
om in contact te komen met God. Men gebruikt het om een ervaring van God te
krijgen. De meest populaire fantasie is het verbeelden van
Jezus. Men sluit de ogen en maakt zich een beeld van Jezus. Men stelt “Jezus” vragen, men laat Hem dingen doen en
de gefantaseerde Jezus gaat boodschappen doorgeven of belevingen geven. Eerst
stuurt men de fantasie met de eigen wil, maar na enige tijd kan de ingebeelde
Jezus de regie over nemen. + Enkele
visualisatie oefeningen uit het boek “De Nieuwe Levenswandel” van Richard Forster Een voorbeeld van een meditatie oefening die ik ben
tegengekomen in mijn eigen omgeving. Iemand die ik goed ken kreeg bij zijn
doop een boek van de leiding van het jeugdwerk. In het boek, werd als methode
voor gemeenschap met God de volgende oefening aangeraden: Maak een wandeling
en stel je dan voor dat Jezus naast je loopt. Loopt Hij naast je? Goed, en
wat zegt Hij tegen je? Hij had het geprobeerd en er een bepaalde
gewaarwording bij gekregen. Er gebeurde wat met hem. Wat men ook aanbeveelt is het door fantasie binnen
stappen in een bijbelverhaal. Neem
bijvoorbeeld het verhaal dat Jezus over de zee wandelt. Je hoort de storm, je
ziet de boot, je ruikt de zeelucht, etc. Zo wordt je een deel van het
verhaal. Het bijbelverhaal is het geraamte, je verzint er zelf allerlei
dingen bij. Dit is een belangrijk onderdeel van de geestelijke oefeningen van
Ignatius de Loyola, de oprichter van de orde van de
Jezuïeten. In zijn boek “Geestelijke oefeningen” wordt bijvoorbeeld
voorgeschreven om tot in detail het lijden van de Here Jezus te visualiseren.
Visualisatie wordt ook gebruikt in de praktijk van de
zogenaamde innerlijke genezing. Pionier van de innerlijke genezing door
middel van visualisatie is Agnes
Sanford. In Nederland is het gebruik van visualisatie
voor innerlijke genezing populair geworden door het boek ‘Genezing van
beschadigde emoties’ van David Seamands. Het gaat
om de genezing van getraumatiseerde mensen. Door middel van geleide
verbeelding kunnen, volgens Seamands, trauma’s door
“Jezus” worden genezen. Men laat de getraumatiseerde christenen zich
ontspannen en de ogen sluiten. Vervolgens laat men hen in fantasie teruggaan
naar de situatie die het trauma heeft veroorzaakt. Maar nu fantaseert men dat
Jezus er bij aanwezig was en dat Jezus hen troostte. Daarna beëindigt men de
oefening. Dit, zo beweert men, bewerkt genezing. 3.4. Mediteren bij iconen Een icoon is een schilderij met bijvoorbeeld een
afbeelding van Jezus of van Maria. Iconen zijn afkomstig uit de oosters-orthodoxe
kerken. Er is in die kerk een hele theologie over iconen ontwikkeld. ? Mediteren bij een icoon is simpel, je gaat bij een
icoon zitten en gaat er aandachtig naar kijken. Geconcentreerd en voor
langere tijd. Dat kan tot een “godservaring” leiden. Vooral als de omgeving
ook nog sfeerverhogend is. 3.5. Repetitief zingen Repetitief zingen bestaat uit het telkens herhalen van
een kort koortje. Bijvoorbeeld tien of dertien keer. Dit wordt onder meer in Taizé gedaan. 3.6. Het gebruik
van sfeerverhogende middelen. Rituelen, symbolische handelingen, processies, gedimd
licht, een half duistere ruimte, brandende kaarsen, speciale gewaden, af en
toe perioden van stilte, repetitief zingen van koortjes en het gebruik van
woorden met een sterke positieve gevoelswaarde, zonder die woorden te
definiëren. Dat zijn enkele belangrijke onderdelen van het recept van Taizé. 3.7. Het
inrichten van een eigen heilige plek In de contemplatieve beweging wordt soms het advies
gegeven om een eigen heilige plek in te richten, een stilte plek. Hang er een
icoon op of een doornenkroon of een crucifix. Gebruik een gebedsbankje. Verduister het licht. Zet
eventueel wat worship of gregoriaanse muziek als zachte achtergrond muziek
aan. Steek een kaars aan. 3.8. Het beoefenen van het woordeloos gebed De rooms-katholieke mystica
Madame Guyon heeft hier een boek over geschreven. (Experiencing
the Depths of Jesus Christ, formerly entitled: Short And Very Easy Method of Prayer) Zij noemt het gebed met woorden, waarbij je dingen aan
God vraagt of tegen God zegt, de kleuterklas van het gebed. Dat is haar
oordeel over het onze vader! Het echte geestelijke gebed is volgens haar het
gebed zonder woorden, een toestand waarin je contact met God ervaart maar
waarin je niets zegt. Dat is pas het ware gebed, het volwassen gebed. 3.9. Soaking prayer Het is bij soaken of soaking prayer de bedoeling dat je
God en Jezus gaat ontmoeten in de Heilige Geest, de bedoeling is om stil te
zijn in Gods aanwezigheid. Zachte aanbiddingsmuziek wordt opgezet. De deelnemers
liggen of zitten. Er wordt wat instructie gegeven: Moedig jezelf en anderen
aan om je op Jezus te concentreren. Zeg: “Kom Heilige Geest”. Wacht dan in
een ontvankelijke houding, bidt niet, spreek niet in tongen, probeer op geen
enkele manier te helpen, ontspan alleen maar, wacht en ontvang van Hem. Het soaken is bedacht en populair gemaakt door John
Arnott en zijn vrouw. Hij zei er het volgende over: “Soaken is meer dan
alleen wachten, het is het ontvangen en beleven van de aanwezigheid van de
Heer”. Ook hier is het bewust beleven van God weer het doel. 3.10. Een labyrint lopen Het woord labyrint is enigszins misleidend. Bij een
labyrint denk je aan een doolhof, maar bij het wandelen van een labyrint
wordt geen doolhof gebruikt. Het gaat om een grote cirkel die op de grond
ligt, bv. in de vorm van een zeil. Ook kunnen de tegels in het patroon zijn
gelegd. Aan de buitenkant is er een opening in de cirkel, een ingang voor een
pad van ongeveer een halve meter of meer, dat pad loopt aan de binnenkant van
de cirkel rond waarna het pad weer naar binnen afbuigt waarna er weer een
cirkel volgt. Dat gaat zo door tot je in het centrum van de oorspronkelijke
cirkel komt. De geestelijke oefening bestaat uit het lopen van deze
cirkel. Uiteraard langzaam. Om het effect te verhogen doet men dit het liefst
in ruimten met gedempt licht, met kaarsen en zachte meditatieve worship
muziek. De bedoeling van deze techniek is dat je er een
ontmoeting met God door krijgt. De symboliek is duidelijk. Je bent op weg naar het
centrum. Zie de opmerking over centrerend gebed, hierboven bij punt 3.1. 3.11. Het gebruik van sfeerwoorden Woorden als vrede, genade, liefde, gemeenschap. Vanuit
de oude christelijke cultuur hebben deze woorden een bepaalde rationele
inhoud met tegelijkertijd een sterke connotatie of gevoelswaarde. Als je die
woorden gebruikt roepen ze dat gevoel op. In de contemplatieve beweging gebruikt men voortdurend
dit soort woorden zonder ze in hun bijbelse context te plaatsen of ze vanuit
de bijbel in te vullen. Een voorbeeld is Taizé, daar
worden dit soort woorden herhaaldelijk gebruikt, echter zonder ze vanuit de
bijbel in te vullen. Het gaat niet om een rationeel verhaal, het gaat om het
intuïtief ervaren van God. En die woorden toveren als het ware de
gevoelswaarde op. Als je de lectuur van Taizé leest om te ontdekken wat
hun boodschap is dan is het allemaal uiterst vaag en op het eerste gezicht
bijna inhoudloos. Maar dat was te verwachten, want, zo beweert men zelf
“Taizé preekt niet”. Dat is uiteraard niet waar want ook Taizé gaat uit van
een bepaalde filosofie en theologie. Het is wel waar dat ze hun filosofie
niet vaak uiteenzetten. Iets over het beleven van eenheid met God en met
elkaar, maar de kracht is niet de rationele inhoud van het verhaal, de kracht
ligt hem in de emotie-woorden, in combinatie met
alle andere sfeer verhogende maatregelen. 3.12. Het bezoeken van en het deelnemen aan retraites
in rooms-katholieke kloosters Dit is al vele jaren populair. Evangelische en orthodox
reformatorische christenen gaan op bezoek in kloosters. Ze gaan de
contemplatieve sfeer opsnuiven, proeven. 3.13. Het gebruik van ijle muziek Vooral de gregoriaanse zang. Deze muziek heeft een
groot tranceverwekkend gehalte. Vandaar dat het ook in New Age kringen
populair is. Een vriend van één van mijn zonen is rooms-katholiek, orthodox
katholiek. Hij kent het ware evangelie niet en is daarom niet wedergeboren,
maar zo af en toe heeft hij religieuze perioden, dan draait hij gregoriaanse
muziek en hij getuigde dat hij daardoor God ging ervaren. 3.14. De stilte
beoefenen Dit gaat men letterlijk doen. Als oefening een dag niet
spreken. Net zoals in bepaalde rooms-katholieke kloosterorden niet wordt
gesproken. 3.15. Wachten op
boodschappen Een vriendin van mijn dochter was op een werkweek met
een evangelische studentenvereniging. Op een bepaald moment kwam ze een grote
kamer binnen, het licht was uit, de aanwezigen zaten in een cirkel op de
grond, voor ieder van hen stond een brandende kaars, allen zwegen en zaten er
naar binnen gekeerd bij. Ze ging gauw weer naar buiten en vroeg later aan een
deelneemster wat ze toch aan het doen waren. Het was een geestelijke oefening
met de bedoeling dat je er een boodschap van God door kreeg. Het was een vorm
van luisterend bidden. Iets wat ook de valse profetes Leanne Payne leert. 3.15. Het mediterend nalopen van de tien kruisstadia Dit bestaat uit het mediterend nalopen van de
zogenaamde tien kruisstadia van Jezus. Ook dit gebruik wint aan populariteit.
In schilderijen of in beelden worden tien scènes uit het lijden van Jezus
weergegeven. Je gaat van het ene schilderij of beeld naar het andere. En je
kijkt een tijd geconcentreerd naar elk beeld of schilderij. Vooral als ook de
omgeving “inspirerend” is en als er worship of gregoriaanse muziek bij wordt
gedraaid kan men hier een beleving bij krijgen. 3.16. Geestelijke dans Als een uitdrukking van aanbidding. Als weg tot een
diepere godservaring. 4. De
historische wortels De moderne contemplatieve beweging is afkomstig uit de
Rooms-katholieke kerk. Het begon met het vernieuwen van de techniek van het
contemplatief gebed. Op katholieke sites, die het contemplatief gebed
uitdragen, wordt verteld hoe de huidige praktijk van het contemplatief gebed
in het midden van de jaren zeventig van de vorige eeuw is ontstaan op een
Abdij (de Saint Joseph Abbey) in het plaatsje Spencer in de Verenigde staten.
Het is het werk van drie monniken, waaronder de toenmalige abt Thomas
Keating. Van 1962 tot en met 1965 vond in Rome het tweede Vaticaans Concilie
plaats. Op het concilie was door de leiding van de rooms-katholieke kerk
opgeroepen tot het aangaan van een dialoog met de aanhangers van andere religies. Ook werd er tijdens het concilie opgeroepen tot
het laten herleven van de contemplatieve weg. Men had geconstateerd dat veel
katholieken waren overgegaan naar oosterse godsdiensten. In die godsdiensten
zochten ze, door middel van meditatie, onder meer contact met het goddelijke
en innerlijke vrede. De boodschap van het concilie was: Die katholieken
hoeven de kerk niet te verlaten, want binnen de traditie van de katholieke
kerk kunnen ze ook vinden wat ze zoeken: een meditatieve weg die leidt naar
innerlijke vrede en geestelijke eenheid met God. Daarbij dacht de kerkleiding
aan de katholieke mystieke traditie. Keating en zijn twee collega's hebben dit
opgepakt. Om te beginnen zijn ze contact gaan zoeken met geestelijke leiders
uit andere godsdiensten. Ze zijn bij hen in de leer gegaan. Zo nodigden ze de
oosterse zen meester Joshu Roshi Sasaki uit voor het geven van zen meditaties
aan de monniken. Ook kwam een voormalige kloosterling, Paul Marechal,
onderwijs geven in transcendente meditatie. Let wel, de monniken namen niet
alleen kennis van deze zaken, ze deden er actief aan mee. De interactie met de oosterse godsdiensten hielp
Keating en zijn medemonniken bij het aanpassen van de traditioneel katholieke
vorm van contemplatief gebed. Zo ontstond de huidige techniek van
contemplatief gebed. Voor meer
informatie over deze kwestie, zie mijn onderzoeksnotitie. Een citaat van de site www.centeringprayer.com . Ik
geef een vertaling. "De bijdrage van William Menniger (één van
de drie monniken uit Saint Joseph Abbey) bestaat uit het ontwikkelen van een eenvoudige
en gemakkelijk te onderwijzen methode van gebed, gebaseerd op een bekend
mystiek boek uit de veertiende eeuw "The Cloud of Unknowing"
"De wolk van niet-weten". Gelovigen worden in het boek uitgenodigd
om binnen te gaan in een diepe toestand van stilte, ook wel genoemd een staat
van 'niet weten'. In die toestand drukt men zijn bedoeling uit om te rusten
in diepe gemeenschap met God. Menninger stelde voor om een enkel 'heilig
woord' in gedachten telkens te herhalen. Dat moet de bedoeling van de gelovige
om zich volledig tot God te keren uitdrukken en symboliseren. Het herhalen
van het heilige woord maakt het makkelijker om vrij te komen van gedachten en
gevoelens die altijd in iemands bewustzijn komen tijdens gebed." De wortels van de huidige contemplatieve beweging
liggen dus in de rooms-katholieke mystiek die is “verrijkt” met praktijken
uit de mystiek van de oosterse godsdiensten. In de slipstream van het succes van contemplatief gebed
is men ook andere mystieke technieken gaan opfrissen en opnieuw gaan
uitdragen, waaronder de lectio divina. Vrij snel na deze herleving van de mystiek in de
rooms-katholieke kerk is Richard Foster begonnen om het contemplatieve christendom in
evangelische en protestantse kring uit te dragen. Zijn boek Celebration of
Discipline heeft baanbrekend werk verricht. (Even tussen haakjes een opmerking over het boek van
Foster. Hij heeft het boek later ingrijpend aangepast. Hij heeft het gekuist
en afgevlakt opdat het minder weerstand in evangelische kring zou opwekken.
