Henri Nouwen over de weg tot God
1. Wie is Henri Nouwen?
Nouwen is een Nederlandse rooms-katholieke
priester. Hij studeerde psychologie en theologie aan de Universiteit van
Nijmegen. Van 1966 tot 1985 was hij hoogleraar pastorale theologie aan
achtereenvolgens de universiteiten Notre Dame, Yale en Harvard. In 1985 werd
hij pastor van een leefgemeenschap voor geestelijk gehandicapte mensen. In 1996
is hij overleden.
Nouwen heeft grote bekendheid gekregen met
zijn boeken over spiritualiteit.
Ook in evangelische kring is Henri Nouwen
inmiddels een bekende figuur geworden. Zijn boeken liggen in evangelische
boekhandels. Recent heb ik van nabij meegemaakt dat in een evangeliegemeente de
boeken van Nouwen met grote nadruk werden aanbevolen als een gids voor
verdieping van het geestelijk leven. De EO-radio zond zojuist (eind juli 2003)
het derde deel van een drieluik over Nouwen uit.
Hieronder volgt een verslag van wat
onderzoek van enkele van de boeken van Nouwen heeft opgeleverd. Ik heb het
onderwijs van Nouwen getoetst aan de bijbel (Handelingen 17:11). Ik ben nagegaan
of de dingen die hij onderwijst in overeenstemming zijn met de Schrift. Bij het
onderzoek heb ik de volgende boeken van Nouwen betrokken: "Eindelijk
thuis, gedachten bij Rembrands 'terugkeer van de verloren zoon', "Hier en
nu, leven in de geest", "brood voor onderweg", "Maria,
betrouwbare gids naar de hemel", "In het Huis van de Heer - bidden
met iconen". Verder heb ik gebruik gemaakt van de biografie "De
gewonde profeet - portret van Henri Nouwen", geschreven door Michael Ford.
Bij het onderzoek heb ik me in de eerste
plaats geconcentreerd op zijn boek "Eindelijk thuis - gedachten bij
Rembrands 'de terugkeer van de verloren zoon'”. Dit lijkt met afstand zijn
populairste boek te zijn, dat is zeker zo onder "evangelische"
christenen. In de Provinciale Zeeuwse Bibliotheek is het boek b.v. permanent
uitgeleend.
(Hieronder zal ik geregeld
citeren uit en verwijzen naar de tekst van dit boek. De cijfers tussen haakjes
verwijzen naar bladzijden uit het boek. Als er uit andere boeken wordt
geciteerd dan wordt dat er uitdrukkelijk bij vermeld.)
Nouwen werd getroffen door een reproductie
van het schilderij van Rembrand over de terugkeer van de verloren zoon. De
vader die zijn zoon omhelst. Het legde zijn diepste verlangen, zijn diepste
hunkering bloot (13). "De tedere ontmoeting van de vader en de zoon drukt
alles uit waar ik op dit moment naar verlangde. Die zoon, dat was ik; doodmoe
van het lange reizen; ik wilde omhelsd worden. De zoon die thuiskomt, dat was
ik, op zoek naar een veilige plek waar ik me thuis kon voelen" (11).
"Het schilderij had mij in contact gebracht met iets binnen in mij dat ver
uitstijgt boven de wisselvalligheden van een druk bezet leven. Ik was mij meer
dan ooit bewust geworden van een voortdurende hunkering naar een thuiskomst, naar
veiligheid, naar blijvende geborgenheid, een hunkering die in ieder mens
schuilgaat" (11)
De confrontatie met het schilderij bracht
een proces bij hem op gang, waarvan hij in het boek verslag doet. Het boek is,
wat literaire vorm betreft, een zogenaamd egodocument, het boek draait om
Nouwen zelf, de eigen weg tot God wordt beschreven.
2. De analyse van het boek
2.1. Op
zoek naar een veilige plek
Gestimuleerd door de confrontatie met het
schilderij gaat Nouwen op reis naar een veilige plek. "dat was ik, op zoek
naar een veilige plek waar ik me thuis kon voelen, ik wilde me geborgen
weten" (11)
In feite is zijn doel het bereiken van diepe
gemeenschap met God.
"Ten diepste betekende 'thuiskomen'
voor mij dat ik stap op stap op weg ging naar de Ene, die mij met open armen
opwacht en mij in een eeuwige omhelzing wil vasthouden" (13)
2.2. De
gelijkenis
Het schilderij beeldt een scène uit van de
gelijkenis over de verloren zoon. De gelijkenis vinden we in Lucas 15:12-32. De
gelijkenis staat in een groter verband. De Farizeeën en schriftgeleerden hadden
kritiek op Jezus. Ze vonden het ongepast dat Hij met zondaars omging (15:1,2).
Jezus gaat daar op in. Hij ontmaskert en weerlegt de kritiek met behulp van
drie gelijkenissen. De gelijkenissen over het 'verloren schaap', 'de verloren
penning', en 'de verloren zoon'.
Jezus was bezig met de uitvoering van zijn
opdracht. Hij was immers gekomen om het verlorene te zoeken (Lucas 19:10).
