Henri Nouwen over de weg tot God

 

1. Wie is Henri Nouwen?

Nouwen is een Nederlandse rooms-katholieke priester. Hij studeerde psychologie en theologie aan de Universiteit van Nijmegen. Van 1966 tot 1985 was hij hoogleraar pastorale theologie aan achtereenvolgens de universiteiten Notre Dame, Yale en Harvard. In 1985 werd hij pastor van een leefgemeenschap voor geestelijk gehandicapte mensen. In 1996 is hij overleden.

Nouwen heeft grote bekendheid gekregen met zijn boeken over spiritualiteit.

Ook in evangelische kring is Henri Nouwen inmiddels een bekende figuur geworden. Zijn boeken liggen in evangelische boekhandels. Recent heb ik van nabij meegemaakt dat in een evangeliegemeente de boeken van Nouwen met grote nadruk werden aanbevolen als een gids voor verdieping van het geestelijk leven. De EO-radio zond zojuist (eind juli 2003) het derde deel van een drieluik over Nouwen uit.

Hieronder volgt een verslag van wat onderzoek van enkele van de boeken van Nouwen heeft opgeleverd. Ik heb het onderwijs van Nouwen getoetst aan de bijbel (Handelingen 17:11). Ik ben nagegaan of de dingen die hij onderwijst in overeenstemming zijn met de Schrift. Bij het onderzoek heb ik de volgende boeken van Nouwen betrokken: "Eindelijk thuis, gedachten bij Rembrands 'terugkeer van de verloren zoon', "Hier en nu, leven in de geest", "brood voor onderweg", "Maria, betrouwbare gids naar de hemel", "In het Huis van de Heer - bidden met iconen". Verder heb ik gebruik gemaakt van de biografie "De gewonde profeet - portret van Henri Nouwen", geschreven door Michael Ford.

Bij het onderzoek heb ik me in de eerste plaats geconcentreerd op zijn boek "Eindelijk thuis - gedachten bij Rembrands 'de terugkeer van de verloren zoon'”. Dit lijkt met afstand zijn populairste boek te zijn, dat is zeker zo onder "evangelische" christenen. In de Provinciale Zeeuwse Bibliotheek is het boek b.v. permanent uitgeleend.

(Hieronder zal ik geregeld citeren uit en verwijzen naar de tekst van dit boek. De cijfers tussen haakjes verwijzen naar bladzijden uit het boek. Als er uit andere boeken wordt geciteerd dan wordt dat er uitdrukkelijk bij vermeld.)

Nouwen werd getroffen door een reproductie van het schilderij van Rembrand over de terugkeer van de verloren zoon. De vader die zijn zoon omhelst. Het legde zijn diepste verlangen, zijn diepste hunkering bloot (13). "De tedere ontmoeting van de vader en de zoon drukt alles uit waar ik op dit moment naar verlangde. Die zoon, dat was ik; doodmoe van het lange reizen; ik wilde omhelsd worden. De zoon die thuiskomt, dat was ik, op zoek naar een veilige plek waar ik me thuis kon voelen" (11). "Het schilderij had mij in contact gebracht met iets binnen in mij dat ver uitstijgt boven de wisselvalligheden van een druk bezet leven. Ik was mij meer dan ooit bewust geworden van een voortdurende hunkering naar een thuiskomst, naar veiligheid, naar blijvende geborgenheid, een hunkering die in ieder mens schuilgaat" (11)

De confrontatie met het schilderij bracht een proces bij hem op gang, waarvan hij in het boek verslag doet. Het boek is, wat literaire vorm betreft, een zogenaamd egodocument, het boek draait om Nouwen zelf, de eigen weg tot God wordt beschreven. 

2. De analyse van het boek

2.1. Op zoek naar een veilige plek

Gestimuleerd door de confrontatie met het schilderij gaat Nouwen op reis naar een veilige plek. "dat was ik, op zoek naar een veilige plek waar ik me thuis kon voelen, ik wilde me geborgen weten" (11)

In feite is zijn doel het bereiken van diepe gemeenschap met God.

"Ten diepste betekende 'thuiskomen' voor mij dat ik stap op stap op weg ging naar de Ene, die mij met open armen opwacht en mij in een eeuwige omhelzing wil vasthouden" (13)

2.2. De gelijkenis

Het schilderij beeldt een scène uit van de gelijkenis over de verloren zoon. De gelijkenis vinden we in Lucas 15:12-32. De gelijkenis staat in een groter verband. De Farizeeën en schriftgeleerden hadden kritiek op Jezus. Ze vonden het ongepast dat Hij met zondaars omging (15:1,2). Jezus gaat daar op in. Hij ontmaskert en weerlegt de kritiek met behulp van drie gelijkenissen. De gelijkenissen over het 'verloren schaap', 'de verloren penning', en 'de verloren zoon'.