Daarover later meer in hoofdstuk 10. Maar bedenk, het was de eerste
versie die het baanbrekend werk voor de contemplatieve spiritualiteit in
evangelische kring heeft verricht.) 5. God ervaren, de contemplatieve staat Het doel van de contemplatieve technieken is het
bereiken van een toestand waarin je God gaat ervaren. In de rooms-katholieke
kerk spreekt men over het bereiken van de contemplatieve staat. In die
toestand ervaar je bewust God, je geniet van God, je rust in zijn omarming. Nevendoelen zijn het krijgen van boodschappen of het
ontvangen van innerlijke genezing. 6. De
technieken zijn niet bijbels De hierboven, in punt 3 beschreven technieken zijn
onbijbels. Ze worden niet voorgeschreven en je vindt er in de bijbel ook geen
voorbeelden van. Je vindt deze technieken daarentegen wel, in hun essentie,
in de oosterse godsdiensten. Er staan vele gebeden in de bijbel maar nergens staat
dat iemand contact met God zocht door voortdurend een gebedswoord of een
zinnetje te herhalen. Het “onze vader”
begint met het aanspreken van God in één van zijn namen. Maar dat is heel wat
anders dan het telkens uitspreken van bijvoorbeeld: “Onze Vader”, “Onze
Vader”, “Onze Vader”, “Onze Vader”, enzovoorts. Over het intuïtief bijbellezen, om daardoor in
gemeenschap met God te komen, vinden we ook niets terug in de bijbel. Dat is
niet het doel van bijbellezen. In 2 Timotheus 3:16,17 spreekt Paulus over het
viervoudig gebruik en het tweevoudig doel van de bijbel: “Elk van God ingegeven schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten,
te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid, opdat de
mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust.” (2 Tim.
3:16,17) Het doel van onze omgang met de
bijbel is dat we volkomen worden en dat we volkomen worden toegerust voor
alle goed werk. Om het doel te bereiken moeten we de bijbel bestuderen
en vervolgens gebruiken voor onderwijs, instructie, weerlegging, verbetering
en opvoeding. Dat is een rationeel gebeuren. Je vraagt je af: “wat staat er,
wat betekent het, hoe kan ik het toepassen?”. Al moet dit wel biddend en in
afhankelijkheid van de Heilige Geest gebeuren. De bijbel is niet gegeven met
de bedoeling dat we die gaan lezen om telkens een ‘woordje’ uit te ontvangen,
een speciaal woordje voor die dag. Het gaat er om dat we bezig zijn met het
objectieve woord. Dat moeten we kennen, bestuderen, er over nadenken en het
in ons hart opbergen om het toe te passen. We moeten geloven wat er staat en
doen wat er staat. Als we dat doen dan zullen we, doordat de Heilige Geest
ons verstand verlicht, het woord van God steeds beter gaan begrijpen en dat
zal ons leven veranderen. “Jezus dan zeide tot de Joden,
die in Hem geloofden: Als gij in mijn woord blijft, zijt gij waarlijk
discipelen van Mij en gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u
vrijmaken.” (Joh. 8:31,32) Als we zo op rationele wijze, biddend om de verlichting
van ons verstand, met de bijbel bezig zijn dan kan Gods Geest ons wel af en
toe speciaal bij een bijbelwoord bepalen. Een woord dat we op dat moment
nodig hebben. Maar dat is niet het doel van het bijbellezen, als dit gebeurt
is dat niet meer dan een extra. Als het woord van God in onze dagelijkse bijbellezing te weinig tot ons hart spreekt, dan kan het
zijn dat we fysieke en mentaal uitgeput zijn of het is een aanwijzing dat er
iets mis zit met het geestelijke leven. Dat moet aangepakt worden en dan zal
de Geest van God voor ons telkens weer het woord openen. (Zie de bijbelstudies over de praktijk van het
christenleven, de serie staat op de internetbijbelschool
- www.internetbijbelschool.nl -. Hoe
zit het bijvoorbeeld met onze toewijding, met onze overgave, zijn we soms
bezig in eigen kracht, hoe zit het met ons geloof, zijn we vervuld met de
Geest? ) + Over
rationeel en intuïtief bijbellezen Visualisatie ontbreekt volledig in de bijbel. Uiteraard
worden we in de bijbel ook nergens aangespoord om te gaan bidden en mediteren
bij iconen of beelden. Verder is in de
bijbel gebed altijd rationeel, zelfs als er emoties bij betrokken zijn, zoals
bij het uitstorten van je hart. In Romeinen 8:26 is sprake van gebed met
onuitsprekelijke verzuchtingen, maar
dat is niet iets wat we zelf doen, dat doet de Geest in ons. Het gaat hier
ook niet om het genieten van Gods tegenwoordigheid. Het gaat om voorbede, om
gebed naar de wil van God. Alle technieken zijn buiten-bijbels. Dat wil zeggen, ze
worden in de bijbel niet aanbevolen en er zijn geen bijbelse voorbeelden van.
7.
Niet
bijbels maar wel oosters De christelijke contemplatieve technieken komen niet in
de bijbel voor maar wel in oosterse godsdiensten, zoals boeddhisme en
hindoeïsme, en in de New Age beweging. 7.1.Identieke
meditatiemethoden De fundamentele overeenkomst tussen de christelijke
contemplatieve technieken en de technieken van de oosterse godsdiensten is
dat ze beiden meditatiemethoden zijn die bewerken dat het eigen zieleleven
wordt stilgelegd. Het zijn ontledigingstechnieken. Dit gebeurt automatisch bij ieder die één van
deze technieken gaat toepassen. De christelijke contemplatieve technieken zijn daarom,
in essentie, meditatietechnieken in oosterse zin. De kern van de oosterse meditatie is concentratie.
Door zich ergens langdurig op te concentreren komt men als het ware in een
veranderde bewustzijnstoestand. In feite is het een toestand van verminderd
bewustzijn. In die toestand komt men open te staan voor bovennatuurlijke
ervaringen. Meditatietechnieken werken praktisch gezien als ontledigingstechnieken.
Ze maken het eigen denken leeg, ze stoppen het eigen denken. Ze brengen de
eigen zielefuncties, het denken, de wil, het bewustzijn, tot passiviteit, tot
stilstand. In de oosterse godsdiensten en in de New Age maakt men
gebruik van verschillende soorten meditaties om de toestand van passiviteit
van het zieleleven te bereiken: (1) Meditaties
met gebruik van een mantra. Een heilig woord dat telkens wordt herhaald. Dit
gebeurt bijvoorbeeld bij transcendente meditatie. (2) Meditatie
door concentratie op de ademhaling (3) Meditatie
door concentratie op een voorwerp. Bijvoorbeeld een beeld, een steen, je eigen
duim, etc. Daar geconcentreerd naar kijken. (4) Meditatie
door chanten, door het telkens herhalen van een koortje. Dit gebeurt
ondermeer in de Hare Krishna beweging. Het voortdurend herhalen, zingen, van
hun chant, van hun heilig woord. Het is een “aanroeping” die Khrishna oproept
en tegenwoordig stelt, maar het werkt door de voortdurende herhaling ook als
een mantra. (5) Meditatie
door te luisteren naar eentonige muziek. Bijvoorbeeld naar Indiase
sitarmuziek. Het werkt als trancemuziek. Het brengt zelfs slangen in trance!
(De slangen worden door de slangenbezweerders in trance gebracht door de
eentonige muziek, en door de beweging van de fluit). Dit principe is ook de
achtergrond van de eentonig drummuziek uit de Afrikaanse religies. Verwant is
ook het gebruik van klankschalen. (6) Meditatie
door dans, beweging. Een voorbeeld uit de Islamitische mystiek zijn de
derwisjen die rondtollen om zo in trance komen. Van de in hoofdstuk 3 besproken contemplatieve
technieken gebruiken de meesten één of meerdere van deze zes methoden van
meditatie. Neem bijvoorbeeld het contemplatief gebed. Dat is in
feite een meditatieoefening met behulp van een mantra. In plaats van over
mantra spreekt men over gebedswoord of heilig woord, maar de werking is
hetzelfde. In beide gevallen wordt een woord of een zin keer op keer herhaald
met als effect dat het denken leeg wordt gemaakt waardoor men in een toestand
van verminderd bewustzijn komt waarin men ontvankelijk wordt voor indrukken
uit de onzichtbare wereld. Als bovendien het uitspreken van het gebedswoord
gedaan wordt op het ritme van de ademhaling dan is het een combinatie van
mantrameditatie en ademmeditatie. Ik wijs nogmaals op wat Jos Douma in sommigen van zijn
boeken adviseert. Hij beveelt het Jezus gebed aan, een vorm van contemplatief
gebed. Omdat het zo belangrijk is herhaal ik eerst de citaten die in punt
3.1. staan. In zijn boek ‘Jezus uitstralen’ schrijft hij: “In dit
hoofdstuk wil ik je de suggestie doen om een nog kortere vorm van het Jezus
gebed te beoefenen, namelijk het biddend uitspreken – in je hart of hardop-
van de naam van Jezus.” En: “Om je te oefenen in het Jezusgebed, kan het goed
zijn om ook een bepaalde tijd te reserveren voor het aanroepen van deze
naam.” (pp. 110-112) Drie citaten uit zijn boek ‘Op het spoor van
meditatie’: “Daarbij kan het
bewust omgaan met de ademhaling hulp bieden …. wie zich op de ademhaling
concentreert en probeert rustig en diep te ademen, zal tot rust komen.
Bovendien vormt de ademhaling ook een belangrijk concentratiepunt: de aandacht
wordt van de gedachtestroom, die alsmaar door wil gaan, afgeleid naar ademen.
Inademen – uitademen – rust. Oefen er maar eens mee: inademen – uitademen –
rust.” (pp. 66,67) “Het kan helpen om tegelijkertijd de aandacht ook te
richten op een Bijbelwoord … dat Bijbelwoord kan dan op het ritme van de adem
zacht worden uitgesproken” (p. 67) “Zo’n houding kan bijvoorbeeld zijn: … zitten op een
recht stoel met voeten op de grond, met rechte rug, en de handen omhoog
geopend op de bovenbenen.” (p. 66) Wat Douma hier aanbeveelt is niets anders dan een
oosterse vorm van meditatie. Het komt neer op een yoga oefening. Je herkent
alle klassieke onderdelen van een yoga meditatie. Het gebruik van een mantra,
concentratie op de ademhaling, het zitten met een rechte rug en de handen
naar boven geopend. Kun je de apostel Paulus voorstellen, die zo zit te
mediteren? Of de Here Jezus? Het enige verschil is dat er een christelijk
gebedswoord wordt gebruikt in plaats van de naam van een hindoe God. Maar ik
wijs er nogmaals op dat de inhoud van het gebedswoord voor het effect van de
meditatie niet uitmaakt. Welk woord je ook gebruikt, als je het een tijd
gebruikt dringt na enige tijd de betekenis van het woord niet meer door. Dan
gaat het werken als een mantra. De letterlijke betekenis van het woord mantra
is “denken stoppen”. Ik geef hieronder een soortgelijke ‘verchristelijkte’
yoga oefening, die door Jan Minderhout, in zijn boek “Bidden is een weg”,
wordt aanbevolen. Ik citeer uit het boek: ·
Ga op een rustige
plek zitten. Kniel met het bovenlichaam rechtop. Zoek een houding die je
langere tijd kunt volhouden. ·
Indien de oefening op een stoel gebeurt, zet dan beide
voeten op de grond, even uit elkaar, en zorg dat de bovenbenen horizontaal
gehouden worden. ·
Als je eenmaal echt zit, neem dan rustig het lichaam
waar. Ga met je aandacht de afzonderlijke lichaamsdelen langs. ·
Richt je aandacht op de ademhaling. Let op hoe de adem
naar binnen komt en het lichaam weer verlaat. Probeer de ademhaling niet te
veranderen. Let alleen op de stroom van de adem. Probeer daarbij het denken
los te laten. ·
Richt vervolgens de aandacht op het voorwerp dat tot
meditatie nodigt. Roep te binnen dat je gericht wilt zijn op God. Je zitten
is wachten op God, om hem te eren, Hem lief te hebben. ·
Bidt het Jezus gebed. Zeg steeds hardop of in stilte op
het ritme van de ademhaling: “Heer Jezus Christus, onferm u over mij … (De bron: “Bidden is een weg”, Jan Minderhoudt, pp
53,54) Ook andere technieken komen overeen. Het telkens
herhalen van koortjes komt overeen met het chanten. De meditatie bij een
icoon werkt als een concentratie oefening op een voorwerp. Het maakt niet uit
op welk voorwerp je je concentreert, het werkt allemaal. Het zijn meditatie
technieken die in een trance brengen. 7.2.Syncretisme De christelijke contemplatieve technieken zijn een
duidelijk voorbeeld van syncretisme. Syncretisme is het vermengen van het
christendom met de gebruiken van andere godsdiensten, in dit geval met het
hindoeïsme en boeddhisme. “Voorwaar, Gij hebt uw volk, het huis van Jakob, verworpen, omdat
het geheel beïnvloed is door het Oosten en toverij pleegt als de
Filistijnen en samendoet met kinderen van buitenlanders.” (Jesaja 2:6) Dat is precies wat er op dit moment, door de
contemplatieve beweging, op gang komt in voorheen bijbelgetrouwe kringen. De
meditatietechnieken zijn oosters, visualisatie is een bekende techniek uit de
magie, uit de tovenarij. Hierboven is in hoofdstuk 4 gesproken over de
historische wortels van de moderne contemplatieve beweging. Ik verwijs
nogmaals naar wat daar is gezegd over de oorsprong van de moderne vorm van
contemplatief gebed. Over de omgeving waarin het moderne contemplatieve gebed
is ontstaan. Het Amerikaanse
rooms-katholieke klooster waar de kloosterlingen deelnamen aan zen-meditaties
en transcendente meditatie. Sinds het tweede Vaticaans concilie doet een grote
groep binnen de rooms-katholieke kerk niet moeilijk meer over syncretisme. Na
het concilie is binnen de rooms-katholieke kerk strijd ontstaan over de
interpretatie van de concilieteksten over de niet-christelijke godsdiensten.