Zonde doet mensen verloren gaan. Zondaren zijn daarom verloren mensen. Jezus
had contact met zondaren en door zijn woorden en de omgang met Hem kwamen
zondaren tot inkeer, tot bekering. Denk b.v. aan Zacheus (Lucas 19:5-10).
In plaats van kritiek op Hem te hebben
zouden de joodse leiders (de Farizeeën en schriftgeleerden) blij hebben moeten
zijn over het succes van zijn missie.
Intussen laat met name de gelijkenis over de
verloren zoon ook iets zien van de liefde en de genade van God. De mensen
hebben zich in en door de zondeval (de eerste zonde van onze stamvader Adam)
losgescheurd van God, ze zijn God kwijt geraakt. (Genesis 3 en Romeinen
5:18,19). Hun boze hart vraagt niet meer naar God (Rom. 3:12) en hun zonden
staan tussen hen en God in (Jesaja 59:1,2). Deze scheiding doet God pijn, Hij
mist de mens omdat Hij de mensen liefheeft. Daarom heeft God door het zenden
van zijn Zoon een weg terug tot de gemeenschap met Hem geopend (1 Petrus 3:18;
Johannes 3:16-18; 1 Johannes 4:9,10). De dood van Christus heeft de terugkeer
mogelijk gemaakt. Zijn plaatsvervangend sterven. Hij heeft onze schuld
overgenomen en er voor betaald (Jesaja 53:4-6), daarom kunnen wij nu vrijuit
gaan. Daarom kan God ons nu vrijspreken (rechtvaardigen) en weer opnemen in
Zijn gemeenschap (Romeinen 3:23-26).
Centraal in de drie gelijkenissen staat het
woord "bekering".
"Ik zeg u dat er alzo blijdschap zal
zijn in de hemel over één zondaar, die zich bekeert" (Lucas 15:7)
"Alzo is er vreugde in de hemel over
één zondaar die zich bekeert" (Lucas 15:10). De gelijkenissen gaan over
zondaren die zich bekeren. De 'verloren zoon' is een voorbeeld van een zondaar
die zich bekeert. Hij keert zich af van zijn eigen zondige weg (Jesaja 53:6) en
komt terug naar God. Hij weet dat hij gezondigd heeft. Hij komt terug met
schuldbelijdenis "Vader, ik heb gezondigd tegen u en de hemel" (Lucas
15:18).
Jezus en de apostelen spraken geregeld over
bekering. Op de vraag "Wat moeten we doen om behouden te worden?"
geeft Petrus het antwoord "bekeert u" (Hand. 2:38). In de bijbel is
de bekering geen jarenlang proces, maar een moment, een daad. Na de prediking
van Petrus, volgend op de uitstorting van de Heilige Geest, bekeerden velen
zich tot Jezus. Ze aanvaarden het woord, lieten zich dopen, en bleven volharden
in het onderwijs der apostelen, de gebeden, de gemeenschap en de breking van
het brood. Dat was geen lang proces. Na hun bekering, na hun geloofsovergave
aan Jezus, na hun onderwerping aan Jezus, volgde wel het proces van het verder
uitwerken van de heiliging.
Het tot geloof komen is het moment van
bekering. Het moment van terugkeer tot God. Op het moment van de bekering
worden we geadopteerd. Door het geloof worden we een kind van God (Galaten
3:26). We ontvangen op het moment van de bekering ook de Heilige Geest, de
geest van het zoonschap, die in ons roept 'Abba Vader'. (Romeinen 8:14-16;
Galaten 4:6).
De 'veilige plek' is op dat moment bereikt.
We beleven door de inwoning van Gods Geest vanaf dat moment "de
gemeenschap des geestes" (2 Kor. 13:13).
Het gaat dus in de gelijkenis niet in de
eerste plaats om het voorzien in diepe emotionele behoeften. Het gaat om de
terugkeer tot God, het gaat om het behoud, het gaat om 'de bekering ten leven'.
2.3. Het
bijbelse evangelie ontbreekt bij Nouwen
Het boek van Nouwen geeft geen antwoord op
de vraag hoe een mens behouden kan worden.
Alhoewel de gelijkenis uit Lucas 15 gaat om
'de bekering ten leven' wordt in het boek niet één keer op deze kernvraag van
het evangelie ingegaan. Alles draait in het boek om de eigen persoonlijke
ontwikkeling, om innerlijke genezing en vrijmaking. De hele vraag "Wat
moet ik doen om behouden te worden?" komt in het boek van Nouwen niet ter
sprake.
2.4. Het
evangelie van Nouwen
Welke evangelie brengt Nouwen dan wel? Voor
ik daar op in ga volgt hieronder eerst een korte uitleg over de bijbelse en
over de orthodox rooms-katholieke weg tot behoud.
De bijbelse weg tot behoud.
Omdat Jezus de straf voor onze zonden heeft
gedragen biedt God ieder die gelooft vergeving aan. (Jesaja 53:3-6; Hand.