Jezus was bezig met de uitvoering van zijn opdracht. Hij was immers gekomen om het verlorene te zoeken (Lucas 19:10). Zonde doet mensen verloren gaan. Zondaren zijn daarom verloren mensen. Jezus had contact met zondaren en door zijn woorden en de omgang met Hem kwamen zondaren tot inkeer, tot bekering. Denk b.v. aan Zacheus (Lucas 19:5-10).

In plaats van kritiek op Hem te hebben zouden de joodse leiders (de Farizeeën en schriftgeleerden) blij hebben moeten zijn over het succes van zijn missie.

Intussen laat met name de gelijkenis over de verloren zoon ook iets zien van de liefde en de genade van God. De mensen hebben zich in en door de zondeval (de eerste zonde van onze stamvader Adam) losgescheurd van God, ze zijn God kwijt geraakt. (Genesis 3 en Romeinen 5:18,19). Hun boze hart vraagt niet meer naar God (Rom. 3:12) en hun zonden staan tussen hen en God in (Jesaja 59:1,2). Deze scheiding doet God pijn, Hij mist de mens omdat Hij de mensen liefheeft. Daarom heeft God door het zenden van zijn Zoon een weg terug tot de gemeenschap met Hem geopend (1 Petrus 3:18; Johannes 3:16-18; 1 Johannes 4:9,10). De dood van Christus heeft de terugkeer mogelijk gemaakt. Zijn plaatsvervangend sterven. Hij heeft onze schuld overgenomen en er voor betaald (Jesaja 53:4-6), daarom kunnen wij nu vrijuit gaan. Daarom kan God ons nu vrijspreken (rechtvaardigen) en weer opnemen in Zijn gemeenschap (Romeinen 3:23-26).

Centraal in de drie gelijkenissen staat het woord "bekering".

"Ik zeg u dat er alzo blijdschap zal zijn in de hemel over één zondaar, die zich bekeert" (Lucas 15:7)

"Alzo is er vreugde in de hemel over één zondaar die zich bekeert" (Lucas 15:10). De gelijkenissen gaan over zondaren die zich bekeren. De 'verloren zoon' is een voorbeeld van een zondaar die zich bekeert. Hij keert zich af van zijn eigen zondige weg (Jesaja 53:6) en komt terug naar God. Hij weet dat hij gezondigd heeft. Hij komt terug met schuldbelijdenis "Vader, ik heb gezondigd tegen u en de hemel" (Lucas 15:18).

Jezus en de apostelen spraken geregeld over bekering. Op de vraag "Wat moeten we doen om behouden te worden?" geeft Petrus het antwoord "bekeert u" (Hand. 2:38). In de bijbel is de bekering geen jarenlang proces, maar een moment, een daad. Na de prediking van Petrus, volgend op de uitstorting van de Heilige Geest, bekeerden velen zich tot Jezus. Ze aanvaarden het woord, lieten zich dopen, en bleven volharden in het onderwijs der apostelen, de gebeden, de gemeenschap en de breking van het brood. Dat was geen lang proces. Na hun bekering, na hun geloofsovergave aan Jezus, na hun onderwerping aan Jezus, volgde wel het proces van het verder uitwerken van de heiliging.

Het tot geloof komen is het moment van bekering. Het moment van terugkeer tot God. Op het moment van de bekering worden we geadopteerd. Door het geloof worden we een kind van God (Galaten 3:26). We ontvangen op het moment van de bekering ook de Heilige Geest, de geest van het zoonschap, die in ons roept 'Abba Vader'. (Romeinen 8:14-16; Galaten 4:6).

De 'veilige plek' is op dat moment bereikt. We beleven door de inwoning van Gods Geest vanaf dat moment "de gemeenschap des geestes" (2 Kor. 13:13).

Het gaat dus in de gelijkenis niet in de eerste plaats om het voorzien in diepe emotionele behoeften. Het gaat om de terugkeer tot God, het gaat om het behoud, het gaat om 'de bekering ten leven'.

2.3. Het bijbelse evangelie ontbreekt bij Nouwen

Het boek van Nouwen geeft geen antwoord op de vraag hoe een mens behouden kan worden.

Alhoewel de gelijkenis uit Lucas 15 gaat om 'de bekering ten leven' wordt in het boek niet één keer op deze kernvraag van het evangelie ingegaan. Alles draait in het boek om de eigen persoonlijke ontwikkeling, om innerlijke genezing en vrijmaking. De hele vraag "Wat moet ik doen om behouden te worden?" komt in het boek van Nouwen niet ter sprake.

2.4. Het evangelie van Nouwen

Welke evangelie brengt Nouwen dan wel? Voor ik daar op in ga volgt hieronder eerst een korte uitleg over de bijbelse en over de orthodox rooms-katholieke weg tot behoud.

De bijbelse weg tot behoud.