Er is een minderheidsgroep, die niet de officiële lijn vertegenwoordigt, maar
die wel grote invloed uitoefent. Zij stellen dat de Geest van Christus op een
verborgen wijze ook in de andere, in de niet-christelijke godsdiensten,
werkt. Als dat zo is dan kun je ook van hen leren. Op de rooms-katholieke
sites, waar het contemplatief gebed wordt uitgedragen, spreekt men daarom
vaak, zonder probleem, over gebedsmantra’s. Iets wat protestantse
contemplatieve leraren, zoals
bijvoorbeeld Jos Douma en Richard Foster,
niet doen. Zie voor aanvullende informatie punt 11.8 van hoofdstuk
11, het hoofdstuk over de gevaarlijke gevolgen van de contemplatieve
beweging. 8.
Het bereiken van de Stilte Het doel van de oosterse meditatietechnieken is het
bereiken van “de stilte.”. Dat is het moment dat de ziel een toestand van
passiviteit bereikt. Het denken stopt, de wil valt weg, de emoties worden
minder bewust ervaren. Ik heb aanhangers van New Age horen spreken over het
bereiken van een toestand van volkomen ontspanning. Zij vertelden van een cursus die ze in een
New-Age centrum hadden gevolgd. Na een aantal meditatie lessen kwamen ze tot,
wat zij noemden, de ervaring van totale ontspanning. In die toestand van passiviteit kom je open te staan
voor invloeden uit de onzienlijke wereld. En dat is precies wat de aanhangers van oosterse
godsdiensten, maar ook de aanhangers van christelijke meditatie willen
bereiken. Ze willen een godservaring, een ervaring van het goddelijke.
Bijvoorbeeld een gelukservaring, een ervaring van eenheid met al het
bestaande. Henri Nouwen vertelt dat hij na verloop van tijd, bij
het beoefenen van contemplatief gebed, beelden kreeg op de muren van zijn
hart. Hij ging met zijn innerlijk oog dingen zien. Ik citeer: “… de aandachtige herhaling van een gebed … nadat ik een aantal weken langzaam de
woorden van Sint Paulus had herhaald …. begonnen deze woorden op de muren van
mijn binnenkamer te verschijnen. Dit was duidelijk geen kwestie van
‘verschijning’ maar van een innerlijk zichtbaar worden .. In de loop der jaren is er veel op mijn
binnenmuren verschenen …. Ook gezichten van Jezus en Maria, van Therese van
Lisieux en Charles de Foucauld, van Ramakrishna en de dalai Lama” (“Hier en nu – leven in de Geest”, Henri Nouwen, pp.
82,83) Een van de deelnemers aan de meditatiecursus in het New
Age centrum vertelde mij dat ze, in de nacht, nadat ze de toestand van
volkomen ontspanning had bereikt, in haar droom bezoek kreeg van een persoon
die haar allerlei prachtige ervaringen gaf. Die bezoeken bleven voortduren
tot ze in contact kwam met christenen die haar het evangelie vertelden. Ze
kwam tot geloof maar toen begonnen de dromen te veranderen in verschrikkelijke
nachtmerries. Na gebed is ze hier van bevrijd. 9. Hoe
sommige protestanten het gebruik van deze technieken proberen te
rechtvaardigen Hoewel de contemplatieve technieken niet bijbels zijn
proberen de evangelische en protestantse aanhangers van de contemplatieve
beweging deze technieken toch vanuit de bijbel goed te praten. Daarbij
verdraait men, zoals hieronder zal blijken, de Schrift. 9.1. Een voorbeeld is Douma’s
verdediging van het Jezus gebed In zijn boek “Jezus uitstralen” (pp. 110-112) beveelt
Douma het Jezus gebed aan. Voor de bespreking van het Jezus gebed, zie
hierboven hoofdstuk 3, punt 3.1. (a) Een
foutieve uitleg van 1 Thessalincenzen 5:17 Hij begin zijn aanbeveling met het citeren van 1
Thessalonicenzen 5:16-18. “Verblijdt u te allen tijde, bidt
zonder ophouden, dankt onder alles, want dat is de wil Gods in Christus
Jezus ten opzichte van u.” In dit bijbelgedeelte spoort de Apostel Paulus zijn
lezers aan om ‘ten allen tijde’ te bidden. Douma vertelt vervolgens het verhaal van een
oosters-orthodox ‘christen’ uit de negentiende eeuw. Die zat met de vraag hoe
hij dit gebod, om te bidden zonder ophouden, kon uitvoeren. Hij ging op zoek
naar het antwoord en uiteindelijk vond hij een geestelijke leider die hem het
Jezus gebed leert. De geestelijke leider leerde hem om dit gebed zo vaak te
bidden – eerst hardop en later in het hart – tot het op den duur als het ware
altijd vanzelf in zijn binnenste klonk. Ik heb het boek, waarin Douma dit verhaal heeft
gevonden, er bij genomen. De titel luidt: “De ware verhalen van een pelgrim
aan zijn geestelijke vader”. In het boek staat dat de pelgrim zijn gebed
“Here Jezus Christus, ontferm U mijner” eerst drieduizend keer achtereen per
dag herhaalde, daarna zesduizend keer, toen twaalfduizend keer, en tenslotte
zonder tellen. Op den duur werd het gebed volkomen automatisch. Dit stelt Douma voor als de weg tot voortdurend gebed! Hij heeft het boek (“De ware verhalen van een pelgrim
aan zijn geestelijke vader”) op de lijst van aanbevolen lectuur gezet die
staat aan het eind van zijn boek “Op het spoor van meditatie” ( p. 140). Er zijn in de Nederlandse taal verschillende
vertalingen van het boek verschenen. Veelzeggend is dat, Carolus Verhulst, de
vertaler van de vertaling die ik heb geraadpleegd, in zijn inleiding op het boek, onder meer
het volgende zegt: Het boek “bevat een
schematische verklaring van een oefening uit bhakti-yoga,
die onafgebroken of mentaal gebed wordt genoemd.” (De bron van het citaat: “De weg van een pelgrim”, Carolus
Verhulst, 2004, pp. 5 en 6, Uitgeverij Synthese,
Den Haag). Het langdurig telkens uitspreken van de naam van de
favoriete godheid is inderdaad één van de bekende technieken in bhakti-yoga. In de oosters-orthodoxe kerk brengt men het ware
evangelie niet. Zonder geloof in het ware evangelie wordt men niet
wedergeboren, vandaar dat er nauwelijks echt geestelijk leven is. Daarom is
het nog enigszins te begrijpen dat de “christen” uit het boek in zijn
zoektocht uit is gekomen bij een meditatie-oefening die een psycho-occulte
ervaring bewerkt. Een ervaring die een namaak is van de echte godservaring.
Het is moeilijker te begrijpen dat Jos Douma, een dominee uit de
Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt), op deze weg terecht is gekomen. Dat een
mens die de Geest niet heeft voor deze verleiding valt is niet vreemd, maar
schokkend is om te zien dat een bijbelleraar, uit orthodox reformatorische
achtergrond, de misleiding niet doorziet. Hij brengt wel een afgevlakte
versie, maar in essentie beveelt hij dezelfde oefening aan. “Hiervan spreken wij dan ook met woorden, die niet door menselijke
wijsheid, maar door de Geest geleerd zijn, zodat wij het geestelijke met het
geestelijke vergelijken. Doch een ongeestelijk mens aanvaardt niet
hetgeen van de Geest Gods is, want het is hem dwaasheid en hij kan het niet
verstaan, omdat het slechts geestelijk te beoordelen is. Maar de
geestelijke mens beoordeelt alle dingen, zelf echter wordt hij door niemand
beoordeeld.” (1 Kor. 2:13-15) De opdracht om altijd te bidden is een hyperbool. Het betekent slechts
dat gebed een zeer belangrijke plaats in ons leven behoort in te nemen. Het
is niet strikt letterlijk bedoeld, net zo min als de aansporing uit Jozua 1 om dag en nacht de wet van God te overpeinzen
strikt letterlijk was bedoeld. “Dit wetboek mag niet
wijken uit uw mond, maar overpeins het dag en nacht” (Jozua 1:8) Als je dit ook letterlijk neemt
dan zou je nooit meer aan slapen of aan iets anders toekomen. Daar komt nog bij dat, als je met de Heer wandelt en voor de Heer
leeft, en je neemt dagelijks tijd om intensief voorbede en gebeden te doen,
je dan automatisch de rest van de dag in een geest van gebed blijft. Daar heb
je de techniek van het Jezusgebed niet voor
nodig. Tot zover de bespreking en weerlegging van Douma’s foute en misleidende uitleg en toepassing van
Paulus aansporing uit 1 Thessalonicenzen 5:17 om altijd te bidden. We gaan verder met de bespreking van de argumenten
waarmee hij, in zijn boek “Jezus uitstralen”, de praktijk van het Jezus gebed
een schijn van een bijbelse verantwoording probeert te geven. (b) Teksten
over de naam van Jezus Hij citeert enkele bijbelteksten die spreken over het
gezag van de naam van Jezus. En hij legt uit waar de naam van Jezus voor
staat. En omdat dit zo is, veronderstelt hij, dat het noemen van de naam
alles naar ons toetrekt waar die naam voor staat. Ik citeer: “Waar de naam
van Jezus wordt genoemd in een hart dat bidt, daar is bescherming en liefde
en troost en ontferming en kracht en aanvaarding.” Dat zou volgens hem het gevolg zijn van het repetitief
uitspreken van de naam van Jezus. Waar staat dat in het onderwijs over het
gebed van Jezus en de apostelen? Ik lees bijvoorbeeld wel dat biddend je
wensen bij God bekend maken, met dankzegging, bewerkt dat de vrede van God
die alle verstand te boven gaat in je hart heerst (Filp. 4:6,7). Maar zoiets
lees je niet over het telkens noemen van de naam van Jezus. (c) Een tekst
over het belijden van Jezus als Heer Hij
citeert ook de tekst “Daarom maak ik u bekend, dat
niemand, door de Geest Gods sprekende, zegt: Vervloekt is Jezus; en dat
niemand kan zeggen: Jezus is Here, dan door de Heilige Geest.” (1 Kor. 12:3)
Ook deze tekst past hij toe op het uitspreken van de naam van Jezus. Het gaat
in deze tekst echter niet om gebed, het gaat om de erkenning van Jezus als
Heer, om het belijden van Jezus als Heer. (d)
Negeren van de waarschuwing
tegen bidden met omhaal van woorden Repetitief, contemplatief gebed is niet vanuit de bijbel te
verantwoorden, integendeel, in zijn onderwijs over het gebed waarschuwt de
Here Jezus in Mattheus 6 zelfs uitdrukkelijk tegen repetitief gebed. Daar
staat: “En gebruikt bij uw bidden geen omhaal van
woorden, zoals de heidenen; want zij menen door hun veelheid van woorden
verhoord te zullen worden. Wordt hun dan niet gelijk, want God uw Vader weet,
wat gij van node hebt, eer gij Hem bidt. Bidt gij dan aldus: Onze Vader die in de hemelen
zijt, uw naam worde geheiligd; uw Koninkrijk kome; uw wil geschiede, gelijk
in de hemel alzo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood; en
vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren; en leid
ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want Uwer is het
Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.” (Mattheus 6:7-13) De Here Jezus geeft in dit bijbelgedeelte
instructie over het gebed. Hij zegt hoe het niet moet en Hij zegt hoe het wel
moet. Hij begint met een waarschuwing tegen het gebruik van omhaal van
woorden en vervolgens geeft hij een voorbeeldgebed, een voorbeeld van hoe het
wel moet. Het voorbeeld van ‘hoe het wel moet’ is het ‘onze vader’. Het ‘onze
vader’ is een rationeel gebed, waarin God als Vader wordt aangesproken,
waarna een aantal rationele verzoeken volgen, gevolgd door een lofprijzing. Aangezien we bezig zijn met een bijbelse
beoordeling van het contemplatief gebed, met een beoordeling van het Jezus
gebed, is in het bijzonder vers zeven van belang. Daar staat: “En gebruikt
bij uw bidden geen omhaal van woorden” De Here Jezus waarschuwt dus tegen
bidden “met omhaal van woorden”. De letterlijke vertaling van het Grieks
luidt: “biddende echter niet gebruikt zinloze herhalingen” (De bron is
de interlineaire vertaling van de Studiebijbel). In
de King James vertaling is het vertaald met “vain repetitions”, ijdele
herhalingen. In de Amplified Bible staat “En when you
pray, do not heap up phrases (multiply words, repeating the same ones over
and over)”. Het telkens herhalen van een gebed of gebedswoord
is heidens, want de heidenen menen dat het op die wijze herhalen van een
gebed kracht heeft bij God. “En gebruikt bij uw bidden geen omhaal van
woorden, zoals de heidenen; want zij menen door hun veelheid van woorden
verhoord te zullen worden. Wordt hun dan niet gelijk, want God uw
Vader weet, wat gij van node hebt, eer gij Hem bidt.” (:7) Welke argumenten voert Douma nog meer aan om het
Jezus gebed, om het contemplatief gebed, te verdedigen? (a) Het is niet bedoeld als ontledigingstechniek Hij zegt dat het gebruik van een gebedswoord in
zijn geval, zoals hij het aanraadt, niet bedoeld is als ontledigingstechniek.