10:43)
We worden behouden op grond van genade (om
niet, onverdiend) en door middel van het geloof. Op het moment dat we ons
geloof stellen op de Here Jezus worden we door God gerechtvaardigd,
vrijgesproken (Romeinen 5:1; 4:4,5). We kunnen de hemel niet verdienen, zelfs
niet gedeeltelijk (Efeze 2:8.9). We worden een kind van God door het geloof
(Galaten 3:26). Als vrucht van je bekering, en de daarmee gepaard gaande
wedergeboorte, komt er een levensheiliging op gang.
De orthodox rooms-katholieke weg tot behoud.
Jezus is gestorven voor de zonden. Je wordt
behouden door geloof in Jezus en door toepassing van de sacramenten. De
sacramenten zijn heilsnoodzakelijk (Katechismus van de katholieke kerk, p. 258,
(1129) "De kerk verklaart dat de sacramenten ... heilsnoodzakelijk zijn
voor de gelovigen"). Zonder doop en biecht haal je de hemel niet!!
Door de ceremonie van de doop wordt je
wedergeboren en ontvang je heiligende genade, die wordt je ingegoten. Je moet
nu oppassen dat je die heiligende genade, waardoor je acceptabel bent voor God,
niet weer kwijtraakt. De heiligende genade raak je kwijt als je een doodzonde
doet. Als je in die situatie zou sterven dan zou je toch weer verloren gaan.
Daarom moet je zo snel mogelijk elke doodzonde aan een rooms-katholieke
priester biechten. Op het moment dat de priester je de absolutie verleent
ontvang je vergeving voor de doodzonden die jet hebt gebiecht en wordt de
heiligende genade in je hersteld en ben je weer veilig. Zo blijft een katholiek
zijn hele leven werken om de hemel te halen, door aan de ene kant zoveel
mogelijk doodzonden te vermijden en door aan de andere kant zo zorgvuldig
mogelijk alle zonden te belijden. Hij kan er echter in dit leven nooit zeker
van zijn dat hij de hemel zal halen en waarschijnlijk zal hij tenminste nog een
tijd in het vagevuur moeten verblijven voordat hij tot de hemel wordt toegelaten.
Zoals gezegd ontbreekt in de boeken van
Nouwen een heldere presentatie van het bijbelse evangelie. Dat is overigens
niet vreemd aangezien Nouwen een rooms-katholiek priester was. Verrassender is
dat je ook de orthodox rooms-katholieke heilsweg in zijn boeken niet of
nauwelijks terug vindt.
In plaats daarvan brengt Nouwen een mystiek
evangelie, een mystieke boodschap. De mystieke weg kent drie fasen.
Eerst is er de fase van de verlichting. Men
ziet de eigen situatie, men ziet waar men naar toe wil. Er is geen contact met
God, er ontstaat een verlangen naar bewust beleefd contact met God of het
goddelijke, de hunkering wordt ontstoken in de ziel.
Daarna komt de fase van de zuivering. In
deze fase worden alle dingen die de vereniging met God in de weg staan
uitgezuiverd.
En dan komt, na een (vaak lange) tijd van
zuivering, het moment van de bewust ervaren vereniging met God. "Het
omhelst worden door God". Mystici gebruiken voor deze, hier op aarde reeds
bewust ervaren, vereniging met God, vaak het beeld van de bruiloft. De
goddelijke omhelzing waar Nouwen over spreekt, wordt beschreven als de
geestelijke bruiloft tussen de ziel en God. (Het zogenaamde mystieke huwelijk)
Dit is exact het schema van het boek van
Nouwen.
Hij beleeft zijn moment van verlichting door
de eerste confrontatie met de reproductie van het schilderij. Hij wordt zich
bewust van zijn nood, hij ziet het antwoord, hij gaat op weg naar het beloofde
land, hij gaat op weg naar de vader. Dan volgt er een lang proces van
zuivering. Dit proces wordt in het boek beschreven. Het proces van zuivering
verloopt aan de hand van het schilderij van Rembrand. Eerst identificeert
Nouwen zich met de verloren zoon, daarna met de toeschouwers, vervolgens met de
oudste zoon en tenslotte met de Vader.
Het boek is een verslag van Nouwens reis
naar de vader. De derde fase, de fase van de geestelijke eenwording, de bewust
beleefde omhelzing van God ontbreekt in het boek. Simpelweg omdat Nouwen die
fase, zoals hij zelf ook uitspreekt, nog niet bereikt had tijdens het schrijven
van het boek.
2.5. Nog
steeds niet gearriveerd
Door de confrontatie met de reproductie van
het schilderij is het proces op gang gekomen. Jaren later schrijft hij het
volgende: "Maar nu, jaren later, kan ik op deze jaren van strijd terugkijken
en objectief beschrijven waar al die strijd mij heeft gebracht. Nog steeds ben
ik niet vrij genoeg om volledig op te gaan in de veilige omhelzing van de
vader. Mijn reis naar het centrum is nog altijd niet voltooid. ..... Maar hoe
dan ook, ik ben op weg naar huis. Ik heb het verre land verlaten en voel de
nabijheid van de liefde." (23)
In het beeld van de gelijkenis van de
verloren zoon. Hij is tot inkeer gekomen en hij is op weg naar de vader, op weg
naar de veilige omhelzing van de Vader, maar hij is nog niet bij de Vader
aangekomen. Zelfs niet na jaren van strijd. Maar hij komt dichterbij,
immers hij zegt "ik ... voel de nabijheid van de liefde" (23). Hij
ervaart de liefde nog niet, maar hij voelt wel al de nabijheid, zover is hij al
gekomen.