Omdat Jezus de straf voor onze zonden heeft gedragen biedt God ieder die gelooft vergeving aan. (Jesaja 53:3-6; Hand. 10:43)

We worden behouden op grond van genade (om niet, onverdiend) en door middel van het geloof. Op het moment dat we ons geloof stellen op de Here Jezus worden we door God gerechtvaardigd, vrijgesproken (Romeinen 5:1; 4:4,5). We kunnen de hemel niet verdienen, zelfs niet gedeeltelijk (Efeze 2:8.9). We worden een kind van God door het geloof (Galaten 3:26). Als vrucht van je bekering, en de daarmee gepaard gaande wedergeboorte, komt er een levensheiliging op gang.

De orthodox rooms-katholieke weg tot behoud.

Jezus is gestorven voor de zonden. Je wordt behouden door geloof in Jezus en door toepassing van de sacramenten. De sacramenten zijn heilsnoodzakelijk (Katechismus van de katholieke kerk, p. 258, (1129) "De kerk verklaart dat de sacramenten ... heilsnoodzakelijk zijn voor de gelovigen"). Zonder doop en biecht haal je de hemel niet!!

Door de ceremonie van de doop wordt je wedergeboren en ontvang je heiligende genade, die wordt je ingegoten. Je moet nu oppassen dat je die heiligende genade, waardoor je acceptabel bent voor God, niet weer kwijtraakt. De heiligende genade raak je kwijt als je een doodzonde doet. Als je in die situatie zou sterven dan zou je toch weer verloren gaan. Daarom moet je zo snel mogelijk elke doodzonde aan een rooms-katholieke priester biechten. Op het moment dat de priester je de absolutie verleent ontvang je vergeving voor de doodzonden die jet hebt gebiecht en wordt de heiligende genade in je hersteld en ben je weer veilig. Zo blijft een katholiek zijn hele leven werken om de hemel te halen, door aan de ene kant zoveel mogelijk doodzonden te vermijden en door aan de andere kant zo zorgvuldig mogelijk alle zonden te belijden. Hij kan er echter in dit leven nooit zeker van zijn dat hij de hemel zal halen en waarschijnlijk zal hij tenminste nog een tijd in het vagevuur moeten verblijven voordat hij tot de hemel wordt toegelaten.

Zoals gezegd ontbreekt in de boeken van Nouwen een heldere presentatie van het bijbelse evangelie. Dat is overigens niet vreemd aangezien Nouwen een rooms-katholiek priester was. Verrassender is dat je ook de orthodox rooms-katholieke heilsweg in zijn boeken niet of nauwelijks terug vindt.

In plaats daarvan brengt Nouwen een mystiek evangelie, een mystieke boodschap. De mystieke weg kent drie fasen.

Eerst is er de fase van de verlichting. Men ziet de eigen situatie, men ziet waar men naar toe wil. Er is geen contact met God, er ontstaat een verlangen naar bewust beleefd contact met God of het goddelijke, de hunkering wordt ontstoken in de ziel.

Daarna komt de fase van de zuivering. In deze fase worden alle dingen die de vereniging met God in de weg staan uitgezuiverd.

En dan komt, na een (vaak lange) tijd van zuivering, het moment van de bewust ervaren vereniging met God. "Het omhelst worden door God". Mystici gebruiken voor deze, hier op aarde reeds bewust ervaren, vereniging met God, vaak het beeld van de bruiloft. De goddelijke omhelzing waar Nouwen over spreekt, wordt beschreven als de geestelijke bruiloft tussen de ziel en God. (Het zogenaamde mystieke huwelijk)

Dit is exact het schema van het boek van Nouwen.

Hij beleeft zijn moment van verlichting door de eerste confrontatie met de reproductie van het schilderij. Hij wordt zich bewust van zijn nood, hij ziet het antwoord, hij gaat op weg naar het beloofde land, hij gaat op weg naar de vader. Dan volgt er een lang proces van zuivering. Dit proces wordt in het boek beschreven. Het proces van zuivering verloopt aan de hand van het schilderij van Rembrand. Eerst identificeert Nouwen zich met de verloren zoon, daarna met de toeschouwers, vervolgens met de oudste zoon en tenslotte met de Vader.

Het boek is een verslag van Nouwens reis naar de vader. De derde fase, de fase van de geestelijke eenwording, de bewust beleefde omhelzing van God ontbreekt in het boek. Simpelweg omdat Nouwen die fase, zoals hij zelf ook uitspreekt, nog niet bereikt had tijdens het schrijven van het boek.

2.5. Nog steeds niet gearriveerd

Door de confrontatie met de reproductie van het schilderij is het proces op gang gekomen. Jaren later schrijft hij het volgende: "Maar nu, jaren later, kan ik op deze jaren van strijd terugkijken en objectief beschrijven waar al die strijd mij heeft gebracht. Nog steeds ben ik niet vrij genoeg om volledig op te gaan in de veilige omhelzing van de vader. Mijn reis naar het centrum is nog altijd niet voltooid. ..... Maar hoe dan ook, ik ben op weg naar huis. Ik heb het verre land verlaten en voel de nabijheid van de liefde." (23)

In het beeld van de gelijkenis van de verloren zoon. Hij is tot inkeer gekomen en hij is op weg naar de vader, op weg naar de veilige omhelzing van de Vader, maar hij is nog niet bij de Vader aangekomen. Zelfs niet na jaren van strijd. Maar hij komt dichterbij, immers hij zegt "ik ... voel de nabijheid van de liefde" (23). Hij ervaart de liefde nog niet, maar hij voelt wel al de nabijheid, zover is hij al gekomen.