Hij zegt dat het gebruik van het gebedswoord niet bedoeld is om het denken
leeg te maken, maar juist om het te vullen. Twee opmerkingen hierover. Ten eerste werkt het
repetitief herhalen van welk woord dan ook automatisch als een
ontledigingstechniek, of je dat nu bedoelt of niet. Ten tweede bedoelt
hij met ‘vullen’ het krijgen van een
Godservaring, het bereiken van een contemplatieve staat waarin we God ervaren.
Het herhalen van de naam van Jezus vult het denken niet, na enige tijd stompt
het juist het denken af, het geeft wel een ervaring doordat het een
veranderde staat van bewustzijn bewerkt. (b)
Beweert dat het niet oneerbiedig is om keer op keer de naam
van Jezus uit te spreken Het herhalen van de naam is, volgens hem, in orde als
het maar eerbiedig gebeurt. Maar dat is onmogelijk als je die naam achter
elkaar gaat opnoemen. Je kunt dit immers na enige tijd niet meer bewust van
de betekenis van die naam doen. Wat zou je er zelf van denken als één van je
kinderen voortdurend, gedurende twintig minuten, papa, papa, tegen je blijft
zeggen, op het ritme van zijn ademhaling. Het is in ieder geval een leeg, een
ijdel gebruik van de naam. (c) Wijst op
vermeende positieve effecten Hij beweert in het gedeelte waar hij het Jezus gebed
aanbeveelt, ook nog dat het telkens uitspreken van de naam van Jezus de
vervulling met Gods Geest stimuleert. Dit is uiteraard ook nergens vanuit de
bijbel aan te tonen. 9.2. Meditatietechnieken zijn niet neutraal Aanhangers van het contemplatieve christendom beweren
vaak dat de contemplatieve technieken neutraal zijn, dat is echter niet waar.
Meditatietechnieken, zoals meditatie door het herhalen van een woord, zijn
niet neutraal. Je kunt ze niet veranderen door bijvoorbeeld in plaats van het
herhalen van de naam van een hindoe God de naam van Jezus te gaan herhalen.
De technieken zijn fundamenteel fout, het zijn ontledigingstechnieken en daarom
zijn ze niet te verchristelijken.
Maar, afgezien van dit, alleen al het feit dat ze niet in de bijbel voorkomen
zou voor elke christen genoeg moeten zijn om ze af te wijzen. Door het onschuldig voor te stellen en door de
technieken als het ware te “dopen” worden de kinderen Gods misleid en worden
ze de contemplatieve beweging ingelokt. In de jaren zestig kwam de yoga op in Nederland, ook
dat werd toen voorgesteld als een neutrale techniek om te ontspannen. Als een
soort gymnastiek. Maar de mensen die zich er aan overgaven ontdekten al spoedig
dat het meer was dan gymnastiek. Douma spreekt in zijn boek “Op het spoor van meditatie”
ook over adem meditatie. Hij raadt het aan als een methode om het denken te
concentreren, zeg maar om het denken tot rust te brengen. Hij beveelt het
niet als standaard procedure aan, hij prijst het aan als een hulp bij
concentratie. Omdat het zo belangrijk is dat u ziet dat Douma werkelijk zegt
wat ik beweer, geef ik opnieuw de twee citaten uit het boek: “Daarbij kan het bewust omgaan met de ademhaling hulp bieden
…. wie zich op de ademhaling concentreert en probeert rustig en diep te
ademen, zal tot rust komen. Bovendien vormt de ademhaling ook een belangrijk
concentratiepunt: de aandacht wordt van de gedachtestroom, die alsmaar
door wil gaan, afgeleid naar ademen. Inademen – uitademen – rust. Oefen
er maar eens mee: inademen – uitademen – rust.” (pp. 66,67) En “Het kan helpen om tegelijkertijd de aandacht ook te
richten op een Bijbelwoord … dat Bijbelwoord kan dan op het ritme van de adem
zacht worden uitgesproken” (p. 67) Douma beseft wel degelijk dat concentratie op de
ademhaling onze gedachten beïnvloed, hij weet dat concentratie op de
ademhaling het denken stopt. Als iemand zich op zijn ademhaling gaat
concentreren dan denkt hij “nergens” meer aan. Het is niet de bedoeling van Douma, zo zegt hij, om het
denken te ontledigen. Maar hij beveelt intussen die techniek wel aan. “Oefen
er maar eens mee: inademen – uitademen – rust” Een beetje yoga, om tot rust te komen kan geen kwaad,
beweerde men in de jaren zestig. Douma beweert dat een klein beetje
ademmeditatie, als hulp bij concentratie bij het gebed en bijbellezen,
geen kwaad kan. 9.3. Misbruik van teksten over overpeinzen In de Bijbel staan enkele verzen waar sprake is van
overpeinzen. Bijvoorbeeld Jozua 1:8 en
Psalm 1:2. In deze teksten staat in de Nederlandse vertaling het woord
‘overpeinzen’. In veel Engelse vertalingen wordt in daar het woord ‘ to
meditate’ gebruikt. In het Hebreeuws staat het werkwoord ‘hagah’. Deze
teksten grijpt men soms aan om het op oosterse wijze mediteren, dat in
christelijke contemplatieve technieken wordt gedaan, te rechtvaardigen. Laten
we eens bezien waar het in deze teksten om gaat. Ik citeer de beide teksten: “Dit wetboek mag niet wijken uit uw mond, maar
overpeins het dag en nacht, opdat gij nauwgezet handelt overeenkomstig alles
wat daarin geschreven is, want dan zult gij op uw wegen uw doel bereiken en
zult gij voorspoedig zijn” (Jozua 1:8) “Welzalig de man die niet wandelt in de raad der
goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der
spotters; maar aan des Heren wet zijn welgevallen heeft, en diens wet
overpeinst bij dag en bij nacht. Want hij is als een boom, geplant aan
waterstromen, die zijn vruchten geeft op zijn tijd, welks loof niet verwelkt
– al wat hij onderneemt gelukt” (Psalm 1:1-3) In deze teksten is sprake van meditatie in de zin
van overpeinzen. Het gaat hier om het rationeel overdenken van het woord
van God. Wat staat er, wat betekent het, wat kan ik er van leren, hoe raakt
het mijn leven, hoe kan ik het toepassen? Het overpeinzen heeft een praktisch doel. Het doel is,
volgens Jozua 1:8, het toepassen van het woord van God in het dagelijks
leven. “opdat gij nauwgezet handelt overeenkomstig alles wat daarin
geschreven is.” Jozua wordt opgedragen om intensief Gods wetboek te lezen, te
bestuderen en te overdenken opdat hij nauwkeurig Gods wet kan toepassen. Het overpeinzen, waar Jozua 1:8 over spreekt, heeft dan
ook niets te maken met bijvoorbeeld de techniek van lectio divina. Daar leest men
herhaaldelijk een bijbelgedeelte met de verwachting dat er een gedeelte uit
zal springen. Daar is het bijbellezen op gericht.
Het is de bedoeling om een persoonlijk woordje van de Heer te ontvangen.
Heeft men het zinnetje of het woord gevonden dan concentreert men zich daar
op. Alles met het doel om een ervaring met God te beleven. Het gaat in Jozua 1:8 dus niet om het ontvangen van een
persoonlijk woordje. De bedoeling is dat Jozua het objectieve en voor ieder
geldige woord van God bestudeert en dat hij alle voorschriften navolgt.
“opdat gij nauwgezet handelt overeenkomstig alles wat daarin geschreven is.” Let op het woordje
‘alles’. Niet alleen wat je al of niet aanspreekt maar het gehele woord is
van belang en moet toegepast worden. Dit is overigens precies wat ons, als christenen, wordt
opgedragen . De Heer verwacht dat wij al zijn geboden navolgen. “En leert hen
onderhouden al wat ik u
geboden heb” (Matth. 28:19). We moeten daders van het woord zijn. “En weest
daders des woords” (Jakobus 1:22). Of het ons nu een ervaring geeft of niet. Als je bezig bent met het onderzoeken, overdenken en
toepassen van het woord van God dan is het verstand niet passief maar juist
actief. Ik wijs nogmaals op Johannes 8:31,32. “Als gij in mijn
woord blijft, zijt gij waarlijk discipelen van Mij en gij zult de waarheid
verstaan en de waarheid zal u vrijmaken.” Een ware discipel blijft in het
woord van Jezus, hij blijft bezig met de bijbel. Als hij dat doet dan zal dat
twee gevolgen hebben. (1) Hij zal de Bijbel steeds beter gaan begrijpen en
(2) dat zal zijn leven veranderen. Hij zal de waarheid verstaan en de
waarheid zal hem vrijmaken. As Jozua Gods wet zou
overdenken met het doel om die in alles toe te passen dan zou Hij voorspoedig
zijn: “want dan zult gij op uw wegen uw doel bereiken en zult gij voorspoedig
zijn.” Hetzelfde wordt gezegd over de man waar Psalm 1 over spreekt. De man
die verkeerd gezelschap en advies mijdt en die dag en nacht Gods woord
overpeinst. Deze man wordt zalig gesproken en van hem wordt onder meer
gezegd: “al wat hij onderneemt gelukt”. Als je leest wat er in de teksten staat dan is het
duidelijk dat met overpeinzen niet mediteren op oosterse wijze wordt bedoeld,
het gaat hier niet om het krijgen van een ‘woordje’ of het gaan ervaren van
God. Deze overwegingen schrikken de aanhangers van het
contemplatief gebed echter niet af, om in strijd met de gezonde uitleg van
teksten als Jozua 1:8 en Psalm 1:1-2, deze teksten toch contemplatief op te
vatten. Dat doet men door de context van de woorden te negeren en door te
gaan speculeren over de etymologie van het Hebreeuwse woord Hagah, dat in die
verzen wordt gebruikt. In de grondvorm van het werkwoord zit naast de gedachte
van overdenken, overpeinzen ook de gedachte dat er geluid bij wordt gemaakt.
Daarbij kun je bv. denken aan de nu nog bestaande Joodse gewoonte om de
Schrift hardop te lezen. Dit als ondersteuning van het overdenken en het
memoriseren. Zelf doe ik ook zoiets als ik bijbelteksten en bijbelgedeelten
uit het hoofd leer. Net als vele andere evangelische christenen uit mijn
generatie leer ik geregeld bijbelgedeelten uit het hoofd. De gemakkelijkste
manier om dat te doen bestaat uit het dagelijks hardop uitspreken van
de uitgekozen Bijbelteksten. Als je een tijd op die manier dagelijks één of twee
keer hardop de uitgekozen bijbeltekst blijft oplezen dan zul je merken dat de
tekst na enige tijd in het geheugen blijft hangen. Een positief bijkomend
effect is dat je, bij het dagelijks herhalen van de tekst, tegelijkertijd
automatisch over de inhoud nadenkt. Met als gevolg dat je de tekst steeds
beter gaat begrijpen. Het doel van het op deze manier memoriseren van de
bijbel is onder meer het versterken van je geloof en je gehoorzaamheid. Heb
je bijvoorbeeld strijd met bezorgdheid. Leer dan bijbelgedeelten die daarover
gaan uit het hoofd. Heb je moeite met het beheersen van je tong, leer die gedeelten
uit je hoofd. Wankelt je geloof, leer dan teksten over geloof en over de
trouw en macht van God uit je hoofd. En let op, hier is de link met het Hebreeuwse woord
Hagah, terwijl ik memoriseer maak ik ook geluid, want ik citeer de tekst.
Ik overpeins het woord terwijl ik het hardop memoriseer. Als je een tekst regelmatig, dagelijks, een keer opzegt
dan werkt dat niet als een ontledigingstechniek. Als je daarentegen een
bijbeltekst keer op keer direct achter elkaar zou opzeggen, dan zou dat na
enige tijd ook als een ontledigingstechniek gaan werken. Dan dringt niet meer
door wat je opzegt. Dan stopt het effectief alle denken. De mystici lezen in het Hebreeuwse woord Hagah een
soort trance toestand. Een soort trancetoestand waarin mensen onsamenhangende
geluiden maken of irrationeel spreken.