Wat is dat voor evangelie? Het is zeker niet
het bijbelse evangelie. De bijbel kent deze lange weg naar de gemeenschap met
de Vader niet. Er is het moment van het tot geloof komen, van de bekering, van
de gelovige onderwerping aan Jezus, waarna door de Heilige Geest de volle
gemeenschap met de Vader beleefd kan worden (Romeinen 8:14-16). Meer dan dertig
jaar geleden heb ik de Here Jezus aangenomen (Johannes 1:12). Toen ben ik
'thuisgekomen bij de Vader'. Mijn zonden werden vergeven, ik werd
gerechtvaardigd en ontving de Heilige Geest. Dat gebeurde s'avonds laat, vlak
daarna ben ik in slaap gevallen en de volgende dag werd ik wakker met Gods
vrede in mijn hart. Voor het eerst in mijn leven had ik vrede in het hart. Bij
Nouwen gaat het om jaren van zware strijd.
2.6. Een
zwaar gevecht
De weg naar de veilige plek, naar de bewust
beleefde omhelzing van de vader, is een lange weg. Het is ook een moeizame weg.
Althans dat is de boodschap van Nouwen.
"Ik had er toen geen flauw vermoeden
van hoe moeilijk de reis zou worden ... ik besefte nog niet hoe hartverscheurend
het zou zijn .. Elke kleine stap naar het centrum leek een onmogelijke
hindernis. ... Elke stap vroeg het uiterste ... de tocht .. bleek lang, veel
langer dan ik had verwacht" (22,23)
"Maar nu jaren later, kan ik op deze
jaren van strijd terugkijken"
"De weg naar die plek is gebed,
aanhoudend gebed. Innerlijke strijd en pijn kunnen de weg ernaartoe vrijmaken,
maar er is naar mijn vaste overtuiging maar één manier om er binnen te treden
en dat is het aanhoudende gebed." (27)
2.7.
Gekwelde profeet
Recent is een biografie over Nouwen
verschenen. Het boek is in Nederlandse vertaling in 2000 beschikbaar gekomen.
De schrijver is Michael Ford. Ik citeer enkele gedeelten van de introductie op
de achterkant van het boek. "Nouwen was een warm en grootmoedig mens en
tegelijk iemand die een zware innerlijke strijd te voeren had met de demonen
van onzekerheid en angst. Hier wordt een eerlijke en sympathiek portret
geschilderd, dat alle terreinen van Nouwens leven verkent: (waaronder) .. zijn
intense rusteloosheid."
Michael Ford heeft zijn boek dan ook de
titel gegeven "Een gewonde profeet". Mijns inziens had hij het ook
met recht de titel "een gekwelde profeet" kunnen geven. De mensen die
Nouwen kenden spraken b.v. over zijn "intense rusteloosheid".
Ik citeer uit een book review van de
autobiografie het volgende:
"While
researching this compelling biography, BBC producer Michael Ford conducted
wide-ranging interviews with Nouwens friends, colleagues, and family members. What
he discovered was far more compelling than what he imagined: Though Nouwen was
indeed the generous and loving man many thought he was, he was also never
able te find consistent peace in his own life. Tormenting him were profound
feelings of anxiety, insecurity and loneliness."
Wat hiervan te denken in het licht van de
bijbel?
De bijbel belooft vrede aan degenen die zich
bekeren.
Op het moment dat we (op de bijbelse wijze)
tot bekering en tot geloof komen ontvangen we vrede met God. "Wij
dan gerechtvaardigd door het geloof hebben vrede met God." (Rom. 5:1)
Maar naast de vrede met God spreekt
de bijbel ook over de vrede van God. De vrede met God spreekt over onze
positie, de vrede van God is iets wat we als kind van God kunnen ervaren.
Als we onze wensen (noden, verdriet, strijd,
etc) bij God bekend, maken met dankzegging, dan zegt de bijbel dat "de
vrede Gods die alle verstand te boven gaat" onze harten en gedachten zal
behoeden (Filippenzen 4:6,7).
Henri Nouwen bracht uren door in gebed. Toch
gebeurde niet wat volgens de bijbel bij een waar kind van God zou moeten
gebeuren. De onvrede en rusteloosheid werden niet gestild.
Ieder die tot geloof komt ontvangt de
Heilige Geest. De Geest begint vanaf dat moment Zijn vrucht in ons te bewerken.
De bijbel zegt: "de vrucht van de Geest is .... vrede" (Galaten 5:22).
Nouwen had geen vrede, zijn leven werd (zie
de biografie en het getuigenis van de mensen om hem heen) gekenmerkt door
"intense rusteloosheid". De Geest werkte blijkbaar niet in zijn
leven. Wat kun je anders concluderen? Vrede als onderdeel van de vrucht van de
Geest is nadrukkelijk afwezig.