Wat is dat voor evangelie? Het is zeker niet het bijbelse evangelie. De bijbel kent deze lange weg naar de gemeenschap met de Vader niet. Er is het moment van het tot geloof komen, van de bekering, van de gelovige onderwerping aan Jezus, waarna door de Heilige Geest de volle gemeenschap met de Vader beleefd kan worden (Romeinen 8:14-16). Meer dan dertig jaar geleden heb ik de Here Jezus aangenomen (Johannes 1:12). Toen ben ik 'thuisgekomen bij de Vader'. Mijn zonden werden vergeven, ik werd gerechtvaardigd en ontving de Heilige Geest. Dat gebeurde s'avonds laat, vlak daarna ben ik in slaap gevallen en de volgende dag werd ik wakker met Gods vrede in mijn hart. Voor het eerst in mijn leven had ik vrede in het hart. Bij Nouwen gaat het om jaren van zware strijd.

2.6. Een zwaar gevecht

De weg naar de veilige plek, naar de bewust beleefde omhelzing van de vader, is een lange weg. Het is ook een moeizame weg. Althans dat is de boodschap van Nouwen.

"Ik had er toen geen flauw vermoeden van hoe moeilijk de reis zou worden ... ik besefte nog niet hoe hartverscheurend het zou zijn .. Elke kleine stap naar het centrum leek een onmogelijke hindernis. ... Elke stap vroeg het uiterste ... de tocht .. bleek lang, veel langer dan ik had verwacht" (22,23)

"Maar nu jaren later, kan ik op deze jaren van strijd terugkijken"

"De weg naar die plek is gebed, aanhoudend gebed. Innerlijke strijd en pijn kunnen de weg ernaartoe vrijmaken, maar er is naar mijn vaste overtuiging maar één manier om er binnen te treden en dat is het aanhoudende gebed." (27)

2.7. Gekwelde profeet

Recent is een biografie over Nouwen verschenen. Het boek is in Nederlandse vertaling in 2000 beschikbaar gekomen. De schrijver is Michael Ford. Ik citeer enkele gedeelten van de introductie op de achterkant van het boek. "Nouwen was een warm en grootmoedig mens en tegelijk iemand die een zware innerlijke strijd te voeren had met de demonen van onzekerheid en angst. Hier wordt een eerlijke en sympathiek portret geschilderd, dat alle terreinen van Nouwens leven verkent: (waaronder) .. zijn intense rusteloosheid."

Michael Ford heeft zijn boek dan ook de titel gegeven "Een gewonde profeet". Mijns inziens had hij het ook met recht de titel "een gekwelde profeet" kunnen geven. De mensen die Nouwen kenden spraken b.v. over zijn "intense rusteloosheid".

Ik citeer uit een book review van de autobiografie het volgende:

"While researching this compelling biography, BBC producer Michael Ford conducted wide-ranging interviews with Nouwens friends, colleagues, and family members. What he discovered was far more compelling than what he imagined: Though Nouwen was indeed the generous and loving man many thought he was, he was also never able te find consistent peace in his own life. Tormenting him were profound feelings of anxiety, insecurity and loneliness."

Wat hiervan te denken in het licht van de bijbel?

De bijbel belooft vrede aan degenen die zich bekeren.

Op het moment dat we (op de bijbelse wijze) tot bekering en tot geloof komen ontvangen we vrede met God. "Wij dan gerechtvaardigd door het geloof hebben vrede met God." (Rom. 5:1)

Maar naast de vrede met God spreekt de bijbel ook over de vrede van God. De vrede met God spreekt over onze positie, de vrede van God is iets wat we als kind van God kunnen ervaren.

Als we onze wensen (noden, verdriet, strijd, etc) bij God bekend, maken met dankzegging, dan zegt de bijbel dat "de vrede Gods die alle verstand te boven gaat" onze harten en gedachten zal behoeden (Filippenzen 4:6,7).

Henri Nouwen bracht uren door in gebed. Toch gebeurde niet wat volgens de bijbel bij een waar kind van God zou moeten gebeuren. De onvrede en rusteloosheid werden niet gestild.

Ieder die tot geloof komt ontvangt de Heilige Geest. De Geest begint vanaf dat moment Zijn vrucht in ons te bewerken. De bijbel zegt: "de vrucht van de Geest is .... vrede" (Galaten 5:22).