Zoals bijvoorbeeld een sjamaan zijn formules prevelt. Men maakt veel te veel van de etymologische oorsprong
van het woord. De betekenis van een woord wordt in de eerste plaats bepaald
door de manier waarop het wordt gebruikt. De betekenis wordt bepaald door de
context, in dit geval wordt de betekenis bepaald door de bijbel, door de
wijze waarop het in de twee bijbelgedeelten en door
het geheel van de Schrift heen wordt gebruikt. + Komt
meditatie in de bijbel voor? 9.4. Misbruik van teksten over stilte In de bijbel staan enkele teksten over stil zijn en
stil worden voor God. Die teksten worden vaak misbruikt voor het
rechtvaardigen van contemplatieve technieken, technieken waardoor je tot
‘stilte’ komt, waardoor je tot de woordeloze contemplatieve ervaring van het
rusten in God komt. Dit zijn enkele van de teksten: “Waarlijk, mijn ziel, keer u stil tot God, want van Hem
is mijn verwachting” (Ps. 62:6) ‘’Waarlijk heb ik mijn ziel tot rust en stilte
gebracht, als een gespeend kind bij zijn moeder, als een gespeend kind is
mijn ziel in mij” (Ps. 131:2) Dit soort teksten gaan echter niet over ontlediging. Ze
gaan over tot rust komen. In plaats van na te denken over al je zorgen en
over al je bezigheden richt je je denken op God. In plaats van zelf te
zwoegen en te tobben werp je je bekommernis in geloof op God, zodat je het
los kan laten (1 Petrus 5:7). Dit heeft niets met stoppen met denken te
maken. Het denken blijft actief maar het wordt anders gericht. De kramp van
het zelf vechten wordt vervangen door het vertrouwend steunen op Gods genade. De Bijbelse weg tot het ervaren van vrede is het door
gebed en smeking, met dankzegging, bekend maken van al je wensen bij God. “Maar laten bij alles uw wensen door gebed en smeking,
met dankzegging bekend worden bij God en de vrede Gods die alle verstand te
boven gaat zal uw harten en uw gedachten behoeden in Christus Jezus.”
(Filippenzen 4:6,7.) De bijbelse weg tot het
verkrijgen van rust voor je ziel is tot Jezus komen en zijn juk opnemen.
“Komt tot mij, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven;
neemt mijn juk op u en leert van Mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van
hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen, want mijn juk is zacht en mijn
last is licht.” (Matth. 11:28-30) Jezelf bekeren, je zelf onder Hem stellen, in contact
met Hem blijven door gebed en bijbellezing, op Hem vertrouwen en Hem
gehoorzamen naar het inzicht dat je in het woord van God hebt. Dat is de weg
naar rust voor onze ziel en dat is een heel andere weg dan het gebruik van
mystieke technieken. In de oosterse godsdiensten en in New Age kringen
spreekt men vaak over “De Stilte”. Men
spreekt over het bereiken van een toestand die ‘De Stilte’ wordt genoemd. Dat
is het moment waarop de ziel volledig passief is geworden. Het denken ligt
stil, de wil is uitgeschakeld en de emoties zijn ook losgelaten. Het bereiken
van die toestand is de voorwaarde tot het verkrijgen van bovennatuurlijke
godservaringen. Het is droevig dat men de bijbelteksten die over ‘stil zijn’
spreken misbruikt voor het goedpraten van on-bijbelse
ontledigingstechnieken, technieken die door ontlediging de contemplatieve toestand van “stilte”
bewerken. Zie verder het artikel over stilte en stilzijn in de
bijbel, klik hier. 9.5. Misbruik van teksten die spreken over
godservaringen Soms wijst men er op dat ook mensen in de bijbel
bijzondere ervaringen met God hadden. Dat was bijvoorbeeld het geval met
Mozes, Daniel, Petrus
en Paulus. Zij hadden inderdaad zulke ervaringen, maar die kwamen vanzelf,
noch Petrus, noch Paulus noch wie dan ook zocht naar dit soort situaties. En
ze gebruikten er al helemaal geen speciale technieken voor om zulke
ervaringen te bereiken. 10. De
sluwheid van de slang, hoe de christenen misleid worden “zoals de slang met haar sluwheid Eva verleidde” (2 Kor. 11:3) 10.1. Een ijdel spel met woorden, met namen Protestantse aanhangers van de contemplatieve beweging
spreken meestal niet over contemplatief gebed of over centrerend gebed. In
plaats daarvan spreken zij over het Jezus gebed of het stiltegebed. Men zegt of suggereert dat het om twee verschillende
dingen zou gaan. Terwijl in werkelijkheid het Jezus gebed en het stilte gebed
in essentie hetzelfde zijn als contemplatief gebed. Want de kern, dat is het
repetitief herhalen van een gebedswoord, is hetzelfde. Zo lijkt bijvoorbeeld Jos Douma op het eerste gezicht
contemplatief gebed af te wijzen, terwijl hij het in de vorm van het Jezusgebed en het stiltegebed wel leert. Daar komt bij
dat hij zijn lezers ook nog indirect op het spoor van contemplatief gebed zet
door de boeken die hij aanbeveelt. In zijn eigen boeken beveelt hij boeken van andere
schrijvers aan, waaronder schrijvers die het contemplatief gebed uitdragen.
Een voorbeeld uit zijn boek “Op het spoor van meditatie”, daar beveelt hij
onder meer het boek “Stil worden. Rust en richting vinden door
contemplatief gebed” van Janet Johnson aan (p. 139). Hij introduceert de lijst met aanbevolen boeken, waarin
het boek van Johnson wordt genoemd, als volgt: “In de onderstaande
literatuurlijst treft u uit verschillende tradities boeken aan die gaan over
meditatie of over spiritualiteit in het algemeen. Ze kunnen, nu u op het
spoor van meditatie bent gezet, verder helpen op de weg van de meditatieve
omgang met de bijbel en bij het groeien in een meditatieve spiritualiteit.”
Het boek over contemplatief gebed van Janet Johnson, kan ons, volgens Douma,
verder helpen in onze groei in een meditatieve spiritualiteit. Douma is niet onwetend, hij heeft de contemplatieve
beweging uitgebreid bestudeerd. Zijn proefschrift had er mee te maken. Hij
weet wat contemplatief of centrerend gebed is, als je dan wel het Jezus gebed
propageert en tegelijkertijd suggereert dat je het contemplatief gebed niet
aanbeveelt dan bedrieg je de mensen bewust. 10.2. Opnieuw een ijdel spel met namen De protestantse aanhangers van de contemplatieve
beweging gebruiken het woord gebedsmantra niet, zij gebruiken de term
gebedswoord of heilig woord. Zij wijzen de term gebedsmantra af omdat bij hen het
gebedswoord, dat zij gebruiken bij hun oefeningen, niet bedoeld is om de ziel
te ontledigen. Het kan best zijn dat ze dit inderdaad niet bedoelen, maar
bedoeld of niet, het werkt wel zo. Daar kan niemand die een woord repetitief
gaat uitspreken zich aan onttrekken. Het veranderen van de naam gebedsmantra
in gebedswoord en het veranderen van de intentie verandert de werking niet. 10.3. Afwijzen van oosterse meditatie Douma en Foster, en de meeste
andere contemplatieve leraren, beweren met nadruk dat zij oosterse meditatie,
die gericht is op ontlediging, afwijzen. Terwijl in
werkelijkheid de oefeningen die zij aanbevelen wel degelijk ontledigend
werken. Zo stellen ze de mensen ten onrechte gerust. 10.4. De
sluwheid van Richard Foster Foster is de pionier in evangelische kring van de
contemplatieve beweging. Toen Foster in 1978
zijn baanbrekende boek “Celebration of Discipline”
voor het eerst uitbracht kreeg hij van een deel van de evangelicals
veel kritiek. Daarom heeft hij in latere edities de inhoud van het boek
aangepast, zodanig dat hij zoveel mogelijk de kritische christenen de wind
uit de zeilen nam. Hij heeft onder meer enkele omstreden meditatie en
visualisatie oefeningen uit het boek geschrapt. Uiteindelijk heeft hij het
boek voor een deel herschreven. In de latere edities van het boek is hij
voorzichtiger, al geeft hij nog steeds visualisatie oefeningen. In het boek
haalt hij vele andere contemplatieve schrijvers op positieve wijze aan.
Contemplatieve schijvers die meestal veel verder
gaan dan wat hij aanbeveelt. Door deze schrijvers te promoten zet hij de
lezers alsnog op het spoor van de ‘hardline”
contemplatieve schrijvers en mystici. Hetzelfde is te zien bij andere contemplatieve leraren,
vooral als ze zich bewegen in evangelische en orthodox protestantse kring.
Boeken worden herschreven en zie, de aanbeveling voor een boek dat
contemplatief gebed uitdraagt is plotseling van de lijst van aanbevolen
boeken afgevoerd. Terwijl de schrijvers nog steeds, zij het op een minder
directe wijze, contemplatief gebed uitdragen. 10.5. Tot de rand gaan van wat net nog voor een
protestant acceptabel is Dat doet bijvoorbeeld Jos Douma. Hij weet dat hij
contemplatief gebed niet kan verkopen, daarom gebruikt hij de term niet. In
plaats daarvan beveelt hij het Jezusgebed aan en
spreekt hij over stiltegebed. Ik geef hieronder weer wat hij over stiltegebed
op zijn site schreef: Stiltegebed Verdieping door
verstilling 1.
Kies een gebedswoord
dat voor jou symbool staat voor je actieve verlangen om in de tegenwoordigheid
van Jezus te zijn en open te staan voor zijn vernieuwende werkzaamheid. 2.
Ga ontspannen
zitten, sluit je ogen en neem enkele momenten om tot rust te komen. 3.
Introduceer het
gebedswoord dat voor jou symbool staat voor je actieve verlangen om in de
tegenwoordigheid van Jezus te zijn en open te staan voor zijn vernieuwende
werkzaamheid. 4.
Als je merkt dat je
bezig bent met gedachten of andere prikkels, keer dan telkens weer zachtjes
naar het gebedswoord dat voor jou symbool staat voor je actieve verlangen om
in de tegenwoordigheid van Jezus te zijn en open te staan voor zijn
vernieuwende werkzaamheid. 5.
Sluit deze tijd van
gebed naar behoefte af met nog enkele minuten stilte, dankzegging, voorbede,
aanbidding of met het Onze Vader. (Bron: www.josdouma.nl/schoolvoorspiritualiteit/stiltekapel/bezinning/stiltegebed.html ) Wat is de bedoeling? Dat je stil in de tegenwoordigheid
van Jezus vertoeft. Wat houdt het introduceren van het gebedswoord in? Dat je
het één keer uitspreekt of herhaaldelijk? Wat doe je dan? Wachten? Je mag
blijkbaar niets denken want als je “bezig bent met gedachten of andere
prikkels” moet je die doven door het gebruik van het gebedswoord. Het is een soort contemplatief gebed ‘light’. Hij heeft het contemplatieve gebed zoveel
mogelijk van de meest aanstootgevende, onbijbelse
zaken, gestript. Maar het is nog steeds contemplatief gebed, gericht op het
bereiken van de staat van contemplatie, met een gebedswoord om de gedachten
te onderdrukken. 10.6. De tactiek om protestantse gelovigen te winnen In de rooms-katholieke tak van de contemplatieve
beweging is contemplatief gebed het speerpunt. In evangelische en orthodox
protestantse kringen schuift men vooral de lectio divina naar voren. Dat komt omdat deze techniek veel
subtieler is dan de techniek van het contemplatief gebed. Als je de bijbel
kent dan zie je snel dat contemplatief gebed niet bijbels is, met de lectio
divina is dat veel minder het geval. Dat komt omdat het veel lijkt op het
houden van stille tijd, omdat het lijkt op wat je doet tijdens de dagelijkse
bijbellezing. Wat men niet realiseert is dat in de lectio divina het doel van
het bijbellezen is verlegd naar het ontvangen van een subjectief woordje van
de Heer met als uiteindelijk doel het rusten in de bewuste ervaring van God.
(Zie hierboven, punt 3.2.) Zo verleidt men christenen om, via de lectio divina, te
gaan proeven van de meditatieve spiritualiteit. Want degenen die met lectio
divina aan de slag gaan, zullen iets beleven. Immers meditatieve
spiritualiteit werkt, je krijgt er werkelijk ervaringen door, vaak mooie
ervaringen. Wellicht is die ervaring bij wedergeboren protestantse
christenen nog gemengd: een deel zuiver en een deel onzuiver. Er is nog zegen
omdat men gewend is om de bijbel rationeel te lezen, maar nu komt daar
bovenop nog de contemplatieve godservaring. Op die manier krijgen velen de smaak van het
contemplatieve te pakken. Het proeft goed, het smaakt naar meer en dat
bewerkt openheid voor de andere technieken, waaronder contemplatief gebed. De
lectio divina is het
lokaas. Als de mensen eenmaal bijten worden ze daarna de contemplatieve
beweging binnen getrokken. In de slipstream van de lectio
divina komt het contemplatieve gebed mee. Ook Douma legt de nadruk op lectio divina, maar in zijn
boeken zet hij zijn lezers toch al op het spoor van contemplatief gebed. Door
zijn promotie van het Jezus gebed en door verschillende van de door hem
aanbevolen schrijvers die in hun boeken openlijk contemplatief gebed
uitdragen. Het lokaas van de lecito divina werkt nog beter omdat
mensen als bijvoorbeeld Niek Tramper in feite
een aangepaste versie van de lectio geven. Ze geven een soort lectio “light”, waarin toch nog
aandacht is voor het rationeel verstaan van het bijbelgedeelte.
