INLEIDING

Het onderwerp ‘de charismatische beweging’ veroorzaakt in deze tijd vele heftige discussies. Bijna iedere christen is wel op de een of andere manier met een charismatische groep in aanraking gekomen. Velen zijn onder de indruk van de manifestaties die er zich soms voordoen, en stellen zich vervolgens open voor de ervaringen die er worden aangeboden. Vaak komt dit voort uit een ontevredenheid over het persoonlijke geloofsleven.

Zelf kwam ik gedurende zo’n zeven jaar in een charismatische gemeente waar het spreken in tongen, profeteren, gezichten zien, en het uitdrijven van demonen veelvuldig voorkwamen. Ik las en leerde in die tijd alles wat er op het gebied van gaven en bedieningen te vinden was.

Nadat ik zelf ‘de doop in de geest’ had ontvangen, raakte ik echter langzamerhand in steeds grotere duisternis. Na jaren van strijd en gebed werd ik door Gods genade vrij uit - zo bleek tot mijn ontsteltenis - een grote misleiding die met deze ‘doop in de geest’ begonnen was. Nu deze gebeurtenissen ver genoeg achter mij liggen, wil ik - zo mogelijk - anderen voor de gevaren van de charismatische beweging waarschuwen. Hoe graag zou ik anderen de valstrikken, de vrome misleidingen en listige leugens van de vijand besparen. De imitaties waarmee hij de Geest van God nabootst lijken zo echt en zijn zo bedrieglijk, dat het schijnt dat alleen christenen die door schade en schande wijs zijn geworden, de gevaren inzien. Jarenlang bad ik God om onderscheiding. Steeds meer kwam ik uit een geestelijke verwarring en gingen mijn ogen open voor de listen van de vijand.

Veel boeken uit mijn ‘doop-in-de-geest-tijd’ haalde ik voor deze studie opnieuw uit de kast.1 Zo deed ik schokkende ontdekkingen en constateerde ik hoe verblind ik was geweest. Ik zag dat mijn ervaringen niet op zichzelf stonden, maar deel uitmaakten van een wereldwijde beweging.

Het valt mij op dat velen die pas in aanraking komen met het onderwerp ‘gaven en bedieningen’ zich niet kunnen indenken dat dit niet allemaal van de Heilige Geest is. Het is mijn ervaring dat tegenstanders die zelf geen deel van een charismatische groep hebben uitgemaakt, in hun kritiek niet serieus genomen worden. Integendeel: ze moeten ook nog worden bekeerd tot deze ‘grotere zegen’. Mijn hoop is dat er hiernaast nog mensen zijn die zich willen laten waarschuwen, en dit boek met een biddend hart willen lezen. Uiteindelijk is het alleen de Heilige Geest Zélf, die onze ogen kan openen voor de waarheid.

In deze studie wil ik allereerst het ontstaan en de verspreiding van de charismatische beweging bespreken. Ondanks de verschillen die in allerlei charismatische groepen bestaan, zie ik overeenkomsten tussen een aantal verschijnselen, dat zich in charismatische groepen voordoet. Ik wil mij beperken tot het beschrijven van de meest in het oog vallende verschijnselen. Vervolgens wil ik deze bespreken aan de hand van de Bijbel. Hierbij maak ik gebruik van ervaringen die christenen met deze verschijnselen hebben opgedaan.

Daarnaast wil ik de verontrustende ingang bij de R.K. Kerk en de oecumenische beweging van deze zelfde verschijnselen van de charismatische beweging bespreken. Ik eindig met een oproep tot waakzaamheid.

Toen het manuscript al bij uitgeverij Buijten en Schipperheijn lag, kwam het voorstel van mr. H.P. Medema om een studie over het werk en wezen van de Heilige Geest aan mijn boek toe te voegen. Deze waardevolle aanvulling is te vinden in het laatste hoofdstuk.

Een probleem voor mij is dat vele pinksterchristenen zich door dit boek ten onrechte aangevallen kunnen voelen. Ik begin de geschiedenis van de drie golven namelijk met een beschrijving van het ontstaan van de pinksterbeweging (de eerste golf). Wanneer een bepaalde naam of groep wordt genoemd wil dat beslist niet zeggen dat alles wat volgt ook hierop van toepassing is. Onder pinksterchristenen (evenals onder charismatici) vindt men gematigde en extreme gelovigen. De pinkstergemeenten hebben zich bovendien vanaf het ontstaan aan het begin van deze eeuw in verschillende richtingen ontwikkeld, zodat ze niet over één kam te scheren zijn.

Het is in het geheel niet mijn bedoeling andere gelovigen te kritiseren, al is het onontkoombaar om bij het geven van citaten namen te noemen. Hierbij is gepoogd deze citaten niet uit hun verband te rukken. Het gaat mij vóór alles om de gemeenschappelijke vijand, die ons het meest kan misleiden wanneer zijn leugens het dichtst bij de waarheid liggen. Wanneer zijn werken ontmaskerd worden, is dit tot zegen voor het gehele lichaam van Christus.

Noot

1. ‘In drie golven’ heb ik aanvankelijk geschreven als eindscriptie voor de Evangelische Theologische Academie te Vlaardingen. (Dit wil uiteraard niet zeggen dat de inhoud de mening van de E.T.A. vertegenwoordigt