Nouwen had geen vrede, zijn leven werd (zie de biografie en het getuigenis van de mensen om hem heen) gekenmerkt door "intense rusteloosheid". De Geest werkte blijkbaar niet in zijn leven. Wat kun je anders concluderen? Vrede als onderdeel van de vrucht van de Geest is nadrukkelijk afwezig.

Jezus belooft rust voor onze ziel. Jezus zei: "Komt tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven; neemt mijn juk op u en leer van Mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen; want mijn juk is zacht en mijn last is licht" (Mattheus 11:28-30)

Hoe komt het dat Nouwen geen rust voor zijn ziel had? Zou het komen omdat hij nooit tot Jezus is gekomen? En dat hij nooit het bijbelse juk van Jezus op zich heeft genomen? Anders is zijn rusteloosheid niet te verklaren. Immers Jezus doet altijd wat Hij belooft. Dus aan Jezus kan het niet liggen.

Nouwen heeft wel een juk op zich genomen, maar dat was in eerste instantie het juk van de Rooms-katholieke Kerk. Hij is immers in zijn jeugd rooms-katholiek priester geworden. De Rooms-katholieke Kerk begint al met een valse start van het christenleven. Men doopt een zuigeling en vanaf dat moment wordt dit kind beschouwd als een wedergeboren christen (wedergeboorte door de waterdoop). Men spreekt daarom later ook niet meer met het kind over de noodzaak van bekering en wedergeboorte, want men gaat er vanuit dat een ieder die de waterdoop heeft ondergaan wedergeboren is.

Ook wordt in de Rooms-katholieke Kerk het bijbelse evangelie van "de rechtvaardiging door het geloof alleen" niet gebracht. De meeste rooms-katholieken weten niet dat je vrede met God kan ontvangen door eenvoudig te vertrouwen op het verzoenend sterven van de Here Jezus. Zolang je zelf nog probeert de hemel te verdienen, al is het maar gedeeltelijk, mis je Gods weg tot behoud. We kunnen alleen behouden worden op Gods voorwaarden en langs de weg die God heeft aangewezen.

Later heeft Nouwen het juk van de Rooms-katholieke Kerk verwisseld voor het juk van de mystiek, al bleef hij uiterlijk wel katholiek. Dat juk probeerde hij te dragen. Dat juk prijst hij in zijn boeken aan.

Jezus zei tegen zijn discipelen: "Vrede laat ik u, mijn vrede geef ik u; niet gelijk de wereld die geeft Ik hem u." (Johannes 14:27)

Heeft de Here Jezus Henri Nouwen overgeslagen bij het uitdelen van zijn vrede? Is de Heer zijn belofte niet nagekomen? Dat is onmogelijk. Of kende de Heer Henri Nouwen niet, omdat Nouwen op zijn eigen manier probeerde tot God te komen?

Het is wel zo dat ook een christen perioden van strijd kent, het kan stormen in de ziel, maar als we op God blijven vertrouwen, zal daar toch diep in onze geest ook de vrede van God blijven. Paulus beschreef een soortgelijke dubbele ervaring: "als bedroefd, maar toch altijd blijde" (2 Kor. 6:10). Natuurlijk is het wel zo dat we de vrede van God verliezen als we onze zonden, waar Gods Geest ons bij bepaalt niet willen erkennen en belijden en we er niet tegen strijden. Ook verliezen we Gods vrede als we koppig zijn, als we Gods duidelijk leiding niet willen volgen.

Net als bij andere mystici vind je in de boeken van Nouwen niets of bijna niets terug wat wijst op een persoonlijke relatie met God. (Over de normale ervaringen van een christen, zie hoofdstuk "een christen beleeft van alles" uit de studie "De bijbel over geloof, gevoel, ervaring en mystiek". <<http://www.toetsalles.nl/htmldoc/mystieka.htm>>)

2.8. Werkelijke christelijke ervaring ontbreekt

Niet alleen was er geen vrede, zie hierboven punt 7, maar ook andere aspecten van het werk van de Geest ontbreken.

Als we tot geloof komen dat ontvangen we de Geest van God, we ontvangen de Geest van het zoonschap, die in ons roep Abba (papa) Vader. Die geest getuigt met onze Geest dat we een kind van God zijn. Er ontstaat een vertrouwelijke intieme relatie met God.

"Want gij hebt niet ontvangen een geest van slavernij om opnieuw te vrezen, maar gij hebt ontvangen de Geest van het zoonschap, door welke wij roepen: Abba, Vader. Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn." (Romeinen 8:15,16)

"En dat gij zonen zijt - God heeft de Geest zijns Zoons uitgezonden in onze harten, die roept: Abba, Vader." (Galaten 4:6)

Nouwen verlangt naar dit contact met God. Hij had het zo, als een geschenk kunnen ontvangen, als hij zich werkelijk bekeerd had en zich had afgekeerd van het onbijbelse rooms-katholieke evangelie en van het valse mystieke evangelie. Als Hij in eenvoudig geloof Jezus had aangenomen als zijn verlosser, dan had hij onmiddellijk de Geest van het zoonschap ontvangen, en was hij direct op de plaats gekomen waarnaar hij al die jaren moeizaam op reis was.