11. De
gevaarlijke gevolgen van de contemplatieve technieken Wat zijn de gevolgen als iemand zich met dit soort technieken
bezig gaat houden? Hieronder worden de belangrijkste genoemd. Dit is waar
het uiteindelijk op uit gaat lopen, als mensen de contemplatieve weg
opgestuurd worden. 11.1. Het werkt verslavend De fijne gevoelens die mystieke technieken vaak opwekken
werken verslavend. Gevoelens die men voor contact met God aanziet. Het
verlangen naar ervaringen met “de Christus in ons” wordt steeds sterker. Mevrouw Peters vertelt over deze gevoelens in haar
getuigenis. Ze is opgegroeid in streng rooms-katholieke kring, op latere
leeftijd heeft ze het bijbelse evangelie begrepen (Efeze 2:8,9) en is ze
alsnog tot geloof gekomen. Enige tijd na haar bekering liet de Heer haar toen
zien dat ze ook moest breken met de rooms-katholieke mystiek. Voor haar
getuigenis, in de vorm van een open brief aan ds. Hegger,
klik hier. Voor haar bekering had ze zich met rooms-katholieke
mystiek beziggehouden en toen ze volwassen was ook met yoga, ondanks dat ze
op dat moment nog steeds katholiek was. Na haar bekering was ze niet direct
bevrijd van haar hang naar mystiek, ik citeer uit haar getuigenis: “Ik herken
dit zo goed omdat ik in het begin van mijn geloofsleven (ze heeft het over de
tijd vlak na haar bekering) ook zelf behept was met de hang naar mystiek, het
verlangen naar ‘die eenheid met God’. Ook ik weet dat, door dit intens zalig
gevoel “het net lijkt alsof je in de hemel bent” en dat je “opgaat in Hem” of
dat de “Here in je zeer dichte nabijheid vertoeft”, een extatisch gevoel van
versmelting met God. Het leek echter ook op de gevoelens die ik tijdens mijn
vroegere yogalessen had beleefd. Ik kreeg argwaan en bad de Here om
onderscheidingsvermogen hierin. Vlak daarop brak het moment aan dat ik
ontdekte dat ik inderdaad fout bezig was. Meteen nadat ik weer eens
‘heerlijke momenten met de Here’ had beleefd, viel ik vreselijk uit naar mijn
gezinsleden. Ik schrok er zelf van en dacht: “Dit klopt niet, dit is niet
eerlijk”. Ik besefte dat ik op die momenten niet werkelijk God zocht, maar
religieus genot. Alles wat ik op dat gebied had gedaan, beleed ik aan de
Here en ook vroeg ik Hem om bevrijding van deze overgeërfde verbinding. (Haar
rooms-katholieke moeder was ook zeer mystiek, visoenen, stemmen, ervaringen.)
Toen zag ik pas in dat ik deze mystieke gevoelens zelf had opgeroepen d.m.v.
bepaalde handelingen, onder meer door het in gedachten voorstellen van de
Here Jezus, zoals een evangelische voorganger het ons aanraadde. Zo waren er
nog meer manieren die dit onbeschrijfelijke gevoel van liefde tevoorschijn
brachten, in feite een mystieke overgave, tevoorschijn getoverd door diverse
trucs. En ik maar denken dat het van God kwam.” “Dit toch is, al staat het in een roep van wijsheid met zijn eigendunkelijke
godsdienst, zijn nederigheid en zijn kastijding van het lichaam, zonder
enige waarde (en dient slechts) tot bevrediging van het vlees.”
(Kolossenzen 2:23) 11.2. Het werkt verblindend De door de contemplatieve technieken opgewekte
gevoelens werken verblindend. “Het voelt zo goed, dit moet wel van God zijn.”
Van kritiek, van kritiek op grond van de bijbel, wil men daarom niet weten.
Of zoals één van mijn geestelijke vaders het vroeger zo treffend formuleerde:
“Tegen een ervaring valt, bij de meeste mensen, niet te redeneren.” Wat men niet weet, of niet wil weten, is dat boze
geesten ook prachtige gevoelens kunnen geven. In de zielzorg hebben
verschillende mensen me daar over verteld. Als sommige hindoe goeroes mensen
aanraken, bv. aan het voorhoofd, dan krijgen deze mensen een gelukservaring.
Er is momenteel een bekende vrouwelijke goeroe, mother
Amma, die mensen omarmt waarna zij een
gelukservaring krijgen. 11.3. Het brengt in contact met boze geesten In hoofdstuk 8 is besproken dat het bereiken van “De
stilte” de deur opent voor invloeden uit de bovennatuurlijke wereld. Zoals zojuist, hierboven, is gesteld kunnen
boze geesten, als ze dat willen, mooie ervaringen geven. Zo kun je ongemerkt
onder invloed van boze geesten komen. In haar getuigenis
vertelt mevrouw Peters over prachtige ervaringen die ze kreeg door
rooms-katholieke mystieke methoden, door meditatie in een new-age centrum en
door de techniek van visualisatie die ze na haar bekering leerde van een
misleide evangelische leider. Dit was geen zelfbedrog, het werkte. De
ervaringen kwamen overeen, ze leken op elkaar. Dat bevestigt dat ze uit
dezelfde psycho-occulte bron kwamen. Elke techniek die ontledigt is gevaarlijk. Zelfs als
het niet bewust de bedoeling is, van iemand die zich hier mee bezig houdt, om
zich te ontledigen. De passiviteit waarin denken en wil worden gebracht
vormen een invalspoort voor boze geesten. Boze geesten die zich kunnen
voordoen als goede engelen, als de Heilige Geest, als Jezus en als God de
Vader. Het is mogelijk om een andere geest te ontvangen (2. Kor. 11:4). De bijbel schrijft over dwaalgeesten: “Maar de Geest zegt nadrukkelijk, dat in latere tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, doordat zij dwaalgeesten en
leringen van boze geesten volgen” (1 Tim. 4:1). De duivel kan zich voordoen
als een engel des lichts en de dienaren van de satan als dienaren der
gerechtigheid (2 Kor. 11:14,15). “Want indien de eerste de beste een andere Jezus predikt, die wij niet
hebben gepredikt, of gij een andere geest ontvangt, die gij niet hebt
ontvangen, of een ander evangelie, dat gij niet hebt aangenomen, dan
verdraagt gij dat zeer wel.” (2 Kor. 11:4) De boze maakt alles na. Hier is sprake van een andere Jezus, een ander
evangelie en van een andere geest. Het gaat hier om namaak van het echte. Men
deed alsof men Jezus en het evangelie bracht, maar het was een andere Jezus
en een ander evangelie. Er is ook sprake van “een andere geest”. Het is
mogelijk om een andere geest te ontvangen, een geest die zich voordoet als de
Heilige Geest. Die ‘andere geest’ kan ook mooie ervaringen geven. De enige en beslissende test moet zijn of een leer, of
een methode, of een ervaring bijbels is. De bijbel behoort onze enige regel
voor geloof en leven te zijn. (Hand. 17:11) Uit de levensbeschrijvingen van veel van de
rooms-katholieke mystici blijkt, uit wat ze aan bovennatuurlijke ervaringen
meemaakten, duidelijk dat ze bezeten waren of tenminste occult belast. Neem
bijvoorbeeld Theresia van Avila, van haar wordt
getuigd dat ze soms spontane levitaties had. Dan
begon ze, in een toestand van extase, ineens te zweven, en ging ze een meter
of een paar meter de lucht in en bleef daar een tijd hangen. Een verschijnsel
dat ook in occulte kring bekend is. (Encyclopedie van
de mystiek en de mysterie godsdiensten, John ferguson,
p. 157, Baarn) Haar boeken, waaronder haar bekendste boek “De
innerlijke burcht”, zullen inmiddels ook wel in evangelische boekhandels
liggen. De meeste Rooms-katholieke mystici kenden het ware
evangelie niet, dat blijkt uit hun geschriften, nooit wordt daar de bijbelse weg (Efeze 2:8,9) tot
behoud geleerd. Ze waren niet bekeerd en toch beleefden ze allerlei
geestelijke ervaringen. Hun ervaringen moeten daarom psychologisch of occult
zijn geweest, of een mengvorm van die twee.
11.4. Het
promoot een andere spiritualiteit Douma spreekt in dat verband over “meditatieve
spiritualiteit”. In zijn boek “Op het
Spoor van meditatie”, bij de introductie van zijn lijst met aanbevolen
boeken, zegt hij ondermeer “Ze (deze boeken) kunnen, nu u op het spoor van
meditatie bent gezet, verder helpen op de weg van meditatieve omgang met de
bijbel en bij het groeien in een meditatieve spiritualiteit” (p. 139) Het is een spiritualiteit die gericht is op ervaringen.
Dat is ondermeer het doel van contemplatief gebed en lectio divina. De ware
bijbelse spiritualiteit is gericht op geloof en gehoorzaamheid. Als christen
beleven we van alles, maar we moeten daar niet naar zoeken en deze ervaringen
al helemaal niet opwekken met onbijbelse technieken. We zoeken niet naar
ervaringen, we streven naar geloof en gehoorzaamheid. Ervaringen zijn daar al
of niet het gevolg van. + Zie de studie “Geloof,
gevoel, ervaring en mystiek in het licht van de bijbel” In deze studie wordt vanuit de bijbel het verschil
aangegeven tussen de mystieke spiritualiteit en de bijbelse spiritualiteit. Dat het werkelijk om een andere spiritualiteit gaat
wordt geïllustreerd door een verschuiving van de geestelijke helden. Van
oudsher las men in evangelische kringen de biografieën van mensen als Corrie
ten Boom, Hudson Taylor, George Muller, C.H. Spurgeon en vele anderen. Dat
waren de mensen die, terecht, als voorbeelden in het geestelijke leven naar
voren werden geschoven. De nieuwe helden van de contemplatieve christenen
zijn occult belaste rooms-katholieke mystici, die het ware evangelie niet
kenden en het daarom ook niet uitdroegen. Voor een bespreking van één van hen, de
rooms-katholieke mysticus, Henri Nouwen, klik hier. Jos Douma is enige tijd geleden aangesteld als hoogleraar
in de homiletiek (preekkunde) op de ETF in Heverlee. In een toespraak ter
gelegenheid van de opening van het academisch jaar prees hij de benedictijnse spiritualiteit aan. Hij pleitte voor het
gebruik van de lectio divina
als methode voor het krijgen van een boodschap voor een preek. Hij spreekt in
dat verband over spirituele homiletiek. Voor een verslag, klik hier. 11.5. Het duwt
de ware spiritualiteit weg De ziele en occulte kracht van de mystieke technieken
doven de Geest van God uit. De Heilige Geest trekt zich terug. Vermengen van
ware spiritualiteit met contemplatieve spiritualiteit werkt daarom maar even.
Je kunt niet lang van twee walletjes eten. 11.6. Het
bevordert een anti-rationele, anti-leer en anti-bijbel mentaliteit Dat komt omdat achter de mystiek een bepaalde kijk op
God, op de werkelijkheid en op de bijbel zit. De mystieke visie op God houdt in dat je met woorden
eigenlijk niets over de diepste werkelijkheid kan zeggen. Je kunt God niet
met woorden beschrijven, je kunt God alleen ervaren. De woorden van de bijbel
zijn daarom op zijn hoogst een verslag van mensen die een authentieke
godservaring hebben gehad, ze hebben iets van God beleefd, daar hebben ze
over geschreven, maar hun woorden schieten te kort. Met het verstand, zo
beweert men, kun je de goddelijke dingen niet begrijpen en beschrijven,
daarom is de bijbel niet meer dan een gebrekkig verslag van deze
godservaringen. Bezig zijn met de
leer, of met bijbelse theologie, heeft daarom niet veel zin. Ja, zo stelt men
in sommige mystieke kringen, bezig zijn met de leer kan zelfs de ware
ervaringskennis van God in de weg staan. Daarbij beroept men zich vaak op de bijbeltekst die
zegt dat de letter doodt maar dat de Geest levend maakt. “Niet dat wij uit onszelf bekwaam zijn iets als ons werk in rekening
te brengen, maar onze bekwaamheid is Gods werk, die ons ook bekwaam gemaakt
heeft om dienaren te zijn van een nieuw verbond niet der letter, maar des
Geestes, want de letter doodt, maar de Geest maakt levend.” (2 Kor. 3:5,6) De tekst wordt echter verkeerd uitgelegd. Paulus heeft
het hier niet over de tegenstelling tussen de bijbel en de Heilige Geest. Het
gaat hier om de tegenstelling tussen het oude verbond en het nieuwe verbond.
