Een historisch overzicht van de gemeentegroei beweging De gemeentegroei beweging is niet strak eenvormig. Er is variatie onderling. Er zijn zelfs verschillen binnen een bepaalde tak b.v. tussen Warren en Hybels. De vader van de gemeente groei beweging is Donald McGavran. Begin jaren zestig deed hij systematisch onderzoek naar de kenmerken van groeiende gemeenten en bewegingen. Naar aanleiding van de resultaten van zijn onderzoek deed hij een aantal aanbevelingen voor de opbouw van gemeenten en zendingswerk. Een van de mensen die hij heeft beïnvloed is George W. Peters. Door Peters ontstonden er twee nieuwe takken van de gemeentegroei beweging. De eerste zoekt gemeentegroei door wonderen en tekenen. De tweede door een bepaald vorm van geestelijke oorlogvoering. Peters ontdekte door zijn studie van gemeenten en zending in de derde wereld dat tekenen en wonderen daar meer voorkomen dan in het westen. De tekenen en wonderen hadden meestal een positieve invloed op de numerieke groei van de gemeenten. De toepassing ligt voor de hand. Zorg dat in het westen ook wonderen gaan gebeuren en de gemeenten zullen ook daar veel sterker gaan groeien. Peters startte samen met John Wimber, op het Fuller Theological Seminary, een beroemde (beruchte) cursus over wonderen. Ze leerden dat wij niet alleen het koninkrijk Gods moeten verkondigen, wij moeten het daarnaast ook demonstreren door het doen van wonderen en tekenen. Dit noemden ze 'kracht-evangelisatie'. In de cursus leerden ze de studenten van Fuller ook hoe ze op (charismatische manier) wonderen konden doen, ze gaven zelfs een practicum 'wonderen doen', waarbij de deelnemers op elkaar oefenden. Dit is de bakermat van de zogenaamde derde golf en indirect ook een belangrijke bron van de Toronto Blessing. Het oproepen van de Geest door middel van het zogenaamde 'power gebed' (Kom Heilige Geest). Vallen in de Geest, geestelijk dronkenschap, lachen in de Geest (onbeheerst hysterisch schateren), spastische en dwangmatige bewegingen, tot zelfs dierengeluiden (kakelen als kippen, loeien als koeien) toe. Veel bedenkelijke zaken en maar weinig wonderen. Veel verder dan 'het verlengen van benen' schijnt men meestal niet te komen. Het leidde niet tot spectaculaire gemeentegroei. Peters is daarna ook nog de richting van geestelijke oorlogvoering opgegaan. De theorie is dat steden en streken onder controle staan van boze geesten. Iedere stad, streek, land wordt beheerst door eigen boze geesten. Deze boze geesten verhinderen dat de mensen massaal tot geloof in Jezus komen. De oplossing is dat de christenen de machten in het gebied binden. Als dat wordt gedaan, zo beweert men, zullen de mensen massaal positief reageren op de evangelieverkondiging. Peters en anderen hebben een hele procedure voor het in een stad of streek binden van de machten ontwikkeld. Onderdelen zijn: spiritual mapping, plaatsvervangend schuldbelijden, proclameren (jezusmarsen), gebedswandelingen, etc. (Bij Spiritual Mapping tracht men in kaart te brengen welke de boze geesten zijn die dat specifieke gebied in hun greep hebben. Soms krijgt men via bovennatuurlijke weg de namen van de betreffende demonen. Ook doet men onderdoek naar de specifieke zonden die daar veel voorkomen. Ook naar zondige praktijken uit het verleden. Door plaatsvervangend schuld te belijden, voor voorouders of voor de gehele bevolking, denkt men ook de greep van demonen op de mensen van die streek te kunnen verminderen of verbreken.) Deze leer heeft geen deugdelijke bijbelse basis. In het boek Handelingen, denk aan de werkwijze van Paulus, vind je er bijvoorbeeld niets van terug. Het werkt daarom ook niet, zoals velen in Nederland die zich hier mee bezig gehouden hebben inmiddels ook hebben gemerkt. Ook dit leidt niet tot spectaculaire gemeentegroei. Intussen was een groep christenen een geheel andere weg naar gemeentegroei ingeslagen. De pionier van deze groep is Robert Schuller (Christal Cathedral). De voornaamste vertegenwoordigers zijn Bill Hybels (Willow Creek), Rick Warren (Saddle Back) en George Barna. Voordat Schuller met zijn gemeente begon is hij eerst in de leer gegaan bij het bedrijfsleven. Het bedrijfsleven verkoopt producten. Schuller wilde het evangelie gaan 'verkopen'. Hij bestudeerde daarom hoe het bedrijfsleven zijn producten verkoopt (marketing). Hij heeft die principes toegepast bij de start en opbouw van zijn gemeente. Bill Hybels heeft de aanpak van Schuller overgenomen en verder geperfectioneerd. In 1975 heeft Hybels een seminar gevolgd aan Schullers 'Institute On Church Leadership'. Daarna heeft hij een team christenen bijgebracht voor het starten van een gemeente. Later bezocht een groep van 25 leidinggevenden, de kern van het leiderschap van Willow Creek, een conferentie van Schullers instituut over leiderschap. Tijdens de conferentie wees Schuller op een bepaald moment naar Hybels en zei: "Ik wil dat jullie weten dat deze man op dit moment bezig is om in Chicago precies datgene te doen waar wij het in deze conferentie over hebben" (Een citaat van Schuller dat wordt aangehaald door Pritchard, 'Willow Creek Seeker Services', Grand Rapids, Baker Books, 1996, p. 54)Rick Warren heeft ook de marketing aanpak van Schuller (en Hybels) overgenomen en die gecombineerd met moderne management technieken. Hij heeft gekeken volgens welke inzichten en principes bedrijven worden bestuurd en is dat bewust gaan toepassen op de opbouw van zijn gemeente. De resultaten lijken fenomenaal. Er ontstaan mega-gemeenten. Vooral de gecombineerde marketing- en managementmethode van Warren lijkt over al te werken. In de zin dat gemeenten vaak groeien in omvang. Een andere centrale figuur in de huidige gemeentegroei beweging is George Barna. Hij leidt een bureau die zich onder meer met .het uitvoeren van enquetes bezighoud. De 'Barna Research Group'. Enquêteren is een belangrijk marketinginstrument. Via het houden van enquêtes krijg je inzicht in de wensen van potentiële klanten. Barna heeft zich gespecialiseerd op enquêtes op religieus gebied |