Voor een studie over het verschil tussen de ware bijbelse spiritualiteit en de valse pseudo-christelijke mystieke psycho-occulte spiritualiteit, zie "De bijbel over geloof, gevoel, ervaring en mystiek". (<<http://www.toetsalles.nl/htmldoc/mystieka.htm>>)

 

3. Nog enkele andere typisch mystieke standpunten en gebruiken van Nouwen

3.1. Geen woordverkondiging

De bijbel zegt "verkondigd het woord" (2 Tim. 4:1,2). Dit schreef Paulus aan Timotheus. Timotheus was een dienstknecht van God. Net als Timotheus moeten allen die geestelijk onderwijs geven het woord verkondigen. Verkondig het woord, de schriften, de bijbel. Laat de bijbel spreken, met gezag.

Dit deed Nouwen niet. Hij verkondigde niet het woord. Hij heeft b.v. een dagboek geschreven. "Brood voor onderweg". Voor elke dag staat er een gedeelte in. Pas na ruim twintig dagen komt er een eerste verwijzing naar een bijbelgedeelte. Als Nouwen de Schrift al te sprake brengt, dan gaat het slechts om een verwijzing naar een bepaald gedeelte. Zelden of nooit neemt hij een bijbelgedeelte als startpunt bij het schrijven van een stuk voor het dagboek. Zelden of nooit laat hij de bijbel zijn boodschap bepalen. Niet in het dagboek, ook niet in zijn andere boeken.

Nouwen geeft veelal psychologische en mystieke inzichten vermengd met bijbelse elementen.

In het boek "Eindelijk thuis, gedachten bij Rembrand's schilderij 'de terugkeer van de verloren zoon’", lijkt het wel dat hij de bijbel laat spreken. Dat is echter niet zo. Hij werd niet aangesproken door het bijbelgedeelte, hij werd aangesproken door het schilderij. Daar geeft hij meditaties over.

Het wonderlijke is dat ondanks alle mystieke en psychologische gedachten de achterliggende bijbelse gelijkenis over de verloren zoon toch min of meer overeind blijft. Dat zegt iets over de kracht van dit gedeelte van het woord van God.

3.2. De dalai lama als voorbeeld

Als echte mysticus ziet Nouwen blijkbaar nauwelijks verschil tussen de verschillende godsdiensten. Achter de uiterlijke vormen en leerstellingen van de verschillende godsdiensten veronderstelt de mysticus de ene goddelijke werkelijkheid, waar allen mee in aanraking zijn gekomen. De vormen en beelden zijn anders, maar de ervaring is hetzelfde.

Nouwen stelt dan ook rustig de dalai lama ten voorbeeld aan zijn christelijke lezers.

Op pagina 40 van "Hier en Nu, leven in de Geest" staat een paragraaf die als opschrift heeft: "Op de wijze van de dalai lama".

De daila lama is de geestelijke leider van de tibetanen. Hij is boeddhist. Ongeveer halverwege vorige eeuw zijn de tibetanen in opstand gekomen tegen de chinezen, de chinezen hebben toen met grof militair geweld Tibet weer aan zich onderworpen.

In de genoemde paragraaf stelt Nouwen eerst dat er weinig mensen zoveel lijden hebben gekend als de dalai lama. (Dit is op zich al een schromelijke overdrijving.) Daarna beweert hij dat de dalai lama vrij is van iedere haat of verbittering jegens de chinezen die zijn volk hebben geterroriseerd en onderdrukt. Hij spreekt over "de edelmoedige en ontwapenende lach van de dalai lama". Hij vertelt daarna dat aan de dalai lama de vraag werd gesteld hoe het mogelijk is dat hij geen wrok of haat gevoelens heeft jegens de chinezen.

In antwoord op deze vraag legt de dalai lama uit hoe hij, tijdens zijn meditatie, al het lijden van zijn volk en van hun onderdrukkers door laat dringen tot in het diepste van zijn hart, en het daar tot mededogen laat omvormen.

Nouwen is daar diep van onder de indruk. "Wat een geestelijke uitdaging", roept hij uit. Nouwen vervolgt "de dalai lama roept mij op al het menselijk lijden op deze aarde te verzamelen in het middelpunt van mijn wezen en het daar grondstof te laten worden voor mijn mededogende liefde".

Als rooms-katholiek priester roept Nouwen zijn lezers op om de weg van de dalai lama te volgen. Via meditatie het lijden van de wereld diep in je door laten dringen en het daar om laten vormen tot liefde.

Maar het wordt nog erger want Nouwen vervolgt: "Is dat (de weg die de dalai lama volgde) ook niet de weg van Christus? Kort voor zijn dood en verrijzenis zei hij: 'Wanneer ik van de aarde omhoog geheven ben, zal ik allen tot Mij trekken". Jezus nam al het lijden van alle mensen opzich en maakte er een offer van barmhartigheid aan zijn Vader van. In zijn voetspoor moeten wij volgen."