Onder het oude verbond hadden de gelovigen alleen de letter, ze hadden alleen
de geboden van de wet van Mozes. Ze hadden niet de kracht om de wet te
gehoorzamen, daarom bracht de wet hun veroordeling, in die zin doodt de
letter. Onder het nieuwe verbond hebben wij de Heilige Geest die ons bijstaat
in het verstaan van de schriften en ons helpt bij de toepassing van de bijbel
op ons leven en die ons de kracht geeft om God te gehoorzamen. De Geest maakt
levend. + Zie de studie “De
gevaarlijkste hedendaagse aanval op het bijbelse
christendom, de mystieke visie op religie” (Noot: Deze studie is de meest fundamentele studie
die op mijn site staat! Ik wil dringend
aanbevelen om deze studie een keer door te nemen. De studie plaats
ogenschijnlijk kleine incidenten, zoals een dominee die het Jezus gebed
aanbeveelt, in het grote perspectief.) De mystieke kijk op de werkelijkheid sluit naadloos aan
bij de hedendaagse cultuur, bij de geest van de tijd. Ook daar zien we het
afkeren van rationaliteit naar intuïtief leven. Ook de op dit moment
dominante filosofie van het postmodernisme zegt dat we met ons verstand de
werkelijkheid niet kunnen begrijpen. Met het overnemen van de contemplatieve mystieke
technieken wordt ook de achterliggende mystieke visie op God, religie en de
bijbel op den duur overgenomen. Al gebeurt dit bij velen wellicht onbewust. + de paradigmawisseling
in de evangelische wereld 11.7. Het zet op de weg van de onbijbelse
oecumene Door overname van de mystieke visie op religie, zie hierboven
punt 11.6, wordt de weg vrijgemaakt voor de valse oecumene. Immers volgens de
mystieke visie is de leer niet belangrijk, het gaat niet meer om wat je
gelooft, het gaat om wat je beleeft. Het gaat niet om geloof in de Christus
der Schriften, het gaat om de ervaring van de Christus Geest. De slagzin
luidt: “De leer verdeelt maar het geloof verenigt”. Eigenlijk bedoelt men:
“De leer verdeelt maar de gemeenschappelijke Godservaring verenigt.” + Zie hoofdstuk 6, “Een nieuwe visie op eenheid”, van
de studie “Wat is er aan de hand in de
evangelische wereld?” De valse oecumenische beweging is op gang gekomen rond
het jaar 1900. De eerste fase bestaat uit het verenigen van alles wat zich
christen noemt, ongeacht in welk evangelie men gelooft. De volgende fase is
de vereniging met de andere godsdiensten. 11.8. Het zet op de weg van inter-faith Inter-faith is het standpunt dat alle godsdiensten, in
verschillende gradaties, in contact met God brengen. De basis voor de vereniging met andere godsdiensten is
de mystieke visie op religie. Zie hoofdstuk 1 van de studie “De
gevaarlijkste hedendaagse aanval op het bijbelse
christendom, de mystieke visie op religie”. Hierboven is in hoofdstuk 4 over de historische wortels
van het contemplatieve christendom gesproken. Daar is er onder meer op
gewezen dat tijdens het tweede Vaticaans Concilie in het denken van een
invloedrijke groep rooms-katholieken een wissel is omgezet in de visie op
niet-christelijke godsdiensten, alhoewel dit niet de officiële visie is. Zij
stelden dat de Geest van Christus ook werkt in andere religies, zij het op
een verborgen wijze. Achter de uiterlijke vormen, achter de leer en allerlei
tradities van de wereldreligies ligt, zo veronderstelt men, die ene ervaring
van de christusgeest. Vandaar dat de monniken van de Sint Jospeh Abbey in de
leer gingen bij een zen meester en een leraar van transcendente meditatie. Ook de rooms-katholieke mysticus Henri Nouwen was een
inter-faith gelovige. In het boek “Hier en nu – leven in de Geest” vertelt
Nouwen dat hij door de beoefening van het contemplatieve gebed dingen ging
zien op de muren van zijn hart. Hij zag ondermeer beelden van Jezus, van
Maria, van rooms-katholieke heiligen, van Ramakrishna en de dalai lama. Hier is het citaat: “.. de aandachtige herhaling van
een gebed … nadat ik een aantal weken
langzaam de woorden van Sint Paulus had herhaald …. begonnen deze woorden op
de muren van mijn binnenkamer te verschijnen. Dit was duidelijk geen kwestie
van ‘verschijning’ maar van een innerlijk zichtbaar worden .. In de loop der jaren is er veel op mijn
binnenmuren verschenen …. Ook gezichten van Jezus en Maria, van Therese van
Lisieux en Charles de Foucauld, van Ramakrishna en de dalai Lama” (pp. 82 en
83) De Dalai Lama is het hoofd van het door en door occulte
lama boeddhisme uit Tibet. Ramakrishan is de bekendste Hindoe mysticus uit
het India van de negentiende eeuw. Hij stond bekend om zijn speciale
ervaringen met Kali, de moedergodin, ook wel de goddelijke moeder of Shakti.
Door die ervaringen kreeg hij een zeer specifieke toegang to de hogere
werkelijkheid, die zich uitte in het ontvangen van vele visioenen. Hij
propageerde een weg van jnana-yoga (de weg van inzicht) en van bhakti-yoga
(de weg van overgave aan de moeder). Hij legde de nadruk op het universele
in alle religies! (Bron: Encyclopedie van de mystiek, uitgeverij
Kok-Lanoo, p. 1059. De onderstreping is van mij.) Beelden van Ramakrishna, de
Dalai Lama, Nouwen vond het prachtig. Voor hem was
het toch allemaal hetzelfde. Ramakrishna en de Dalai lama waren in Nouwens
ogen ook spirituele mensen die ervaringen met het goddelijke hadden. In het zelfde boek “Hier en nu – leven in de geest”
beveelt hij, op pagina 40, uitgebreid een meditatie, naar het voorbeeld van
de Dalai Lama aan. Boven de paragraaf staat: “Op de weg van de Dalai Lama.” In zijn laatste Engelstalige boek, dat in 1998 is uitgebracht
met als titel ‘Sabbatical Journey” zegt hij op pagina 50 het volgende. Ik
geef eerst de vertaling en daarna volgt de originele tekst. “Vandaag geloof ik persoonlijk dat, terwijl Jezus is
gekomen om de deur naar Gods huis te openen, alle mensen door die deur naar
binnen kunnen gaan, of ze nu weten van Jezus of niet. Vandaag zie ik het als
mijn roeping om elke persoon te helpen zijn of haar eigen weg te vinden tot
God.” “Today
I personally believe that while Jesus came to open the door to God’s house,
all human beings can walk through that door, whether they know about Jesus or
not. Today I see it as my call to help every person claim his or her own way
to God”. Jezus heeft de deur geopend tot Gods huis, maar je
kunt, volgens Nouwen, het huis van God binnengaan zonder dat je Jezus kent.
De wegen van andere godsdiensten leiden, door de verdienste van Christus en
door de Geest van Christus die daar op verborgen wijze werkt, ook tot God.
Hij wil iedere persoon helpen om op eigen manier tot God te gaan. De vorige Paus heeft verscheidene keren in Assissi een
gebedsbijeenkomst voor de vrede belegd waarbij aanhangers van alle grote
religies aanwezig waren. Die baden tijdens de gebedssamenkomst allen tot hun
eigen (af)goden om vrede. 11.9. Het leidt vaak tot de idee dat God in ieder mens
woont In de theologie spreekt men over panentheïsme. Je ziet dat veel mystici uiteindelijk uitkomen bij de
overtuiging dat God in ieder mens woont. Let wel, in ieder mens en dus
niet alleen in de ware christenen. Voor een voorbeeld wijs ik naar Henri Nouwen. Hij
schreef in zijn boek “Hier en nu – leven in de Geest”, op pagina 17, het volgende: “God is geen
exclusieve God. De God die in ons innerlijke heiligdom woont, is dezelfde God
die in het innerlijk heiligdom van iedere mens woont” (p. 17) Hier stelt
Nouwen onomwonden dat God in het innerlijk van iedere mens woont. Dat is
volgens hem zo omdat God geen exclusieve God is. Als Hij alleen in het hart
van wedergeboren christenen zou wonen, dan zou God in de ogen van Nouwen, een exclusieve God zijn. 11.10. Het leidt er toe dat men God gaat zoeken in het
eigen binnenste. Zoals alle mystici zoekt Nouwen God niet in de hemel
maar in zichzelf. Door contemplatieve
technieken komt hij in contact met “de God in zijn binnenste” wat resulteert
in mooie bovennatuurlijke ervaringen. Ik citeer uit zijn boek “Hier en Nu – leven in de
geest” van pagina 16: “Het luisteren naar de stem van de geliefde vereist dat
we al onze aandacht, van hoofd en hart, op die stem richten. Hoe kunnen we
dat doen? In mijn ervaring is de beste methode een eenvoudig gebed te nemen –
een zin of een woord – en dat langzaam herhalen. We kunnen het onze vader
gebruiken, het Jezus gebed, de naam van Jezus, of ieder ander woord dat we
associëren met Gods liefde. Dat woord of gebed plaatsen we in het midden van
onze binnenkamer, als een kaars in een donkere ruimte …. Als we trouw
volhouden, al is het maar tien minuten per dag, dan ontdekken we
langzamerhand – bij het kaarslicht van onze gebeden – dat er een plek in ons
is waar God woont, en waar hij ons uitnodigt om bij hem te wonen. Als we
die heilige plaats hebben leren kennen – en het is de mooiste en heerlijkste
plaats die er is – dan willen we daar zijn en geestelijk gevoed worden.” Nouwen ontmoet God in zijn binnenste, hij maakt een
innerlijke reis naar zijn eigen centrum, daar ontmoet hij God en oefent hij
gemeenschap met God. Daar is het goed toeven, het is de mooiste en
heerlijkste plaats die er is. Nouwen deelt deze overtuiging met het hindoeïsme en New
Age. De overtuiging dat God te vinden is in het
innerlijk van ieder mens. 11.10. Wacht nu eens even! Dit laatste, de hierboven genoemd punten, gaan wel erg
ver. Wellicht denkt u: “Is dat allemaal het gevolg van het beoefenen van bijvoorbeeld
lectio divina? Dat lijkt me erg sterk.” Jos Douma zal zeker verontwaardigd allerlei zaken,
waarvan hierboven wordt beweerd dat die het gevolg zijn van het beoefenen van
contemplatieve technieken, verwerpen. Maar dat kan hij nu wel doen, het is
een feit dat veel van de mensen die hij op de contemplatieve weg zet daar
uiteindelijk zullen uitkomen. Hij stuurt ze in de richting van contemplatieve
spiritualiteit. Die spiritualiteit is verbonden met een bepaalde kijk op God,
op de bijbel, op de leer. Als die leringen volledig doorwerken dan leidt dat
tot minachtig van de leer, tot een valse oecumene zonder bijbelse
grenzen en uiteindelijk tot inter-faith. Ook in Douma’s boeken zie je reeds
de minachting voor de leer, hij accepteert bijvoorbeeld klakkeloos vroegere
en hedendaagse rooms-katholieke mystici als medechristen en als geestelijk
voorbeeld, terwijl deze mensen het bijbelse evangelie van de rechtvaardiging
door het geloof niet geloofden en uitdroegen. Kijk bijvoorbeeld eens naar het
onbijbelse, andere evangelie, wat de door hem aanbevolen rooms-katholieke
priester Henri Nouwen uitdroeg, klik hier. 12. Het
dringt overal binnen Overal in de christenheid dringt het contemplatieve
gedachtegoed en dringen de contemplatieve technieken door. Iedereen doet er
aan. Rooms-katholieke, evangelische, reformatorische, charismatische,
postmoderne en zelfs volledig vrijzinnige christenen. Hierboven, in hoofdstuk 1, zijn enkele voorbeeld
gegeven van het doordringen van de contemplatieve spiritualiteit in de
evangelische en orthodox reformatorische wereld. In charismatische kring heeft men zelfs een eigen
variant ontwikkeld, het zogenaamde soaken. Het soaken of soaking prayer wordt uitgedragen door John Arnott en zijn vrouw.
Arnott was de centrale figuur bij de zogenaamde Toronto Blessing, de beweging
met verschijnselen als heilig lachen (schateren zonder enige rationele
aanleiding), vallen in de geest, spastische verschijnselen zoals
ongecontroleerd schokken, dierengeluiden zoals blaffen als honden en kakelen
als kippen, verschijning van goudstof, etc. Manifestaties waarvan men beweert
dat ze het werk van de Heilige Geest zijn. In Arnott zien we de vermenging
van extreem charismatisch en contemplatief. Dat is een potentieel krachtige
mix. De bron van de huidige contemplatieve beweging ligt in
de rooms-katholieke kerk. Ook in die kerk neemt de interesse voor de mystiek
explosief toe. Bij de postmoderne christenen van de emerging church is de
contemplatieve spiritualiteit de drijvende kracht. Ze zijn het ware evangelie
en de bijbel in grote mate kwijtgeraakt en als dat met iemand gebeurt dan
raak hij ook de Geest van God kwijt en daarmee de ware Godsbeleving, de ware
beleving van God die het gevolg is van geloof en gehoorzaamheid. Maar de postmoderne christenen van de emerging
church hebben een alternatief gevonden om de leegte op te vullen: de mystieke
beleving. De ervaringen van de contemplatieve weg zien ze aan als contact met
God. Binnen de beweging van het marketingchristendom, Rick
Warren en Willow Creek, wordt ook de contemplatieve weg geleerd en
aanbevolen. Zelfs vele vrijzinnige christenen gaan de laatste jaren
de contemplatieve weg op. In Middelburg heb je binnen de PKN twee bijzondere
wijkgemeenten. Er is een bijzondere wijkgemeente van de Gereformeerde Bond en
er is een bijzonder wijkgemeente van de vrijzinnigen. Deze laatste gemeente
organiseerde een lezing over contemplatieve spiritualiteit. Ik heb die lezing
bezocht. Ze waren er allemaal enthousiast over. Intussen werd, tijdens de
lezing, door de aanwezigen nog wel gespot met mensen die de hemelvaart van
Jezus letterlijk nemen. Ze verwerpen, als vrijzinnige christenen, nog steeds
alle bijbelse dogma’s, maar intussen gaan ze wel de contemplatieve weg op. En
het werkt, het werkt ook bij hen! Want wat je gelooft, doet er immers niet
toe, de mystieke technieken werken bij iedereen. 13. Het is
de basis voor de valse oecumene De contemplatieve ervaring is de basis voor de
wereldwijde valse oecumenische beweging. Er is veel leerstellig verschil van inzicht tussen de
verschillende stromingen binnen het christendom en tussen de verschillende
wereldreligies onderling. Maar alle valse godsdiensten, inclusief de valse
christelijke stromingen, hebben de mystieke ervaring gemeen. Dat is het punt
van contact, daarin kunnen ze elkaar vinden. “Laat de leer maar doen, het
gaat om de ervaring, of hoe je het verder ook noemt.” Eenheid is mogelijk als ieder de mystieke visie op
religie aanneemt. Voor een beschrijving en een weerlegging van de mystieke
visie op religie verwijs ik naar de studie “De
gevaarlijkste hedendaagse aanval op het bijbelse
christendom, de mystieke visie op religie” 14. De
grote verleidende kracht Wat veroorzaakt de grote aantrekkingskracht van de
contemplatieve beweging? 14.1. Het staat in een roep van wijsheid “Dit toch is, al staat het in een roep van wijsheid met zijn
eigendunkelijke godsdienst, zijn nederigheid en zijn kastijding van het lichaam,
zonder enige waarde (en dient slechts) tot bevrediging van het vlees.” (Kol.