Jezus belooft rust voor onze ziel. Jezus
zei: "Komt tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust
geven; neemt mijn juk op u en leer van Mij, want ik ben zachtmoedig en nederig
van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen; want mijn juk is zacht en
mijn last is licht" (Mattheus 11:28-30)
Hoe komt het dat Nouwen geen rust voor zijn
ziel had? Zou het komen omdat hij nooit tot Jezus is gekomen? En dat hij nooit
het bijbelse juk van Jezus op zich heeft genomen? Anders is zijn rusteloosheid
niet te verklaren. Immers Jezus doet altijd wat Hij belooft. Dus aan Jezus kan
het niet liggen.
Nouwen heeft wel een juk op zich genomen,
maar dat was in eerste instantie het juk van de Rooms-katholieke Kerk. Hij is immers
in zijn jeugd rooms-katholiek priester geworden. De Rooms-katholieke Kerk
begint al met een valse start van het christenleven. Men doopt een zuigeling en
vanaf dat moment wordt dit kind beschouwd als een wedergeboren christen
(wedergeboorte door de waterdoop). Men spreekt daarom later ook niet meer met
het kind over de noodzaak van bekering en wedergeboorte, want men gaat er
vanuit dat een ieder die de waterdoop heeft ondergaan wedergeboren is.
Ook wordt in de Rooms-katholieke Kerk het
bijbelse evangelie van "de rechtvaardiging door het geloof alleen"
niet gebracht. De meeste rooms-katholieken weten niet dat je vrede met God kan
ontvangen door eenvoudig te vertrouwen op het verzoenend sterven van de Here
Jezus. Zolang je zelf nog probeert de hemel te verdienen, al is het maar
gedeeltelijk, mis je Gods weg tot behoud. We kunnen alleen behouden worden op
Gods voorwaarden en langs de weg die God heeft aangewezen.
Later heeft Nouwen het juk van de
Rooms-katholieke Kerk verwisseld voor het juk van de mystiek, al bleef hij
uiterlijk wel katholiek. Dat juk probeerde hij te dragen. Dat juk prijst hij in
zijn boeken aan.
Jezus zei tegen zijn discipelen: "Vrede
laat ik u, mijn vrede geef ik u; niet gelijk de wereld die geeft Ik hem
u." (Johannes 14:27)
Heeft de Here Jezus Henri Nouwen
overgeslagen bij het uitdelen van zijn vrede? Is de Heer zijn belofte niet
nagekomen? Dat is onmogelijk. Of kende de Heer Henri Nouwen niet, omdat Nouwen
op zijn eigen manier probeerde tot God te komen?
Het is wel zo dat ook een christen perioden
van strijd kent, het kan stormen in de ziel, maar als we op God blijven
vertrouwen, zal daar toch diep in onze geest ook de vrede van God blijven.
Paulus beschreef een soortgelijke dubbele ervaring: "als bedroefd, maar
toch altijd blijde" (2 Kor. 6:10). Natuurlijk is het wel zo dat we de
vrede van God verliezen als we onze zonden, waar Gods Geest ons bij bepaalt
niet willen erkennen en belijden en we er niet tegen strijden. Ook verliezen we
Gods vrede als we koppig zijn, als we Gods duidelijk leiding niet willen
volgen.
Net als bij andere mystici vind je in de
boeken van Nouwen niets of bijna niets terug wat wijst op een persoonlijke
relatie met God. (Over de normale ervaringen van een christen, zie hoofdstuk
"een christen beleeft van alles" uit de studie "De bijbel over
geloof, gevoel, ervaring en mystiek".
<<http://www.toetsalles.nl/htmldoc/mystieka.htm>>)
2.8.
Werkelijke christelijke ervaring ontbreekt
Niet alleen was er geen vrede, zie hierboven
punt 7, maar ook andere aspecten van het werk van de Geest ontbreken.
Als we tot geloof komen dat ontvangen we de
Geest van God, we ontvangen de Geest van het zoonschap, die in ons roep Abba
(papa) Vader. Die geest getuigt met onze Geest dat we een kind van God zijn. Er
ontstaat een vertrouwelijke intieme relatie met God.
"Want gij hebt niet ontvangen een geest
van slavernij om opnieuw te vrezen, maar gij hebt ontvangen de Geest van het
zoonschap, door welke wij roepen: Abba, Vader. Die Geest getuigt met onze
geest, dat wij kinderen Gods zijn." (Romeinen 8:15,16)
"En dat gij zonen zijt - God heeft de
Geest zijns Zoons uitgezonden in onze harten, die roept: Abba, Vader."
(Galaten 4:6)
Nouwen verlangt naar dit contact met God.
Hij had het zo, als een geschenk kunnen ontvangen, als hij zich werkelijk bekeerd
had en zich had afgekeerd van het onbijbelse rooms-katholieke evangelie en van
het valse mystieke evangelie. Als Hij in eenvoudig geloof Jezus had aangenomen
als zijn verlosser, dan had hij onmiddellijk de Geest van het zoonschap
ontvangen, en was hij direct op de plaats gekomen waarnaar hij al die jaren
moeizaam op reis was.