Hij beweert of hij suggereert dus dat Jezus via dezelfde meditatietechniek als de dalai lama het lijden van wereld op zich nam en het omzette in barmhartigheid.

De dalai lama is een boeddhist. Het lama boeddhisme is een zeer occulte beweging. De dalai lama verwerpt de unieke menswording van Jezus, hij verwerpt de komst van Jezus in het vlees. Hij erkent Jezus niet als de eeuwige God die op een bepaald moment in de tijd ook mens werd. Als je dat ontkent dan word je bezield door de geest van de antichrist. (1 Johannes 4:3 en 2 Johannes 1:7 )

Op pagina 89 spreekt Nouwen over Mahatma Gandhi als voorbeeld van mededogen.

3.3. Beveelt een gevaarlijke mystieke gebedstechniek aan

Nouwen beveelt aan om een eenvoudig gebed te nemen - een zin of een woord - en dat langzaam te herhalen. Keer op keer hetzelfde woord of het zelfde korte zinnetje.
(Hier en nu, leven in de Geest, p. 16)

Dit is een bekende ontledigingstechniek uit de mystieke wereld. Het werkt als een mantra. Het heeft niets meer met het bijbelse gebed te maken. Dit is een methode om in een staat van contemplatie (van bewust ervaren kontakt met het "goddelijke" te komen). Het brengt niet in kontakt met God, maar in kontakt met boze geesten die zich, als ze dat nuttig achten, kunnen voordoen als Jezus of de Heilige Geest. Zie wat Nouwen getuigt over het effekt van deze gebedstechniek. Nouwen vertelt dat, als hij deze techniek gebruikt, er dingen innerlijk zichtbaar worden op de muren van zijn binnenkamer. In de loop der jaren is, zo vervolgt hij, veel op zijn binnenmuren verschenen. Ondermeer gezichten van Jezus en Maria, van Therese van Lisieux en Charles de Foucauld, van Ramakrishna en de dalai lama.
(Hier en nu, leven in de Geest, pp. 81, 82)

Een gebedstechniek die leidt tot het verschijnen van het gezicht van onder meer Ramakrishna en de dalai lama!!! Over de dalai Lama is hierboven, onder punt 3.2.reeds gesproken. Ramakrishna is de belangrijkste mysticus uit het India van de negentiende eeuw. Een hindoe. Hij kreeg een onvergetelijke ervaring van de moedergodin of Kali, ook wel de goddelijke moeder of Shakti. Hierdoor verkreeg hij een zeer specifieke toegang tot de hogere werkelijkheid, die zich uitte in het ontvangen van vele visioenen. Hij propageerde een weg van jnana-joga (de weg van inzicht) en van bhakti-joga ( de weg van overgave aan de moeder). Hij legde een sterke nadruk op het universele mystieke in alle religies. Volgelingen richtten een orde op, men wilde het Westen kennis laten maken met het wezenlijke van het hindoeisme.
(Bron Enclopedie van de mystiek, uitgeverij Kok-Lanoo, 2003, pp. 1059)

(Nouwen en Ramakrishna zijn inter-faith gelovigen. Ze accepteren elkaar wederzijds omdat ze in elkaar hetzelfde leven, dat wil zeggen de zelfde mystieke ervaringen, herkennen. Een oecumene van het hart. Ze hangen de mystieke visie op religie aan. Voor een bespreking en weerlegging van de mystieke visie op religie, klik op deze link. Voor een bespreking van de mystiek zie de studie "De bijbel over geloof, gevoel, ervaring en mystiek", speciaal het hoofdstuk over de mystieke technieken, klik hier. Of ga naar de link belangrijkste onderwerpen en klik daar de link mystiek aan)

3.4. Ieder mens heeft het goddelijke in zich

Nog één van de mystiek grondgedachten die je geregeld in zijn boeken tegenkomt.

Ik citeer: "De God die in ons innerlijk heiligdom woont, is dezelfde God die in het innerlijk heiligdom van ieder mens woont"

(Hier en Nu, leven in geest, p. 17, de onderstreping is van mij)

3.5. Zijn tactiek - ambivalent formuleren

In het dagboek "brood voor onderweg" spreekt hij wel over de eucharistie en andere christelijke zaken. Dat doet hij echter op zulk een wijze dat je er zowel de orthodox rooms-katholieke opvatting, als de bijbelse en de mystieke opvatting in kunt lezen.

3.6. Zijn Godsbeeld

Nouwen spreekt keer op keer, b.v. in "Brood voor onderweg", over "de God van de onvoorwaardelijke Liefde".

Wat wordt daar mee bedoeld? De term wordt niet of nauwelijks uitgelegd.