2:23) Mystiek fascineert. Het is ook modieus, Cool. Ik heb
bewust de grote veranderingen van de jaren zestig meegemaakt. De opkomst van
de beatcultuur, de hippiecultuur, de opkomst van het neo-hindoeisme.
Het is, zoveel jaren later, moeilijk voor te stellen wat voor een algemene
opwinding er in die tijd onder de jeugd heerste, er zat een soort tinteling
in de lucht. De hippie cultuur brak echt door toen de Beatles zich tot het
hindoeïsme keerden. Alles uit India werd populair. Ik was ook buitengewoon
gefascineerd door alles wat met India te maken had: wierook, Indiase kleding,
sitarmuziek en dergelijke. De rooms-katholieke mystiek trekt op dit moment,
op dezelfde wijze, vele evangelische en protestantse christenen aan. 14.2. Mystiek werkt Contemplatieve technieken hebben een grote verleidende
kracht omdat ze werken. Er gebeurt echt wat als je de technieken gaat
toepassen. Als christenen, die weinig realiteit in hun leven
hebben, met contemplatief christendom in aanraking komen dan komen ze met
iets echts in aanraking, want, zoals gezegd, mystiek werkt. Je krijgt er
werkelijk mooie ervaringen door, al komen ze uit psychologisch-occulte bron. 14.3. Het vult de leegte op Zie, ter illustratie, de ervaringen van de
godsdienstleraar van mijn zoon. De godsdienstleraar van mijn oudste zoon is opgegroeid
in een gelovig kerkelijk gereformeerd milieu. Zijn vader was een oprechte
gelovige en leefde er naar. Na zijn middelbare school ging hij theologie
studeren. Op de universiteit kwam hij in aanraking met de schriftkritiek
waardoor hij zijn geloof kwijt raakte. Toen hij een jaar of dertig was kwam
hij daardoor in een crisis, hij werd depressief. Hij verlangde terug naar het
eenvoudige geloof van zijn vader, maar door zijn geloof in de theorieën van
de schriftkritiek was die weg afgesloten. Toen
ontdekte hij de contemplatieve weg, op een retraite in een klooster. Dat gaf
hem toch weer iets van een godservaring en een visie op de wereld. Sinds die
tijd draagt hij de contemplatieve
visie op God uit: “Je kunt niet met zekerheid iets over God zeggen, maar je
kunt God wel ervaren.” 14.4. Het is een aantrekkelijke kortere weg Het is een gemakkelijkere weg tot godservaring dan de
bijbelse weg. De bijbelse weg is de weg van bekering en geloof in de Here
Jezus en een wandel in geloof en gehoorzaamheid. Bij de bekering ontvangt een
ieder die in Jezus gelooft de Heilige Geest. De Heilige Geest in ons is de
bron van alle ware christelijke ervaring. Hoeveel we ervaren hangt af van ons
geloof en onze gehoorzaamheid. Het hangt er van af in hoeverre de Geest van
God ons kan vervullen. + Zie de Bijbelstudies over de praktijk van het
christenleven. Het is één van de series die staan op de startpagina van de internetbijbelschool (www.internetbijbelschool.nl ). De mystiek biedt een kortere en gemakkelijker weg tot
godservaringen aan. Je hoeft alleen maar een aantal technieken toe te passen
en het werkt. + Zie de hoofdstukken 5 en 6 van de studie “De
bijbel over geloof, gevoel, ervaring en mystiek” Hoe het ook gesteld is met je toewijding, met je
gehoorzaamheid, met je geloof, met je heiliging, het doet er niet toe, de contemplatieve technieken
werken altijd, het is zelfs niet van belang of je wel of niet bekeerd bent. 14.5. Het straalt iets vreedzaams uit Iets irenisch. En dat trekt mensen aan. Contemplatieve mensen onttrekken zich aan polemiek, aan
konflikten over de leer. Ze zijn tolerant en vreemdzaam. Dat kunnen ze zijn omdat ze, door hun mystieke visie op
religie, het belang van de leer hebben gerelativeerd. De leer is, volgens de
meeste contemplatieve leraren, niet onbelangrijk, maar het is niet belangrijk
genoeg om je er over op te winden. Het is niet belangrijk genoeg om een ander
daar over te veroordelen of voor te verwerpen. Hun houding is: “Laat de rationalistische
fundamentalisten maar twisten over hun dogma’s, ik ontrek me er aan, ik ga de
innerlijke weg.”, dat is de mentaliteit. Mensen houden niet van strijd, de contemplatieve weg
trekt om die reden aan. Contemplatieve
mensen, en ook de moderne postmoderne christenen, kunnen niets met een Paulus
die strijdt tegen valse leer. (Gal. 1:6-9;
2:4,5; 2:11-14; 6:12). Of met de oproep om alles te toetsen
aan de bijbel. 14.6. Het sluit naadloos aan bij de geest van de tijd Ook in de seculiere cultuur is er een enorme hang naar
mystiek. Een zich afkeren van rationeel leven naar intuïtief leven. 14.7. Dan is er nog het werk van de valse leraren Het gaat om evangelische en reformatorische leiders die
contemplatieve methoden aanbevelen en verdedigen, leiders die optreden als
apologeten voor de mystieke beweging. Zij praten de evangelische en
reformatorische christenen als het ware de beweging binnen. Net als de vrouw Izebel, uit openbaring 2.20 wekken ze de
christenen op tot geestelijke hoererij met de boze machten die achter de
mystiek zitten. Ze verbinden het volk van God met het kwaad. Ze noemen goed
wat kwaad is. Ze verleiden het volk van God op dezelfde wijze als de slang
Eva verleidde. Voor een bespreking van hun drogredenen en hun vervalsing van
het woord van God verwijs ik naar de hoofdstukken 9 en 10 van deze studie. 14.8. De goede kwaliteit van het aas Hierboven, aan het eind van hoofdstuk 10, is besproken
dat in protestantse kringen vooral de methode van de lectio divina naar voren
wordt geschoven. Omdat die voor mensen die de bijbel kennen veel moeilijker
te doorzien is. Als mensen dit lokaas aannemen dan gaan ze iets ervaren,
waardoor de boze greep op hen krijgt zodat hij hen verder de contemplatieve
weg op kan trekken. Dit aas werkt uitstekend. 15. Zo erg is het niet, je ziet spoken Dat is de reactie die ik nog al eens hoor van andere
christenen als ik hen wijs op het gevaar van de contemplatieve beweging en de
contemplatieve technieken. 15.1Onder de
radar door gevlogen Het probleem met de contemplatieve beweging is dat deze
gevaarlijke beweging tot nu toe bij vele bijbelgetrouwe christenen onder de
geestelijke radar door is gevlogen. Er wordt niet gedetecteerd dat er iets
goed fout zit met deze beweging. 15.2.Wat kunnen
zulke oefeningetjes nu voor kwaad? En zelfs al doet men er zelf niet aan mee, men ziet er
verder weinig kwaad in. Wat kunnen zulke oefeningetjes nu voor kwaad? Neem
nou lectio divina, dat lijkt toch erg op het houden van stille tijd? Nou dan!
Zie je geen spoken? Slappe christenen lijken er geestelijker door te worden,
ze raken er enthousiaster door voor het geloof, hoe kan het dan fout zijn? Bovendien zijn het zulke aardige mensen. En ze geloven
echt in Jezus en het evangelie. Kijk eens hoe irenisch, vreedzaam ze zijn.” De werkelijkheid is dat de opkomende contemplatieve
beweging wel degelijk zeer gevaarlijk is. (Zie hoofdstuk 11, hierboven, waar
dit is besproken.) 16.
Conclusie
en oproep 16.1.Onbijbels en gevaarlijk De contemplatieve technieken zijn onbijbels.
Ze komen in de bijbel niet voor, maar wel, in essentie, in de oosterse
godsdiensten. Ze zijn bovendien niet “los” verkrijgbaar, ze zijn ingebed in
de mystieke visie op de werkelijkheid, op God en op de bijbel. Met het
aanvaarden van contemplatieve technieken komen de mensen ook onder invloed
van de mystieke visie op de werkelijkheid. En ze worden ingeleid in, wat
Douma noemt, de meditatieve spiritualiteit. 16.2.Er moet
opgetreden worden Geestelijke leiders die
contemplatieve leringen en gebruiken uitdragen zijn valse leraren want
ze dragen iets uit wat zeer schadelijke is voor het geestelijk leven. Daarom
moet hen de mond gesnoerd worden (Titus 1:11). Hen moet verboden worden om
hun valse leringen in ons midden uit te dragen (1 Tim. 1:3). Er moet tegen
hen gewaarschuwd worden (2 Petrus 3:17). We moeten ons van hen afscheiden
want valse leer werkt als zuurdesem, als het niet weggedaan wordt dan zal het
op den duur alles verzuren. + Zie de bijbelstudie: “de
bijbelse opdracht tot afscheiding” + En de studie: “Hoe
voorkomen dat een valse lering de gemeente binnendringt” Er moet gestreden worden voor het geloof. “Geliefden, daar ik mij in alle opzichten beijver u te schrijven over
ons gemeenschappelijk heil, zie ik mij genoodzaakt het te doen met de
vermaning tot het uiterste te strijden voor het geloof, dat eenmaal de
heiligen overgeleverd is. Want er zijn zekere mensen binnengeslopen
die …..” (Judas :3,4) Let op het “binnengeslopen”,
voor de invulling daarvan verwijs ik naar hoofdstuk 10. Zeg niet “we houden het wel onder controle”, want dan
onderschat u de zuurdesemwerking van deze valse leer. Voor de geestelijke leiders onder ons luidt de
opdracht: “verdedig de schapen”. “Ziet dan toe op uzelf en op de gehele kudde, waarover de Heilige
Geest u tot opzieners gesteld heeft, om de gemeente Gods te weiden, die Hij
Zich door het bloed van zijn Eigene verworven heeft. Zelf weet ik, dat na
mijn heengaan grimmige wolven bij u zullen binnenkomen die de kudde niet
zullen sparen; en uit uw eigen midden zullen mannen opstaan, die verkeerde
dingen spreken om de discipelen achter zich aan te trekken. Waakt dan en
herinnert u, dat ik drie jaren lang nacht en dag niet heb opgehouden ieder
afzonderlijk onder tranen terecht te wijzen.” (Hand. 20:28-31) Wees niet als de man die bleef zitten in zijn huis in
de polder, toen het bericht kwam dat de dijk was doorgebroken, omdat hij
redeneerde: “Is de dijk doorgebroken? Zo erg kan het niet zijn, want ik merk
nog helemaal niets van het water.” Waarna hij vervolgens werd overvallen door
het water. De geestelijke dijken zijn aan het doorbreken, de contemplatieve
technieken met daarmee verbonden de mystieke kijk op God en religie stromen
op dit moment de evangelische en de reformatorische wereld binnen. “Kinderkens, wacht u voor de afgoden.” (1 Joh. 5:21) Bijlage
A. Aanbevolen voor verdere studie en
onderzoek De site van Lighthouse Trails: www.lighthousetrailsresearch.com Deze site is speciaal gewijd aan het volgen en
weerleggen van de contemplatieve beweging. Twee zeer goede boeken die een uitstekend overzicht
geven en zeer veel informatie plus een kritische analyse bevatten: A
Time of Departing,
How a Universal spirituality is changing the face of Christianity. Ray
Yungen, Lighthouse Trails Publishing Company
Silverton, Oregon, U.S.A., Second
printing. Contemplative
Mysticism,
A powerful Ecumenical bond, David Cloud, 2008, Way of Life Literature. www.wayoflife.org Enkele fundamentele studies van mijn eigen site: +De gevaarlijkste hedendaagse aanval op het bijbelse
christendom, de mystieke visie op religie +De bijbel
over geloof, gevoel, ervaring en mystiek +Een
overzichtstudie van de emerging church +Wat is er aan de hand in de
evangelische wereld?
------------------------------------------------- De discernmentsite: www.toetsalles.nl De onderwijssite: www.internetbijbelschool.nl |