Voor een studie over het verschil tussen de
ware bijbelse spiritualiteit en de valse pseudo-christelijke mystieke
psycho-occulte spiritualiteit, zie "De bijbel over geloof, gevoel,
ervaring en mystiek".
(<<http://www.toetsalles.nl/htmldoc/mystieka.htm>>)
3. Nog enkele andere typisch mystieke standpunten en gebruiken van
Nouwen
3.1. Geen
woordverkondiging
De bijbel zegt "verkondigd het
woord" (2 Tim. 4:1,2). Dit schreef Paulus aan Timotheus. Timotheus was een
dienstknecht van God. Net als Timotheus moeten allen die geestelijk onderwijs
geven het woord verkondigen. Verkondig het woord, de schriften, de bijbel. Laat
de bijbel spreken, met gezag.
Dit deed Nouwen niet. Hij verkondigde niet
het woord. Hij heeft b.v. een dagboek geschreven. "Brood voor
onderweg". Voor elke dag staat er een gedeelte in. Pas na ruim twintig
dagen komt er een eerste verwijzing naar een bijbelgedeelte. Als Nouwen de Schrift
al te sprake brengt, dan gaat het slechts om een verwijzing naar een bepaald
gedeelte. Zelden of nooit neemt hij een bijbelgedeelte als startpunt bij het
schrijven van een stuk voor het dagboek. Zelden of nooit laat hij de bijbel
zijn boodschap bepalen. Niet in het dagboek, ook niet in zijn andere boeken.
Nouwen geeft veelal psychologische en
mystieke inzichten vermengd met bijbelse elementen.
In het boek "Eindelijk thuis, gedachten
bij Rembrand's schilderij 'de terugkeer van de verloren zoon’", lijkt het
wel dat hij de bijbel laat spreken. Dat is echter niet zo. Hij werd niet
aangesproken door het bijbelgedeelte, hij werd aangesproken door het
schilderij. Daar geeft hij meditaties over.
Het wonderlijke is dat ondanks alle mystieke
en psychologische gedachten de achterliggende bijbelse gelijkenis over de
verloren zoon toch min of meer overeind blijft. Dat zegt iets over de kracht
van dit gedeelte van het woord van God.
3.2. De dalai
lama als voorbeeld
Als echte mysticus ziet Nouwen blijkbaar
nauwelijks verschil tussen de verschillende godsdiensten. Achter de uiterlijke
vormen en leerstellingen van de verschillende godsdiensten veronderstelt de
mysticus de ene goddelijke werkelijkheid, waar allen mee in aanraking zijn
gekomen. De vormen en beelden zijn anders, maar de ervaring is hetzelfde.
Nouwen stelt dan ook rustig de dalai lama
ten voorbeeld aan zijn christelijke lezers.
Op pagina 40 van "Hier en Nu, leven in
de Geest" staat een paragraaf die als opschrift heeft: "Op de wijze
van de dalai lama".
De daila lama is de geestelijke leider van
de tibetanen. Hij is boeddhist. Ongeveer halverwege vorige eeuw zijn de
tibetanen in opstand gekomen tegen de chinezen, de chinezen hebben toen met
grof militair geweld Tibet weer aan zich onderworpen.
In de genoemde paragraaf stelt Nouwen eerst
dat er weinig mensen zoveel lijden hebben gekend als de dalai lama. (Dit is op
zich al een schromelijke overdrijving.) Daarna beweert hij dat de dalai lama
vrij is van iedere haat of verbittering jegens de chinezen die zijn volk hebben
geterroriseerd en onderdrukt. Hij spreekt over "de edelmoedige en
ontwapenende lach van de dalai lama". Hij vertelt daarna dat aan de dalai
lama de vraag werd gesteld hoe het mogelijk is dat hij geen wrok of haat
gevoelens heeft jegens de chinezen.
In antwoord op deze vraag legt de dalai lama
uit hoe hij, tijdens zijn meditatie, al het lijden van zijn volk en van hun
onderdrukkers door laat dringen tot in het diepste van zijn hart, en het daar
tot mededogen laat omvormen.
Nouwen is daar diep van onder de indruk.
"Wat een geestelijke uitdaging", roept hij uit. Nouwen vervolgt
"de dalai lama roept mij op al het menselijk lijden op deze aarde te
verzamelen in het middelpunt van mijn wezen en het daar grondstof te laten
worden voor mijn mededogende liefde".
Als rooms-katholiek priester roept Nouwen
zijn lezers op om de weg van de dalai lama te volgen. Via meditatie het lijden
van de wereld diep in je door laten dringen en het daar om laten vormen tot
liefde.
Maar het wordt nog erger want Nouwen vervolgt:
"Is dat (de weg die de dalai lama volgde) ook niet de weg van Christus?