Het is in ieder geval duidelijk dat Nouwen een zeer eenzijdig beeld van God tekent. Ik heb in zijn boeken niets gelezen van Gods toorn over de zonde, van de komende dag des oordeels, van de eeuwige straf, van Gods heiligheid, rechtvaardigheid en Gods onverdraagzaamheid jegens de zonde, noch van Gods tuchtigende hand. Dit alles ontbreekt in grote mate of volledig.

Zijn beeld van God komt meer overeen met de gnostische hoofdgod dan met de God van de bijbel. Geen toorn, geen oordeel, maar wel onvoorwaardelijke liefde, diepe bewogenheid, meelijden.

3.7. Bidden met iconen

Volgens hem kunnen we door te bidden met iconen "Gods luister aanschouwen". Hij stelt dat iconen poorten zijn naar het goddelijke. (In het Huis van de Heer - bidden met iconen, p.8)

Iconen zijn afkomstig uit de oosters-orthodoxe kerken. Iconen worden gezien als vensters naar de hemel. Ze worden vereerd, gegroet, er wordt voor geknield. Ze worden met bepaalde rituelen gemaakt en ingewijd. Soms worden ze in processie rondgedragen. In abstracte vorm wordt, zo luidt de theorie, de essentie van het afgebeeld, b.v. Jezus of Maria, weergegeven. Daarom wordt verondersteld dat Jezus en Maria in en bij de icoon op een bijzonder wijze aanwezig zijn. Vandaar dat bij iconen wordt gebeden. Dit is duidelijk een vorm van afgoderij die bedreven wordt met een schilderij waaraan mysterieuze krachten worden toegeschreven.

Nouwen beveelt het gebruik van iconen aan.

Iconen zijn, zo gelooft men, een punt van contact (een poort, een venster) tussen de gelovigen en de onzichtbare wereld.

In feite werkte het schilderij van Rembrand als een icoon bij Nouwen. Niet de bijbel, het geschreven woord van God, was leven en krachtig (Hebr. 4:12). Nee, het schilderij van Rembrand was levend en krachtig.

3.8. Geen bekering maar genezing

Het onderwerp zonde (zonde als overtreding van Gods wet) komt niet of nauwelijks aan de orde. Toch kwam, volgens de bijbel, de verloren zoon terug met een besef van zonde, met belijdenis van zonde. "Ik heb tegen u en tegen de hemel gezondigd" (Lucas 15:21).

De gelijkenis geeft niet het volledige evangelie, de gelijkenis geeft slechts enkele aspecten. We zien in de gelijkenis de liefde van de Vader die zijn zoon mist. We zien zijn genade. De zoon had gelijk, hij was niet meer waard om zoon te zijn en toch krijgt hij die positie weer terug. Wat er niet bij verteld wordt in deze gelijkenis is dat God een zondaar niet zomaar kan vergeven. De rechtvaardige God kan niet zomaar de zonde door de vingers zien. Hier komen we bij de noodzaak van het kruis van Christus. Aan het kruis heeft Jezus aan de gerechtigheid voldaan. Daar droeg Hij de straf voor onze zonden, zodat God rechtvaardig is ook als hij hen rechtvaardigt die uit het geloof in Jezus zijn (Romeinen 3:23-26).

Bij Nouwen gaat het niet om bekering (en rechtvaardiging), bij hem gaat het om genezing, innerlijke genezing, om de psychische behoefte aan geborgenheid.

Het basisprobleem van Nouwen is niet zonde of ongeloof, nee, het is zoals hij zelf zegt, zijn onvermogen om zich onvoorwaardelijk door God te laten beminnen. "Nog steeds ben ik niet vrij genoeg om volledig op te gaan in de veilige omhelzing van de Vader" (23)

4. Evaluatie

Nouwen brengt het bijbelse evangelie niet. In plaats daarvan brengt hij een mystieke boodschap in christelijke termen. Hij promoot de valse pseudo-christelijke spiritualiteit die meer en meer in de evangelische wereld de gezonde bijbelse spiritualiteit aan het verdringen is. Het is een valse leraar.

Het verleidende is dat met name in het boek over de verloren zoon er toch nog iets van de bijbelse waarheid doordringt. Namelijk dat God naar ons verlangt en dat we welkom bij Hem zijn. Tegelijk met deze bijbelse waarheid brengt hij veel mystieke dwalingen.

Nouwen maakt deel uit van een grote beweging naar eenheid op basis van mystiek (de inter-faith movement).

Hij brengt naast de mystieke ook verrassende psychologische inzichten. Ik kan me voorstellen dat sommigen hier iets nuttigs uit meepikken.

Het is werkelijk verbijsterend te zien hoe populair de man is in de evangelische wereld. Je kunt niet anders concluderen dan dat de evangelische wereld, die leraars als Nouwen aanvaardt, volledig de weg kwijt is geraakt. Geen kennis meer van het woord van God, van de gezonde leer, en ook geen kennis van het rooms-katholicisme en de mystiek. Een ontstellend gebrek aan onderscheidingsvermogen.