Kort voor zijn dood en verrijzenis zei hij: 'Wanneer ik van de aarde omhoog geheven
ben, zal ik allen tot Mij trekken". Jezus nam al het lijden van alle
mensen opzich en maakte er een offer van barmhartigheid aan zijn Vader van. In
zijn voetspoor moeten wij volgen."
Hij beweert of hij suggereert dus dat Jezus
via dezelfde meditatietechniek als de dalai lama het lijden van wereld op zich
nam en het omzette in barmhartigheid.
De dalai lama is een boeddhist. Het lama
boeddhisme is een zeer occulte beweging. De dalai lama verwerpt de unieke
menswording van Jezus, hij verwerpt de komst van Jezus in het vlees. Hij erkent
Jezus niet als de eeuwige God die op een bepaald moment in de tijd ook mens
werd. Als je dat ontkent dan word je bezield door de geest van de antichrist.
(1 Johannes 4:3 en 2 Johannes 1:7 )
Op pagina 89 spreekt Nouwen over Mahatma
Gandhi als voorbeeld van mededogen.
3.3. Beveelt een gevaarlijke mystieke gebedstechniek
aan
Nouwen beveelt aan om een eenvoudig gebed te nemen - een zin of een woord - en
dat langzaam te herhalen. Keer op keer hetzelfde woord of het zelfde korte
zinnetje. (Hier en nu,
leven in de Geest, p. 16)
Dit is een bekende ontledigingstechniek uit de mystieke wereld. Het werkt als
een mantra. Het heeft niets meer met het bijbelse gebed te maken. Dit is een
methode om in een staat van contemplatie (van bewust ervaren kontakt met het
"goddelijke" te komen). Het brengt niet in kontakt met God, maar in
kontakt met boze geesten die zich, als ze dat nuttig achten, kunnen voordoen
als Jezus of de Heilige Geest. Zie wat Nouwen getuigt over het effekt van deze
gebedstechniek. Nouwen vertelt dat, als hij deze techniek gebruikt, er dingen
innerlijk zichtbaar worden op de muren van zijn binnenkamer. In de loop der
jaren is, zo vervolgt hij, veel op zijn binnenmuren verschenen. Ondermeer
gezichten van Jezus en Maria, van Therese van Lisieux en Charles de Foucauld,
van Ramakrishna en de dalai lama. (Hier en nu, leven in de Geest, pp. 81, 82)
Een gebedstechniek die leidt tot het verschijnen van het gezicht van onder meer
Ramakrishna en de dalai lama!!! Over de dalai Lama is hierboven, onder punt
3.2.reeds gesproken. Ramakrishna is de belangrijkste mysticus uit het India van
de negentiende eeuw. Een hindoe. Hij kreeg een onvergetelijke ervaring van de
moedergodin of Kali, ook wel de goddelijke moeder of Shakti. Hierdoor verkreeg
hij een zeer specifieke toegang tot de hogere werkelijkheid, die zich uitte in
het ontvangen van vele visioenen. Hij propageerde een weg van jnana-joga (de
weg van inzicht) en van bhakti-joga ( de weg van overgave aan de moeder). Hij
legde een sterke nadruk op het universele mystieke in alle religies.
Volgelingen richtten een orde op, men wilde het Westen kennis laten maken met
het wezenlijke van het hindoeisme. (Bron Enclopedie van de mystiek, uitgeverij Kok-Lanoo, 2003,
pp. 1059)
(Nouwen en Ramakrishna
zijn inter-faith gelovigen. Ze accepteren elkaar wederzijds omdat ze in elkaar
hetzelfde leven, dat wil zeggen de zelfde mystieke ervaringen, herkennen. Een
oecumene van het hart. Ze hangen de mystieke visie op religie aan. Voor een
bespreking en weerlegging van de mystieke visie op religie, klik op deze link.
Voor een bespreking van de mystiek zie de studie "De bijbel over geloof,
gevoel, ervaring en mystiek", speciaal het hoofdstuk over de mystieke
technieken, klik hier. Of ga naar de link
belangrijkste onderwerpen en klik daar de link mystiek aan)
3.4. Ieder
mens heeft het goddelijke in zich
Nog één van de mystiek grondgedachten die je
geregeld in zijn boeken tegenkomt.
Ik citeer: "De God die in ons innerlijk
heiligdom woont, is dezelfde God die in het innerlijk heiligdom van ieder
mens woont"
(Hier en Nu, leven in geest, p. 17, de
onderstreping is van mij)
3.5. Zijn
tactiek - ambivalent formuleren
In het dagboek "brood voor
onderweg" spreekt hij wel over de eucharistie en andere christelijke
zaken. Dat doet hij echter op zulk een wijze dat je er zowel de orthodox
rooms-katholieke opvatting, als de bijbelse en de mystieke opvatting in kunt
lezen.
3.6. Zijn
Godsbeeld
Nouwen spreekt keer op keer, b.v. in
"Brood voor onderweg", over "de God van de onvoorwaardelijke
Liefde".
Wat wordt daar mee bedoeld? De term wordt
niet of nauwelijks uitgelegd.
Het is in ieder geval duidelijk dat Nouwen
een zeer eenzijdig beeld van God tekent. Ik heb in zijn boeken niets gelezen
van Gods toorn over de zonde, van de komende dag des oordeels, van de eeuwige
straf, van Gods heiligheid, rechtvaardigheid en Gods onverdraagzaamheid jegens
de zonde, noch van Gods tuchtigende hand. Dit alles ontbreekt in grote mate of
volledig.
Zijn beeld van God komt meer overeen met de
gnostische hoofdgod dan met de God van de bijbel. Geen toorn, geen oordeel,
maar wel onvoorwaardelijke liefde, diepe bewogenheid, meelijden.
3.7.
Bidden met iconen
Volgens hem kunnen we door te bidden met
iconen "Gods luister aanschouwen". Hij stelt dat iconen poorten zijn
naar het goddelijke. (In het Huis van de Heer - bidden met iconen, p.8)
Iconen zijn afkomstig uit de
oosters-orthodoxe kerken. Iconen worden gezien als vensters naar de hemel. Ze
worden vereerd, gegroet, er wordt voor geknield. Ze worden met bepaalde
rituelen gemaakt en ingewijd. Soms worden ze in processie rondgedragen. In
abstracte vorm wordt, zo luidt de theorie, de essentie van het afgebeeld, b.v.
Jezus of Maria, weergegeven. Daarom wordt verondersteld dat Jezus en Maria in
en bij de icoon op een bijzonder wijze aanwezig zijn. Vandaar dat bij iconen
wordt gebeden. Dit is duidelijk een vorm van afgoderij die bedreven wordt met
een schilderij waaraan mysterieuze krachten worden toegeschreven.
Nouwen beveelt het gebruik van iconen aan.
Iconen zijn, zo gelooft men, een punt van
contact (een poort, een venster) tussen de gelovigen en de onzichtbare wereld.
In feite werkte het schilderij van Rembrand
als een icoon bij Nouwen. Niet de bijbel, het geschreven woord van God, was
leven en krachtig (Hebr. 4:12). Nee, het schilderij van Rembrand was levend en
krachtig.
3.8. Geen
bekering maar genezing
Het onderwerp zonde (zonde als overtreding
van Gods wet) komt niet of nauwelijks aan de orde. Toch kwam, volgens de
bijbel, de verloren zoon terug met een besef van zonde, met belijdenis van
zonde. "Ik heb tegen u en tegen de hemel gezondigd" (Lucas 15:21).
De gelijkenis geeft niet het volledige
evangelie, de gelijkenis geeft slechts enkele aspecten. We zien in de
gelijkenis de liefde van de Vader die zijn zoon mist. We zien zijn genade. De
zoon had gelijk, hij was niet meer waard om zoon te zijn en toch krijgt hij die
positie weer terug. Wat er niet bij verteld wordt in deze gelijkenis is dat God
een zondaar niet zomaar kan vergeven. De rechtvaardige God kan niet zomaar de
zonde door de vingers zien. Hier komen we bij de noodzaak van het kruis van
Christus. Aan het kruis heeft Jezus aan de gerechtigheid voldaan. Daar droeg
Hij de straf voor onze zonden, zodat God rechtvaardig is ook als hij hen
rechtvaardigt die uit het geloof in Jezus zijn (Romeinen 3:23-26).
Bij Nouwen gaat het niet om bekering (en
rechtvaardiging), bij hem gaat het om genezing, innerlijke genezing, om de
psychische behoefte aan geborgenheid.
Het basisprobleem van Nouwen is niet zonde
of ongeloof, nee, het is zoals hij zelf zegt, zijn onvermogen om zich
onvoorwaardelijk door God te laten beminnen. "Nog steeds ben ik niet vrij
genoeg om volledig op te gaan in de veilige omhelzing van de Vader" (23)
4. Evaluatie
Nouwen brengt het bijbelse evangelie niet.
In plaats daarvan brengt hij een mystieke boodschap in christelijke termen. Hij
promoot de valse pseudo-christelijke spiritualiteit die meer en meer in de
evangelische wereld de gezonde bijbelse spiritualiteit aan het verdringen is.
Het is een valse leraar.
Het verleidende is dat met name in het boek
over de verloren zoon er toch nog iets van de bijbelse waarheid doordringt. Namelijk
dat God naar ons verlangt en dat we welkom bij Hem zijn. Tegelijk met deze
bijbelse waarheid brengt hij veel mystieke dwalingen.
Nouwen maakt deel uit van een grote beweging
naar eenheid op basis van mystiek (de inter-faith movement).
Hij brengt naast de mystieke ook verrassende
psychologische inzichten. Ik kan me voorstellen dat sommigen hier iets nuttigs
uit meepikken.
Het is werkelijk verbijsterend te zien hoe
populair de man is in de evangelische wereld. Je kunt niet anders concluderen
dan dat de evangelische wereld, die leraars als Nouwen aanvaardt, volledig de
weg kwijt is geraakt. Geen kennis meer van het woord van God, van de gezonde
leer, en ook geen kennis van het rooms-katholicisme en de mystiek. Een ontstellend
gebrek aan onderscheidingsvermogen.